Terreurproces NB

  • Parket vraagt Sofien Ayari te veroordelen als mededader voor terroristische moord

    Het federaal parket heeft gevraagd om Sofien Ayari te veroordelen als mededader voor moord en poging tot moord in een terroristische context. Federaal procureur Bernard Michel vroeg hem ook te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie.

    De verdediging van Ayari houdt vol dat hij niets te maken heeft met de aanslagen, omdat hij op dat moment in de cel zat, na zijn arrestatie samen met beschuldigde Salah Abdeslam op 18 maart. Procureur Michel voerde donderdag in zijn requisitoir aan dat het mogelijk was om mededader te zijn bij de aanslagen, zonder fysiek aanwezig te zijn. 

    Michel argumenteerde dat Ayari op de hoogte was van wat er op til was. Het was de reden waarom hij vanuit Syrië naar Europa reisde, zei de procureur. Hij citeerde ook uit een verhoor van Mohamed Abrini, die had verklaard dat het de bedoeling was dat iedereen die zich schuilhield in de safehouses zou deelnemen aan de terreurplannen. Michel zei bovendien aan de jury om niet te geloven dat hij terug naar Syrië wou. "Als hij gewild had, was hij vrij om te gaan."

    De procureur merkte daarnaast op dat op 15 maart, de dag van de schietpartij in Vorst, al volop gewerkt werd aan de bommen die een week later gebruikt zouden worden. "Het was ook voor Sofien Ayari en Salah Abdeslam dat er TATP geproduceerd werd. De fabriek draaide op volle toeren", zei de procureur. 

    Tot slot voerde de procureur aan dat Ayari op het moment van zijn arrestatie wist dat al gestart was met de productie van TATP. "Hij wist ook dat de andere leden van de terreurcel vrij waren en konden doorgaan met hun plannen. Maar hij zweeg. Hij maakte zo de terreuraanslag van de anderen mogelijk", zei Michel.

    Michel schetste het dilemma waar Ayari voor stond. "Hij kon praten en ervoor zorgen dat een aanslag werd vermeden die op dat moment nog niet had plaatsgevonden. Of zwijgen en zich verantwoorden voor de moord op 36 personen. Hij koos voor het laatste", zei Michel. Volgens hem stelde Ayari een "actieve daad" door te zwijgen. "Zelf zou ik snel weten wat te kiezen. Maar ik zou geen aanslag kunnen plegen", zei de procureur. 

    Het requisitoir over Ayari duurde ongeveer een uur. In de voormiddag had het over Abdeslam gegaan. Dat gedeelte duurde drie uur. Michel vroeg Ayari ook te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Ayari was een belangrijk lid van de terreurcel van Brussel en kreeg veel vertrouwen van de leden van de groep, klonk het.
  • OM benadrukt belangrijke rol van Sofien Ayari in terreurcel

    Sofien Ayari was een belangrijk lid van de terreurcel van Brussel en kreeg veel vertrouwen van de leden van de groep. Dat zei federaal procureur Bernard Michel tijdens zijn requisitoir. Hij is volgens het openbaar ministerie daarom schuldig aan deelname aan de activiteiten van een terroristische groep.

    Tunesiër Sofien Ayari vertrok in februari 2015 naar Syrië, waar hij lid werd van Liwa As Saddiq, een groep binnen IS die verantwoordelijk was voor buitenlandse operaties. "We zien hem in uniform in foto's die hij naar zijn familie stuurde, we weten dat hij deelnam aan gevechten en gewond is geraakt. Ook Osama Krayem, die lid was van dezelfde groep, zei dat Ayari een soldaat van IS is", aldus Michel. 

    Hij benadrukte hoe Ayari een sterke band had met Mohamed Belkaid, die elitetroepen opleidde binnen Liwa As Saddiq. Belkaid, die Najim Laachraoui vervoegde op weg naar Europa om daar aanslagen te pleegde, koos volgens Michel zijn beste en meest gemotiveerde strijders uit om mee te nemen. Zo had Krayem gezegd dat hij een aanslag wilde plegen in Syrië en wilde Ayari wraak voor wat hij heeft gezien in Syrië. 

    Ayari volgde naar eigen zeggen gewoon de vluchtelingenstroom naar België, maar volgens het OM was het geen toeval dat hij in ons land aankwam. Zo had Salah Abdeslam een valse Belgische identiteitskaart voor Ayari toen die hem ging ophalen in Ulm en reisde Ayari samen met Krayem en Ahmad Alkhald, die de bomgordels maakte voor Parijs. Dat Ayari naar eigen zeggen aan Belkaid had toevertrouwd dat hij wilde terugkeren naar Syrië is volgens de procureurs niet bewezen. "Hij heeft beslist om te blijven, terwijl anderen zonder probleem zijn teruggekeerd in Syrië, ook na de aanslagen van Parijs."

    Het OM ziet vijf punten om aan te tonen dat Ayari in het dossier van de aanslagen in België veroordeeld moet worden voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Zo was hij aanwezig in de verschillende safehouses en "bevestigde hij door te verhuizen steeds zijn wil om verder deel te nemen aan het gemeenchappelijke plan". Ook uit een document dat wordt toegeschreven aan onder anderen Ayari en waarin aan Oussama Atar gevraagd wordt hoe ze zich moeten organiseren, blijkt een wil om tot het einde te gaan, aldus Michel. "Zijn deelname aan de groep is gestopt door zijn arrestatie, anders had hij zijn plek gehad in het commando."

    Ten tweede verwijst Michel naar de vingerafdruk van Ayari op een doos vuurwerk in de Driesstraat, dat volgens het OM voorzien was voor de bommen. Ook werd het DNA van de beschuldigde gevonden op een kalasjnikovlader. "Krayem zei dat zij die dat konden in het appartement de kalasjnikovs monteerden en demonteerden. Ook Ayari had die kennis", aldus Michel. Het DNA van Ayari op een rugzak in de Max Roosstraat toont tot slot aan dat Ayari persoonlijke contacten had met andere leden van de operationele cel.

    Bovendien was Ayari niet gezocht in ons land en kon hij dus zonder risico boodschappen doen voor de cel. Daarnaast haalde de procureur de sms "Hamza?" aan die Ibrahim El Bakraoui naar een gsm die Ayari en Abdeslam tijdens hun vlucht op 15 maart achterlieten. "De cel heeft Abdeslam en Ayari nodig om zijn plan uit te voeren. Het is bovendien opvallend dat Ibrahim El Bakraoui Ayari contacteert en niet Abdeslam. Ayari had meer belang in de groep, hij was een strijder."

    Tot slot haalde Michel de droom van Khalid El Bakraoui aan, waarin hij vertelt over een zelfmoordoperatie. Daarin vermeldt hij zijn broer Ibrahim El Bakraoui en Hamza. "Elk lid van de groep is inwisselbaar", aldus Michel. "Wie medeplichtig is, is medeplichtig aan alles. Wie mededader is mededader aan alles. Het is toeval dat Ayari en Abdeslam konden vluchten. De kamikazes hadden verschillende kunnen zijn, de aanslagen niet."
  • Requisitoir spitst zich maandag toe op El Makhoukhi en Bayingana Muhirwa

    Het federaal parket zal het maandag in zijn requisitoir hebben over beschuldigden Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. De ene gaf al toe dat hij de wapens hielp verbergen van de terreurcel, de andere verschafte Mohamed Abrini en Osama Krayem vlak voor en na de aanslagen onderdak.

    Zowel El Makhoukhi als Bayingana Muhirwa staan op het proces terecht voor moord en poging tot moord in een terroristische context, en voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Het federaal parket zal waarschijnlijk vragen om hen te veroordelen als mededader en niet als medeplichtige, waarop lagere straffen staan. 

    Dinsdag bespreekt het parket tijdens de laatste dag van zijn requisitoir nog de rol van de broers-Farisi. Waarschijnlijk beginnen in de namiddag de pleidooien van de advocaten van de burgerlijke partijen. Vanaf 15 juni is het normaal gezien aan de verdediging.
  • OM: "Bayingana Muhirwa was vertrouwenspersoon van de cel die instond voor 'plan B'"

    Hervé Bayingana Muhirwa was een vertrouwenspersoon van de Belgische terreurcel, die een 'plan B' voorzag indien leden van de cel hun missie niet tot een goed einde brachten of moeilijkheden kregen. Dat heeft federaal procureur Paule Somers gezegd tijdens haar requisitoir. Bayingana Muhirwa ving Osama Krayem en Mohamed Abrini twee keer op in zijn appartement in de Tivolistraat in Laken. Hij deed dat twee keer: op 15 maart 2016, na de dodelijke schietpartij in Vorst waarbij Salah Abdeslam en Sofien Ayari ontsnapten, en op 22 maart, na de aanslagen. Hij ontkende nooit dat hij dat deed, maar beweert dat hij niets afwist van de terreurplannen van de cel. Ook ontkent hij dat hij de broer 'Amine' zou zijn, die via zijn vriend Bilal El Makhoukhi de terreurcel vervoegde.

    Het openbaar ministerie denkt daar echter anders over. Zo hebben zowel Krayem als Abrini aangegeven dat Amine, een zwarte man, hen heeft opgevangen. Daarnaast zegt Najim Laachraoui dat 'Abu Imrane', de strijdnaam van Bilal El Makhoukhi, in audioberichten teruggevonden op de laptop van de Max Roosstraat een nieuwe broer heeft aangebracht, die "gemotiveerd" is en "trouw heeft gezworen". "We hebben met hem gesproken", klinkt het ook, wat er volgens het OM op wijst dat Bayingana Muhirwa op de hoogte werd gebracht van de plannen van de cel. In een bericht opgenomen op 21 maart, zegt Laachraoui dat "de broer Amine, die trouw gezworen had, ons ondertussen heeft geholpen". Dat bewijst volgens het OM dat het wel degelijk om Bayingana Muhirwa gaat, die ondertussen wel degelijk hulp bood door Krayem en Abrini onderdak te bieden. 

    Het openbaar ministerie ziet dus voldoende bewijzen dat Hervé Bayingana Muhirwa met kennis van zaken deelnam aan de activiteiten van de terroristische groep. "Enkel al door trouw te zweren toont hij zijn volhardendheid en versterkt hij de cel", aldus Somers. Uit het telefonieonderzoek bleek bovendien dat Bayingana Muhirwa Osama Krayem en Mohamed Abrini op 15 maart ging ophalen in de Max Roosstraat, terwijl hij wist dat het "vrienden van Najim Laachraoui zijn" van wie de foto al sinds december 2015 in de media circuleert in verband met de aanslagen in Parijs. En Mohamed Abrini was eveneens bekend na Parijs. "Hij vangt ze op, geeft ze kleren en eten, laat hen zijn computer gebruiken, allemaal daden van deelname aan een terreurgroep", aldus Somers. Bovendien zetten zowel hij als Bilal El Makhoukhi op belangrijke momenten systematisch hun gsm uit. "Ze kenden het illegale karakter van de cel", aldus Somers. Ook wist hij dat Abrini zich vermomde, omdat hij voor hem een bril moest kopen. "Hij hielp de cel om in de illegaliteit te blijven, ook vandaag is hij hen nog trouw."

    Niet alleen was Bayingana Muhirwa op de hoogte van de activiteiten van de cel, hij was volgens het OM ook een echte vertrouwenspersoon. Zo zou een brief van 'Abu Walid' (Khalid El Bakaoui) gericht zijn aan Bayingana Muhirwa. Daarin vraagt de kamikaze van Maalbeek aan "zijn broer die hij nog niet lang kent" om aan "Abu Imrane te zeggen dat hij voor valse identiteitskaarten contact moet opnemen met Abu Ahmed (Oussama Atar). "Enkel iemand die veel vertrouwen krijgt, krijgt de boodschap om Abu Ahmed te contacteren", aldus Somers. 

    Het is volgens het OM ook Bayingana Muhirwa die op 21 maart Bilal El Makhoukhi helpt om de wapens op te halen en naar een geheime plaats te brengen. Het baseert zich daarvoor op telefonieonderzoek, waaruit bleek dat Bayingana Muhirwa die avond in de Max Roosstraat zou zijn geweest waarna hij naar het Zuidstation reed vooraleer in Schaarbeek pizza te gaan eten met El Makhoukhi. "Hij zegt dat hij zich niet herinnert wat hij die avond heeft gedaan, maar de TATP staat klaar in het appartement, zijn DNA wordt er aangetroffen en hij vindt de wapens daar. Hij werkte met kennis van zaken", aldus het OM. 

    Bayingana Muhirwa heeft daarom essentiële hulp geboden aan de cel, aldus het OM, dat vraagt om hem te veroordelen als mededader van moord en moordpoging in terroristische context. "Hij heeft de wapens opgehaald en weggebracht naar een locatie voor broers die later nog aanslagen willen plegen. Zijn hulp stopt bovendien niet op 22 maart, want hij ving Abrini en Krayem een tweede keer op." Volgens Somers is het opvallend dat Krayem, die Brussel niet kent, zonder al te veel problemen de weg naar het appartement terugvond de dag van de aanslagen. "Het lijkt overeen te komen met een plan B voor de broers die hun missie niet tot een goed einde brachten of moeilijkheden kregen", aldus Somers. "Hij was een veilig contact die de cel nooit zou verraden, een vriend van Bilal El Makhoukhi die na de aanslagen het contact bij uitsteek werd van Oussama Atar."
  • Pleidooien burgerlijke partijen gaan dinsdag van start

    Dinsdagmiddag gaan de pleidooien van de burgerlijke partijen van start. In de voormiddag moet het federaal parket wel nog eerst zijn requisitoir afronden. Het parket begon vorige week dinsdag zijn requisitoir, en ging daarbij een voor een alle beschuldigden af. Dinsdagvoormiddag zijn de broers-Farisi aan de beurt. Smail Farisi onderverhuurde zijn studio in Etterbeek aan de terroristen, Ibrahim Farisi hielp de studio leegmaken na de aanslagen. 

    In de namiddag beginnen de burgerlijke partijen met hun pleidooien. Enkele tientallen advocaten, sommige van collectieven als V-Europe en Life4Brussels, andere die individueel werken, stemden hun pleidooien op elkaar af. "Er is de voorbije weken hard gewerkt aan goede afspraken om efficiënt te pleiten", zei Sanne De Clerck, advocate van V-Europe. De advocaten die de krachten bundelden, zullen tot en met komende dinsdag pleiten. Woensdag pleiten vier andere advocaten. Bij V-Europe valt te horen dat dinsdagnamiddag begint met een introductie, waarbij de burgerlijke partijen hun plan voor de pleidooien zullen uiteenzetten. Ook is er een kort "woord voor de slachtoffers", door advocaten Valérie Gerard (Life4Brussels) en Nicolas Estienne (V-Europe). 

    Woensdagvoormiddag gaat het vervolgens over theoretische begrippen als 'strafbare deelneming door onthouding' en 'herkwalificaties'. Nina Van Eeckhout, advocate van de weduwe van Nic Coopman, zal het hebben over dat eerste begrip. Sanne De Clerck (V-Europe) zal pleiten over Shanti De Corte. De jonge vrouw, die de aanslag in Zaventem meemaakte, kreeg zes jaar na de aanslagen euthanasie wegens psychisch lijden. Het parket vroeg voor haar, en voor drie andere slachtoffers, een herkwalificatie van poging tot moord naar moord. Guillaume Lys, advocaat van V-Europe, geeft woensdag tot slot per beschuldigde een steekkaart van alle belastende elementen. De dagen nadien wordt dat verder uitgewerkt.
  • Burgerlijke partijen trekken pleidooien op gang: "Banaliteit van het kwaad"

    De advocaten van de burgerlijke partijen zijn dinsdagmiddag gestart met hun pleidooien. Het federaal parket rondde dinsdagvoormiddag zijn requisitoir af, waarna het aan de burgerlijke partijen was. Het merendeel van de advocaten stemden hun pleidooien op elkaar af. Bij de start van de zitting zette Maryse Alié, advocate voor Life4Brussels, daarom de werkwijze voor de komende dagen uiteen. Alié vroeg ook alle beschuldigden in de box - de broers-Farisi dus niet - over de hele lijn schuldig te verklaren. Ze verwees in haar introductie naar filosofe Hannah Arendt, en Arendts relaas van het proces tegen nazi-oorlogsmidadiger Adolf Eichmann in 1961, en zei dat de zeven in de box doen denken aan "de banaliteit van het kwaad".

    Nadien hadden advocaten Nicolas Estienne (V-Europe) en Valérie Gerard (Life4Brussels) een 'woord voor de slachtoffers'. Estienne zei dat de slachtoffers "niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats" waren. Hij zei ook dat zijn eerste woord er was voor de vele slachtoffers die niet waren komen getuigen, om wat voor reden dan ook, maar dat het niet uit desinteresse was. Hij zei dat iedereen op gerechtigheid wacht en riep op het vertrouwen te herstellen in de rechtstaat, die de terroristen wilden breken. "Het is het beste middel tegen de gesel van het terrorisme."

    Gérard benadrukte dan weer dat Mohamed Abrini geen held was door zijn karretje achter te laten in de vertrekhal in Zaventem, in de buurt van een klein meisje dan nog wel. "Hij heeft alleen zichzelf gered. Dat kleine meisje heeft hij achtergelaten op de grens van leven en dood."
  • Burgerlijke partijen pleiten woensdag over Shanti De Corte

    De burgerlijke partijen zullen woensdag pleiten over de herkwalificatie van terroristische poging tot moord naar moord op drie slachtoffers. Het gaat onder anderen om Shanti De Corte, de jonge vrouw die de aanslag in Zaventem meemaakte en zes jaar later euthanasie kreeg wegens psychisch lijden.

    Woensdagvoormiddag zullen de advocaten van de burgerlijke partijen vooral ingaan op enkele theoretische begrippen. Maar het zal dus ook gaan over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord in een terroristische context, wat het federaal parket in zijn requisitoir had gevraagd voor vier slachtoffers. 

    Uit informatie die de politie had ingewonnen waren vier slachtoffers enige tijd na de aanslagen overleden en was dat overlijden gelinkt aan de aanslagen. Het gaat daarbij om een man die tinitus opliep en zelfdoding pleegde en een kankerpatiënt die door zijn verwondingen zijn behandeling moest onderbreken. Ook is er Shanti De Corte, de jonge vrouw die de aanslag in Zaventem meemaakte maar zes jaar later euthanasie kreeg wegens psychisch lijden. Sanne De Clerck, advocate van slachtofferorganisatie V-Europe, zal woensdag over haar pleiten. Over de vierde persoon is weinig bekend.

    In de namiddag zal het nog gaan over 'strafbare deelneming door onthouding', waarbij Nina Van Eeckhaut zal pleiten, de advocate van de weduwe van Nic Coopman, die omkwam in Zaventem. Op het einde van de dag zal Guillaume Lys, ook advocaat van V-Europe, nog een steekkaart geven van alle beschuldigden met alle belastende elementen tegen hen.
    Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
  • "Slachtoffer dat kankerbehandeling moest stoppen had zeker twee jaar langer kunnen leven"

    De man die anderhalf jaar na de aanslagen stierf omdat hij zijn kankerbehandeling had moesten stopzetten vanwege zijn verwondingen, had nog minstens twee tot vier jaar langer kunnen leven. Dat heeft zijn advocate Carine Doutrelepont gezegd. Zij vraagt voor haar cliënt een herkwalificatie van poging tot moord naar moord.

    De man stierf op 28 oktober 2017 op 49-jarige leeftijd aan kanker, nadat hij door de aanslagen zijn behandeling had moeten stopzetten. Hij werd behandeld met een molecule die volgens een strikt regime moet worden toegediend en ernstige bijwerkingen heeft, waaronder bloedingen en problemen met wondheling. Omdat de man zwaargewond raakte bij de aanslag in Maalbeek kon hij niet anders dan de behandeling stopzetten.

    "Dit medicijn was voor hem de laatste kans en de artsen waren onder de indruk van hoe goed de resultaten waren. Ze waren erin geslaagd om de evolutie van de ziekte te stoppen", aldus Doutrelepont. Zo was zijn overlevingsperiode volgens de artsen verdrievoudigd en had de man plannen gemaakt om zijn carrière verder uit te bouwen, een huis te kopen en te reizen. En ook na de aanslagen was de man weerbaar, aldus de advocate. Ze toonde een foto van een lachende, zwaargewonde man die twee vingers in de lucht steekt. Zijn kinderen noemden hem Superman, zei ze ook. 

    Ook hij zal echter kampen met een posttraumatische stressstoornis. "Zijn kinderen omschreven zijn woede en het onbegrip, maar hij moest eerst genezen voor de behandeling kon hervatten. Het was een zwaard van Damocles dat boven zijn hoofd hing. Als deze behandeling geen resultaat opleverde, waren er geen andere opties meer. Maar helaas is zijn kanker erger geworden", aldus de advocate. "Voor de aanslagen had hij veel plannen, erna is hij veranderd. Hij had gezegd dat hij liever was gestorven bij de aanslagen als hij toch niet kon overleven."

    Volgens de advocate is het daarom duidelijk dat de aanslagen de vroegtijdige dood van haar cliënt hebben veroorzaakt. "Hij heeft nog een jaar en zeven maanden geleefd zonder medicatie, met medicatie had dat minstens twee tot vier jaar langer kunnen zijn." Ze vraagt daarom een herkwalificatie van poging tot moord naar moord voor de man. "Het is de eerste stap voor zijn kinderen om rust te vinden. De erkenning van de waarheid helpt de nabestaanden."
  • Burgerlijke partijen: Ook vier slachtoffers die overleden in nasleep aanslagen "vermoord"

    De burgerlijke partijen hebben gepleit over de vier slachtoffers die overleden na de aanslagen en bij wie er een duidelijk causaal verband zou zijn. Ook zij zijn "vermoord", klonk het. "Psychisch lijden kost levens", zei Sanne De Clerck, advocate voor slachtofferorganisatie V-Europe, die pleitte over Shanti De Corte, de jonge vrouw die euthanasie kreeg wegens ondraaglijk psychisch lijden.

    De Clerck zei dat De Corte als tiener al een zekere fragiliteit had. In Zaventem liep ze enkel tinitus op, maar de gevolgen manifesteerden zich anders. De Corte liep een posttraumatische stressstoornis (PTSS) op, die ze nooit te boven is gekomen. De Clerck haalde verschillende argumenten aan om de causale link tussen Shanti's overlijden en de aanslagen aan te tonen. Dat deed ook Nicolas Estienne, die pleitte over een man die in april 2021 zelfdoding pleegde, na vijf jaar PTSS en zware oorsuizingen. Estienne gaf aan dat ook hij al voor de aanslagen psychologisch fragiel was, maar dat dat niet betekent dat er geen causaal verband kan zijn tussen zijn verwondingen en zijn dood. Hij citeerde uit een vonnis van een burgerlijke rechtszaak met de verzekeraars van Brussels Airport. 

    Advocate Carine Doutrelepont pleitte dan weer over een 49-jarige kankerpatiënt die stierf in oktober 2017. Hij werd behandeld met een molecule die ernstige bijwerkingen heeft, waaronder bloedingen en problemen met wondheling. Omdat de man zwaargewond raakte bij de aanslag in Maalbeek moest hij de behandeling stopzetten - tot zijn grote spijt en woede.

    Van het vierde slachtoffer is weinig bekend, voor die persoon kwam niemand pleiten. De burgerlijke partijen vragen een herkwalificatie voor de vier van poging tot moord naar moord. 

    Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
  • Van Eeckhaut haalt in pleidooi uit naar beschuldigden: "Schamen jullie je niet?"

    Nina Van Eeckhaut, de advocate van de weduwe van slachtoffer Nic Coopmans, heeft in haar pleidooi zwaar uitgehaald naar de beschuldigden in de box. "Schamen jullie je niet, hebben jullie geen spijt?", zei ze, nadat ze een uiteenzetting had gegeven over het juridische concept van 'strafbare deelneming door onthouding'.

    Van Eeckhaut begon haar betoog met een terugblik op de getuigenis van haar cliënte, "die veel meer moed had dan de mannen in de box die een verantwoordelijkheid dragen in de dood van haar man". Ze benadrukte dat de zeven zowel expliciet als impliciet hulp hebben geboden aan de terreurgroep. "Door niet te protesteren, door niet te vragen: 'waar zijn jullie mee bezig?', door ze te laten doen. Dat is deelneming door onthouding", aldus Van Eeckhaut.

    Want, zegt Van Eeckhaut, "het belangrijkste was dat de daders zich gedurende een lange periode ondersteund voelden, dat ze de kracht en de moed kregen om over te gaan tot aanslagen." Ze hamerde ook op de macht van het getal. "Het glorifiëren van het geweld tegen de staat, het extremisme en het geweld is enkel mogelijk als er een gevoel van eenheid is. De kamikazes kregen moed omdat ze zeker waren dat ze zich op de goede weg bevonden."

    Volgens de advocate waren alle beschuldigden buiten Smail en Ibrahim Farisi op de hoogte dat er iets vreselijks ging gebeuren. Zeker op 16 maart, toen de foto's van de broers-El Bakraoui in de media verschenen, moesten ze weten "dat die mannen uit hun buurt niet op de goede weg waren". En op 21 maart werd de foto van Najim Laachraoui gepubliceerd met zijn echte naam. "Als je hen gewoon laat doen, wat verwacht je dan dat er gaat gebeuren?", aldus Van Eeckhaut. "Zonder hun stilte en morele steun hadden de aanslagen niet op deze manier plaatsgevonden."

    Kunnen we echt geloven dat Ali El Haddad Asufi het geheime adres van de Max Roosstraat kende, maar dat hij niet wist wat zijn goede vriend Ibrahim El Bakraoui daar deed? En er is geen twijfel mogelijk dat Hervé Bayingana Muhirwa de nieuwe broer is in de logistiek, aldus Van Eeckhaut. "En uiteraard hadden Salah Abdeslam en Sofien Ayari, die in de Driesstraat aan het wachten waren op instructies, er iets mee te maken. Elk team in de safehouses moest deelnemen aan het grote plan tegen het EK voetbal. Het plan bleef hetzelfde, zelfs al werden de timing en het doelwit nog veranderd."

    De advocate kwam ook terug op de wraking van een jurylid eind april, omdat hij had gezegd dat er in de Driesstraat een "operationele cel" verbleef. "Natuurlijk was die cel operationeel. Er waren oorlogswapens, het vuur was geopend op de politie, de mensen die er verbleven wisten dat er vreselijke plannen werden beraamd. Ik denk dat het parket voldoende heeft aangetoond dat die cel operationeel was", zei ze. "De wraking van jullie collega wil niet zeggen dat hij ongelijk had, hij heeft zijn mening gewoon te vroeg gezegd."

    Van Eeckhaut benadrukte verder dat de beschuldigden nog geen afstand hebben genomen van hun ideeën. "Ik was gechoqueerd hoe ze onbewogen naar de verhalen van de slachtoffers luisterden", zei ze. "Schamen jullie je niet, hebben jullie geen spijt?" Bovendien weten we nog altijd niet waarom ze zoveel levens hebben verpest. "Er zijn veel theorieën, maar ik ben ervan overtuigd dat het vooral over haat gaat, tegen ons land, onze instellingen, onze democratie die ons zoveel vrijheden geeft. Haat omdat ze er niet bijhoren, omdat ze een antisociale persoonlijkheid hebben." En aan de andere kant van het spectrum is er de liefde, aldus Van Eeckhaut, de liefde van haar cliënte voor haar overleden echtgenoot. "Ze hadden een klein paradijs gecreëerd samen, en ze hebben dat kapotgemaakt."
  • Lys hecht weinig geloof aan "geluidsband" die Abrini leverde bij videobeelden luchthaven

    De "geluidsband" die Mohamed Abrini aanlevert met zijn uitleg bij de bewakingsbeelden in Zaventem, waarop te zien is hoe hij met de twee kamikazes zijn karretje voortduwt, is "onverifieerbaar" en ongeloofwaardig. En op de bewakingsbeelden aan metrostation Petillon, "die andere horrorfilm zonder klank", is te zien hoe Osama Krayem afscheid neemt van kamikaze Khalid El Bakraoui, maar hem geenszins op andere gedachten probeert te brengen. Guillaume Lys, advocaat van slachtofferorganisatie V-Europe, lijstte woensdagnamiddag met enkele gevatte observaties de bezwarende elementen op tegen alle tien beschuldigden.

    Lys, die woensdagnamiddag het woord nam voor de burgerlijke partijen, had op het einde van zijn pleidooi zijn emoties even niet meer onder controle, toen hij zijn grootvader citeerde. "Tegengestelden werken samen, en uit verschillen groeit de mooiste harmonie", zei de advocaat om zijn pleidooi af te sluiten, nadat hij zich had afgevraagd waarom de terroristen de feiten hadden gepleegd.

    ijna twee uur lang had Lys dan al een waslijst aan bezwarende elementen opgelijst tegen de beschuldigden. Over Abrini klonk het dat de bewakingsbeelden op de luchthaven, waarop te zien is dat hij samen met de twee kamikazes zijn karretje vooruitduwde, als een "horrorfilm zonder klank" zijn, maar dat de "geluidsband" die hij aanlevert "onverifieerbaar" en ongeloofwaardig is. Abrini verklaarde zelf dat hij ervan afzag om zich op te blazen, omdat hij vrouwen en kinderen wou sparen, maar Lys zag vooral dat hij zichzelf wou redden. "Abrini zei dat hij naar buiten liep en een bloedend jong meisje zag. Hij had kunnen zeggen: ga niet naar binnen, het is daar de hel. Maar dat doet hij niet."

    Ook Osama Krayem speelde volgens Lys mee in zo'n "horrorfilm zonder klank", de bewakingsbeelden waarop te zien is hoe hij afscheid neemt van Khalid El Bakraoui, alvorens die in metrostation Petillon de metro neemt om zich enkele tientallen minuten later op te blazen in een metrostel. "Bon voyage", zegt hij. "Maar geen moment denk je dat hij hem op andere gedachten probeert te brengen."

    Bij Salah Abdeslam stond Lys lang stil en somde hij twaalf elementen op. Zo citeerde hij uit een verhoor van Abdeslam, vlak na zijn arrestatie, waarbij hij Khalid El Bakraoui niet herkende op foto en zei dat hij hem nog nooit gezien had. "Dat gaat niet over zwijgrecht, dat zijn leugens", zei Lys. Eerst vatte de advocaat nog wel in twee zinnen de houding van Abdeslam op het proces samen. "Hij zit de hele tijd te praten met zijn vrienden. Soms steekt hij zijn hand op om te zeggen dat iets niet legitiem is, waarna hij gewoon zijn gesprek voortzet."

    Lys liep alle beschuldigden een voor een af en vroeg uiteindelijk voor alle beschuldigden in de box om hen over de hele lijn schuldig te verklaren. Opvallend was nog dat hij hekelde dat Hervé Bayingana Muhirwa, net als Bilal El Makhoukhi, moet weten waar de wapens zijn, maar dat hij weigert om daarover te praten. Lys omschreef de twee als 'Knabbel en Babbel', omdat ze altijd samen opduiken in het dossier. De advocaat zei dat Bayingana Muhirwa de Rwandese genocide heeft meegemaakt, als kandidaat-vluchteling naar België kwam en een nieuw leven kon opbouwen, maar ook zelf bij het Rode Kruis met oorlogsvluchtelingen werkte. "Met geen ander doel dan dat ze nog hetzelfde meemaken. En toch stoort het hem blijkbaar niet dat de wapens hier circuleren", zei Lys. 

    Voor Smail Farisi volgde hij de lijn van het federaal parket, die vroeg om hem enkel schuldig te verklaren aan deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. En voor Ibrahim Farisi vroeg hij de vrijspraak, net als het parket.
  • Theorie en emotionele verhalen over slachtoffers tijdens pleidooien burgerlijke partijen

    De burgerlijke partijen hebben woensdag theorieles gegeven over verschillende juridische concepten. De advocaten herinnerden het hof ook aan het leed van de slachtoffers en hun nabestaanden. Op de tweede dag van de pleidooien van burgerlijke partijen weidde advocaat Thierry Moreau onder meer uit over vrijwillige terugtred: indien een beschuldigde een misdrijf voor het plaatsvindt spontaan volledig stopzet, kan hij niet veroordeeld worden. Maar dat geldt niet voor Osama Krayem en Mohamed Abrini, die hun bom niet lieten ontploffen, stelde hij, aangezien zij enkel een deel van het plan aanpasten en de aanslagen nog steeds plaatsvonden. Moreau had het ook over het zwijgrecht van de beschuldigden. "Dat recht gebruiken is geen daad van participatie, maar kan wel de bevestiging van een stilzwijgende aanvaarding zijn."

    Nina Van Eeckhout had het dan weer over strafbare deelneming door onthouding: door niet te protesteren hebben de beschuldigden de kamikazes de moed gegeven om de aanslagen te plegen, stelde ze. "Alle beschuldigden in de box wisten dat er iets vreselijks ging gebeuren."
    Ze haalde ook uit naar de beschuldigden, die volgens haar handelden uit haat. Daartegenover plaatste ze de liefde van haar cliënte voor haar echtgenoot Nic Coopman, die overleed bij de aanslagen. "Ze hadden een klein paradijs gecreëerd dat de beschuldigden hebben kapotgemaakt."

    Het leed van de slachtoffers was ook centraal in de pleidooien over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord van vier slachtoffers die in de nasleep van de aanslagen stierven. Onder hen Shanti De Corte, die euthanasie kreeg wegens psychisch lijden.
  • Burgerlijke partijen weiden vanaf donderdag uit over schuld van beschuldigden

    De burgerlijke partijen weiden vanaf donderdag, op de derde dag van hun pleidooien, uit over de schuld van de verschillende beschuldigden. Het gaat donderdag over Oussama Atar, Mohamed Abrini, Osama Krayem, Salah Abdeslam en Sofien Ayari. Het merendeel van de advocaten van de burgerlijke partijen stemden hun pleidooien op elkaar af. De groep begon dinsdag met een inleiding en een 'woord voor de slachtoffers', om woensdag verschillende juridische concepten uit te leggen en te pleiten over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord voor vier slachtoffers die in de nasleep van de aanslagen overleden.

    Woensdagnamiddag werd de focus dan verlegd naar de beschuldigden. Na een 'synthesische voorstelling van de beschuldigden' door Guillaume Lys, die de jury op korte maar krachtige manier uitlegde waarom ze de beschuldigden schuldig moeten bevinden, begint donderdagochtend een meer uitgebreid overzicht van alle beschuldigden.

    Aline Féry, advocate voor slachtoffercollectief Life4Brussels, bijt de spits af met de voorstelling van Oussama Atar, de vermoedelijke leider van de terreurcel die bij verstek veroordeeld wordt omdat er geen bewijzen zijn dat hij is overleden. Daarna volgen Mohamed Abrini, de 'man met het hoedje' die zijn bom achterliet in Brussels Airport, en Osama Krayem, die met zijn bom vertrok naar de metro maar rechtsomkeer maakten. In de namiddag pleiten de burgerlijke partijen over Salah Abdeslam en Sofien Ayari, die net voor de aanslagen werden opgepakt na de dodelijke schietpartij in de Driesstraat in Vorst. 

    De voorstelling van de beschuldigden duurt tot volgende week dinsdag. Die namiddag volgen nog de pleidooien over de institutionele partijen, zoals Brussels Aiport en de Belgische staat, gevolgd door een conclusie. Woensdag pleiten vervolgens de burgerlijke partijen die zich niet verenigd hebben, donderdag beginnen de pleidooien van de verdediging.
  • Onrustige voormiddag in box tijdens pleidooien over El Makhoukhi en Bayingana Muhirwa

    De burgerlijke partijen hebben dinsdagvoormiddag gepleit over Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. Het pleidooi van Olivia Venet over El Makhoukhi werd verschillende keren onderbroken door de beschuldigden. Venet, advocate van slachtoffercollectief Life4Brussels, haalde in haar pleidooi zwaar uit naar de beschuldigden, die ze "moordenaars" noemde. Dat lokte een hevige reactie uit bij Salah Abdeslam. Hij stond recht en riep onder meer dat het niet kon dat de beschuldigden in de box de voorbije dagen door de burgerlijke partijen voortdurend moordenaars werden genoemd en dat ze het vermoeden van onschuld genoten. Pas na meermaals aandringen van voorzitster Laurence Massart ging hij weer zitten. Mohamed Abrini was dan weer kwaad dat Venet het over hem had als het ging over de afgeluisterde gesprekken in de gevangenis door de Staatsveiligheid, die volgens haar "gênant" zijn voor de verdediging. 

    Ook El Makhoukhi zelf kon het niet laten om tussen te komen tijdens het pleidooi, toen het ging over de oorlog in Syrië. Zo legitimeert El Makhoukhi zijn rol in de terreurcel door de bombardementen van de internationale coalitie tegen IS in Syrië, die ook onschuldige burgers raken. De advocate wees echter op uitspraken van El Makhoukhi en andere leden van de cel dat ze niet zouden stoppen tot de sharia overal ter wereld geldt. Ze hebben het ook niet alleen over het redden van moslims in Syrië, maar ook in andere landen. "Ze wilden het Westen en hun waarden raken", aldus Venet. 

    Tijdens het pleidooi van Aline Fery, eveneens advocate voor Life4Brussels, over Hervé Bayingana Muhirwa ging het er opvallend rustiger aan toe. Zij benadrukte dat de beschuldigde niet in de beschuldigdenbox is terechtgekomen door foute ontmoetingen, maar door foute keuzes. "Hij was op de hoogte, bood hulp en praatte niet."
  • Burgerlijke partij over Bayingana Muhirwa: "Was op de hoogte, bood hulp en praatte niet"

    Beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa is niet alleen door foute ontmoetingen in de beschuldigdenbox terechtgekomen, zoals hij zelf aanvoert, maar "vooral door slechte keuzes". Dat heeft Aline Fery, advocate van de burgerlijke partijen, gezegd. "Hij was op de hoogte, bood hulp en praatte niet."

    Voorzitster Laurence Massart had aan Bayingana Muhirwa tijdens zijn ondervraging in april nog gevraagd wat iemand met een als achtergrond als hem, die als vluchteling naar België kwam na de Rwandese genocide en een diploma behaalde, in de beschuldigdenbox deed. Bayingana Muhirwa antwoordde dat het "foute ontmoetingen" waren. "Het liet me perplex", zei Aline Fery, die slachtoffercollectief Life4Brussels vertegenwoordigt, dinsdag tijdens haar pleidooi. "Ja, foute ontmoetingen, maar vooral ook foute keuzes." 
    Volgens Fery maakt hij sinds februari 2016 integraal deel uit van de terreurcel achter de aanslagen en bood hij die ook essentiële hulp. "Hij was op de hoogte, bood hulp en praatte niet", zei ze. 

    Eén argument was dat hij een netwerk had opgebouwd van geradicaliseerde vrienden, met in de eerste plaats medebeschuldigde Bilal El Makhoukhi met wie hij een "onafscheidelijk duo" vormde, en voor wie hij "taxichauffeur" begon te spelen na zijn terugkeer in 2013 uit Syrië. Zo was hij het die hem naar het Sharia4Belgium-proces in Antwerpen bracht. 

    Hij kende ook bommenmaker Najim Laachraoui, maar liet het na om de politie op de hoogte te brengen toen een opsporingsbericht over hem werd gepubliceerd op 4 december 2015, toen nog onder zijn schuilnaam 'Sofiane Kayal'. Nochtans bleek uit het onderzoek dat Bayingana Muhirwa op zoek ging naar het opsporingsbericht op zijn computer. "Hij zegt dat hij hem niet herkend had. Natuurlijk deed hij dat wel", zei Fery. Ook toen de dag voor de aanslagen een nieuw opsporingsbericht werd verspreid over Laachraoui, deze keer met zijn echte naam en het vermoeden dat hij de bommenmaker is van de terreurcel, ondernam Bayingana Muhirwa niets, ook al had hij de dagen ervoor op zijn vraag beschuldigden Mohamed Abrini en Osama Krayem onderdak geboden.

    Fery argumenteerde daarnaast waarom Bayingana Muhirwa de 'Amine' is uit de audioboodschappen van de computer die gevonden werd in de Max Roosstraat in Schaarbeek, de "broer" die gerekruteerd werd door El Makhoukhi en die de cel had geholpen. Ze citeerde uit de verhoren van Abrini en Krayem, die hem onomwonden aanwezen als 'Amine'. Zo verklaarde Krayem dat Bayingana Muhirwa hem gevraagd had om hem zo te noemen. Ook was er een zoekopdracht op zijn computer naar 'Amine', waarvan hij zelf de uitleg gaf dat hij zocht naar 'Amen'. "Met wie ben je hier aan het lachen?", zei Fery. 

    Zeven elementen haalde Fery zo aan tegen Bayingana Muhirwa, waarbij ze hem ook confronteerde met inconsequenties in zijn verklaringen. Zo had hij verklaard dat hij wist dat de 'man met het hoedje' van Zaventem voor zijn deur stond toen Abrini hem op 22 maart 2016 's middags kwam vragen om hem onderdak te verschaffen. Fery merkte op dat een bijzitter aan Bayingana Muhirwa had gevraagd hoe hij om 12 uur al wist dat het Abrini was die naast de kamikazes had gelopen op Brussels Airport, terwijl de foto van de drie pas om 15 uur in de pers verscheen. "Hij zei dat hij het gewoon wist", zei Fery met gespeelde verbazing. "Hij bood hulp voor, tijdens en na", besloot ze. 

    Fery vroeg de jury om Bayingana Muhirwa over de hele lijn schuldig te verklaren. "Meer dan ooit heeft hij zijn plaats in de box en hij verdient het om veroordeeld te worden", zei ze. De advocate zei dat ze te doen had met Bayingana Muhirwa's moeder en broers die waren komen getuigen. "Maar u bent verantwoordelijk. Ik heb geen medelijden. U had tijd om te bekennen, maar nu is het te laat. Ik kan er maar uit concluderen dat zichzelf helemaal niet in vraag stelt. Ik heb hem de voorbije maanden zitten observeren en zag dat hij alleen zijn hoofd liet hangen als het over hemzelf en over zijn familie ging."
  • Burgerlijke partij: Smail Farisi was "trouwe dienaar" van de cel, ook na de aanslagen

    Beschuldigde Smail Farisi was een "trouwe dienaar" van de terreurcel van Brussel. Dat heeft Nathalie Colette-Basecqz, advocate van slachtoffercollectief Life4Brussels, gezegd. Door na de aanslagen het appartement in Etterbeek leeg te maken, beschermde hij bovendien de nog levende leden van de cel.

    Smail Farisi werd door het kamer van inbeschuldigingstelling naar het assisenhof doorverwezen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie en voor moord en poging tot moord in een terroristische context. Het openbaar ministerie vroeg in zijn requisitoir echter om hem enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van de terreurgroep. Volgens de procureurs wist Farisi dat hij een terroristische groep hielp, maar zijn er geen bewijzen hij wist er een aanslag dreigde. 

    De burgerlijke partijen volgen die argumentering. "Hij is geen terrorist en gaat niet akkoord met wat de groep heeft gedaan, maar heeft hen wel geholpen", aldus Collette-Basecqz. Het is volgens haar niet mogelijk dat Farisi niet wist dat hij terroristen opving in zijn appartement, zeker nadat de foto's van de broers El Bakraoui op 16 maart 2016 in de pers verschenen. "En toch bleef hij hen onderdak en logistieke hulp bieden. Om hem te citeren: hij heeft inderdaad 'domme keuzes' ('choix de merde') gemaakt."

    En ook na de aanslagen bleef Farisi helpen. "U en ik zouden naar de politie stappen, maar hij heeft het appartement leegemaakt en de sporen gewist van de terroristen", aldus de advocate. "Hij beschermt zo de overlevenden van de groep en zorgt ervoor dat ze kunnen blijven functioneren. Hij dacht dat de 'man met het hoedje' op de camerabeelden Khalid El Bakraoui was, hij dacht dat hij nog in leven was."

    De advocate benadrukte nog dat Smail Farisi tientallen uren in zijn appartement doorbracht toen Ibrahim El Bakraoui er verbleef. "Ali El Haddad Asufi verklaarde dat El Bakraoui over niets anders sprak dan Syrië. Er is geen reden waarom hij zich anders zou gedragen bij Smail Farisi. En ook zonder IS-vlag moest hij weten dat El Bakraoui geradicaliseerd was." Bovendien zei El Bakraoui dat hij zich schuilhield voor de politie na een overval, maar was hij soms niet thuis wanneer Farisi passeerde. Ook dat moet een belletje hebben doen rinkelen. 

    Op 17 maart, de nacht na de publicatie van de foto's van de El Bakaoui's, trof Farisi in zijn appartement enkel nog Khalid El Bakraoui aan, die hij "een verrotte persoon" noemde , en een andere man, die Osama Krayem blijkt te zijn. Toch komt hij vanaf 18 maart elke dag naar het appartement, volgens hem om zijn huurders te doen vertrekken. "Maar geloven jullie hem? Hij blijft hen dienen en pizza brengen. Hij hielp niet alleen zijn jeugdvriend Ibrahim El Bakraoui, maar ook de andere leden van de cel. Hij had kunnen kiezen om naar de politie te stappen." 

    Colette-Basecqz noemde het nog "shockerend" dat Farisi's voormalige advocaat hem voor het assisenproces "het 33ste slachtoffer van de aanslagen" had genoemd. Volgens haar is hij naïef maar vooral laf, en heeft hij bewuste keuzes gemaakt. "Hij was een van de actoren, door wie de groep kon blijven bestaan en functioneren. Hij was de trouwe dienaar, die steeds de grootste toewijding toonde."
  • Burgerlijke partij vraagt om Ibrahim Farisi vrij te spreken "met voordeel van de twijfel"

    Het is erger om een onschuldige te veroordelen dan om een schuldige vrij te spreken. Dat heeft Olivia Venet, advocate van slachtoffercollectief Life4Brussels, gezegd. Ze vroeg daarom om Ibrahim Farisi "vrij te spreken met het voordeel van de twijfel". Farisi werd door de kamer van inbeschuldigingstelling doorverwezen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Hij was de enige van de tien beschuldigden die niet werd doorverwezen voor moord en poging tot moord in terroristische context. In hun requisitoir vroegen de federale procureurs vorige week echter om hem vrij te spreken. Ze hebben geen bewijzen dat hij op de hoogte was dat er terroristen verbleven in het appartement van zijn broer in de Kazernenlaan in Etterbeek dat hij na de aanslagen hielp leegmaken.

    Venet begon haar heel kort pleidooi in naam van de burgerlijke partijen dinsdag door aan Ibrahim Farisi te vragen om haar niet te onderbreken. "Ik weet dat dat voor u moeilijk kan zijn", zei ze, verwijzend naar de vele keren dat Farisi al ongevraagd het woord nam en de zitting verstoorde. "Het is niet aangenaam om onderbroken te worden", aldus Venet nog. Eerder op de dag werd ze door Salah Abdeslam, Mohamed Abrini en Bilal El Makhoukhi onderbroken tijdens haar pleidooi over El Makhoukhi. Farisi respecteerde haar vraag en luisterde zonder meer. "De vraag bij Ibrahim Farisi is waar hij zich bevindt bij de afgrond. Weet hij echt niets of viel hij op een moment toch naar de duistere kant?", aldus Venet. "Het blijft echter een vraag en daarom volgen we de vordering van het openbaar ministerie."

    Zo constateren de burgerlijke partijen dat tijdens het proces veel vragen onbeantwoord bleven. "Dat is de essentie van de redelijke twijfel en het respect voor het vermoeden van onschuld, dat een basisrecht is", aldus Venet. "Het is erger dat een onschuldige wordt veroordeeld dan dat een schuldige wordt vrijgesproken. We moeten eerlijk toegeven dat we geen bewijzen boven redelijke twijfel hebben tegen Ibrahim Farisi. We vragen daarom om hem vrij te spreken met het voordeel van de twijfel."
  • Advocaat Brussels Airport: "Terreurcel wou met luchthaven symbool raken"

    Met de luchthaven van Zaventem wou de terreurcel een "symbool" raken, een economisch en sociaal centrum, en zo de impact van hun acties vergroten. Dat heeft de advocaat van Brussels Airport gezegd. In zijn pleidooi zei David Verwaerde dat de aanslagen een "enorme schok" betekenden voor de luchthavengemeenschap, met zijn 20.000 medewerkers en 260 bedrijven. Hij somde ook enkele redenen op waarom de terreurcel voor de luchthaven had gekozen als doelwit, toen een plan B moest gezocht worden, nadat ze hadden moeten afzien van plan A, het Europees kampioenschap voetbal in Frankrijk.

    De advocaat verwees naar de audioboodschap van de leider van de cel, Najim Laachraoui, op de laptop die in een vuilzak werd gevonden bij het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Hij zei daarin dat het nodig was om binnen te dringen, en zich vervolgens op te blazen, om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. "Een internationale luchthaven is een plaats met een grote concentratie personen", zei Verwaerde, die eraan toevoegde dat de dag van de aanslagen 60.000 reizigers verwacht werden op de luchthaven.

    Volgens Verwaerde koos de terreurcel ook voor de luchthaven omdat ze zo andere nationaliteiten kon raken, met name door Amerikaanse, Israëlische en Russische vluchten te viseren. En ze wilde ook een "symbool" raken, een economische en sociaal centrum om zo "de impact" van haar acties zo groot mogelijk te maken, zoals ook al het geval was voor het EK voetbal.

    Verwaerde zei dat de terreurcel geslaagd was in haar opzet, om een economische en sociale structuur als de luchthaven te destabiliseren, tenminste op korte termijn. Maar hij wees erop dat al de dag na de aanslagen medewerkers weer aan de slag gingen om passagiers te helpen die hun bagage waren kwijtgeraakt. Op 2 juni draaide de luchthaven weer op volle capaciteit. "Op lange termijn zijn ze er niet in geslaagd om een collectieve angst te installeren", besloot Verwaerde.
  • Woensdag pleidooien van institutionele burgerlijke partijen, volgende maandag geen zitting

    Woensdag pleiten de advocaten van de institutionele burgerlijke partijen. Daarna volgen de burgerlijke partijen die apart pleiten. Omdat de verdediging meer tijd heeft gevraagd om haar pleidooien voor te bereiden, is er maandag 19 juni geen zitting.

    Het merendeel van de advocaten van de burgerlijke partijen stemden hun pleidooien op elkaar af. Na een 'woord voor de slachtoffers' en uitleg over verschillende juridische concepten, ging het tot dinsdagnamiddag over de beschuldigden. Ook de advocaat van Brussels Airport kwam al aan bod. Woensdag volgen de advocaten van de MIVB, NMBS, de Belgische staat, de ordediensten en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp. Ook spreken verschillende advocaten nog over individuele slachtoffers. Na een conclusie van de advocaten die samen pleiten, volgen verschillende advocaten die apart pleiten. Hun pleidooien zouden lopen tot donderdagnamiddag. Daarna krijgen ook de burgerlijke partijen zonder advocaat nog de kans om het woord te nemen.

    Normaal gezien zouden de pleidooien van de burgerlijke partijen woensdagavond afgelopen zijn, maar door een onverwachte schorsing van de zitting maandagvoormiddag, wordt de planning omgegooid. De pleidooien van de verdediging zouden normaal gezien donderdag 15 juni starten, maar worden uitgesteld tot dinsdag. Maandag is er geen zitting, omdat de verdediging extra tijd heeft gevraagd om haar pleidooien te organiseren. Mogelijk is er uitzonderlijk dan weer wel zitting op vrijdag 30 juli, om de verloren dagen te compenseren. De bedoeling is nog steeds om in de eerste week van juli in beraad te gaan.
  • Advocaat vraagt om brandweermannen te erkennen als slachtoffer

    Advocaat Nicolas Estienne, die de Brusselse brandweer vertegenwoordigt, heeft gevraagd om de brandweermannen en eerste hulpverleners die ter plaatse kwamen in het arrest te erkennen als slachtoffers van terrorisme. Hij noemde het een "grote onrechtvaardigheid" dat de Belgische staat aan hen niet het statuut als slachtoffer van terrorisme toekent.

    Estienne verdedigt zeven brandweermannen: zes die toesnelden in metrostation Maalbeek, een die in Zaventem ging helpen. Estienne zei dat ze in Maalbeek "afdaalden in de hel", zoals een commandant van ontmijningsdienst DOVO het had omschreven tijdens het proces. En het woord dat de brandweermannen het beste omschrijft is "onvoorbereid", zei Estienne. 

    "Mensen denken dat brandweermannen goed voorbereid zijn, dat ze een onverwoestbare rots zijn. Maar onder dat uniform zit een echtgenoot, een vader, iemand met een hart. Bij de brandweer gaan is een roeping, het vergt een zeker altruïsme. Ze moeten branden blussen, helpen bij een ongeval, zetten daarbij hun leven op het spel. Maar brandweerman zijn is niet getuige zijn van menselijke barbarij, een mengeling van Nagasaki en Hiroshima zoals een slachtoffer het verwoordde", zei Estienne. 

    De advocaat zei dat bij de zeven brandweermannen die hij vertegenwoordigt een posttraumatische stresstoornis gediagnosticeerd werd, met "een impact op hun persoonlijk, professioneel en familiaal leven". Volgens Estienne was de eerste reactie van de verzekeraar evenwel dat er geen gevolgen te zien zijn, dus dat er geen sprake was van een arbeidsongeval. De beslissing werd evenwel met succes aangevochten. 

    Estienne kaartte vervolgens ook aan dat de brandweermannen en eerste hulpverleners geen 'directe slachtoffers' zijn, omdat ze pas aankwamen na de ontploffingen, maar evenmin 'indirecte slachtoffers', want dat zijn de naasten van de slachtoffers. "Ze zitten dus in geen enkel vakje om door de staat erkend te worden als slachtoffer van terrorisme", zei hij. De advocaat zei dat het een "grote onrechtvaardigheid" is dat ze niet het statuut krijgen als slachtoffer van terrorisme. Hij wees erop hoe een legerpsychologe kwam getuigen op het proces dat zij nochtans 'tertiaire' slachtoffers zijn, vanwege de psychologische gevolgen die ze dragen van terrorisme. 

    Estienne vroeg het hof finaal om de brandweermannen en eerste hulpverleners in hun arrest en motivering van het arrest te erkennen als slachtoffers van terrorisme. "Het is essentieel voor het collectieve geheugen dat er een papieren spoor is. Dat er eindelijk gerechtigheid komt voor de bravoure en heldenmoed die ze tentoonspreidden op 22 maart 2016", zei Estienne.
  • Advocaten laken omgekeerde wereld: politie voelt zich schuldig en beschuldigden niet

    We leven in een omgekeerde wereld. De politieagenten die ter plaatse kwamen na de aanslagen voelen zich schuldig, en de beschuldigden in de box niet. Dat hebben advocates Barbara Huylebroek en Saskia Kerkhofs gezegd, die negen cliënten vertegenwoordigen, vooral inspecteurs bij de luchthavenpolitie. Zij werden die ochtend "gebombardeerd" tot het opnemen van taken die ze normaal gezien niet hadden, aldus Huylebroek. "Ze hebben geprobeerd zoveel mogelijk slachtoffers te helpen en in veiligheid te brengen, in een totale chaos met doden, gewonden en getraumatiseerde mensen die niet begrepen wat er gebeurden." 

    "Men zegt vaak dat de agenten hun werk deden en dat ze resistent zijn voor zo'n situaties. Maar wat de beschuldigden hebben gedaan met de kamikazes is nog nooit gebeurd in België", benadrukte Huylebroek. "Ze hebben totale chaos en angst gecreëerd. Er is geen oorlog in België. Ze moeten niet werken in oorlogssituaties."

    De advocate wees op het grote verschil tussen haar cli��nten en de beschuldigden. "De hulpverleners hebben vandaag nog een schuldgevoel omdat ze niet iedereen konden helpen, terwijl jullie sinds het begin een totale desinteresse tonen voor het lijden van de slachtoffers", zei ze aan de beschuldigden in de box. "Jullie babbelen en lachen, niemand van jullie heeft de minste verantwoordelijkheid genomen voor de terreur die jullie hebben gecreëerd." 

    Huylebroek haalde het voorbeeld aan van de agente die patrouillerde samen met haar collega die een been verloor. "Zij voelt zich schuldig omdat zij nog twee benen heeft en haar collega nog maar één. Het was niet het lot, ze was niet op het slechte moment op de slechte plaats, ze waren waar ze moesten zijn, op hun werk", stelde de advocate. 

    Ze benadrukte ook dat de terroristen er wel degelijk zijn in geslaagd om de instellingen van het land te destabiliseren. Zo is het politieapparaat veranderd sinds de aanslagen, zijn veel agenten van job veranderd en zijn er veel meer veiligheidsmaatregelen. Ze vraagt de jury dan ook om de rechtstaat te doen zegevieren en de angst weg te nemen. "Ik ben het over een ding eens met Salah Abdeslam: de wet moet worden toegepast", zei ze, verwijzend naar een opmerking van Abdeslam eerder op de dag. 

    Haar collega Saskia Kerkhofs vroeg de jury eveneens om een einde te maken aan "de wereld op zijn kop" die gestart is op 22 maart 2016. "Jullie wilden een aanslag plegen tegen de mensheid en onze rechtsstaat vernietigen. Geloven jullie niet in de rechtstaat, is jullie vertrouwen erin misschien verdwenen toen de radicalisering het overnam van de rede? Zien we daarom dergelijke desinteresse?", vroeg ze aan de beschuldigden in de box. "Nochtans reikt de rechtstaat jullie de hand: jullie hebben het recht op een evenwichtig proces en worden vertegenwoordigd door sterke advocaten. Op 22 maart 2016 werd de deugdzame wereld die we kenden omgegooid. Jullie hebben een oorlogsscène gecreëerd en met kennis van zaken die wereld aangevallen", aldus de advocate. Aan de jury vroeg ze daarom om de realiteit van die deugdzame wereld te herstellen.
  • Advocaat MIVB: "Beschuldigden zijn Rambo's die Stallone hebben vervangen door IS-vlag"

    De zeven beschuldigden in de box zijn "Rambo's die de poster van Sylvester Stallone hebben vervangen door een IS-vlag." Dat heeft Pierre Monville, de advocaat van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB, gezegd. Hij verklaarde ook hoe er met de aanslagen een "zwarte sluier" is neergekomen op de MIVB. Monville begon zijn pleidooi met het relaas van een donkere dag, die begon met de aanslagen in Zaventem en eindigde met het harde werk van honderden medewerkers van de MIVB die er alles aan deden om na de aanslagen de reizigers te helpen en het metroverkeer te herstellen. 

    "We hoorden de getuigenis van de metrochauffeur die zich schuldig voelde dat hij niet meer mensen kon helpen en die van de chauffeur die in de andere richting reed, die ondanks haar eigen shocktoestand de reizigers evacueerde via Kunst-Wet. Maar er zijn ook de tientallen andere medewerkers die voorbeeldig gedrag vertoonden en duizenden passagiers geholpen hebben", aldus Monville. "Op minder dan 48 minuten werden 36.000 tot 40.000 mensen geëvacueerd." 

    Daarnaast zijn er onder meer de agenten van de dispatching die de horror van 22 maart live zagen gebeuren of veiligheidsagenten die de hel afdaalden en de geur van verbrand vlees roken. "Zij moesten de veiligheid waarborgen, maar voelden een totale onmacht." En ook in de dagen na de aanslagen werden de werknemers van de MIVB zwaar geraakt door de aanslagen. Zo moest de technische interventiedienst helpen met het opkuisen van het station van Maalbeek en moesten medewerkers de getroffen metro naar het station Delta brengen. En ook was er nog het stigma en de vijandigheid tegen moslims binnen het bedrijf, die maanden hebben geduurd.

    Monville noemde de aanslag tegen de metro tijdens zijn pleidooi ook een "uitzonderlijk laffe daad". Zo is het onmogelijk om iedereen te controleren die het openbaar vervoer in Brussel neemt. "De beschuldigden hebben daar op een laffe manier van geprofiteerd om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Het was een barbaarse daad om terreur te creëren."

    Dat de aanslagen gepleegd werden als reactie op de bombardementen van de internationale coalitie tegen IS is volgens Monville onzin. Voor hem is IS niets meer dan een terreurgroep en passen de aanslagen in de oproep om een wereldwijde jihad te starten. "Het enige credo dat ze volgen op geopolitiek vlak is een boodschap van haat en geweld. Dat heeft niets te maken met het recht of een gewapend conflict", aldus de advocaat.

    Hij kwam ook terug op de getuigenis van twee expertes, die onder meer stelden dat het plegen van aanslagen past binnen het kader van een breder conflict omdat de daders eveneens het slachtoffer werden van bombardementen in Syrië. "Ze noemden de situatie complex en genuanceerd. Maar over welke complexiteit hebben we het? Voor jullie zitten zeven Rambo's die de poster van Sylvester Stallone hebben vervangen door een IS-vlag."
  • Burgerlijke partijen in slotwoord aan beschuldigden: "Waar is uw schuldgevoel?"

    "Waar is uw schuldgevoel, medelijden, spijt?" Met die woorden aan de beschuldigden in de box besloot Olivia Venet, advocate van slachtoffercollectief Life4Brussels, de pleidooien van de burgerlijke partijen die kozen voor een gezamenlijke aanpak. Ze vroeg de jury ook om het leed dat de slachtoffers kwamen beschrijven op het proces mee te nemen tijdens de beraadslaging.

    Verschillende burgerlijke partijen, waaronder slachtofferorganisaties V-Europe en Life4Brussels, maar ook enkele individuele advocaten en advocaten van instellingen als Brussels Airport en de MIVB, kozen er op het proces voor om hun pleidooien op elkaar af te stemmen. Hun pleidooien gingen vorige week van start en duurden tot woensdagmiddag. Later op de middag en donderdag volgen wel nog enkele individuele advocaten. 

    Het slotwoord woensdagmiddag was voor Ornella Ciccarone, advocate van de FOD Binnenlandse Zaken, die de voorbije maanden op elke zitting aanwezig was, en Olivia Venet, advocate van slachtoffercollectief Life4Brussels. Ciccarone overliep de rol van alle beschuldigden, van Oussama Atar, "de emir, de leider die alles plande", tot Smail Farisi, "de subdebiel die Camus leest en Kafka speelt". Ook Salah Abdeslam en Sofien Ayari kwamen aan bod, "de afwezigen" van het proces, die volgens hen niet schuldig kunnen zijn omdat ze er niet bij waren met de aanslagen. Of nog: Bilal El Makhoukhi, "de valse eerlijke, de valse held", die de wapens van de terreurcel verborg voor een volgende groep. "Schuldig en gevaarlijk", zei Ciccarone over hem. 

    Na Ciccarone nam Venet het woord. "De grootste verliezer van de aanslagen zijn onze rechten en vrijheden", zei ze. Die kwamen onder druk te staan om veiligheidsredenen. De advocate vroeg de jury om het vertrouwen te herstellen. "Het optreden van justitie is bepalend en van centraal belang om de schok van de aanslagen als samenleving collectief te boven te komen", zei ze. 

    Ze vroeg de jury ook om het leed waarover de slachtoffers waren komen getuigen op het proces mee te nemen in de beraadslaging. Ze had het over de "littekens die nooit verdwijnen" en herinnerde vervolgens aan verschillende verhalen van slachtoffers, zoals de vader die zijn dochter verloor maar trots was dat de daders door de beste advocaten verdedigd werden. 

    Ze besloot met de woorden aan de slachtoffers dat de advocaten van de burgerlijke partijen trots zijn dat ze namens hen het woord mochten nemen. "De beschuldigden in de box bekijk ik met triestheid. Waar is uw schuldgevoel, medelijden, spijt?", zei ze, nadat ze hen verweten had dat ze zich niet betrokken toonden in de box.
  • Advocaat Tieleman laat reportage afspelen over betoging in 2010 voor vrijlating Atar

    Jean-Paul Tieleman, advocaat van de burgerlijke partijen, heeft een reportage laten afspelen over een betoging in 2010 voor het Brusselse Justitiepaleis. Daar werd opgeroepen om Oussama Atar, de vermoedelijke leider van de terreurcel, die op dat moment in de cel zat in Irak, naar België over te brengen. Tieleman zei dat hij wou aantonen welke rol de Belgische overheid destijds speelde, maar ook enkele vroegere socialistische en groene Franstalige politici. Hij wees daarbij in de richting van Vincent Lurquin, toen advocaat van Atar en Brussels parlementslid, maar nu op het proces de advocaat van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa.

    Advocaat Jean-Paul Tieleman kreeg woensdagnamiddag het woord, na de advocaten van de burgerlijke partijen die hun pleidooien op elkaar afstemden. Tieleman had zijn cliënten opgeroepen om aanwezig te zijn voor zijn pleidooi en de zittingszaal zat zo uitzonderlijk vol voor het tijdstip van de dag. Tieleman verdedigt in totaal 150 slachtoffers, onder wie Mohamed Al Bachiri, de echtgenoot van slachtofer Loubna Lafquiri, die het boek 'Een jihad van liefde' schreef. 

    Tijdens het pleidooi ging Tieleman in op Oussama Atar, de leider van de terreurcel die bij verstek terechtstaat omdat zijn dood nooit formeel bevestigd werd. Tieleman deed het verhaal over van de arrestatie van Atar door Amerikaanse troepen in 2005 in Irak, waar hij deelgenomen zou hebben aan gevechten. In 2012 liet Irak hem terugkeren naar België, onder druk van de Belgische regering, zogezegd om gezondheidsredenen. Een onderzoeksrechter ondervroeg Atar bij zijn terugkomst, maar liet hem weer vrij. Vervolgens kreeg hij in 2013 een paspoort en kon hij zomaar naar Tunesië en Turkije reizen, van waaruit hij uiteindelijk zou doorreizen naar Syrië, met de bekende gevolgen.

    Tieleman wees in zijn pleidooi op het belang van Atar voor de terreurcel, de "top van de top", die de beschuldigden in de box aanstuurde. Hij beklaagde zich erover dat de Belgische regering hem destijds terughaalde uit Irak. Hij verwees ook naar de getuigenis van de broer van een jonge vrouw die omkwam in metrostation Maalbeek. De man had op het proces verklaard dat hij zich beschaamd voelde om Belg te zijn, omdat de Belgische staat, en in de eerste plaats enkele politici van de Franstalige Brusselse socialisten en groenen, ervoor hadden gezorgd dat Atar in 2012 kon terugkeren naar België. 

    Opvallend was vervolgens de reportage die Tieleman toonde van een betoging in 2010 voor het Brusselse Justitiepaleis. In het deel dat getoond werd, wordt geijverd voor de vrijlating van Oussama Atar, door de familie van Atar, door Amnesty International, maar ook door Brusselse parlementsleden van de Franstalige socialisten en groenen. Een van de geïnterviewden in het stuk vermeldt ook Vincent Lurquin, destijds advocaat van Atar, Brussels Ecolo-parlementslid, en vandaag advocaat van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa op het proces. 

    "U ziet hier welk spel de Belgische regering speelde. Er is daar geen woord excuses voor gekomen. U ziet wat sommige parlementsleden, van de socialisten en van Ecolo, hebben gedaan - ook mijn vriend daar", zei Tieleman, waarna hij met de vinger wees naar Lurquin, zonder die bij naam te noemen, en die het over zich heen liet gaan. Uit goede bron werd vernomen dat Tielemans verwijzing naar de advocaat van Bayingana Muhirwa gevoelig lag en dat Tieleman hierover eerder al een brief had mogen ontvangen van de stafhouder van de Franstalige balie van Brussel. 

    Tieleman beklaagde zich er nog over dat kamikaze Ibrahim El Bakraoui in 2010 veroordeeld werd voor een gewapende overval op een wisselkantoor, maar vier jaar later alweer voorwaardelijk vrij was. Ook richtte hij zich nog tot Salah Abdeslam, omdat die woensdag ertegen protesteerd had dat de beschuldigden in de box moordenaars werden genoemd. "Weet dat u veel bloed aan uw handen hebt", klonk het.
  • Donderdag laatste pleidooien van burgerlijke partijen

    Donderdag pleiten de laatste advocaten van de burgerlijke partijen. Verschillende burgerlijke partijen, waaronder slachtofferorganisaties V-Europe en Life4Brussels maar ook enkele individuele advocaten en advocaten van instellingen als Brussels Airport en de MIVB, kozen er op het proces voor om hun pleidooien op elkaar af te stemmen. Hun pleidooien gingen vorige week dinsdag van start, en duurden tot woensdagmiddag. Daarna begonnen de pleidooien van individuele advocaten, die dus nog tot donderdag zullen duren. Al zeker Jean-Philippe Mayence en Alexandre Wilmotte nemen het woord.

    Volgende week dinsdag gaat de volgende fase in het proces van start, die van de pleidooien van de verdediging. Die hadden normaal gezien donderdag moeten starten, maar door een onverwachte schorsing van het proces maandagochtend werd de agenda omgegooid. De verdediging vroeg bovendien een extra dag om zich voor te bereiden, waardoor er maandag geen zitting is.
  • "Beschuldigden in de box zijn geen mensen meer", zegt advocaat

    "De morele onthechting van de beschuldigden in de box is zo groot dat het geen mensen meer zijn." Dat heeft Alexandre Wilmotte, advocaat van twee burgerlijke partijen, gezegd. Hij vroeg de jury om zich niet te laten misleiden door de argumenten van de verdediging, want "niets legitimeert hun barbaarse daden". Wilmotte sloot het rijtje af van de advocaten van de burgerlijke partijen, die vorige week dinsdag gestart waren met hun pleidooien. Hij vertegenwoordigt een voormalige jeugdtrainer van AS Eupen die op de dag van de aanslagen met zijn ploeg naar Barcelona zou reizen, en zijn vrouw. 

    Wilmotte gebruikte tijdens zijn pleidooi verschillende keren de metafoor van het team, voor zowel de beschuldigden ("ze hebben dezelfde ideeën en blijven vrienden ondanks wat er is gebeurd") en de jury. Die heeft een missie om gerechtigheid te doen geschieden. "In tegenstelling tot wat men jullie doet geloven, is dat niet moeilijk. De feiten, hun betrokkenheid, hun deelname en de bewijzen zijn ontegensprekelijk. Jullie moeten barbaren berechten", aldus Wilmotte. "Mensen werden vermoord op een gruwelijke, brutale en wrede manier, zonder dat ze de minste kans haddden om zich te verdedigen. Zo'n barbaarse daden kunnen op geen enkel manier gelegitimeerd worden."

    Volgens de advocaat spreekt dan ook niets in het voordeel van de beschuldigden in de box. "Hen schuldig bevinden is een verplichting geworden, om de mensheid te beschermen van die barbaren. En zij hebben geluk dat ze zelf niet door barbaren worden berecht, anders was het al lang geregeld geweest."

    Wilmotte riep de jury ook op om zich niet te laten misleiden door de vele verklaringen van de verdediging. Zo heeft geen van de beschuldigden de minste poging gedaan om de aanslagen tegen te houden, terwijl ze volgens de procureurs en de burgelijke partijen wel degelijk wisten dat er iets ergs ging gebeuren. "Dat toont aan dat jullie wilden dat de aanslagen plaatsvonden", aldus Wilmotte. Hij benadrukte ook dat "wegvluchten niet hetzelfde is als zich losmaken, dat is gewoon lafheid".

    Hij haalde ook aan hoe sommige beschuldigden zich willen profileren als krijgers, "waardoor zij het slachtoffer worden en wij de daders". "Maar ook in een oorlog zijn er regels, je doodt niet zomaar blind onschuldige mannen, vrouwen en kinderen", aldus Wilmotte. "Het zijn vulgaire moordenaars en barbaren. Zelfs de oorlogsregels respecteren ze niet, omdat ze geen mensen zijn. Ze hebben gekozen om geen respect meer te hebben voor anderen en ontkennen hun waardigheid. Hun morele onthechting is zo groot dat het geen mensen meer zijn."

    Menselijkheid betekent ook dat de dood het lijden van mensen je raakt, aldus Wilmotte. "Wie blij is dat onschuldige mensen sterven in vreselijke omstandigheden, is geen mens. Zelfs in oorlogen is er nog menselijkheid en respect. Daar is hier geen sprake van. Zoveel mogelijk slachtoffers maken zonder onderscheid heeft niets te maken met oorlog."
    En ook na zeven jaar zijn de beschuldigden volgens Wilmotte niet tot inkeer gekomen. "Dat gaat nooit gebeuren. Een ander gevolg van de ontmenselijking is het niet meer in staat zijn tot rede. Alle argumenten zijn dus goed, ik ben er zeker van dat we vanalles gaan horen om hen hier vrij te pleiten zodat ze opnieuw kunnen beginnen."

    Het aanslagenproces noemt Wilmotte dan weer het voorbeeld van menselijkheid. "De rechten van de beschuldigden zijn gerespecteerd, zelfs in de procedures buiten dit proces (over de beschuldigdenbox en de fouilles, red.). Dat is menselijkheid. Ze kunnen zich uitdrukken, reageren, zich verdedigen en vertrekken. Ze hebben advocaten tot hun beschikking. Dat is normaal", aldus Wilmotte. "En we horen verhalen van hulpverleners en slachtoffers die enorm moedig en altruïstisch waren. Mijn cliënt heeft na de aanslagen mensen geholpen, dat is wel wat anders dan je gaan verstoppen."
  • Pleidooien van verdediging beginnen dinsdag met advocaten Abdeslam

    Dinsdag beginnen de pleidooien van de verdedigingen. Delphine Paci en Michel Bouchat, advocaten van Salah Abdeslam, bijten de spits af.
    De pleidooien van de verdediging zouden aanvankelijk vandaag starten, maar door een aanpassing van de agenda beginnen ze dis pas dinsdag. De advocaten vroegen ook een extra dag voorbereidingstijd, waardoor er maandag geen zitting is. Na de advocaten van Abdeslam dinsdag, nemen Jonathan De Taye en Jean-Christophe De Block, advocaten van Ali El Haddad Asufi, woensdag het woord.

    Donderdag beginnen de pleidooien over Bilal El Makhoukhi, gespreid over twee dagen. Donderdag neemt Nicolas Cohen het woord, maandag 26 juni volgt Virginie Taelman. Op dinsdag 27 juni komen twee beschuldigden aan bod. Laura Pinilla en Stanislas Eskenazi pleiten voor Mohamed Abrini, en Gisèle Stuyck en Jane Peissel voor Osama Krayem. Woensdag volgen Laura Severin en Isa Gultaslar voor Sofien Ayari. Donderdag zijn dat Juliette en Vincent Lurquin voor Hervé Bayingana Muhirwa. Vrijdag, normaal gezien de rustdag van het hof, is er die week toch zitting, met de pleidooien van de advocaten van Smail Farisi, Michel Degrève, Fabian Lauvaux en Cassandra Steegmans. 

    Op maandag 3 juli tot slot pleiten Xavier Carrette en Sophie Berger voor Ibrahim Farisi. Carrette gaf donderdag aan dat hij voor zijn cliënt, voor wie het openbaar ministerie de vrijspraak vraagt, maar kort zal pleiten. Daardoor kan maandag ook gestart worden met de replieken. Daarna volgen de eventuele laatste woorden van de beschuldigden, waarna het hof in beraad gaat over de vraag van de schuld.

    De uitspraak volgt later in juli. In september komt het hof opnieuw samen voor de debatten over de strafmaat.
  • Verdediging El Makhoukhi vraagt jury twee subsidiaire vragen voor te leggen

    Nicolas Cohen en Virginie Taelman, de advocaten van beschuldigde Bilal El Makhoukhi, vragen om twee subsidiaire vragen voor te leggen aan de jury voor hun cliënt, die kaderen binnen het oorlogsrecht en niet binnen het strafrecht rond terrorisme. Dat bleek aan het einde van het anderhalve dag durende pleidooi voor El Makhoukhi.

    Bilal El Makhoukhi, die toegaf dat hij na de aanslagen de wapens van de cel verstopte, werd door de kamer van inbeschuldigingstelling doorverwezen voor moord en poging tot moord in een terroristische context en deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Het openbaar ministerie heeft gevraagd om hem te veroordelen als mededader van terroristische moord en poging tot moord.

    De verdediging van El Makhoukhi vindt echter dat haar cliënt veroordeeld moet worden voor oorlogsmisdaden en niet voor terrorisme. Cohen probeerde de jury er donderdag van te overtuigen dat de aanslagen van 22 maart gekaderd moeten worden in het conflict tussen Islamitische Staat en ons land, dat deelneemt aan de internationale coalitie tegen IS, en dus plaatsvonden binnen een context van oorlog. Daarom geldt volgens hem het oorlogsrecht en niet het strafrecht omtrent terrorisme. 

    Volgens de advocaten van El Makhoukhi kan de jury niet anders dan "neen" antwoorden op de vragen rond terroristische moord, poging tot moord en deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. De advocaten vragen dan ook om twee subsidiaire vragen te stellen: is Bilal El Makhoukhi medeplichtig aan opzettelijke doodslag en poging tot doodslag volgens de artikels van het oorlogsrecht? Omdat er in het oorlogsrecht geen equivalent bestaat van de tenlastenlegging 'deelname aan de activiteiten van een terroristische groep', stellen de advocaten ook voor om de infractionele periode voor de doodslag en poging tot doodslag uit te breiden. Voor die tenlasteleggingen ligt de infractionele periode in principe enkel op 22 maart 2016, de dag van de aanslagen, terwijl El Makhoukhi niet ontkent dat hij voor en na de aanslagen hulp geboden heeft aan de groep. Voor de deelname aan de activiteiten van een terreurgroep heeft het openbaar ministerie de infractionele periode vastgelegd tussen 1 december 2015 en de dag van de arrestatie van de beschuldigden.

    Het is nu aan voorzitster Laurence Massart om te beslissen of de subsidiaire vragen zullen worden voorgelegd aan de jury. Dat zal dinsdag 4 juli, na het laatste pleidooi van de verdediging en voor de replieken, duidelijk worden.

    Andere advocaten van de verdediging reageren voorlopig afwachtend op de vraag om subsidiaire vragen toe te voegen. Zolang die enkel worden toegevoegd voor El Makhoukhi is er geen probleem, maar het risico bestaat ook dat de voorzitster beslist om ze voor alle beschuldigden toe te voegen. "Dan zijn we terug naar af en moeten we pleiten over die nieuwe elementen", klonk het bij een advocaat. Dat er enige ongerustheid bestaat is geen verrassing: op oorlogsmisdaden staan zwaardere straffen en verschillende beschuldigden hebben, in tegenstelling tot El Makhoukhi, niet gevochten aan de zijde van IS.
  • "El Makhoukhi bood geen essentiële hulp voor de aanslagen", stelt verdediging

    Bilal El Makhoukhi heeft geen "essentiële hulp" geboden bij de aanslagen in Zaventem en Maalbeek, en kan daardoor niet veroordeeld worden als mededader. Het verstrekken van essentiële hulp is namelijk een van de voorwaarden om te spreken van mededaderschap. Dat heeft zijn advocate Virginie Taelman betoogd tijdens haar pleidooi.

    El Makhoukhi staat op het proces, net als alle andere beschuldigden in de box, terecht voor deelname bij moord en poging tot moord in een terroristische context. Het openbaar ministerie vraagt om hem te veroordelen als mededader, maar Taelman is van mening dat hij hoogstens veroordeeld kan worden als medeplichtige, omdat hij geen "essentiële" maar "nuttige" hulp heeft geboden aan de terreurcel. Er is sprake van essentiële hulp als de misdaad zonder die hulp niet tot stand kon komen. Nuttige hulp is daarentegen niet noodzakelijk om de misdaad te laten plaatsvinden.

    Taelman haalde verschillende voorbeelden aan om haar punt hard te maken. Zo zou El Makhoukhi volgens het parket als tussenpersoon essentiële hulp geboden hebben na de inval in de Driesstraat op 15 maart door de cel in contact te brengen met medebeschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa, bij wie Mohamed Abrini en Osama Krayem tijdelijk konden onderduiken.

    Die hulp was volgens de advocate echter helemaal niet essentieel. Het schuiladres in de Max Roosstraat, waar de bommen werden gemaakt, was namelijk niet in gevaar, aangezien zowel Salah Abdeslam als Sofien Ayari - die beiden konden ontsnappen na de schietpartij in de Driesstraat - er niet van af wisten. Ook verhinderde hij op die manier niet de arrestatie van Abrini en Krayem. "Zijn hulp veranderde strikt genomen niets. Het is een daad van medeplichtigheid, die niet onontbeerlijk was voor de aanslagen", onderstreepte Taelman.

    Taelman weerlegde voorts ook de pleidooien van sommige burgerlijke partijen waarbij je ook mededader kan zijn door onthouding, doordat je de daders op die manier zou kunnen stimuleren of helpen door informatie achter te houden. "Maar het trio Najim Laachraoui, Khalid en Ibrahim El Bakraoui had geen steun nodig", klonk het. "Ze wilden tot het uiterste gaan en hebben op geen enkel moment twijfel geuit. Het zijn fanatici die El Makhoukhi niet nodig hadden om hen te stimuleren."

    In het tweede deel van haar uiteenzetting, na een korte ochtendpauze, haalde Taelman onder meer nog aan dat de plannen voor de aanslagen pas in een stroomversnelling kwamen op 18 maart. Dit terwijl El Makhoukhi op 18, 19 en 20 maart niet in contact stond met de cel.

    Ten slotte weerlegde de advocate ook de these dat El Makhoukhi op de vooravond van de aanslagen, 21 maart, de wapens van de terreurcel opgepikt zou hebben in de Max Roosstraat. Volgens Taelman is er namelijk niets in het telefonieonderzoek dat deze stelling staaft. Bovendien blijkt ook uit de audioboodschappen van de terreurcel zelf dat El Makhoukhi pas na de aanslagen de wapens ergens zou zijn gaan ophalen. "Er is niets om deze these te staven. Ze komt dan ook niet overeen met de realiteit", onderstreepte Taelman.
    Taelman betoogde voorts dat het ophalen en veiligstellen van de wapens na de aanslagen ook niet als essentiële hulp bestempeld kon worden, omdat het niets met de feiten an sich (de aanslagen) te maken heeft. "El Makhoukhi heeft geen noodzakelijke hulp geboden en was geen doorslaggevende factor voor de aanslagen. Het parket wil hem een rol toeschrijven die hij niet heeft uitgeoefend", besloot Taelman haar betoog.

    De strafmaat voor medeplichtigheid in terroristische context bedraagt maximaal 30 jaar. Die voor mededader levenslang.
  • Advocaten El Makhoukhi: "Ook zonder zijn hulp hadden aanslagen plaatsgevonden"

    Ook zonder de hulp van Bilal El Makhoukhi hadden de aanslagen van 22 maart 2016 plaatsgevonden. Dat heeft zijn advocate Virginie Taelman gepleit. De advocate vroeg hem daarom te veroordelen als medeplichtige en niet als mededader aan terroristische moord en poging tot moord. Tenminste als de jury zou besluiten dat het oorlogsrecht niet geldt.

    Het was maandag dag twee van de pleidooien van de verdediging van El Makhoukhi. Nicolas Cohen had donderdag nog omstandig aangevoerd waarom zijn cliënt veroordeeld zou moeten worden voor oorlogsmisdaden, en niet terrorisme, ook al zijn de maximumstraffen dezelfde. Hij vroeg de voorzitster hierover twee subsidiaire vragen op te nemen in de vragenlijst waarover de jury vanaf volgende week zou moeten beraadslagen. 

    Maandag bleek dat de verdediging toch een slag om de arm houdt. Als de jury concludeert dat het oorlogsrecht niet geldt, zei Taelman, dan vragen ze hem te veroordelen als medeplichtige aan terroristische moord en poging tot moord, en niet als mededader. Volgens Taelman was de hulp van El Makhoukhi niet onontbeerlijk: zijn "belofte" om ná de aanslagen de wapens te verbergen van de terreurcel is van geen tel voor de feiten van 22 maart 2016. 

    Het pleidooi van Taelman leverde geen nieuwe elementen op over de wapens, waarvan El Makhoukhi nog steeds weigert te zeggen waar die zich bevinden. Ze diepte wel telefoniedata, DNA-onderzoek en audioboodschappen uit de laptop van de Max Roosstraat op om aan te tonen dat de aanslagen ook zonder hem hadden plaatsgevonden. Zo klonk het dat het safehouse in de Max Roosstraat niet in gevaar was, na de politie-inval in Vorst, omdat Salah Abdeslam en Sofien Ayari het adres niet kenden. Het veranderde dus niets dat hij Osama Krayem en Mohamed Abrini elders hielp onderduiken, zei ze.
  • Dinsdag pleidooien over Abrini en Krayem

    Dinsdag pleiten de advocaten van Osama Krayem en Mohamed Abrini. Beide beschuldigden vertrokken op 22 maart met een bom, maar beslisten om die niet te doen ontploffen. Abrini, de 'man met het hoedje', vertrok samen met kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui vanuit de Max Roosstraat in Schaarbeek naar de luchthaven. Hij besliste uiteindelijk om zijn bom in een reistas niet te laten ontploffen, maar hem achter te laten in de luchthaven. Hij sloeg op de vlucht, tot hij op 8 april 2016 opgepakt werd op straat in Anderlecht. 

    Osama Krayem vertrok in de ochtend van 22 maart 2016 met Khalid El Bakraoui vanuit het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek naar de metro. Maar toen ze samen arriveerden aan de ingang van metrostation Petillon nam Krayem afscheid, om rechtsomkeer te maken en zijn lading explosieven door het toilet te gieten in de Kazernenlaan. Ook hij sloeg op de vlucht en werd op 8 april 2016 opgepakt, op de Zuidlaan in Brussel, in de auto van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa. 

    Het openbaar ministerie vraagt om Krayem en Abdeslam te veroordelen als mededader van moord en moordpoging in een terroristische context en voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Beiden hebben ze volgens de procureurs essentiële hulp geboden bij de aanslagen. 

    Krayem deed zich op het proces opvallen door zijn afwezigheid. Slechts uitzonderlijk bleef hij zitten in de beschuldigdenbox, en hij zei geen woord. Abrini van zijn kant nam geregeld het woord. Zo beklaagde hij zich erover dat zijn medebeschuldigden zomaar moordenaars werden genoemd, maar drukte hij ook één keer zijn spijt uit tegenover slachtoffers.
  • Osama Krayem pleit schuldig over hele lijn, zegt advocate

    Advocate Gisèle Stuyck, die beschuldigde Osama Krayem verdedigt, heeft gepleit dat ze zijn schuld niet betwist. Bij aanvang van haar pleidooi zei de advocate nog dat het aanvankelijk de bedoeling was geweest om geen argumenten aan te dragen over de schuldvraag, omdat het onderzoek weinig aan de verbeelding overliet. Maar ze voegde eraan toe dat ze het toch nodig vond om het woord te nemen, na het horen van het requisitoir van het federaal parket, dat volgens haar foute elementen bevatte. Zo wil Stuyck naar eigen zeggen vermijden dat de jury een veroordeling van Krayem foutief zou motiveren. 

    Ze haalde drie volgens haar foute elementen aan uit het requisitoir. Als eerste kwam ze terug op de ervaring die Krayem opdeed in Syrië, wat hem volgens de procureurs interessant maakte voor de productie van explosieven van de terreurcel. Volgens haar werd Krayem naar voren geschoven als explosievenexpert, terwijl er in de realiteit maar twee experts zijn: Ahmad Alkhald, die voor de aanslagen van Parijs de cel hielp om de productie van TATP op te starten, en kamikaze Najim Laachraoui. Die laatste probeerde via een audiobericht naar Oussama Atar raad te vragen aan Alkhald over de TATP.

    Alkhald was bovendien de enige persoon binnen IS in Syrië die was opgeleid om TATP te maken. "In Syrië gebruiken ze TNT, dat op een heel andere manier gemaakt wordt dan TATP", benadrukte Stuyck. "Kennis over TNT impliceert geen kennis over TATP." Ze verwees naar een foto van Krayem in een huis waar explosieven gemaakt worden in Syrië. Daarop is volgens haar te zien hoe hij cilinders vult met TNT. "Krayem is geen aanwinst voor de groep", stelde Stuyck. "En als hij toch zo'n specialist was geweest, zou men hem dan kleine taken geven bij de productie van TATP? En zou hij als specialist het appartement in brand hebben gestoken? Hij was slechts een simpele uitvoerder", aldus Stuyck. 

    Een tweede element is de telefonie, die volgens Stuyck "fout is van het begin tot het einde". Zo linken de procureurs het nummer van Krayem aan de gsm die Sofien Ayari tijdens zijn vlucht uit de Driesstraat op 15 maart 2016 achterliet. Stuyck haalde echter verschillende pv's aan die aantoonden dat de procureurs zich vergist hadden in verband met de telefoonnummers toegeschreven aan Krayem. "Bluffen de procureurs of hebben ze de pv's niet gelezen?", vroeg Stuyck zich hardop af.

    Het derde element zijn Engelstalige bestanden, zoals een bestand over de Haven van Antwerpen en reportages over de aanslagen in Parijs en politiecontroles, die geopend werden in de computer van de Driesstraat. Volgens de procureurs moet het Krayem zijn geweest die die bekeek, omdat hij Engels spreekt. Maar ook Mohamed Belkaid sprak Engels, zei Stuyck. Bovendien waren de computers van de Driesstraat en de Max Roosstraat van Najim Laachraoui en werden de bestanden door Ibrahim El Bakraoui op de computers gezet. "De speurders hebben geen enkele link aangetoond tussen Krayem en de computer in de Driesstaat", aldus Stuyck. Het is ook niet duidelijk of de bestanden die Krayem geopend zou hebben gecodeerd waren of niet. Als dat het geval was, had enkel Najim Laachraoui er toegang toe. Op de computer stonden bovendien bestanden over eventuele doelwitten in het Frans, die op dezelfde dag geopend werden als die in het Engels, volgens Stuyck hoogstwaarschijnlijk door Laachraoui. "Het is kort door de bocht om te zeggen dat Krayem die bestanden opende omdat hij Engels kan", stelde ze.

    "Federaal procureur Bernard Michel zei dat beschuldigden het recht hebben om te liegen en het openbaar ministerie niet, maar ik laat het aan u over om daarover te oordelen", besloot Stuyck haar pleidooi. "Ik ben ervan overtuigd dat jullie gaan oordelen met intellectuele nauwkeurigheid, objectiviteit en gezond verstand."
  • Advocate: "Krayem voelt zich zo schuldig dat hij woorden er niet voor vindt"

    Osama Krayem "voelt zich zo schuldig dat hij de woorden er niet voor vindt". Dat heeft zijn advocate Jane Peissel gezegd aan het einde van haar pleidooi. Sinds de start van het proces eind vorig jaar houdt Krayem zich afzijdig op het proces, in die mate dat zijn advocate Gisèle Stuyck er vaak schijnbaar werkloos bij zat. Stuyck nam dinsdagmiddag wel het woord, niet om zijn schuld te betwisten, wel om de motivering van het federaal parket te verbeteren. Na Stuyck kreeg Jane Peissel het woord, de Franse advocate die hem ook verdedigde in Parijs.

    Peissel sprak onder meer tegen dat Krayem een testament had opgesteld en daarom ook de intentie had om te sterven als martelaar. Maar vooral opvallend was het slot van Peissels pleidooi, waarin ze een verklaring probeerde te geven voor het stilzwijgen van Krayem op het proces, die aan voorzitster Laurence Massart zelfs zijn naam niet wou zeggen. Volgens Peissel is het niet omdat de feiten te overweldigend zijn, of omdat hij de 'wet van de mens' niet zou erkennen, zoals het parket suggereerde. "Voor mij is het redelijk coherent wat hij doet", zei Peissel. "Tijdens het onderzoek heeft hij goed meegewerkt en veel uitleg verschaft. Toen het onderzoek rond was, zou het woord nemen betekenen dat hij zich zou verdedigen. Hij heeft daar geen zin in. Het is zijn manier om zijn respect te uiten naar u toe."

    Peissel, die zich tot de jury richtte, zei dat hij niet zwijgt omdat hij hoopt om onschuldig bevonden te worden. "Hij voelt zich zo schuldig dat hij er de woorden niet voor vindt."
  • Advocaten van Sofien Ayari pleiten woensdag

    Woensdag pleiten Isa Gultaslar en Laura Severin, de advocaten van Sofien Ayari. Hij werd net als de andere beschuldigden in de box doorverwezen naar het assisenhof voor terroristisch moord en moordpoging en voor de deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Het parket heeft gevraagd om hem te veroordelen als mededader aan moord en moordpoging in een terroristische context. 

    Ayari werd op 18 maart 2016 opgepakt, nadat hij samen met Salah Abdeslam weggevlucht was na de politie-inval in de Driesstraat in Vorst waarbij Mohamed Belkaid om het leven kwam. De arrestatie van Abdeslam en Ayari was volgens audioberichten gevonden in de computer van de Max Roosstraat een van de doorslaggevende factoren die de terreurcel aanzette om vroeger dan gepland toe te slaan. 

    De verdediging van Ayari heeft steeds volgehouden dat hij niets te maken heeft met de aanslagen van 22 maart 2016 omdat hij in de cel zat. Hij vervoegde naar eigen zeggen wat overbleef van de Parijse cel na de aanslagen van 13 november 2015 in afwachting van het moment dat hij kon terugkeren naar Syrië. Hij zegt daarom niet op de hoogte te zijn geweest van de plannen en voorbereidingen voor een aanslag in België.

    Volgens het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen was Ayari wel op de hoogte dat er een aanslag op til was, omdat er ook in de Driesstraat over de plannen gesproken werd. Bovendien draaiden op het moment van zijn arrestatie de voorbereidingen al op volle toeren en pleegde Ayari volgens de procureurs een "actieve daad" door na zijn arrestatie te zwijgen over de cel.
  • "Infractionele periode artificieel bepaald om Ayari erbij te kunnen betrekken"

    Door de infractionele periode te laten ingaan vanaf 1 december 2015 heeft het openbaar ministerie op een "artificiële" manier beschuldigde Sofien Ayari gelinkt aan het proces over de aanslagen. Dat heeft zijn advocaat Isa Gultaslar gezegd. Beide advocaten van Ayari hamerden er in hun pleidooien op dat Ayari drie maal berecht wordt voor dezelfde feiten: eerst bij het proces over de aanslagen in Parijs, daarna op het proces over de schietpartij in de Driesstraat en nu voor de aanslagen van 22 maart 2016.

    Volgens Gultaslar moest de Driesstraat gelinkt worden aan het proces over de aanslagen om "Abdeslam en Ayari erbij te kunnen betrekken". "Dat is echter volkomen artificieel", stelde Ayari's advocaat. Gultaslar betwistte in één adem ook dat de terreurcel van Parijs en die van Brussel los van elkaar zouden staan. "Alle protagonisten zijn dezelfde. Het gaat dan ook niet over een nieuwe cel, dat is pure fictie."

    Eerder probeerde de advocaat ook verschillende zaken uit het requisitoir van het openbaar ministerie te weerleggen. Zo vermeldde het parket een internationaal aanhoudingsmandaat tegen Ayari voor een aanslag in Tunesië in 2015. Dit terwijl Ayari op dat moment in België was en de onderzoeksrechters tijdens de voorstelling van hun onderzoek al hadden aangegeven inderdaad geen weet te hebben van zo'n arrestatiebevel.

    Ook spraken de aanklagers over een droom van kamikaze Khalid El Bakraoui, die later werd opgenomen in de opeising van de aanslagen in het IS-propagandakanaal Dabiq. Daarin brengt hij zijn bommengordel tot ontploffing terwijl zijn broer Ibrahim El Bakraoui en Ayari mensen gijzelen. In de opeising wordt de naam van Ayari echter niet vermeld. "Voor zo ver ik weet is dit de eerste keer dat er over een droom wordt besproken als element à charge. Ik wist niet dat het onbewuste van een medebeschuldigde een element à charge tegen een beschuldigde kon zijn", stelde Gultaslar.

    Ten slotte verklaarde Gultaslar ook waarom Ayari niet teruggekeerd is naar Syrië. Volgens het openbaar ministerie was dat omdat hij wou deelnemen aan de aanslagen. Volgens Gultaslar lag dat echter enkel en alleen aan het feit dat Ayari's valse identiteiten verbrand waren en de route naar Syrië in de nasleep van de aanslagen in Parijs en Brussel veel complexer was geworden.
  • Advocaat Ayari: "Wie goed dossier heeft, pleit niet over persoonlijkheid beschuldigde"

    "Wie een goed dossier heeft tegen een beschuldigde, bouwt geen volledig requisitoir op rond zijn persoonlijkheid." Dat heeft Isa Gulstaslar, advocaat van Sofien Ayari, gepleit. Hij laakte ook dat Ayari bezig is aan zijn derde proces, terwijl de schietpartij van de Driesstraat binnen de infractionele periode van de aanslagen van 22 maart valt.

    Ayari kreeg dertig jaar cel voor de aanslagen van Parijs op 13 november 2015 en twintig jaar voor de schietpartij in de Driesstraat in Vorst op 15 maart 2016. Kort nadat hij in april 2018 veroordeeld werd voor de Driesstraat, meer dan twee jaar na de aanslagen in Zaventem en Brussel, vroeg het openbaar ministerie om hem en Salah Abdeslam in verdenking te stellen voor de aanslagen in Brussel. Volgens Gultaslar wilden de procureurs zo vermijden dat het proces van de aanslagen van Brussel zonder mediafiguur Abdeslam gevoerd moest worden, "wat de mensen niet zouden begrijpen", en moest Ayari daarom ook komen opdraven. 

    De advocaat hamerde er ook op dat onderzoeksrechter Berta Bernardo Mendez, een van de meest ervaren onderzoeksrechters inzake terrorisme, Ayari en Abdeslam enkel in verdenking stelde voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. "Na tweeënhalf jaar onderzoek en een dossier dat al 220 kartons telde, waren er geen elementen om hem in verdenking te stellen voor terroristische moord", benadrukte Gultaslar. Toch werden Ayari en Abdeslam doorverwezen naar assisen voor moord en poging tot moord.

    De advocaat beschuldigde de procureurs van een gebrek aan loyauteit, niet alleen vanwege juridische constructies om Ayari drie processen te laten ondergaan, maar ook vanwege de elementen die ze aanhalen om te bewijzen dat hij mededader zou zijn van terroristische moord en moordpoging. "Ze halen een aanhoudingsbevel aan in Tunesië en zeggen dat hij lid was van de elitetroepen van IS, Liwa as Sadiq, maar zonder die elementen te objectiveren. Ze zeggen dat hij nauwe banden had met Mohamed Belkaid, terwijl hij er gewoon mee in een appartement woonde. En de droom van Khalid El Bakraoui wordt aangehaald als een daad die Ayari pleegde in België", aldus Gultaslar. "Als er het minste element was om zijn deelname aan de aanslagen te bewijzen, zouden ze niet drie kwartier over Syrië en een droom hebben gesproken tijdens het requisitoir."

    Gultaslar had het ook over de 'inside joke' dat een advocaat met een slecht dossier enkel pleit over de persoonlijkheid van zijn cliënt. "De procureurs hebben veertig minuten over de persoonlijkheid van Ayari gepraat. Ze hebben geen elementen tegen hem, maar willen twijfel zwaaien." En na vijftig minuten requisitoir concludeerden de procureurs dat het cruciaal is dat Ayari zweeg na zijn arrestatie op 18 maart 2016, aldus Gultaslar. "Maar waarom duurde het dan meer dan twee jaar voor ze gevraagd hebben om hem in verdenking te stellen? Ze zeggen dat er tijdens het dossier extra elementen zijn opgedoken, maar als de strafbare deelneming door onthouding zo belangrijk was, waarom hebben ze hem dan niet meteen in verdenking gesteld?"
  • Gultaslar: "Hebben dertig jaar lang landen als Irak en Afghanistan vernietigd"

    Advocaat Isa Gultaslar, die beschuldigde Sofien Ayari verdedigt, heeft aan het einde van zijn pleidooi de verantwoordelijkheid voor de aanslagen gelegd bij het buitenlandbeleid van het Westen in het Midden-Oosten. "Denken we echt dat de duizenden bommen geen wrok zouden creëren? Het was alsof de mensen daar niet telden", zei Gultaslar.

    Gultaslar begon het laatste deel van zijn pleidooi met een eerder theoretisch betoog over de Arabische Lente in Tunesië, waarna ook de Westerse non-interventie tegen het Syrische regime ter sprake kwam, alsook de internationale coalitie tegen IS in Irak en Syrië. Hij verwees voortdurend naar teksten van journalisten, zoals Fransman Nicolas Henin, die gekidnapt werd in Syrië en bewaakt werd door Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag op het Joods Museum. 

    "Ayari was zeventien jaar toen de Arabische Lente uitbrak. Zijn familie leefde onder de dictatuur. Hij stond vlakbij toen een sluipschutter een goede vriend van hem doodde toen er geprotesteerd werd in zijn wijk. Na de val van het regime had het Tunesische volk had veel hoop op verandering", zei Gultaslar, aan het einde van zijn betoog. 

    "In de huiskamer van Arabische gezinnen waren er op dat moment iedere dag beelden te zien van de gruwel in Syrië. Ayari dacht bij zichzelf dat hij er al een keer in geslaagd was om een dictator omver te werpen. Waarom dat niet overdoen in Syrië? Op zijn 20ste zei hij dat hij naar Syrië vertrok om het regime van Assad te laten vallen. Maar de oorlog bleek complexer. Je werpt een dictator niet zomaar omver, zeker niet in een land als Syrië. Hij was daar niet om mensen te doden. Hij was daar omdat hij het niet normaal vond dat een dictator zijn volk bombardeerde met napalm. Maar de oorlog haalt iedere houvast onderuit en het is daarom dat hij daar al zeven jaar wacht op uw verdict", zei Gultaslar. 

    Waarna de advocaat, die de vrijspraak vraagt voor zijn cliënt voor terroristische moord en poging tot moord, de verantwoordelijkheid voor de aanslagen bij het Westerse buitenlandbeleid in het Midden-Oosten legde. "Dertig jaar lang hebben we de structuren van vele moslimlanden vernietigd. We hebben mensen gefolterd en gedood, in Irak, Afghanistan en vele andere landen. We hebben geen mooi voorbeeld gegeven en zijn de haat blijven voeden. Denken we echt dat de duizenden bommen geen wrok zouden creëren? Het was alsof de mensen daar niet telden. Er werden geen woorden aan vuilgemaakt, geen gezicht op geplakt. Alles werd vernield."

    "Als je mensen als beesten behandelt, worden ze beesten", besloot hij, waarna hij zei dat het de slachtoffers van de aanslagen geen eer aandeed om de "ware redenen" van de aanslagen onvermeld te laten, of ze te duiden met de ideeën over de botsing der beschavingen. Het was de internationale coalitie tegen IS om olievelden te doen, klonk het ook. 

    Finaal haalde Gultaslar nog de duizenden folteringen in de Iraakse gevangenissen aan, zoals die van Abu Ghraib. "In die gevangenissen zat ook een Belg. Het is de enige afwezige op het proces, de leider", zei Gultaslar, verwijzend naar Oussama Atar, die bij verstek terechtstaat omdat zijn dood nooit formeel bevestigd werd. Volgens Gultaslar, die zich destijds als de advocaat van Atar inspande voor zijn terugkeer naar België, haalde de geschiedenis ons zo in.
  • Pleidooien advocaten Bayingana Muhirwa slotakkoord van voorlaatste week

    Donderdag pleiten de advocaten van Hervé Bayingana Muhirwa, de beschuldigde van wie het de vraag is of hij daadwerkelijk de 'Amine' is uit de audioboodschappen aan de opdrachtgevers in Syrië. Het betekent het einde van de voorlaatste week van het proces. In de loop van volgende week zou de jury in beraadslaging gaan.

    De Rwandees Hervé Bayingana Muhirwa verschafte beschuldigden Osama Krayem en Mohamed Abrini onderdak vlak voor en na de aanslagen. Hij ontkent wel dat hij de 'Amine' is uit de audioboodschappen die aangetroffen werden in de laptop die de terreurcel achterliet in een vuilzak in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Over die 'Amine' zei kamikaze Najim Laachraoui dat hij de groep had geholpen en trouw gezworen had aan terreurgroep IS. 

    Volgende week maandag pleit vervolgens de verdediging van Smail Farisi, dinsdag is het aan die van Ibrahim Farisi. Na het korte laatste pleidooi gaat het dinsdag ook over de vragenlijst waarover de jury zich moet buigen tijdens de beraadslaging. Dinsdagnamiddag of woensdagochtend kunnen vervolgens de replieken van start gaan, waarna de beschuldigden het laatste woord krijgen. Daarna kan de jury in beraadslaging gaan.
  • Verdediging Bayingana pleit vrijspraak, oppert herkwalificatie naar verbergen criminelen

    De verdediging van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa heeft de vrijspraak gepleit voor terroristische moord, poging tot moord en voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Advocaat Vincent Lurquin zal waarschijnlijk wel nog een herkwalificatie vragen naar het verbergen van criminelen.
  • Lurquin: "Feit dat Bayingana Abrini en Krayem opving, veranderde niets aan aanslagen"

    Het feit dat Hervé Bayingana Muhirwa Mohamed Abrini en Osama Krayem opving na de aanslagen, heeft niets veranderd aan de uitvoering van de aanslagen. Dat heeft zijn advocaat Vincent Lurquin gezegd. Hij insinueerde dat hij een herkwalificatie zou aanvragen. Lurquin gaf aan dat maar één element tegen zijn cliënt onweerlegbaar is: dat hij Abrini en Krayem voor en na de aanslagen opving. "Maar heeft het parket in zeven maanden proces gesproken over daden die bewijzen dat hij schuldig is aan moord? En waren er elementen boven redelijke twijfel die aantoonden dat hij op de hoogte was dat de aanslagen gingen plaatsvinden? Ik denk het niet."

    De vraag is volgens Lurquin of het feit dat Bayingana Muhirwa de twee voortvluchtigen opving, een invloed had op de uitvoering van de aanslagen. Hij verwees naar een arrest van Cassatie, dat stelde dat acties na een misdrijf strafbaar kunnen zijn als er vooraf overleg over was. "De procureur had het over een plan B, alsof ze gezegd hebben: we keren na de aanslagen terug en komen bij jou logeren. Als er overleg was op voorhand, heeft de opvang door Bayingana Muhirwa bijgedragen aan de uitvoering van de aanslagen", aldus Lurquin. "Maar waarom zeggen ze dat nu pas? Als er een plan B is, is er geen plan A. Dan klopt het requisitoir over Abrini en Krayem niet meer, want ze insinueren nu dat ze op voorhand beslist hadden dat ze zich niet gingen opblazen."

    Lurquin vraagt de vrijspraak voor moord, poging tot moord en lidmaatschap van een terroristische organisatie. Hij insinueerde wel dat hij zou vragen om een extra vraag te stellen aan de jury, over "hij die personen verbergt of doet verbergen, van wie hij weet dat zij wegens een misdaad vervolgd worden of veroordeeld zijn".
  • Verdediging Bayingana Muhirwa gaat voor vrijspraak en eventuele herkwalificatie

    Vader Vincent en dochter Juliette Lurquin, de advocaten van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa, hebben gepleit voor de vrijspraak van hun cliënt. Waarschijnlijk zullen ze wel nog een herkwalificatie vragen voor het verbergen van criminelen. Daarop staat een maximale celstraf van twee jaar. Maandag volgt daar normaal gesproken uitsluitsel over.

    Vincent Lurquin gaf aan dat maar één element tegen zijn cliënt onweerlegbaar is: het feit dat hij Abrini en Krayem voor en na de aanslagen opving. "Maar heeft het parket in zeven maanden proces gesproken over daden die bewijzen dat hij schuldig is aan moord? En waren er elementen boven redelijke twijfel die aantoonden dat hij op de hoogte was dat de aanslagen gingen plaatsvinden? Ik denk het niet."

    Volgens de advocaat behoorde zijn cliënt niet tot de terreurcel en was hij ook niet geradicaliseerd. Bovendien heeft hij zich het hele proces lang geëngageerd door te antwoorden op alle vragen, op enkele uitzonderingen na steevast op het proces te verschijnen, en heeft hij geluisterd en geprobeerd om alles te begrijpen.

    Donderdagochtend had Juliette Lurquin al proberen te weerleggen dat haar cliënt de 'Amine' uit de audioboodschappen zou zijn. Medebeschuldigde Krayem verklaarde dat nochtans in zijn verhoren, net als Abrini (al was die minder consistent). Volgens Lurquin zou Bayingana Muhirwa echter eerder de tweede 'broer' uit de audioboodschappen zijn, omdat hij kamikaze Najim Laachraoui kende en de tussenkomst van El Makhoukhi dus niet noodzakelijk was. Die tweede had zich nog niet geëngageerd. 

    Ook de piste als zou Bayingana Muhirwa de wapens van de terreurcel op de vooravond van de aanslagen hebben verplaatst, mag volgens hen "terug in de hoed". "Het wordt geponeerd zonder ook maar één bewijs aan te brengen", aldus Juliette Lurquin. Ten slotte onderstreepten de advocaten dat Bayingana Muhirwa nooit een voet in de Max Roosstraat heeft gezet.
  • Laatste loodjes van monsterproces voor jury in beraadslaging gaat

    Maandag gaat de laatste procesweek in voor de jury in beraadslaging gaat. Eerst krijgt de verdediging van beschuldigde Smail Farisi het woord, dinsdagvoormiddag is het ten slotte aan de advocaten van zijn broer Ibrahim.

    Smail Farisi onderverhuurde zijn studio in de Kazernenlaan in Etterbeek aan kamikaze Ibrahim El Bakraoui. Vanuit die studio vertrokken de broer van Ibrahim El Bakraoui, Khalid, en Osama Krayem de ochtend van de aanslagen naar de metro. Smail Farisi heeft altijd volgehouden dat hij niets afwist van terreurplannen. Het parket vroeg de jury tijdens het proces om hem enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groepering, niet voor terroristische moord en poging tot moord. Voor zijn broer Ibrahim vroeg het parket de vrijspraak. Hij hielp zijn broer met het leegmaken van de studio na de aanslagen, maar zou niet geweten hebben wie er verbleef. 

    Na de pleidooien van de advocaten van de Farisi's is het de bedoeling dat dinsdag nog gestart wordt met de replieken. Voorzitster Laurence Massart kondigde aan eerst wel nog de vragenlijst te willen bespreken waarover de jury zich moet buigen tijdens de beraadslaging. De burgerlijke partijen lieten al weten dat ze veel replieken klaar hadden. Het is nog onduidelijk hoelang die zouden duren. Daarna krijgen de beschuldigden nog het laatste woord. Voorzitster Massart liet verstaan dat het een optie is dat ook vrijdag nog zal gezeteld worden. In ieder geval is het haar vaste voornemen om eind volgende week in beraadslaging te gaan.
  • Verdediging vraagt vrijspraak voor Smail Farisi

    De advocaten van Smail Farisi hebben tijdens hun pleidooi gevraagd om hun cliënt vrij te spreken voor terroristische moord en poging tot moord en voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Farisi werd door de kamer van inbeschuldigingstelling doorverwezen voor terroristische moord en poging tot moord en voor de deelname aan de acitviteiten van een terreurgroep. Het openbaar ministerie heeft tijdens zijn requisitoir gevraagd om Farisi enkel schuldig te bevinden voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. 

    Zijn advocaten vragen echter de volledige vrijspraak. "Wij zijn ervan overtuigd dat hij niet heeft deelgenomen aan de activiteiten van de groep en dat hij helemaal niet op de hoogte werd gebracht van de plannen van de cel", aldus advocate Cassandra Steegmans. "Ik ben ervan overtuigd dat jullie na de getuigenissen en ons pleidooi tot dezelfde conclusie zullen komen."
  • Lurquin bevestigt vraag herkwalificatie deelname terreurgroep naar verbergen criminelen

    Vincent Lurquin, advocaat van Hervé Bayingana Muhirwa, heeft bevestigd dat hij voor zijn cliënt een herkwalificatie vraagt van deelname aan de activiteiten van een terreurgroep naar verbergen van criminelen. Bayingana ving beschuldigden Osama Krayem en Mohamed Abrini op in zijn appartement in Laken op 15 maart na de dodelijke politie-inval in de Driesstraat in Vorst, en op 22 maart na de aanslagen. Hij heeft nooit ontkend dat hij de twee opving, maar zegt dat hij op voorhand geen idee had dat er een aanslag op til stond. Op 22 maart wist hij wel wie hij opving en waarbij ze betrokken waren.

    Lurquin vroeg vorige donderdag tijdens zijn pleidooi de vrijspraak voor zijn cliënt voor terroristische moord en poging tot moord en voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. In tegenstelling tot wat de procureurs aangaven, veranderde het feit dat Bayingana de twee opving, volgens Lurquin niets aan de uitvoering van de aanslagen.

    Wanneer Bayingana op 22 maart Abrini en Krayem opving, was er volgens Lurquin geen terreurcel meer. "De broers El Bakraoui en Najim Laachraoui hadden zichzelf opgeblazen, Oussama Atar was in Syrië en kon niet gecontacteerd worden en Sofien Ayari en Salah Abdeslam zaten in de gevangenis."

    De advocaat vraagt om aan de jury een subsidiaire vraag te stellen gebaseerd op artikel 339, over "hij die personen verbergt of doet verbergen, van wie hij weet dat zij wegens een misdaad vervolgd worden of veroordeeld zijn" voor de infractionele periode tussen 14 maart en 9 april, aangezien Bayingana volgens de onderzoeksrechters pas op 15 maart opdook in het dossier. Volgens het strafwetboek liggen de straffen voor dat misdrijf op acht dagen tot twee jaar. Voor moord in een terroristische context zou de beschuldigde levenslang riskeren, voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep tien jaar.
  • Advocate Smail Farisi: "Altijd constant gebleven in zijn verklaringen"

    Cassandra Steegmans, de advocate van beschuldigde Smail Farisi, heeft benadrukt dat haar cliënt zeven jaar lang constant gebleven is in zijn verklaringen. Zo gaf hij al in zijn eerste verhoor toe dat hij zijn twijfels had toen hij de foto's van de broers-El Bakraoui in de media zag de dag na de schietpartij in Vorst, maar werd hij naar eigen zeggen "gemanipuleerd".

    De advocate beschreef hoe Smail Farisi op school Ali El Haddad Asufi en Ibrahim El Bakraoui leerde kennen, de twee protagonisten in de zaak. Ze beschreef ook hoe hij aan drank en gokken verslingerd geraakte. Zijn familie was daar niet mee opgezet en weigerde hem de toegang tot het huis als hij gedronken had. Zo belandde hij op straat en bracht hij de nacht door in de kelder van een vriend. In die context huurde hij de studio in de Kazernenlaan in Etterbeek, die hij uiteindelijk zou onderverhuren aan Ibrahim El Bakraoui. 

    "Wie is nu Smail Farisi?", zei Steegmans. Ze voerde aan dat hij graag mensen had, "fan was van sociale interactie" en op straat zelfs met "een hond met een hoedje" zou praten. Toen hij na de aanslagen bijna twee jaar in de cel zat, in isolatie, moest hij op zoek naar iets anders, en dat was literatuur, klonk het. Steegmans ging vervolgens in op de kwestie of haar cliënt al dan niet "subdebiel" is, zoals een psycholoog optekende. Op het proces werden daarbij vraagtekens geplaatst, omdat hij in de gevangenis de Franse auteur Albert Camus las. "Wat moest hij anders? Het was de enige manier om zijn passie te onderhouden, om interactie te hebben met anderen", zei Steegmans. 

    De advocate citeerde vervolgens uitgebreid (ex-)vriendinnen en zijn familie. Zo verklaarde zijn vader dat hij nooit voor problemen zorgde, dat hij "kalm", "timide" en "naïef" was, maar dat "zijn vriendelijkheid hem parten speelde". "Iedereen is unaniem. Smail Farisi is vriendelijk, hij houdt van het leven, hij houdt van vrouwen, mannen, van iedereen", zo vatte de advocate het samen. "Als u begrijpt wie hij is, begrijpt u dat hij niet betrokken is in het dossier."

    Waarna de advocate aanvoerde dat Smail Farisi steeds constant is gebleven in zijn verklaringen. Zo verklaarde hij al in zijn eerste verhoor, waarbij hij overigens geen advocaat wou, dat het Ali El Haddad Asufi was die hem had gevraagd om hun gemeenschappelijke vriend Ibrahim El Bakraoui te helpen, die een woning nodig had. Hij gaf ook toe dat hij de dag na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, toen de foto's van de broers-El Bakraoui in de media verschenen, zijn twijfels had. Hij confronteerde Khalid El Bakraoui, maar die loog hem voor dat ze hen maar iets in de schoenen wilden schuiven, vanwege hun verleden. "Ik ben gemanipuleerd", zei Farisi daarover. 

    "Hij zegt al zeven jaar hetzelfde, dat hij onschuldig is", zei Steegmans. Waarna de advocate nog een gefilmd verhoor opdiepte dat Sébastien Courtoy, de in februari overleden advocaat van Smail Farisi, had laten afspelen op het proces. Daarin was te horen hoe de hoofdonderzoeker verklaarde dat uit niets in het dossier bleek dat hij deelnam aan de productie van bommen of aan terreurplannen. De verdediging van Smail Farisi vraagt de jury om hem over de hele lijn vrij te spreken.
Powered by Platform for Live Reporting, Events, and Social Engagement

Meest Gelezen