Terreurproces NB

  • Voorzitter moet herhaaldelijk tot kalmte aanmanen bij ondervragen getuigen door Farisi's

    Assisenvoorzitster Laurence Massart heeft de broers Farisi, en dan vooral Smail, herhaaldelijk tot kalmte moeten aanmanen toen ze erop stonden om ook zelf de getuigen, tweelingbroers Houcine en Mouhcine, te ondervragen. De discussie laaide op bepaalde momenten hoog op. En dat terwijl de getuigen voor het hof verschenen als vrienden van de Farisi's. Massart had de handen vol om de kalmte in de assisenzaal te bewaren. Pas toen de twee hun getuigenis afsloten, keerde de rust terug.

    In zijn commentaar wees Michel Degrève, advocaat van de oudste Farisi, de jury erop om de getuigenis van de tweeling met "de nodige voorzichtigheid" te behandelen. "Veel van wat ze hebben verklaard, wordt tegengesproken door het dossier." Het gaat dan onder meer om de verklaring dat Smail na de aanslagen twee dagen lang bij Houcine was, wat wordt tegengesproken door de camerabeelden in de Kazernenlaan. Iets wat ook Houcine eerder had moeten toegeven op vraag van de eerste bijzitter.

    Daarop vroeg en kreeg Smail ook het laatste woord. Daarin verkondigde de oudste Farisi een warrig verhaal waarin hij vertelde dat hij op 22 maart op het punt stond om een voormalig gedetineerde onder te brengen in zijn appartement in de Kazernenlaan. Aangezien de politie dat ook zou moeten komen vaststellen, bewees dat volgens Smail zijn onschuld. Farisi wou dan ook dat die persoon opgeroepen zou worden om te komen getuigen. Massart raadde hem aan om daarover met zijn advocaten te overleggen.

    Smail Farisi, die zeer geagiteerd was, schreeuwde ook zijn onschuld uit. Hij zei dat hij al zeven jaar zegt dat hij onschuldig is, maar dat hij het gevoel heeft dat hij niet gehoord wordt. De voorzitter zei dat er dan nog wel een uurtje bij kon, maande hem aan tot kalmte en zei dat hij moest gaan zitten. Waarna Smail Farisi - niet voor het eerst tijdens het proces - nog zei dat hij ging "doodvallen" in de zittingszaal en dat ze hem "beter de elektrische stoel" kunnen geven. Pas na lang aandringen ging Smail Farisi weer zitten.
  • Psycholoog komt maandag getuigen over deradicalisering

    Maandag komt psycholoog Serge Garcet getuigen over het proces van deradicalisering en disengagement. Nog op de agenda staan hoofdonderzoekster Aline Delisee en professor Dieter Deforce (UGent), die een tegenexpertise uitvoerde voor de DNA-analyse. Die werd vorige maand al voorgesteld, maar de onderzoekers moeten maandag nog vooral meer duidelijkheid verschaffen over enkele kledingstukken die gevonden werden in de Max Roosstraat in Schaarbeek, nadat voorzitster Laurence Massart daartoe vorige maand opdracht had gegeven. Het zal ook gaan het over het DNA in de Driesstraat.

    Later op de week is het aan de moraliteitsgetuigen van beschuldigden Oussama Atar, Mohamed Abrini en Ali El Haddad Asufi. Ook de psychiaters die de psychiatrische expertise uitvoerden van Mohamed Abrini komen getuigen. Verder komt nog Alain Grignard getuigen, die als islamoloog werkte bij de federale politie.
  • Plaatsvervangend jurylid ziek

    Het tiende plaatsvervangende jurylid op het proces is ziek en wordt vervangen. Dat heeft voorzitster Laurence Massart aangekondigd. Er blijven nu nog twaalf effectieve en zeventien plaatsvervangende juryleden over. Het was van 24 april geleden dat er nog een jurylid afviel: toen werd een jurylid gewraakt, omdat die volgens de verdediging blijk van partijdigheid had gegeven.

    De debatten zullen vermoedelijk begin juli gesloten worden, waarna twaalf effectieve juryleden nodig zijn voor de beraadslaging over de schuldvragen.
  • Familie van Mohamed Abrini zal niet komen getuigen

    De familie van Mohamed Abrini zal niet komen getuigen op het proces, blijkt een uit e-mail van de familie die voorzitter Massart bij aanvang van de zitting voorgelezen heeft. In de mail richt de familie van Abrini zich tot het hof en de juryleden, maar ook tot de slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen op Zaventem en Maalbeek. "Sinds de feiten hebben we onze verantwoordelijkheid genomen", klinkt het. De familie wil zich niet onttrekken aan de situatie, maar getuigen op het proces zou de familie zwaar vallen. "Het leed dat we voelen is niet te vergelijken met dat van jullie", drukt de familie de slachtoffers en de nabestaanden op het hart. De familie-Abrini schrijft nog elke vorm van geweld te veroordelen en zich geschokt en machteloos te voelen.

    Nadat psycholoog en professor Serge Garcet, hoofdonderzoekster Aline Delisee en DNA-expert en professor Dieter Deforce maandag komen getuigen, is het dinsdag de beurt aan de moraliteitsgetuigen van Oussama Atar, enkele psychiaters en een psycholoog. Woensdag staan de moraliteitsgetuigen van Abrini en Ali El Haddad Asufi op de planning. De familie-Abrini zal daar dus niet bij zijn. 

    Abrini zei eerder dat hij niet wil dat zijn familie voor hem komt getuigen, noch psychologen, noch psychiaters. Ook Sofien Ayari en Bilal El Makhoukhi willen niet dat hun familieleden komen getuigen voor het hof. De drie beschuldigden zien daar naar eigen zeggen het nut niet van in. Salah Abdeslam gaf eerder aan dat hij zijn familieleden graag zou zien komen, maar dat zij dat zelf niet willen.
  • DNA van El Haddad Asufi, El Makhoukhi en Bayingana Muhirwa gevonden op kleren in Max Roosstraat

    De DNA-profielen van Hervé Bayingana Muhirwa, Ali El Haddad Asufi en Bilal El Makhoukhi zijn aangetroffen op kledij die werd teruggevonden in het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Dat beek tijdens de voorstelling van een extra onderzoeksdaad die voorzitster Laurence Massart had gevraagd.

    De DNA-resultaten uit het onderzoek werden al eerder voorgesteld, maar op een deel kleren dat werd gevonden in de Max Roosstraat werd nog geen analyses uitgevoerd. De stalen werden wel bewaard in een diepvriezer, om er eventueel later nog analyses op uit te voeren, wat nu gebeurd is door onderzoeker Dieter Deforce (UGent). 

    Opvallend is hoe het DNA van Hervé Bayingana Muhirwa en van Bilal El Makhoukhi, samen met dat van Mohamed Abrini, opdook in een gemengd DNA-profiel aangetroffen op een trainingsbroek die werd gevonden in een zak in de hal van het appartement. De waarschijnlijkheid dat het wel degelijk om het DNA van de drie gaat is "extreem sterk". 

    Mohamed Abrini verbleef voor de aanslagen in de Max Roosstraat. Hervé Bayingana Muhirwa zei echter nooit in het appartement in de Max Roosstraat te zijn geweest. Eerder werd zijn DNA en dat van Abrini ook al aangetroffen op een oorstokje gevonden in een vuilniszak. Bilal El Makhoukhi was naar eigen zeggen twee keer in het safehouse, op 16 en 21 maart. Zijn DNA werd aangetroffen op een dadelpit en een beker. Voorzitster Laurence Massart vroeg aan El Makhoukhi, Bayingana Muhirwa en Abrini of ze de broek ooit al hadden gezien. Het antwoord was negatief en de broek had ook een andere maat dan die van drie.

    Het DNA van Ali El Haddad Asufi, die naar eigen zeggen één keer in de Max Roosstraat was voor de terroristen verhuisden, werd dan weer aangetroffen in een gemengd profiel op een vest, met dat van  kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui. De waarschijnlijkheid dat het om het DNA van de twee kamikazes gaat is "sterk", bij El Haddad Asufi is die "gematigd". Ook hij kon geen uitleg geven voor de aanwezigheid van zijn DNA op de vest, die Najim Laachraoui waarschijnlijk droeg om inkopen te gaan doen. "Ik heb die vest nooit gezien, het is een banale vest", aldus El Haddad Asufi.

    De voorzitster vroeg daarop om de broek en de vest naar de rechtbank te halen, zodat de beschuldigden ze van dichterbij kunnen bekijken.
  • Psychiater: "Wie getraumatiseerd is door oorlog, zal altijd een strijder blijven"

    Wie getraumatiseerd is door de oorlog, zal heel zijn leven een strijder blijven. Dat heeft psychiater en psychoanalyticus Philippe Van Meerbeeck verklaard. Hij legde in zijn getuigenis uit hoe jongeren tijdens hun adolescentie zoeken naar antwoorden. "Ze gaan op zoek naar een ideaal wereldbeeld, naar beelden om zichzelf te identificeren, naar een ultieme waarheid", zei hij. En van die "doordringbaarheid" van jongeren wordt geprofiteerd in de propaganda van jihadistische groepen. "Zij gebruiken een discours rond opoffering, puurheid en waarheid tegenover een wereld van ongelovigen, die onrein is, waar mensen enkel geloven in geld. Ze roepen de jongeren op om zich op te offeren voor de goede zaak."

    Volgens de psychiater gaan jongeren op zoek naar een manier om zich los te maken van hun ouders, een noodzakelijke stap in hun ontwikkeling. Het geloof kan zo een manier worden om een hogere waarheid te vinden. "De waarheid wordt om in God te geloven, om ongelovigen te vermoorden", aldus de psychiater. "Het is een totaliserend discours dat nuance mist, en de jongeren zijn niet kritisch genoeg om dat te begrijpen." Dat leidt tot een binair wereldbeeld, waarin jongens een vorm van virilisme kunnen vinden in een gevechtszone en meisjes zich moeten onderwerpen aan de autoriteit van de man. 

    De voorzitster van het hof, Laurence Massart, vroeg de psychiater of er een "uitgang, licht aan het einde van de tunnel" van radicalisering is. "Het is heel moeilijk. Ze hebben vreselijke zaken gezien aan het front. Zijn hebben een initiatie gehad in haat en geweld. En als je vlucht, ben je een verrader", schetste Van Meerbeeck. Hij benadrukte het traumatische karakter van de ervaringen aan het front. "Daarna komt de totale stilte. Wat ze hebben meegemaakt, is onbespreekbaar."

    Federaal procureur Paule Somers vroeg de psychiater hoe iemand die getraumatiseerd is door de oorlog, kan overgaan tot gewelddaden in een land als het onze. "Wie gevochten heeft aan het front, zal heel zijn leven een strijder blijven. De persoon is erg getekend door wat hij heeft gedaan en door een sterk anti-Westers discours, dat zegt dat de apocalyps naar het Westen moet worden gebracht", aldus Van Meerbeeck. "Om het trauma te overleven, gaan ze over tot verheerlijking."

    Is er dan echt geen weg terug? "Het merendeel van de geradicaliseerden blijft erg fanatiek", aldus Van Meerbeeck. Toch kan een "ernstige, diepe en intelligente begeleiding" helpen. Zo kan een psychotherapeut met een goede kennis van de islam, die jongeren kan aanspreken over hun interpretatie van de teksten van de islam, een streepje voor hebben. Ook een "humaniserende" aanpak, waarbij geprobeerd wordt de fascinatie van de jongeren te begrijpen en waarin het geloof niet geviseerd wordt als de enige reden van de radicalisering, kan baten. De vraag blijft of dergelijke psychotherapeuten met dergelijke aanpak bestaan, wierp Van Meerbeeck op. "De weg is zeer lang en moeilijk, hun trauma is erg groot", besloot hij.

    Delphine Paci, advocate van Salah Abdeslam, hamerde in haar commentaar na de getuigenis op het feit dat radicalisering een complex gegeven is. Ze verwees ook naar eerdere getuigenissen van psychologen en criminologen, die andere modellen voorstelden. "We mogen niet generaliseren en de stereotypes hebben hun limieten. Er wordt gezegd dat jongeren aangetrokken worden die weinig kennis hebben over de wereld, terwijl ook veel gediplomeerde mensen vertrokken zijn naar Syrië. Zij passen niet in het stereotype van de goedgelovige, niet-kritische jongere", zei ze aan de jury. "Abdeslam is niet Ayari, El Makhoukhi of Abrini, jullie moeten het onderscheid maken."
  • Familieleden Oussama Atar melden zich ziek

    De familieleden van Oussama Atar, die ervan beschuldigd wordt dat hij de leider was van de terreurcel achter de aanslagen, hebben zich ziek gemeld op het terreurproces. De ouders van Oussama Atar en zijn oudste zus waren opgeroepen als moraliteitsgetuigen. De rechters van het hof van assisen in Haren lazen daarop voor uit de verschillende verhoren die ze afgelegd hadden. Zijn moeder werd drie keer verhoord, zijn zus één keer. Het waren vooral de verhoren van de moeder die meer inzicht verschaften.

    Het eerste verhoor van de moeder dateerde van april 2017, nadat de vrouw verschillende oproepen en berichten had gekregen van een buitenlands nummer. Ze kreeg vele oproepen maar nam maar één keer op, naar eigen zeggen omdat ze niet zeker was dat het haar zoon was en omdat ze bang was om slecht nieuws te krijgen. Toen ze wel opnam was het een man die ze niet kende, die in een vreemd Arabisch accent vroeg of ze de moeder van Oussama Atar was. Na het korte gesprek ontving ze een sms met een Telegram-account, mogelijk om haar zoon te spreken, die ze nooit gebruikte. Ze stapte twee weken later uit eigen beweging naar de politie. In een tweede verhoor, een dag later, gaf de vrouw haar gsm aan de speurders.

    In een derde verhoor als moraliteitsgetuige, in april 2019, getuigde de vrouw dan weer dat haar zoon "een kind als alle andere"' was geweest, "respectvol, vriendelijk" en iemand die nooit problemen had op school of elders. Ze was er fel tegen geweest dat hij rond zijn achttiende naar Syrië was vertrokken, naar eigen zeggen om Arabisch te leren, maar hij had het toch gedaan. Toen hij terugkeerde in 2012 had hij een maagzweer, nadat hij in vijf gevangenissen had verbleven in Irak, en daar gefolterd zou zijn. De moeder zag nooit zijn verwondingen, maar zei dat hij die aan zijn vader wel getoond had. Volgens haar moest hij in het anderhalf jaar terug in België regelmatig naar het ziekenhuis en kreeg hij een behandeling waarbij hij dagelijks geneesmiddelen moest slikken. Zijn familie stelde hem voor om een gezin te stichten, maar hij zou gezegd hebben dat dat iets voor later was.

    Toen hij teruggekeerd was in Syrië trouwde Oussama Atar wel en kreeg hij een zoontje. Veel meer zou de familie daarvan niet geweten hebben. Zelfs de naam van het kind kende ze niet, verklaarde de moeder in haar verhoor. Op de vraag of hij een leider of volger was, antwoordde ze: "Geen van beide." Op het einde van haar verhoor voegde de vrouw er nog aan toe dat ze hoorde waarvan haar zoon beschuldigd werd, maar dat ze "nooit tastbaar bewijs gezien" had. "We hebben alles via de media vernomen. We zijn verbaasd over wat hem verweten wordt", zei ze.

    De zus van Atar verklaarde in haar verhoor als moraliteitsgetuige dan weer dat ze een normale broer-zusrelatie hadden en dat zijn kindertijd gewoon was geweest. Tijdens zijn verblijf in Syrië hadden ze nog af en toe contact gehad. Daarbij werden wat nieuwtjes uitgewisseld, maar ook niet meer dan dat, verklaarde ze.  Atar is vermoedelijk omgekomen in Syrië. Omdat daar geen bewijs voor is, staat hij bij verstek terecht op het proces.
  • Lange discussie over mysterieus rapport van expert met dubbele pet

    De zitting is zoals verwacht gestart met het debat over een psychiater die psychologische en psychiatrische expertises uitvoerde voor zowel het hof van assisen als voor de FOD Justitie. De verdediging van beschuldigde Bilal El Makhoukhi vraagt in eerste instantie om een dossier dat ze nooit gezien heeft, neer te leggen om te kunnen onderzoeken of er sprake is van partijdigheid.

    De kwestie kwam gisteren aan het licht, tijdens de voorstelling van de psychiatrische en psychologische expertises van beschuldigden Mohamed Abrini, Bilal El Makhoukhi, Ali El Haddad Asufi en Hervé Bayingana Muhirwa. Psychiater Samuel Leistedt bleek een opdracht van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen te hebben geaccepteerd rond de bevestiging van het strenge gevangenisregime van Abrini, Salah Abdeslam, El Haddad Asufi en El Makhoukhi. 

    Voor Abrini, El Haddad Asufi en El Makhoukhi voerde de expert op vraag van het hof van assisen ook nog een psychiatrische en psychologische expertise uit. De advocaten stelden dinsdag dat de psychiater een dubbele pet droeg en wilden vragen stellen over de expertise voor de FOD Justitie. Dat liet de voorzitster van het hof, Laurence Massart, echter niet toe, omdat er dan gesproken zou worden over documenten die niet in het dossier zitten. 

    Terwijl Delphine Paci, advocate van Abdeslam, wel beschikt over het rapport over het gevangenisregime van haar cliënt, hebben de advocaten van El Makhoukhi het rapport over zijn gevangenisregime nooit gezien. Zij vragen nu om dat rapport toe te voegen aan het dossier, zodat ze kunnen onderzoeken of er sprake is van partijdigheid bij het opstellen van de twee rapporten. Zo wil de verdediging beslissen of ze de expert al dan niet wraakt. Wordt de expert gewraakt, dan mag de jury zich niet op de expertises beroepen voor de bepaling van de strafmaat.

    De kwestie leidde woensdagochtend tot een lange discussie over procedures en over de vraag of het verzoek om het document neer te leggen nu wel of niet gericht was aan de voorzitster of aan het hof. Nicolas Cohen, advocaat van Bilal El Makhoukhi, diende daarop conclusies in met zijn vraag om het document te verkrijgen, waarna het hof rond 11.30 uur in beraad ging. Massart benadrukte tijdens de debatten al verschillende keren dat zij als voorzitster niet bevoegd is om administratieve documenten op te vragen.

    Het openbaar ministerie zei in zijn commentaren niet te begrijpen hoe het kan dat de verdediging van El Makhoukhi niet over het rapport over zijn gevangenisregime beschikt. "De verdediging was op de hoogte van het rapport in kwestie. Op 18 augustus 2022 werd een beslissing gecommuniceerd op basis van een medisch rapport. De advocaten hebben het recht om in beroep te gaan. Ik weet niet of dat is gebeurd", zei federaal procureur Paule Somers. "De voorzitster heeft het college van experts op 13 april 2022 aangesteld, het voorlopige rapport waarop de verdediging nog commentaar heeft gegeven werd ingediend op 18 november. De verdediging wist van het probleem van de dubbele pet van de expert en heeft het probleem nooit vermeld." 

    Ook de burgerlijke partijen stelden zich vragen en haalden de wet van openbaarheid van bestuur aan. "Elk document waarop een beslissing werd gebaseerd, geeft recht op een beroep. Als men de beslissing heeft en men in beroep kan gaan, kan men ook het dossier verifiëren en consulteren. Als de verdediging dat niet heeft gedaan, heeft ze geen argument", stelde advocate Ornella Ciccarone.

    Cohen reageerde door te herhalen dat hij het rapport niet gekregen had. Het advies van psychiater Leistedt werd voor zijn cliënt namelijk niet gevolgd, waardoor er nooit een onderhoud is geweest over het dossier. Paci beschikt daarentegen wel over het rapport over Abdeslam, omdat zijn regime werd verlengd na zijn verblijf in een Franse gevangenis. "We moeten pleiten op basis van het expertenrapport, dus daarom heb ik een kopie gekregen", legde ze uit.
  • Abrini stelt vragen bij psychiatrische expertise: "Ik was er op dat moment slecht aan toe"

    Mohamed Abrini heeft het woord gevraagd om vraagtekens te plaatsen bij de expertise die psychiater Samuel Leistedt in 2022 uitgevoerd had. "Iemand die mij vijf minuten ziet en zegt: 'hij is zo en zo en zo', dat heeft voor mij geen enkele waarde. Ik zeg dat zelfs niet om mij te verdedigen. Ik ben schuldig, dat verstop ik niet."

    Dinsdagnamiddag zetten een psycholoog en twee psychiaters hun expertise uiteen over de beschuldigden Mohamed Abrini, Ali El Haddad Asufi, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. Ze onderzochten de vier beschuldigden een eerste keer in 2016 en een tweede keer in 2022, op vraag van het hof, onder meer om te bepalen of de beschuldigden in staat zijn om hun proces bij te wonen. 

    Bij Mohamed Abrini merkten ze een persoonlijkheidsstoornis van het type cluster B op, zoals die beschreven wordt in het gehanteerde classificatiesysteem voor psychische aandoeningen, de DSM-5. Cluster B wordt gekenmerkt door theatraal, emotioneel of grillig gedrag. Meer specifiek stelden de experts narcistische elementen vast. Abrini vertoont volgens de expertise een verhoogd risico op radicalisme en geweld en op recidive. Tussen 2016 en 2022 zijn zijn radicale gedrag en woede bovendien toegenomen, aldus Leistedt dinsdag.

    Abrini vroeg dinsdagavond al het woord om een commentaar te geven op de expertise, maar door het late uur kwam hij daar toch op terug. Woensdag deed hij dan toch zijn zegje doen. "Vijf jaar lang heb ik psychiaters en psychologen gesproken en dat waren steeds dezelfde personen. Ik had graag gehad dat de mensen die ik regelmatig heb gezien, en niet iemand die ik maar vijf minuten heb gezien, hier uitleg kwam geven. Het brein is toch iets complex", verzuchtte hij. 

    Abrini trekt dan ook de conclusie van de expertise in twijfel. "Hij zegt dat ik antisociaal ben, een psychopaat, weet ik het", zei hij wegwuivend. "Ik heb hem in totaal één uur gezien, denk ik, en het is waar dat er op dat moment slecht aan toe was", vervolgde hij. "Ik kwam toen net terug van Parijs (waar hij opgesloten zat in afwachting van het proces over de aanslagen van 13 november 2015, red.). Ik heb vijf jaar lang gewerkt om bepaalde rechten te verkrijgen en toen ik terugkwam, verloor ik die allemaal", gaf hij als verklaring voor de woede waarover Leistedt sprak. "Ik heb mijn advocaten twee weken niet kunnen spreken. Men plaatste me in extreem strenge omstandigheden."
  • Moraliteitsgetuigen El Haddad Asufi, El Makhoukhi, Bayingana Muhirwa komen aan bod

    Na een valse start vorige week duikt het assisenproces over de aanslagen maandag volledig in de moraliteitsgetuigenissen. Dan komen een ex-vriendin en collega's van Ali El Haddad Asufi, familieleden van Bilal El Makhoukhi, en familieleden van Hervé Bayingana Muhirwa aan het woord.

    Vorige week dinsdag hadden de moeder, vader en zus van beschuldigde Oussama Atar gehoord moeten worden. De moraliteitsgetuigen hadden zich echter ziek gemeld. Atar, het vermoedelijke brein achter de aanslagen in Zaventem en Maalbeek, is naar alle waarschijnlijkheid omgekomen in Syrië. Omdat daar geen bewijs voor is, staat hij bij verstek terecht op het proces.

    De dag erop werden de zus, twee broers en een jeugdvriend van Ali El Haddad Asufi gehoord. Woensdag stonden ook de moraliteitsgetuigenissen van vrienden, de ex-verloofde, en familieleden van Mohamed Abrini op het programma. Zijn vrienden kwamen niet opdagen. Zijn ex-verloofde diende een medisch attest in, omdat ze mentaal niet in staat was te getuigen. Omdat de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie niet verzaken aan haar getuigenis, bekijkt het hof maandag of een bevel tot medebrenging nodig is.

    El Makhoukhi, gaf net als Mohamed Abrini en Sofien Ayari, aan dat hij niet wil dat zijn familie voor hem komt getuigen. De vraag blijft of zijn familieleden zullen opdagen. De opgeroepen familieleden van Abrini hadden maandag al in een e-mail laten weten dat ze niet zouden getuigen, omdat dat hen te zwaar zou vallen.
  • Ex-verloofde van Abrini zal niet getuigen

    De ex-verloofde van Mohamed Abrini zal niet getuigen op het proces. De vrouw was vorige week woensdag, net als de familieleden van Abrini, opgeroepen als moraliteitsgetuige, maar kwam niet opdagen: ze diende een medisch attest in, omdat ze mentaal niet in staat was te getuigen. Aanvankelijk wilden burgerlijke partijen en het openbaar ministerie niet verzaken aan haar getuigenis, maar maandag deden ze dat uiteindelijk toch, zodat het hof niet moest beslissen over een bevel tot medebrenging.

    Abrini en de vrouw vormden sinds 2007 een koppel. Ze zouden in februari 2016 trouwen. Op 13 november 2015, de dag van de aanslagen in Parijs, tekenden ze een huurcontract, maar de dag erna verdween Abrini. Op 31 maart 2016, toen hij na de aanslagen in België op de vlucht was, ontmoette hij via een tussenpersoon zijn ex-verloofde in een park. Zij zou hem hebben aangeraden naar de politie te stappen.

    Abrini ziet zijn ex-verloofde liever niet getuigen, gaf hij woensdag aan op vraag van Laurence Massart, voorzitster van het hof. "Ze heeft ook heel moeilijke dingen meegemaakt. Ik weet dat het mentaal gezien niet goed met haar gaat. Het is ingewikkeld. We hadden plannen om te trouwen en haar wereld is ingestort." Abrini voegde toe dat de vrouw later getrouwd is en dat haar echtgenoot overleden is. "Ze is depressief en heeft veel gezondheidsproblemen."

    De beschuldigde zei nog te weten waarom het parket haar wil horen. "Voor de berichten. U kunt erover praten, maar ik denk niet dat haar getuigenis iets zal veranderen." Hij leek zo te verwijzen naar berichten die hij haar stuurde in 2014, waarin hij volgens de akte van beschuldiging steeds radicaler werd. Zo zou hij van haar geëist hebben dat ze een sluier droeg en haar verteld hebben dat hij zou vechten om de zaak te verdedigen.
  • Advocaat El Haddad Asufi: "Tarmac was echte gruyère"

    Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 hebben de advocaten van beschuldigde Ali El Haddad Asufi maandag willen aantonen dat hun cliënt, als die dat gewild zou hebben, zomaar een terreurcommando op het tarmac had kunnen binnenloodsen. "Het tarmac was een echte gruyère", zei advocaat Jonathan De Taye, nadat twee verantwoordelijken waren gehoord van El Haddad Asufi's voormalige werkgever, cateringbedrijf LSG Sky Chefs. Dat hij dat niet heeft gedaan, toont volgens De Taye aan dat hij "niet de bloeddorstige gek" is waarvoor ze hem willen laten doorgaan.

    De gewezen oversten van El Haddad Asufi getuigden maandagvoormiddag dat hij als chauffeur actief was voor het bedrijf en de vliegtuigen als dusdanig bevoorraade met maaltijden. El Haddad Asufi, die ze omschreven als "joviaal", werkte een tweetal jaar op interimbasis voor het bedrijf, maar toen hij een vast contract kreeg ontstonden wel "kleine problemen". Hij was vaker afwezig en kwam dikwijls te laat. "Helaas is het iets dat wel meer gebeurt als iemand een vast contract krijgt", klonk het. 
    De verantwoordelijken kregen nadien verschillende vragen over de veiligheidsprocedures bij het bedrijf. De verdediging had eerder al gesuggereerd dat El Haddad Asufi een wapen of zelfs mensen tot het tarmac kon smokkelen, als hij dat zou gewild hebben, maar dat hij dat niet deed en dat dat bewijst dat hij geen terrorist is. 

    De verantwoordelijken gaven uitleg over de verschillende veiligheidsbadges die de werknemers nodig hadden, over de willekeurige controles in het bedrijfsgebouw zelf, over de metaaldetector om zich van de bedrijfszone naar het tarmac te begeven en over de verzegeling van de lading van de vrachtwagens. Toen een jurylid vroeg of het mogelijk was om iemand het tarmac op te smokkelen, klonk het ontkennend, waarop De Taye riep dat de getuigen onder eed staan. 
    Toen het aan de beurt was van De Taye om vragen te stellen en hij hen uithoorde over de procedures, vroeg voorzitster Laurence Massart waarom dit allemaal relevant was, aangezien dergelijke feiten hem niet ten laste worden gelegd. De Taye antwoordde dat het een "alternatief verhaal" was en zijn waarde had als "element à decharge". 

    Zijn confrater, Jean-Christophe De Block, schetste een hypothetische situatie waarin een chauffeur een granaat zou binnensmokkelen in het gebouw van LSG Sky Chefs, die in een vrachtwagen zou verbergen alvorens die te verzegelen, en vervolgens de metaaldetector aan het tarmac zou passeren. De verantwoordelijken, die hadden aangegeven dat de vrachtwagens voor verzegeling slechts door een enkele vliegtuigmaatschappij gecontroleerd werden, ontkenden niet uitdrukkelijk dat dat mogelijk was en antwoordden enkel dat het "een hypothese" was. Eerder hadden ze wel op een andere vraag al geantwoord dat de chauffeurs nooit bij het begin van hun werkdag zicht hadden op welke maatschappijen ze precies gingen bedienen. 

    El Haddad Asufi vroeg nog of het als chauffeur mogelijk was om de loods van LSG Sky Chefs te verlaten zonder de vrachtwagen goed te verzegelen, vervolgens iemand op te pikken en zo tot het tarmac te rijden. "Het is plausibel", antwoordde een van de verantwoordelijken, die wel opmerkte dat er prikkeldraad rond het terrein stond en er camera's hingen. Volgens El Haddad Asufi was er niettemin nog een slagboom die zonder veiligheidsbadge openging en waar louter bijstond dat het verboden was om het privéterrein te betreden. 

    In een commentaar vroeg federaal procureur Bernard Michel zich af waarom de verdediging zoveel tijd stak in het aantonen dat de veiligheidsprocedures mogelijk tekortschoten. De Taye van zijn kant merkte op dat El Haddad Asufi terechtstaat voor terrorisme en voerde aan dat Ibrahim El Bakraoui hem had kunnen vragen om hem naar het tarmac te brengen. "Het tarmac was een echte gruyère. Uiteraard zal meneer die hier naast zijn baas komt getuigen, dat niet toegeven. Maar als El Haddad Asufi echt de bloeddorstige gek was waarvoor ze hem hier willen laten doorgaan, dan had hij een commando naar de luchthaven kunnen brengen", zei De Taye.
  • Voorzitster wil in eerste week van juli zaak in beraad nemen

    Voorzitster van het hof Laurence Massart wil in de eerste week van juli de debatten afronden van het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 en de zaak in beraad nemen. Dat heeft de voorzitster maandag bekendgemaakt.

    Massart maakte bij de hervatting van de zitting maandagmiddag de planning bekend voor de komende weken. Van dinsdag 30 mei tot en met dinsdag 6 juni krijgt het federaal parket tijd voor zijn requisitoir. Daarna is het aan de burgerlijke partijen, van woensdag 7 juni tot en met woensdag 14 juni. Van donderdag 15 juni tot en met donderdag 29 juni tot slot is het aan de advocaten van de verdediging. De eerste week van juli trekt de voorzitster uit voor de replieken en eventuele laatste woorden. 

    Zoals de voorbije maanden zal op vrijdag niet gezeteld worden, tenzij het programma vertraging oploopt. De voorzitster zei dat het haar vaste voornemen is om in de eerste week van juli tot de finish te gaan en de zaak in beraad te nemen.
  • Bayingana Muhirwa vond rust na bekering tot islam, zegt familie

    Dankzij de islam heeft beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa rust gevonden. Dat hebben zijn familieleden, die als moraliteitsgetuigen opgeroepen zijn, maandag gezegd op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.
    De moeder, broers en oom van Bayingana Muhirwa schetsten zijn levensloop, die getekend is door de genocide in Rwanda, de moord op zijn vader voorafgaand aan de genocide en het verlies van zijn jongste broer in België. "Men kan niet onverschillig blijven als je zoveel doden ziet, als je een vader ziet vertrekken, maar niet ziet terugkomen", zei zijn oudere broer. "We steunden elkaar. Dat is de enige manier om vooruit te komen in moeilijke tijden. Zo is het ook met wat er nu met Hervé gebeurt", zei hij nog.

    Dat Bayingana Muhirwa zich bekeerd had tot de islam, werd in het protestantste gezin op ongeloof onthaald door zijn moeder en op nieuwsgierigheid door zijn jongere broer. "Ik vroeg hem waarom hij moslim geworden was. Hij antwoordde dat hij vond dat de islam zin gaf aan zijn leven, dat hij rust gevonden had", vertelde de man. 

    In een gesprek met zijn moeder veroordeelde de beschuldigde de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs. "Degenen die dit hebben gedaan, zijn geen echte moslims, zei hij. Het stelde me gerust om te weten dat hij niet akkoord ging met zoiets radicaals", vertelde de vrouw. "Mijn kinderen hebben nooit begrepen waarom sommigen zijn gaan moorden", vervolgde ze, verwijzend naar zowel de genocide in Rwanda als de terreuraanslagen. 

    "Ik begrijp het lijden van de slachtoffers. Ik sta van ganser harte achter hen", zei ze nog zichtbaar geëmotioneerd. "De slachtoffers horen u, mevrouw", verzekerde de voorzitster van het hof, Laurence Massart, haar.
  • "Niks, absoluut niks kan verklaren wat gebeurd is", zegt neef Bayingana Murhirwa

    "Niks, maar dan ook absoluut niks in het verleden van Hervé, in het gedrag dat hij had voor of na zijn bekering, in zijn persoonlijkheid, absoluut niks, niks, kan verklaren wat er gebeurd is, wat hij gedaan heeft." Dat heeft de neef van Hervé Bayingana Muhirwa benadrukt. De neef, die acht jaar ouder is dan Bayingana Muhirwa en de beschuldigde heeft zien opgroeien, scheen dinsdagochtend zijn licht op zijn kindertijd in Rwanda, zijn jeugd en gezinssituatie in België, en zijn bekering tot de islam als volwassene.

    Hij omschreef Bayingana Muhirwa als kalm en gereserveerd, evenwichtig en standvastig, hulpvaardig en een beetje naïef. Dat hij betrokken zou zijn bij de aanslagen op Zaventem en Maalbeek, kwam voor de neef als een donderslag bij heldere hemel. "Het begrijpen is moeilijk, en ik denk dat het nog moeilijker is om uit te leggen waarom ik het niet begrijp", legde hij uit op vraag van Vincent Lurquin, de advocaat van Bayingana Muhirwa. "Hervé is geen kleine delinquent. Als iemand eerst een kleine delinquent is en dan een grote delinquent wordt, dat is makkelijk te begrijpen. Als iemand ontworteld is en daarom in grote problemen komt, dat verklaart zichzelf", legde de man uit. Maar dat was helemaal niet het geval bij zijn neef, liet de man uitschijnen.

    "Misschien kan je nooit iemand echt kennen, dat kan ook. Maar wat betreft de manier waarop ik met hem geleefd heb, zijn familiale situatie, zijn gedrag - en ik val in herhaling - zie ik absoluut niks om dat te verklaren. Zoals ik zei, begrijp ik het tot op de dag van vandaag niet", besloot hij.
  • Dominee barst in tranen uit voor assisenhof: "Hervé maakte inschattingsfouten" 

    Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 is een dominee van een protestantste kerk in Brussel, die dichtbij de familie staat van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa, in tranen uitgebarsten toen hij het hof vroeg om "genade" te hebben. Volgens hem maakte Bayingana Muhirwa door zijn voorgeschiedenis, met de Rwandese genocide die zijn familie overleefde, "inschattingsfouten".

    Dinsdagochtend stond de zitting in het teken van de moraliteitsgetuigen van Bayingana Muhirwa. Een dominee van een protestantste kerk in Brussel, die de familie van de beschuldigde goed kent en zelfs twee jaar lang hun buur was, getuigde dat hij vanuit zijn job vaak werkt met Rwandezen die getraumatiseerd zijn door de genocide in 1994. Hij leerde de signalen herkennen van trauma's waarvan ze zich vaak zelf niet bewust zijn, en zei dat velen hun traumatische herinneringen onderdrukken. Ze zoeken ook andere milieus op dan de Rwandese. Daar laat hun inschattingsvermogen hen vaak in de steek. "Dat is ook het geval bij Hervé en veel van zijn familieleden", zei de man. 

    De dominee getuigde dat hij vaak jongeren begeleidt, maar dat hij daarbij de nadruk legt op jongeren met problemen, zoals jongeren die afhaken op school. Dat was niet het geval bij Bayingana Muhirwa. Er speelden wel een aantal "sociale omstandigheden", verklaarde de dominee. Bayingana Muhirwa verloor zijn vader in 1990, in de aanloop naar de genocide in Rwanda. Hij verbleef tijdens de genocide in Oeganda en kwam in 1998 naar België. Later, toen hij al bekeerd was tot de islam, verloor hij ook zijn jongste broer. "Maar uiteraard rechtvaardigen die omstandigheden niet om aanslagen te plegen", besloot de man.

    De man is ervan overtuigd dat alles anders zou gelopen zijn, mocht Bayingana Muhirwa niet in Sint-Jans-Molenbeek of Neder-Over-Heembeek zijn opgegroeid en mocht hij daar niet de verkeerde personen hebben ontmoet. "Het is geweten dat haatpredikers naar sommige plaatsen trekken, omdat ze er kunnen teren op armoede. Ik wil van hem geen slachtoffer maken. Maar de omstandigheden maken dat hij fouten beging", zei de dominee.

    Op het einde van zijn getuigenis las de man een boodschap voor die hij voorbereid had. Hij toonde daarin zijn medeleven met de slachtoffers, zei dat hij zich "schaarde aan hun zijde". Maar ook zei hij aan het hof dat rechtvaardigheid gepaard moet gaan met "genade". Hij vroeg om rekening te houden met het lijden van jongeren als Bayingana Muhirwa, waarna hij in tranen uitbarstte. De dominee zei dat die omstandigheden ertoe geleid hebben dat hij "inschattingsfouten" maakte. Maar een publiek gevaar is hij niet, klonk het. "Het zou onrechtvaardig zijn om hem het gewicht van de aanslagen te laten dragen", zei hij. 

    Een bijzitter stelde hem vervolgens de vraag of Bayingana Muhirwa hem zelf had toevertrouwd dat hij inschattingsfouten had gemaakt of dat dat zijn persoonlijke overtuiging was. "Ik heb hem niet meer bezocht in de gevangenis. Ik wou het wel, maar het is er niet van gekomen", antwoordde de man.
  • Nederlandse vader en zoon uit wapendossier ontkennen dat ze El Haddad Asufi kennen

    Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 hebben vader en zoon V.G., twee Nederlanders die in verband gebracht werden met het leveren van wapens aan de terreurcel voor de aanslagen in Parijs, dinsdag getuigd dat ze beschuldigde Ali El Haddad Asufi nooit hebben gezien. Ze hebben ook ontkend zelf iets te maken te hebben met wapentrafiek.

    Zoon Rick (35) en vader Richard V.G. (62) stapten dinsdagmiddag nonchalant de zaal binnen. De vader was daarbij zelfs zachtjes aan het fluiten. "Ik weet begot niet waar het hier over gaat", zei de zoon, toen de voorzitster hem vroeg of hij een familieband had met een van de beschuldigden. Nadat de twee Rotterdammers zichzelf hadden voorgesteld, kwam voorzitster Laurence Massart meteen to the point. "Kent u Ali El Haddad Asufi?", vroeg ze. "Nee", zei de ene. "Nooit gezien", antwoordde de andere. "Ik steek er mijn hand voor in het vuur", zei vader Richard. 

    De vader kreeg vervolgens de vraag of hij woonde op een adres dat El Haddad Asufi op 28 november 2015, kort voor de aanslagen in Parijs, had ingevoerd in zijn gps. "Nee, daar heb ik kantoor", antwoordde die. Hij zei dat ernaast wel een "Marokkanenkroeg" lag. "Maar dat heb ik allemaal al twee jaar geleden in Parijs uitgelegd (op het assisenproces over de aanslagen van 13 november 2015, red.)."
    Federaal procureur Bernard Michel vroeg aan zoon Rick of die Servische vrienden had. "Ik heb overal vrienden. Rotterdam is multicultureel", klonk het. Kende hij een zekere Reda Kriket of Anis Bahri? "Nee", klonk het alweer. 

    In zijn commentaar verduidelijkte de procureur achteraf dat bij de arrestatie van Kriket in zijn broekzak een briefje gevonden werd met daarop de naam 'Rick', tussen haakjes 'Serviër', en een nummer dat door de politie aan Rick V.G. gelinkt werd. Bij Kriket en Bahri, die deel uitmaakten van de terreurcel in het Franse Argenteuil die in de nasleep van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek opgerold werd, werd een groot arsenaal aan wapens, explosieven en munitie gevonden. De procureur trok een parallel tussen die terreurcel en de cel in Brussel, en voerde aan dat die cel de "broers in Frankrijk" waren waarnaar kamikaze Najim Laachraoui verwees in een audioboodschap. 
    Aan vader Richard vroeg de procureur nog om te bevestigen dat hij zich in Ecuador bevond ten tijde van de aanslagen in Parijs, zoals hij verklaard had in Parijs. "Elk jaar ga ik drie maanden naar Ecuador", antwoordde hij. "We kunnen gerust zijn dat het niet is om een cocaïnetrafiek te regelen?", vroeg de procureur. "Waarom zit ik eigenlijk hier?", vroeg de vader, die als getuige verhoord werd. "Ik heb daar een dochter wonen."

    Zoon Rick ontkende vervolgens dat hij woonde op een tweede adres dat gevonden werd in de gps van El Haddad Asufi. De advocaat van El Haddad Asufi, Jonathan De Taye, wou nog weten of ze bekendstaan als leveranciers van oorlogswapens in het milieu van het grootbanditisme in Nederland. "Wij? Nee", antwoordde zoon Rick. 

    Toen De Taye de vader vroeg of hij misschien bekendstond voor een veroordeling wegens verboden wapenbezit, antwoordde die dat hij twee keer neergeschoten werd. Eén keer was in een bar in de jaren tachtig, een andere keer door de politie toen die hem als ex-militair beledigd zou hebben. De Taye verontschuldigde zich met een kwinkslag dat ze dan voor niets opgeroepen zijn om te komen getuigen, waarna hij in zijn commentaar felle kritiek uitte, omdat zijn cliënt er volgens hem onterecht van beschuldigd wordt dat hij hielp zoeken naar wapens voor de terreurcel. El Haddad Asufi heeft altijd volgehouden dat hij die dag cannabis ging kopen in Rotterdam. 
    De twee Nederlanders verlieten de zaal op gelijkaardige manier als ze gekomen waren. Vader Richard stak zijn duim op naar de advocaat van El Haddad Asufi, waarna hij zachtjes fluitend de zaal verliet.
  • Abdeslam is "geen ernstig zieke, pervert, psychopaat", zegt Parijse psychiater

    Beschuldigde Salah Abdeslam is "geen ernstig zieke, geen grote pervert en geen grote psychopaat" met een onwrikbare overtuiging. Dat heeft de Franse psychiater Daniel Zagury dinsdag verklaard op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Evenmin heeft hij een fragiele, kwetsbare persoonlijkheid. Eerder zit hij ergens tussen die twee uitersten in. "Hij heeft zelf de keuze gemaakt te ontmenselijken in een project van massamoord", stelt de psychiater, maar "de systematische mens heeft de mens niet helemaal doen verdwijnen".

    In het kader van het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs hadden Zagury en zijn collega Bernard Ballivet in 2021 een 2,5 uur durend gesprek met Abdeslam in de gevangenis van Fleury-Mérogis. In dat gesprek toonde hij zich bezorgd om over zichzelf te spreken, twijfelachtig over wat hij wel en niet wou vertellen. Hij aanvaardde de expertise om een bepaalde complexiteit en menselijkheid aan te tonen, om niet verward te worden met het beeld dat van hem werd opgehangen in de pers.

    Dinsdag lichtte de Parijse psychiater zijn bevindingen toe voor het assisenhof. Radicalisering noemde hij "een programma dat voor jou denkt": het voorziet antwoorden op alle vragen, het geeft zin aan het leven, maar ook aan de dood. "Bij radicalisering worden zeer verschillende persoonlijkheden gerekruteerd. Na de radicalisering zijn ze allemaal dezelfde, qua overtuigingen, gedrag en uitspraken", legde Zagury uit. Hij vergeleek geradicaliseerden dan ook met papegaaien, want "als je hen een vraag stelt, weet je al wat het antwoord zal zijn".

    Hoewel Abdeslam volgens de psychiater alle regels van het islamisme zonder nuance toepaste en getuigde van een totaal engagement voor de terreurgroep Islamitische Staat, hadden de psychiaters "niet de indruk tegenover een papegaai te zitten die zijn litanie opzei", zei Zagury. "We hadden de indruk dat hij - en dat is een term die we veel gebruikt hebben - een schommeling vertoonde."

    Zo stelde Abdeslam enerzijds dat hij "niet ongevoelig" was voor het lijden van de families van de slachtoffers, maar anderzijds zag hij de slachtoffers als "het gevolg van een eerste kwaad van het Franse leger" en zichzelf als "een soldaat van de Islamitische Staat", zei Zagury. Bovendien voelde hij de nood "te herhalen dat hij niemand gedood heeft, dat hij geen bloed aan zijn handen heeft". De psychiater zag op het proces in Parijs twee verschillende mannen: een die zijn daden opeiste en een andere die vriendelijk antwoordt op de vragen en meewerkt. 

    "Is hij A of is hij B? Hij is beide", besloot Zagury. Abdeslam staat zijns inziens dan ook voor de keuze "om opnieuw de kleine jongen uit Molenbeek worden, niet beter of slechter dan een andere, ofwel een soldaat van God te blijven", besloot de psychiater.
  • "Alleen een blinde ziet mijn evolutie niet", zegt Abdeslam

    "Op dit proces heb ik respect getoond voor de slachtoffers en het assisenhof, heb ik deelgenomen en vragen beantwoord. Alleen een blinde ziet die evolutie niet." Dat heeft beschuldigde Salah Abdeslam dinsdagavond voor het assisenhof verklaard op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

    Als enige overlevende van het commando van de terreurgroep Islamitische Staat (IS), dat op 13 november 2015 in Parijs en Saint-Denis 130 mensen doodde en honderden slachtoffers maakte, werd Abdeslam in juni door het speciale hof van assisen in Parijs veroordeeld tot een levenslange celstraf, zonder de mogelijkheid om ooit nog vrij te komen. Zelf voert hij aan dat hij zijn bommengordel niet heeft laten ontploffen en zelfs onschadelijk heeft gemaakt. Verder houdt hij vol dat hij met de aanslagen in Zaventem en Maalbeek niks te maken had, omdat hij op 18 maart 2016 al gearresteerd werd in Sint-Jans-Molenbeek. 

    Nadat de Franse psychiater Daniel Zagury dinsdag voor het assisenhof de expertise uiteengezet had die hij bij Abdeslam uitvoerde voor het proces in Parijs, vroeg de beschuldigde zelf het woord. "Wat is het verschil tussen ervan afzien een aanslag te plegen en een bommengordel achter te laten die zou kunnen ontploffen enerzijds en ervan afzien een aanslag te plegen en ervoor zorgen dat de bommengordel niet meer kan ontploffen anderzijds? Hoe kan die laatst attitude psychisch verklaard worden?" Dat getuigt van een andere geestestoestand, bevestigde de psychiater. "Het is een extra stap in de overtuiging niet te willen sterven, niet te willen doden." 

    In een commentaar haalde federaal procureur Paule Somers aan dat de batterij van de bommengordel nooit gevonden werd en dat uit een expertise bleek dat de bommengordel defect was. "Het parket gebruikt elementen van het proces over de aanslagen in Parijs om mij te diaboliseren, om te zeggen dat ik geen menselijkheid heb", reageerde Abdeslam op zijn beurt. "Ik wist niet of de bommengordel werkte. Ik testte hem niet. Ik haalde alles eraf, opdat niemand gewond zou raken."

    Die evolutie - van een geradicaliseerde die erop gebrand is een zelfmoordaanslag te plegen naar iemand die ervan afziet dat te doen - heeft zich intussen verdergezet, leek hij in zijn volgende opmerkingen te suggereren. "Op dit proces heb ik respect getoond voor de slachtoffers en het assisenhof, heb ik deelgenomen en vragen beantwoord. Alleen een blinde ziet die evolutie niet", aldus Abdeslam. "Men kan zien dat ik aan een toekomst werk, ondanks de lijdensweg in Frankrijk en alles waarmee ik moet leren leven: ik verloor mijn broer, mijn familie is verwoest", vervolgde hij. "Desondanks vecht ik, probeer ik te vechten en zin te geven aan mijn leven, iets positiefs te doen. Het heeft geen zin mij te herinneren aan het monster dat ik niet ben. Hou op met mij te reduceren tot de verachtelijke persoon die ik niet ben."
  • Psycholoog: "Smail Farisi niet licht debiel, maar subdebiel"

    Smail Farisi heeft twee expertises ondergaan, een in 2017 en een in 2019, maar die zijn tot twee verschillende conclusies gekomen. Terwijl de twee psychiaters die de eerste expertise uitgevoerd hebben, geen spoor gevonden hebben van een mentale achterstand, heeft de psycholoog die de tweede expertise uitgevoerd heeft, een zekere "subdebiliteit" vastgesteld. Die laatste heeft woensdag op het proces uitleg verschaft bij die term. "Het is geen kwestie van debiliteit, zelfs niet van lichte debiliteit."

    Voorzitster Laurence Massart gaf psychiaters Noury Mrabet en Charles Gerard in 2022 opdracht om voor het assisenproces over de aanslagen in Brussel en Zaventem een expertise uit te voeren voor beschuldigde Smail Farisi. Die daagde daarvoor tweemaal niet op. De voorzitster vroeg de twee dan om verslag uit te brengen van een expertise uit 2017, toen de oudste van de broers-Farisi in de cel zat. 

    Mrabet en Gerard stelden bij Farisi kenmerken van een asociale persoonlijkheid vast, met een hang naar grensoverschrijdend gedrag, gelieerd aan zijn drank- en gokprobleem. Een asociale persoonlijkheid heeft hij niet, daarvoor voldoet hij aan onvoldoende criteria. Evenmin stelden de psychiaters een mentale achterstand vast. Volgens de twee was hij wilsbekwaam en vormde hij geen gevaar voor de maatschappij. 

    Farisi liet zich in 2019 onderzoeken door psychiater Jacques De Mol, op vraag van zijn toenmalige advocaat Sébastien Courtoy. Anders dan Mrabet en Gerald stelde die een zekere onvolwassenheid en naïviteit vast. Naast een rorschachtest legde hij Farisi ook een IQ-test voor. Hij scoorde daarop 75. "De ondergrens van normaliteit ligt op 80, daaronder spreekt men van een gelimiteerd intellectueel niveau", zei De Mol. Lager dan 65 spreekt men van debiliteit. "Het is geen kwestie van debiliteit, zelfs niet van lichte debiliteit. Subdebiliteit ligt tussen twee zones", aldus De Mol.
  • Noch psychische ziektes, noch mentale problemen bij Ayari en Krayem, zeggen psychiaters

    De beschuldigden Sofien Ayari en Osama Krayem kampen noch met psychische ziektes, noch met mentale problemen die hun beoordelingsvermogen of hun controle over hun daden vertroebelen. Dat hebben twee psychiaters woensdag verklaard op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

    De psychiaters Noury Mrabet en Charles Gérald spraken Ayari tweemaal: een eerste keer in 2016 en een tweede keer in 2022. Ayari ontkende de feiten niet, maar wijdde er niet over uit. Hij nam een defensieve houding aan, wat volgens de psychiaters niet ongewoon is in de context van een psychiatrisch onderzoek in de gevangenis. Hij gaf echter geen blijk van wantrouwen of vijandigheid. 
    Ayari vertoonde geen tekenen van mentale achterstand. Zowel op het moment van de feiten als op het moment van de expertise kampte hij noch met psychische ziektes noch met mentale problemen. Op basis daarvan, maar dan ook uitsluitend op basis van zijn psychische en mentale staat, is er geen risico op nieuwe inbreuken. Daarom raadden de psychiaters geen medische, psychologische of sociale behandeling aan.

    De psychiaters onderzochten Krayem slechts eenmaal, omdat hij een tweede expertise weigerde. In 2016 toonde Krayem zich onverschillig, gaf hij korte antwoorden en werkte hij beperkt mee. Daar stelde zijn advocate Gisèle Stuyck zich vragen bij. Zou die houding  niet te maken hebben gehad met de afwezigheid van zijn advocaat tijdens de expertise, het gebrek aan contact met zijn familie en het strenge gevangenisregime? "Ik had de indruk voor iemand te zitten die wantrouwig was, maar misschien kan zijn wantrouwen verklaard worden door die omstandigheden", bevestigde Gérard. 

    Krayem vertoonde geen tekenen van mentale achterstand, psychiatrische stoornissen of geestelijke onevenwichtigheid. Niks deed vermoeden dat hij niet in staat was situaties correct te beoordelen of zijn daden te beheersen. Wel stelden de psychiaters kenmerken van een paranoïde persoonlijkheid vast. Ter bescherming van de maatschappij was een passend sociaal kader aangeraden. Op vraag van een jurylid bevestigden de psychiaters dat er op basis van zijn mentale toestand geen risico is op nieuwe inbreuken.
  • Psychiaters zagen angstgevoelens en alcoholgebruik toenemen bij Ibrahim Farisi

    De psychiaters die beschuldigde Ibrahim Farisi in 2016 en 2022 onderzochten, hebben vastgesteld dat hij in die periode angstiger was geworden en meer begon te drinken. Hij beklaagde zich over een isolement en ergerde zich aan de vele politiecontroles na zijn vrijlating, getuigden psychiaters Noury Mrabet en Charles Gérard woensdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.
    De psychiaters onderzochten Ibrahim Farisi een eerste keer in 2016 toen hij nog in de cel zat. Een tweede keer zagen ze hem in 2022, nadat de voorzitster van het hof, Laurence Massart, voor het proces opdracht had gegeven voor een expertise. De psychiaters getuigden woensdag dat Farisi een halfuur te laat en beschonken opdaagde op die laatste afspraak. 

    Volgens de psychiaters beklaagde Farisi zich bij aankomst over de vele politiecontroles en gaf hij aan dat hij de maatregelen sinds zijn vrijlating excessief vond. Hij zei dat hij slechts zijn broer had geholpen om te verhuizen en snapte niet waarom hij zo aangepakt werd. Zijns inziens had hij enkel een rugzak (de rugzak met explosieven die beschuldigde Osama Krayem leegmaakte, nadat hij ervan afgezien had zich op te blazen op de metro) had doen verdwijnen. De psychiaters concludeerden dat Farisi noch met een psychische ziekte, noch met mentale problemen kampte waardoor zijn beoordelingsvermogen of zijn controle over zijn daden aangetast werd.

    Voorzitster Laurence Massart vroeg de psychiaters of ze Farise hadden zien veranderen tussen de twee expertises door. Een onderzoeksrechter had eerder op het proces al getuigd hoe ze hem had zien afglijden na zijn vrijlating. Op het proces verscheen de jongste van de broers-Farisi meermaals dronken en moest hij een paar keer de zaal uitgezet worden. 

    De psychiaters hadden niet meteen een antwoord klaar. Nadat hij een tijdje zijn nota's had nagekeken, antwoordde Mrabet dat Farisi meer angstgevoelens ontwikkeld had en meer was beginnen drinken. "Ibrahim Farisi beklaagde zich over een isolement en ergerde zich aan de vele politiecontroles. Hij was ook bang voor de afloop van het proces." 

    Xavier Carrette, de advocaat van Farisi, was wat geërgerd omdat de psychiaters zich krampachtig vasthielden aan hun nota's. "We gaan de psychiaters niet langer lastigvallen", zei hij toen de voorzitster hem vroeg of hij voor hen geen vragen had.
  • Directrice gevangenis Itter zou Abdeslam niet onder strengste regime geplaatst hebben

    De directrice van de gevangenis van Itter zou beschuldigde Salah Abdeslam persoonlijk niet onder het strengste gevangenisregime hebben geplaatst. Dat zei de vrouw, Vinciane Alexandre, woensdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Ze zou geopteerd hebben voor een regime met extra toezicht in vergelijking met dat voor klassieke gedetineerden. Maar vanuit haar hiërarchie kreeg ze andere instructies.

    Abdeslam kwam toe in de gevangenis van Itter midden juli vorig jaar, na zijn veroordeling in Frankrijk tot levenslang zonder de mogelijkheid ooit nog vrij te komen. Aanvankelijk was gepland dat hij twee maanden zou blijven, in afwachting van de start van het terreurproces over de aanslagen in Brussel en Zaventem in september. Maar de saga over de beschuldigdenbox maakte dat hij pas eind november overgebracht werd naar de gevangenis van Haren, vlak voor de start van het proces. 

    In die paar maanden stond Abdeslam onder het strengste regime. Hij mocht aan geen enkele gemeenschappelijke activiteit deelnemen, mocht niet samen met andere gedetineerden naar de gevangeniskoer en mocht geen bezoek ontvangen als er anderen in de zaal zaten. Ook had hij slechts beperkte toegang tot de telefoon. Abdeslam zat in een soort cachot, dat gewoonlijk werd gebruikt bij tuchtsancties of als een gedetineerde tegen zichzelf moest beschermd worden. In een andere cel kon hij contact hebben met andere gedetineerden. 
    Daarbovenop kwam er een extra toezicht: ieder kwartier, de klok rond, controleerden cipiers of Abdeslam nog in zijn cel zat en of hij nog ademde. Alexandre zei dat het een procedure is die zeer "indringend en storend is vanwege het lawaai". Telkens moet ook het licht aangestoken worden in de cel. Abdeslam kon één keer per dag een uur lang naar een speciale koer, met weinig licht, niet groter dan 25 vierkante meter, met een net boven en hoge muren. 

    "Ik zou dat niet hebben gedaan", zei Alexandre, die uitlegde dat zij geopteerd zou hebben voor extra toezicht, dat ze vervolgens geprobeerd zou hebben om af te bouwen. Ze getuigde dat ze een vertrouwensband opbouwde met de beschuldigde in de loop van de talrijke gesprekken die ze met hem had. Eerst gebeurde dat één keer per week, gedurende één tot anderhalf uur, daarna twee keer en nog later drie keer. Op basis daarvan werd het haar al snel duidelijk dat er geen suïciderisico was.

    De maatregelen werden opgelegd door de regionale en algemene directie van het gevangeniswezen, zei de getuige, die gehoord werd op vraag van de advocate van Salah Abdeslam, Delphine Paci. "Ze hebben me gevraagd om dat strenge regime voor te stellen", zei ze, waarna ze eraan toevoegde dat ze het toch ook "in principe" voorgesteld zou hebben. "Het was beslist, maar de procedure moest gerespecteerd worden?", vroeg de voorzitster van het hof, wat de gevangenisdirectrice bevestigde. 
    De directrice getuigde ook dat ze Abdeslam niet als gevaarlijk beschouwde, maar wel bezorgd was over de impact van zijn aanwezigheid in de gevangenis. "We wisten niet hoe de andere gedetineerden zouden reageren bij zijn aankomst. Het was geen gewone gedetineerde, maar iemand die enorm gemediatiseerd was."

    In Frankrijk was het regime niettemin nog strenger. Daar stond hij de hele tijd onder camerabewaking. Alexandre zei dat hij om die reden "opgelucht" was toen hij in België kwam. Ze getuigde ook dat hij zich "correct" opstelde in de gevangenis, "beleefd en respectvol" tegenover cipiers. "Op gegeven moment moest ik vaststellen dat hij een gevangene was als een ander, ondanks het gewicht van zijn mediatisering, veroordeling en het proces hier."
  • Broers-Farisi, Ayari en Krayem hebben "fragiele persoonlijkheden", zeggen psychiaters

    Ibrahim Farisi, Smail Farisi, Sofien Ayari en Osama Krayem beschikken over "fragiele persoonlijkheden", zeggen de psychiaters die hen onderzocht hebben voor het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Ze brengen de persoonlijkheden van de beschuldigden onder in de categorie borderline, een grenstoestand tussen neurose en psychose. Daarvoor verwijzen ze naar de impulsiviteit die ze in het verleden aan de dag hebben gelegd. Maar, benadrukken de psychiaters woensdag, "het is een persoonlijkheidskenmerk, geen mentale ziekte".

    Woensdagvoormiddag stelden de psychiaters Noury Mrabet en Charles Gérard hun expertises van de broers-Farisi, Ayari en Krayem voor. Op vraag van Jean-Paul Tieleman, een advocaat van de burgerlijke partijen, onthulden ze nog welke persoonlijkheidsprofielen ze de beschuldigden toeschreven. "Als je mensen in schuifjes wilt stoppen, zijn er persoonlijkheidsklassen", zei Mrabet. "Klinisch gezien" passen ze in de categorie borderline, klonk het.

    "Het zijn mensen die meer lijden, omdat ze een ideaal van zichzelf en een verwachting van hun geest hebben, die er in werkelijkheid niet zijn", legde Mrabet uit, toegespitst op broers-Farisi. "Het zijn per definitie fragiele persoonlijkheden, die angstig en impulsief kunnen zijn", vervolgde hij. "Ze kunnen heel moeilijk om met verlies. Ze kunnen hun toevlucht zoeken tot alcohol, drugs en gokken."

    De advocaten van Ayari wilden weten op welke elementen de psychiaters zich baseerden om de persoonlijkheid van hun cliënt onder te brengen in de categorie borderline. "Dat je dergelijke daden stelt, dat je alles laat vallen om ergens naartoe te trekken voor de zaak, zij het Syrië, zij het elders, dat je je familie achterlaat zonder nieuws, getuigt van een precair evenwicht, een impulsiviteit", legde Mrabet uit. "Met het risico dat ik in herhaling val", zei Mrabet over Krayem, "maar dit is een persoon die gestudeerd heeft, die zijn familie achterlaat: dat wijst op een grenstoestand, het getuigt toch van impulsiviteit."
  • Verdediging El Makhoukhi gaat herkwalificatie naar oorlogsmisdaden vragen

    De verdediging van Bilal El Makhoukhi zal tijdens haar pleidooien een herkwalificatie vragen naar oorlogsmisdaden. Dat heeft advocaat Nicolas Cohen aangekondigd. Hij haalde eerder al aan dat zijn cliënt in Syrië deel uitmaakte van een oorlogssituatie. El Makhoukhi is net als de andere beschuldigden (buiten Ibrahim Farisi) in verdenking gesteld voor moord in terroristische context, poging tot moord in terroristische context en deelname aan een terroristische organisatie. Bij zijn ondervraging in april gaf hij toe dat hij verantwoordelijk was voor de feiten die geleid hebben tot de aanslagen in Maalbeek en Brussels Airport, en dat hij deelnam aan de activiteiten van een terroristische groep.

    De verdediging van El Makhoukhi insinueert al langer dat ze zich zou beroepen op het internationaal recht om haar cliënt te verdedigen. Zo verwees Cohen al naar het feit dat Islamitische Staat, de groep die El Makhoukhi vervoegde in Syrië, ook handelde binnen de context van de Syrische burgeroorlog en dus een strijdende partij was. Ook hamerde de verdediging vaak op het feit dat de gewelddaden van IS plaatsvonden in een geopolitieke context, waarin ook het Syrische regime en de internationale coalitie tegen IS slachtoffers maakten.

    Donderdag aan het begin van de zitting legde Cohen een reeks documenten neer gelinkt aan "artikel 136 en verder" van het strafwetboek, over misdaden tegen de mensheid en terroristische misdrijven. Hij legde uit dat hij tijdens zijn pleidooien volgende maand een herkwalificatie zal vragen naar oorlogsmisdaden.

    Eerder werd al gealludeerd op artikel 141bis, die een uitzondering creëert voor het toepassingsgebied van de wet betreffende terroristische misdrijven "op handelingen van strijdkrachten tijdens een gewapend conflict als gedefinieerd in en onderworpen aan het internationaal humanitair recht". Hij had ook gevraagd om experts internationaal recht te horen als getuigen in het proces, maar dat werd geweigerd.
  • Broer van Sofien Ayari: "We dachten dat hij dood was"

    De oudere broer van Sofien Ayari heeft getuigd dat hij zijn familie in het ongewisse liet over zijn plannen om naar Syrië te trekken. Toen hij in Syrië zat was er sporadisch contact, maar dat viel weg ten tijde van de aanslagen in Brussel en Parijs. De broer was de enige van de Tunesische familie die als moraliteitsgetuige op het proces kwam getuigen. Andere familieleden konden niet naar België afreizen, omdat ze problemen ondervonden met hun papieren, maar de op een na oudste van het gezin van vier kinderen woont in Zwitserland en had die problemen dus niet. 

    De 35-jarige man hing een positief beeld op van zijn jongere broer: "Hij was altijd vriendelijk, altijd daar om ons of anderen te helpen, iedereen hield van hem", klonk het. Pas vorig jaar zag hij zijn broer terug in de gevangenis, nadat hij hem een zevental jaar niet gezien had. "Mijn broer is mijn alles", antwoordde hij, toen hem gevraagd werd hoe dat weerzien verliep. Hij zei ook dat zijn broer niet veranderd was tegenover vroeger, nog steeds voortdurend wou lachen. 

    Volgens de man had zijn broer hem nooit in vertrouwen genomen over zijn plannen om naar Syrië te trekken. Toen hij hoorde dat zijn broer in Syrië zat, was hij naar eigen zeggen "geshockeerd". Voorzitster Laurence Massart wou weten of hij ook eraan gedacht had om naar Syrië te gaan. "Nee. En er werd daarover niet gepraat in de familie. Ook niet onder vrienden. Ik weet niet waarom hij wel. Misschien wou hij ons beschermen en vertelde hij daarom niks." Een verklaring voor het vertrek van zijn jongere broer van Tunesië naar Syrië kon de man niet geven. "Hij wilde misschien de mensen helpen, ze werden gebombardeerd, maar meer weet ik niet", zei hij. 

    Hij getuigde ook dat ze af en toe telefoneerden terwijl hij in Syrië zat, maar dat dat nooit diepgaande gesprekken waren en hoogstens een minuut of drie duurden. Toen Ayari in België verbleef, ten tijde van de aanslagen in Parijs en Brussel, vernamen ze niets meer van hem. "We dachten dat hij dood was", zei hij. 

    De advocaat van Ayari, Isa Gultaslar, vroeg hem om de voorgeschiedenis te schetsen van het vertrek van Ayari eind 2014 naar Syrië, met de Tunesische revolutie waarbij het regime van ex-president Zine El Abidine Ben Ali begin 2011 omvergeworpen werd. De oudere broer getuigde dat het onder zijn heerschappij niet mogelijk was om vrijuit te spreken of kritiek te uiten, en dat de jongeren in de volkswijk waar de familie op straat kwamen omdat ze verandering wilden. Bij een van zijn vragen zei Gultaslar dat de getuige vrijuit kon spreken, dat noch het regime van Ben Ali, noch het federaal parket zijn uitspraken tegen hem zou gebruiken. Federaal procureur Paule Somers viel daarop naar hem uit, omdat hij het parket in één adem noemde met het regime. 

    Opvallend nog was dat de man getuigde dat hij wel "dertig tot veertig keer" ondervraagd is in Tunesië. Afgelopen zomer nog, toen hij zijn familie thuis bezocht, zou de politie hem allerhande vragen zijn komen stellen. De voorzitster van het hof, Laurence Massart, verbaasde zich daarover, omdat de Tunesische autoriteiten geen van die ondervragingen hadden bezorgd, louter een kort verslag.
  • Leerkracht: "Ondanks vreselijke dingen, is Krayem iemand die veel menselijkheid heeft"

    "Abstractie gemaakt van de vreselijke dingen die hij gedaan heeft, is Osama Krayem iemand die veel menselijkheid heeft. Dat heb ik gezegd en dat bevestig ik," getuigde de gepensioneerde leraar die Krayem Frans en wiskunde onderwees in de gevangenis. De man gaf Krayem les van 2017 tot 2021, toen hij naar Frankrijk overgebracht werd voor het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, en zag hem in die periode 165 keer. Voor het assisenhof omschreef hij hem als intelligent en nieuwsgierig, maar ook als teruggetrokken en gevoelig voor het oordeel van anderen. 

    Op vraag van Jane Peissel, een advocate die Krayem verdedigde op het proces in Parijs, wijdde de man nog uit over wat hij daar verteld had. Hij bevestigde dat hij veel menselijkheid bespeurde in de beschuldigde en dat hij weigerde hem als een barbaar te zien. Toen de leraar hoorde over propagandavideo van de Islamitische Staat, waarin een Jordaanse piloot geëxecuteerd wordt en Krayem opduikt, was hij naar eigen zeggen verlamd. "Het was te verschrikkelijk. Ik wilde naar de gevangenis bellen om te zeggen dat ik ermee zou stoppen. Ik hief mijn arm op en ik trilde helemaal. Ik probeerde zelf in te schatten of het wel waar was, want ik mocht er met hem niet over praten. Ik dacht dat het mogelijk was dat het waar was, maar ik zei tegen mezelf: het heeft geen zin om te stoppen, we moeten vooruit."

    "Wat fundamenteel is voor hem, is het respect voor het gegeven woord", benadrukte de man nog. "Op een dag, waarop niks bijzonders was, zei hij: 'Het is een jaar geleden dat ik aan de gevangenisdirectie gezegd heb dat ze geen last zouden hebben met mij en ik heb mij aan mijn woord gehouden.'" Daar kwam de leraar later in zijn getuigenis nog op terug. "Misschien is de wil van God het enige wat nog boven een gegeven woord staat", zei hij overpeinzend. "Misschien moet ik het hem zelf vragen. Osama, als je op een dag zou ontdekken dat het de wil van een hoger wezen is dat je geen gewelddadige daden stelt, dat je niet deelneemt aan de Islamitische Staat, zou je dan je gegeven woord breken?" Krayem, die tijdens de getuigenis in de beschuldigdenbox was blijven zitten, hoorde de vraag, maar gaf geen antwoord.
  • Leerkracht Abrini: "Misschien anders gelopen als hij dieper in sportclub was doorgedrongen"

    Als Mohamed Abrini dieper was doorgedrongen in zijn voetbalclub, was zijn toekomst misschien wel helemaal anders geweest. Dat heeft een leerkracht van de lagere school van Abrini getuigd. "Wij kennen hem niet als de 'man met het hoedje', maar als een gelukkige jongen." Twee leerkrachten van Abrini van het bijzonder onderwijs, een man en een vrouw, werden opgeroepen als moraliteitsgetuigen en zij zijn de enigen die voor hem zijn komen getuigen. Een van hen gaf Abrini les tussen 1993 en 1995, toen hij 8 tot 11 jaar was en kampte met dyslexie en dysorthografie. Beiden zagen ze Abrini ook tot zijn 14 jaar tijdens activiteiten die op school werden georganiseerd. 

    "Ik herinner me hem als een vrolijk kind dat goed in zijn vel zat, dat rustig was en niet erg uitbundig. Hij viel niet op door zijn woorden, maar wel door zijn sportieve kwaliteiten", aldus de mannelijke leerkracht. De vrouw noemde hem aanhankelijk. "Hij had nood aan erkenning. Veel kinderen komen in onze school omdat ander onderwijs mislukt was, zijn sportieve kant heeft hem zelfvertrouwen gegeven." "Zijn vader volgde hem bij het voetbal", aldus de man ook. "Ik blijf ervan overtuigd dat zijn toekomst er anders kunnen uitzien als hij dieper in zijn club was doorgedrongen. Hij had talent."

    Na de vragen nam Abrini het woord. "Men had me namen gevraagd voor de moraliteit en ik had er geen. Toen men me zei dat het ook leerkrachten mochten zijn dacht ik meteen aan jullie", zei hij. "Ik heb door jullie veel geleerd en wil jullie bedanken. Het spijt me dat we elkaar in deze omstandigheden terugzien. De zaken zijn niet goed gelopen." De emotionele boodschap kwam hard aan bij de leerkrachten, de vrouw liet een traan.
  • Parket legt zich niet neer bij ziektebriefje familie Farisi

    Alle familieleden van de broers-Farisi hebben zich donderdag ziek gemeld om te komen getuigen op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016, maar het federaal parket nam daar geen genoegen mee. Federaal procureur Paule Somers vroeg om een controlearts te sturen.

    De ouders, twee zussen en broer van de broers-Farisi waren opgeroepen om donderdagmiddag te komen getuigen op het proces als moraliteitsgetuigen. Maar geen van hen bleek 's namiddags aanwezig. De voorzitster van het hof, Laurence Massart, las voor uit een brief die de familie had gestuurd. Daarin zeggen ze dat ze niet kunnen ingaan op de oproep om te komen getuigen. 

    Het federaal parket verzaakte aanvankelijk aan de getuigenis van de moeder, die ziek is. Daarop werd een van haar verhoren voorgelezen. Maar toen bleek dat de hele familie een ziektebriefje had ingediend, ondertekend door dezelfde dokter, vroeg federaal procureur Paule Somers aan de voorzitster om een wetsdokter te sturen voor de vader en de jongste zus, om te controleren of ze echt ziek zijn. Ze noemde hun getuigenis "cruciaal" voor de jury. 

    Xavier Carrette, advocaat van Ibrahim Farisi, bood vervolgens aan om het nummer van de vader te bezorgen, zodat de griffie hem gewoon kon contacteren. Uiteindelijk werd geopteerd om eerst op die manier de zaak te "deblokkeren". Het is nu afwachten wat de uitkomst is.
  • Psychologe omschrijft Smail Farisi als immatuur, maar wel intelligent

    Een psychologe die op hun vraag gedetineerden opvolgt in de gevangenis heeft beschuldigde Smail Farisi donderdag immatuur maar wel intelligent genoemd. "Hij trok zich via de literatuur terug in zijn eigen bubbel, om zichzelf beter te leren kennen", zei de psychologe tijdens haar getuigenis op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.

    De psychologe volgde Farisi sinds januari 2017, nadat hij sinds 2 augustus 2016 in de gevangenis van Marche-en-Famenne opgesloten was in een streng regime van isolement. Ze sprak Farisi twee tot drie keer per maand, tot december 2017. Daarna werd zijn  gevangenisregime versoepeld en werd hij overgebracht naar de gevangenis van Namen. Daar zag ze hem vier keer, tot hij werd vrijgelaten op 31 mei 2018. Na zijn vrijlating bleef Farisi de psychologe bezoeken in Dinant, maar de treinrit was erg kostelijk. Daarom werd gekozen om een psycholoog te zoeken in Brussel.

    Volgens de psychologe kon Farisi, die erg introvert en discreet was, zijn emoties niet goed onder woorden brengen. "Onze voornaamste taak was om wel te proberen die gevoelens uit te drukken en om betekenis te geven aan zijn leven, en om de dingen in perspectief te stellen. Dat is ook een manier om jezelf te ontwikkelen."

    Om zijn eenzame opsluiting in de gevangenis beter aan te kunnen, las Farisi veel, ook de klassiekers van onder meer Albert Camus en Franz Kafka. "Hij kon zo een bubbel vormen, die ook na zijn vrijlating belangrijk bleef, onder meer om zich te beschermen", aldus de psychologe. "Met de boeken kon hij bovendien de link leggen tussen zijn gevoelens en wat hij las. Zo kon hij zichzelf beter leren kennen." Over eventuele verslavingen aan drank en drugs werd niet gesproken in de gesprekken. 

    Ondanks het feit dat hij gestudeerd had, was het voor Farisi moeilijk om een baan te vinden. "Dat past misschien binnen een zekere immaturiteit. Om het volwassen leven het hoofd te bieden moet je verantwoordelijkheden nemen die niet altijd evident zijn", aldus de vrouw. "Hij moet het ook moeilijk hebben gehad om zich na zijn vrijlating aan te passen aan het echte leven."

    Volgens de psychologe kon dat gebrek aan maturiteit gelinkt ook worden aan een zeker naïviteit en moeilijkheden om beslissingen te nemen. Farisi had ook moeilijkheden om te anticiperen op de toekomst en zaken in perspectief te plaatsen. 
    Voorzitster Laurence Massart vroeg de psychologe ook wat zij verstaat onder 'subdebiliteit', een label dat een andere psycholoog op Farisi kleefde. "Ik vond niet dat hij niet intelligent was", aldus de vrouw, die vooral zei dat ze vindt dat men voorzichtig moet zijn met het toekennen van labels. "Misschien past die bubbel daar ook in, dat hij de buitenwereld niet helemaal ziet zoals hij echt is", zei ze. 
    Fabian Lauvaux, advocaat van Farisi, vroeg naar de oprechtheid van Farisi. "Die heb ik nooit in vraag gesteld. Ik doe dit werk al sinds 1999, mensen die willen manipuleren of doen alsof vallen snel door de mand."
  • El Makhoukhi is "te aardig" en "geen slecht persoon", zeggen ouders

    Nadat voorzitster Laurence Massart hen gevraagd had wat het assisenhof zou moeten onthouden van beschuldigde Bilal El Makhoukhi, hebben zijn ouders op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 het beeld van een barmhartige Samaritaan opgehangen. Ook twee broers van El Makhoukhi zijn donderdag opgeroepen als moraliteitsgetuigen, maar zij zijn niet komen opdagen.

    "Hij is te aardig", zei zijn moeder in tranen. Ze vertelde dat haar zoon de armen wilde helpen. Hij zou al zijn geld hebben weggegeven en kleren hebben ingezameld. Voor het gezin hoefde hij geen boodschappen te doen, maar toch werd hij gezien toen hij boodschappen deed voor de armen. "Hij is geen slecht persoon", zei zijn vader. De ouders, die een terneergeslagen indruk wekten, antwoordden donderdag in korte zinnen. "Het is zwaar voor ons allemaal."

    De voorzitster stelde de ouders van de beschuldigde vragen over zijn levensloop, voor hij in oktober 2012 naar Syrië trok. "Hij was een normaal kind. We hadden nooit problemen met hem", zei zijn vader. "Op school liep het moeilijk", vertelde zijn moeder. Toen hij nog schoolliep, kon hij zonder moeilijkheden een studentenjob vinden, maar later slaagde hij er niet in een baan te houden, wat zijn vader veel verdriet deed. 
    In oktober 2012 reisde El Makhoukhi met een vriend naar Syrië. De twee worden lid van de salafistische groepering Majlis Shura Mujahidin, die nauw verbonden is met Al Qaida en zal opgaan in Islamitische Staat. In 2013 raakt El Makhoukhi gewond aan zijn benen, waarop hij overgebracht wordt naar een gewondenkamp in Idlib en vervolgens naar een safehouse in Turkije. Omdat hij moet opgenomen worden in het ziekenhuis, keert hij met zijn moeder en broer terug naar België. 
    Hij was niet meer dezelfde, bevestigden beide ouders donderdag. "Iets dat hij daar gezien heeft, heeft hem veranderd", aldus zijn moeder.
  • Psychologe: Behoren tot een groep erg belangrijk voor Bayingana Muhirwa

    Hervé Bayingana Muhirwa is erg loyaal tegenover zijn vrienden en vindt het belangrijk om tot een groep te behoren. Dat heeft een psychologe die tot vandaag wekelijks met de beschuldigde praat, donderdag gezegd op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.
    De vrouw, die op hun vraag gedetineerden psychologisch begeleidt, werd opgeroepen als moraliteitsgetuige voor beschuldigde Smail Farisi. Bij het begin van haar getuigenis bleek echter dat ze ook beschuldigde Bayingana Muhirwa opvolgt. Het eerste contact vond plaats in september 2020, toen Bayingana Muhirwa in een normaal gevangenisregime in de gevangenis van Namen zat. Tot juli 2022 zag ze hem om de twee weken, daarna werd dat op zijn vraag één keer per week. Sindsdien heeft de psychologe wekelijks telefonisch contact met de beschuldigde. 

    De voorzitster van het assisenhof, Laurence Massart, wilde weten hoe het met hem gaat. "Ik denk dat hij een hele weg heeft afgelegd, hij is zich meer bewust geworden van zijn situatie en welke elementen hem hier gebracht hebben", aldus de psychologe. Ze omschreef Bayingana Muhirwa als loyaal tegenover zijn vrienden en als iemand voor wie een groep erg belangrijk is. "Vrienden laten toe om te groeien als individuele persoon en beslissingen te nemen die niet overeenkomen met die van de ouders. Een groep is voor hem een drijvende kracht, hij is erg gestructureerd."

    Hoe beleeft Bayingana Muhirwa zijn gevangenschap? "Hij is iemand die zijn hoofd erbij houdt, hij is zich erg bewust van zijn situatie in de gevangenis en van de uitdagingen die daarmee gepaard gaan", aldus de vrouw. "Het proces is nog bezig, dus het is moeilijk om toekomstplannen te maken."

    Juliette Lurquin, advocate van Bayingana Muhirwa, vroeg nog of de psychologe echo's had opgevangen over het gedrag van haar cliënt in de gevangenis van Namen. "Hij hield altijd de kerk in het midden: hij had met niemand conflicten, maar was wel met mensen in contact", aldus de vrouw. Ze noemde Bayingana Muhirwa respectvol en zei dat hij altijd de regels volgde. "Het is zeer uitzonderlijk dat gedetineerden geen enkele golf veroorzaken."

    De getuigenis werd abrupt afgesloten nadat het zevende jurylid vroeg of de beschuldigde met de psychologe sprak over zijn rol en verantwoordelijkheid in het dossier. Die vraag leek zijn vooringenomenheid over de schuld van Bayingana Muhirwa te suggereren, wat kan leiden tot een wraking. Het jurylid verbeterde zich snel door toe te voegen dat de vraag ging over de rol die de beschuldigde had "of niet". De voorzitster besliste om de vraag te weigeren. De verdediging ging niet over tot een wraking.
  • El Haddad Asufi belde vriendin op ochtend van de aanslagen in paniek op

    De vriendin van beschuldigde Ali El Haddad Asufi was op de ochtend van de aanslagen van 22 maart 2016 niet op de luchthaven, waar ze werkte. "Hij was het die me in paniek, roepend wakker belde. Hij zei dat hij me zocht, dat hij dacht dat ik op de luchthaven was, dat hij schrik had gehad." Dat heeft ze donderdag, als moraliteitsgetuige van El Haddad Asufi, verklaard op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

    De vrouw ontmoette El Haddad Asufi in de zomer van 2015 op de luchthaven in Zaventem, waar ze op dat moment allebei tewerkgesteld waren: zij als verantwoordelijke van een schoonmaakploeg, hij als chauffeur bij een cateringbedrijf dat vliegtuigen voorzag van maaltijden. Aanvankelijk zagen ze elkaar enkel vanop een afstand. In februari 2016 werden ze een koppel. De voorzitster van het assisenhof vroeg de vrouw donderdag wat voor man El Haddad Asufi toen was. "Hij was joviaal - altijd aan het lachen en het praten - en sociaal. Hij was naïef in de zin dat hij mensen snel vertrouwde, dat hij geloofde dat iedereen aardig en sympathiek was. Hij was een bon vivant."

    In de nasleep van de aanslagen van 22 maart 2016 werd El Haddad Asufi tweemaal aangehouden. "Over de eerste keer las ik op het internet", vertelde de vrouw. "Toen hij over de aanslagen had gehoord, had hij me verteld dat hij een paar mensen kende die daar waren, die dat hadden gedaan. Ik was verrast toen hij werd aangehouden, maar ik dacht dat het gewoon een verhoor was." De tweede keer werd hij voor een langere periode aangehouden. "Hij is veranderd door het isolement, doordat hij niet goed meer slaapt, maar verder blijft hij zichzelf: hij toont zich sterk, hij zegt dat het wel zal lukken, hij tracht ons gerust te stellen", zei de vrouw.

    Het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs was "zeer zwaar, voor hem, voor ons", gaf de vrouw nog aan. Sinds hij in de zomer van 2022 teruggekomen is, gaat het niet echt beter met de beschuldigde. "Hij vindt het heel lang en heel moeilijk. Hij windt zich op, helemaal alleen in zijn cel. We proberen hem gerust te stellen, hem te kalmeren, we zeggen dat hij geduld moet hebben, maar wij hebben makkelijk spreken", vervolgde ze. 

    Na haar getuigenis stelde Jonathan De Taye, de advocaat van El Haddad Asufi, de vrouw nog één vraag. Had zij toekomstplannen met de beschuldigde? Haar antwoord was duidelijk: "Ja, nog altijd."
  • Vader van broers-Farisi: "Geen discussie in gezin voor verhuis studio"

    De vader van de broers-Farisi heeft donderdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 ontkend dat er binnen het gezin een discussie is geweest voor de studio in Etterbeek op 23 maart leeggehaald werd. De man heeft getuigd dat hij pas wist aan wie zijn zoon de studio had onderverhuurd, toen beelden van de studio op televisie te zien waren, wat op 9 april was.

    De vader van de broers-Farisi wou aanvankelijk niet komen getuigen op het assisenproces en had een ziektebriefje ingediend, net als de rest van de familie. Maar het federaal parket drong aan op de getuigenis en vroeg om een wetsdokter te sturen, om te controleren of de familieleden wel echt ziek waren. Op aansturen van Xavier Carrette, advocaat van Ibrahim Farisi, nam de griffie toch eerst nog contact op met de vader, waarna die alsnog opdaagde. Bij de start van zijn getuigenis verklaarde de vader dat het "heel slecht" gaat met de hele familie, hemzelf inbegrepen. Hij zei dat hij toch kwam getuigen, in naam van de rest van de familie, om hen te beschermen.

    De voorzitster van het hof, Laurence Massart, vroeg hoe het met zijn zonen gaat en merkte daarbij op dat Ibrahim Farisi dikwijls in een slechte toestand verkeert als hij opdaagt op het proces. "Hij was vroeger niet zo. Hij was leuk, moedig, sociaal, zoals Smail trouwens", zei de vader. Volgens hem ontstonden de problemen na zijn verblijf in de gevangenis in isolatie. Sinds de start van het huidige proces is het nog verergerd. Ook zijn zoon Smail drinkt meer dan ervoor. "Ik hoop daarom dat het snel voorbij is voor de kinderen." 

    Voorzitster Massart verduidelijkte waarom het parket aandrong op zijn komst. Ze legde uit dat in het dossier sprake was van een discussie in het gezin, vlak voor de studio leeggehaald werd, waarin de situatie besproken werd. Smail Farisi zou de familie dus toen al ingelicht hebben. "Is er gepraat over wat te doen met de studio na de aanslagen, ja of nee?", vroeg Massart.

    De vader legde uit dat iedereen in de familie wist dat hij de studio begin 2015 begon te huren. Maar omdat zijn zoon steeds bij zijn ouders thuis overnachtte, zou hij in het najaar van 2015 gevraagd hebben waarvoor de studio diende. Hij raadde hem aan om een groter appartement te zoeken, om met zijn toenmalige vriendin in te trekken. "Vervolgens was er 22 maart, dat als een steen op ons hoofd viel. Maar we wisten van niets, niemand wist van iets." De vader zei dat hij pas wist aan wie zijn zoon de studio had onderverhuurd, toen beelden van de studio op televisie te zien waren, wat op 9 april was.

    "Dus daarvoor heeft hij geen raad gevraagd? Hij vroeg niet wat te doen, naar de politie te stappen of niet?", drong Massart aan. "Nee", antwoordde de vader. "Ik dacht nog dat het goed nieuws was toen ik hoorde dat hij verhuisde." Volgens de vader vond de bewuste discussie, waarover de ex-vriendin van Smail Farisi had getuigd, pas op 9 april plaats.
  • Vriendin over Smail Farisi: "Ik noem hem Forrest Gump: geen debiel, maar wel anders"

    De vriendin van Smail Farisi noemt hem Forrest Gump, naar het personage van Tom Hanks uit de gelijknamige film. "Hij is niet debiel, maar wel anders en uniek." Dat heeft de vrouw donderdag gezegd tijdens haar getuigenis op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Haars inziens heeft Farisi "te veel menselijkheid". Ze is er vast van overtuigd dat hij niets met de aanslagen te maken heeft.

    De vriendin, die kwam getuigen met een opvallende jurk en hoge hakken, ontmoette de oudste van de broers-Farisi eind 2018 in zijn snackbar. Omdat haar bankkaart niet werkte, betaalde hij haar maaltijd. De weken erna wachtte hij haar elke week op met een hamburger. "Ik was onder de indruk van zoveel menselijkheid, dus ben met hem beginnen praten", vertelde ze. De twee bouwden een diepe vriendschap op die uitgroeide tot een relatie. 

    Tijdens haar bij momenten lyrische getuigenis noemde ze Farisi zacht, lief, naïef, goedgelovig en heel genereus. "Als ik bij hem ben, komt er altijd wel iemand hallo zeggen. Hij heeft te veel menselijkheid, is altijd beschikbaar om anderen te helpen", aldus de vrouw. "Als iemand hem iets vraagt, dan doet hij dat."

    De vrouw kwam pas na een tijdje te weten waarvan Farisi beschuldigd wordt, nadat iemand haar gezegd had dat ze zijn naam moest opzoeken op internet. "Na twee jaar zei hij me dat hij me iets moest vertellen, maar dat hij wist niet hoe. Ik heb gezegd dat ik het al wist en dat de persoon die ik had ontmoet, zoiets nooit zou doen." 

    Hoe het nu met hem gaat, wilde de voorzitster van het hof Laurence Massart weten. "Hij sprak niet veel over zijn problemen, maar ik ken hem, en ik weet dat het niet goed gaat met hem. Het gaat slechter dan ooit. Hij heeft gezondheidsproblemen. Hij heeft moeite om hier te geraken. Hij komt aan en drinkt twee biertjes", zei de vrouw. 

    Volgens haar dronk Farisi tot eind 2019 nooit, maar merkte ze toen dat hij toch begon te drinken: eerst met mate, dan veel meer. Na het proces over het Belgische luik van de aanslagen van Parijs ("Paris Bis") werd zijn drankgebruik volgens haar "catastrofaal". Zelfs nadat hij werd vrijgesproken? "Hij wordt elke keer voor dezelfde reden berecht in andere processen, over iets waarvan ik overtuigd ben dat hij onschuldig is", legde de vrouw uit. "Die mensen (de broers Khalid en Ibrahim El Bakraoui, red.) zijn vrijgelaten uit de gevangenis, ze hebben psychologen gezien, men heeft erkend dat ze geradicaliseerd zijn en men vraagt aan een jonge bon vivant (Smail Farisi, red.) om Nostradamus te zijn."

    Zelf vertelde Farisi haar dat hij zijn appartement onderverhuurde aan een jeugdvriend en dat hij schrik had van diens broer, die later naar het appartement verhuisde. "Voor Smail moeten die aanslagen het einde van de wereld zijn geweest. Als hij de moed zou hebben, zou hij zich van kant maken. Dat doet hij nu ook met dat drinken." 

    De advocate van Smail Farisi, Jetsun Servé, vroeg of hij sprak over zijn detentie in isolatie in Parijs. "Mensen zijn naasten verloren, dat vind ik heel erg. Sommigen zijn lichaamsdelen verloren, ook dat vind ik heel erg. Het had niet mogen gebeuren, maar Smail is zijn ziel verloren. Hij hield zoveel van mensen en nu heeft hij schrik van alles."

    De voorzitster vroeg aan de vrouw hoe de oudste van de broers-Farisi zijn toekomst ziet, en of dat met haar is. "Ik hoop het, maar ik ben geen idioot: hij is 38 en ik ben 62", antwoordde ze. Ze zei er ook van overtuigd te zijn dat hij kan stoppen met drinken. "Hij wil een toekomst opbouwen, maar hij moet zich erop kunnen toeleggen. Nu leeft hij enkel in pijn."

    Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be
  • Regering maakt 3,2 miljoen euro vrij voor gerechtskosten

    De ministerraad maakt 3,2 miljoen euro vrij voor de gerechtskosten van het proces naar de aanslagen van 22 maart 2016. Dat heeft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) gemeld. De organisatie van het megaproces heeft een grote invloed op de reguliere kredieten van de gerechtskosten in strafzaken. Denk daarbij aan de vele kosten voor tolken en vertalingen, buitenlandse getuigen die naar België moeten komen, en de maandenlange vergoedingen en verloningen voor de zowat 30 (reserve)juryleden.
  • Requisitoir van openbaar ministerie begint dinsdag

    Dinsdag, na een vrije dag op Pinkstermaandag, begint met het requisitoir van het parket de laatste rechte lijn naar het einde van het proces Dat zal normaal gezien vijf dagen duren: een halve dag per beschuldigde, dus tot en met dinsdag 6 juni. Het requisitoir van de federale procureurs begint met een theoretische uiteenzetting. Daarna zou het de bedoeling zijn om beschuldigde per beschuldigde te overlopen, te beginnen met Oussama Atar, die gezien wordt als het brein achter de aanslagen van Parijs en België en bij verstek wordt berecht. Hij is vermoedelijk omgekomen in Syrië, maar dat werd nooit met zekerheid bevestigd.

    Eerst moeten echter nog de laatste verhoren worden voorgelezen van de moraliteitsgetuigen die niet kwamen opdagen. Het voorlezen had vorige donderdag afgerond moeten zijn, maar voorzitster Laurence Massart besliste om iets na 23.30 uur dat het genoeg was geweest. Mogelijk volgen ook nog de getuigenissen van twee zussen van Sofien Ayari, die uit Tunesië moeten komen en nog geen paspoort hebben. Als de administratie niet op tijd rond is, worden ook hun verhoren voorgelezen.

    Na het requisitoir van het parket is het aan de burgerlijke partijen, van woensdag 7 juni tot en met woensdag 14 juni. Van donderdag 15 juni tot en met donderdag 29 juni tot slot is het aan de advocaten van de verdediging. De eerste week van juli trekt Massart uit voor de replieken en eventuele laatste woorden. Bedoeling is om die week tot de finish te gaan en de zaak in beraad te nemen.
  • Procureur vraagt voor vier slachtoffers herkwalificatie naar terroristische moord

    Federaal procureur Paule Somers heeft de herkwalificatie van poging tot moord naar moord in een terroristische context gevraagd voor vier slachtoffers die overleden na de aanslagen. Negen van de tien beschuldigden worden in de akte van beschuldiging moord in een terroristische context verweten op de 32 slachtoffers die omkwamen bij de aanslagen of onmiddellijk erna. Ze worden ook beschuldigd van poging tot moord in een terroristische context op 529 slachtoffers in Zaventem en op 166 in Maalbeek.

    In de maanden en jaren nadien overleden nog een tiental slachtoffers. Voorzitster Laurence Massart gelastte de hoofdonderzoekster van het onderzoek naar de aanslagen tijdens het proces nog om de omstandigheden van hun overlijden na te gaan. Voor vier van hen lukte dat.  In het eerste gedeelte van het requisitoir zei procureur Somers nu dat ze voor die vier de herkwalificatie vraagt van poging tot moord naar moord. Somers vroeg om hiervoor een subsidiaire vraag op te nemen bij de beraadslaging. 

    Eerder viel bij slachtofferorganisatie V-Europe al te horen dat overwogen werd om voor twee van hen de herkwalificatie te vragen. Een slachtoffer van de aanslagen dat leed aan zware oorsuizingen ontnam zichzelf van het leven, een ander slachtoffer liet euthanasie uitvoeren vanwege ondraaglijk psychisch leiden. Zij was samen met klasgenoten op de luchthaven voor een Rome-reis en ontwikkelde een posttraumatische stressstoornis. 

    Advocate Sanne De Clerck, die V-Europe vertegenwoordigt, zei dat zo een causale link gelegd wordt tussen de aanslagen en het overlijden van de vier slachtoffers. De advocate kondigde aan dat ze volgende week, als het aan de burgerlijke partijen is om te pleiten, zal terugkomen op de kwestie van de herkwalificatie. Dat nu uiteindelijk toch beslist is om de herkwalificatie te vragen, is "omdat uit de medische verslagen bleek dat daarvoor voldoende basis is". 

    De nabestaanden van de twee andere slachtoffers voor wie het parket de herkwalificatie vroeg, zouden niet bij V-Europe aangesloten zijn. In de wandelgangen viel te horen dat het gaat om iemand met kanker die door de gevolgen van de aanslagen niet de nodige chemotherapie kon krijgen. De tweede persoon zou iemand zijn die depressief werd en waarvan de toestand verergerde. 
  • OM: "Aanslagen waren wel degelijk moord of moordpoging in terroristische context"

    De daders van de aanslagen en zij die daarbij geholpen hebben, hadden wel degelijk de intentie om mensen te doden en wilden België en de internationale gemeenschap raken. Het gaat volgens het openbaar ministerie daarom om moord en poging tot moord in een terroristische context. Negen van de tien beschuldigden worden in de akte van beschuldiging moord in een terroristische context verweten op de 32 slachtoffers en poging tot moord op 529 slachtoffers in Zaventem en op 166 in Maalbeek.

    Om een misdaad te kwalificeren als moord of poging tot moord in een terroristische context moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan, legde federaal procureur Paule Somers uit. Zo moet in eerste instantie een materiële daad hebben plaatsgevonden om iemand te doden. "Het is duidelijk dat de daders door het gebruik van TATP met metalen stukken en vijzen de intentie hadden om zoveel mogelijk mensen te doden", aldus Somers. "Dat werd de dag voor de aanslagen ook aangetoond in de audioberichten teruggevonden op de laptop in de Max Roosstraat: ze wilden toeslaan op het allerlaatste moment met explosieven om een maximum aan slachtoffers te maken."

    Voor de kwalificatie van moord moet bovendien bewezen worden dat de doodslag gebeurde met voorbedachte rade. Volgens de federale procureurs zijn er veel elementen in het dossier die dat bewijzen. Zo hebben de terroristen de weken voor de aanslagen al het materiaal gekocht voor de bommen en werden de bommen met veel zorg voorbereid om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Bovendien activeerde beschuldigde Osama Krayem de bom van kamikaze Khalid El Bakraoui onderweg naar de metro en was het vertrek naar de luchthaven en naar Maalbeek gecoördineerd met het doel om samen zoveel mogelijk mensen te doden. "Al die elementen tonen met zekerheid boven redelijke twijfel aal dat er met voorbedachtheid werd gehandeld, dus gaat het hier om moorden", aldus Somers. Ook gaf ze aan dat de slachtoffers die niet overleden het slachtoffer werden van een poging tot moord. "Bij hen hebben de daders hun doel gemist, ze zijn enkel per toeval aan de dood ontsnapt. Het doel was om zoveel mogelijk slachtoffers te maken, wie de slachtoffers waren maakte niet uit." 

    Ook gaven de procureurs aan dat de aanslagen wel degelijk plaatsvonden binnen een terroristische context. Zo waren ze wel degelijk een aanval tegen het land en konden de daders vermoeden dat er door hun daden een gevoel van onveiligheid zou ontstaan. Er werd met de luchthaven en met Maalbeek, in de Europese wijk, bovendien gekozen voor symbolische plaatsen, die ook een internationale connotatie hebben. In de audioberichten was er bovendien sprake van Amerikaanse, Russische en Israëlische vluchten als doelwit, "landen die niet allemaal deel uitmaken van de internationale coalitie die zo wordt gediaboliseerd door IS", aldus Somers. 

    Daarnaast moeten we kijken naar de motivatie van de daders: wilden zij de populatie ernstig intimideren, wilden ze de plannen van de autoriteiten veranderen en wilden ze de fundamentele structuren van het land destabiliseren? Volgens Somers zijn die drie elementen hier van toepassing. Zo lagen het metroverkeer en de luchthaven wekenlang stil en wilden de terroristen dat België stopt met zijn deelname aan de internationale coalitie tegen IS. "En ze wilden de bevolking intimideren, niet alleen de Belgische maar heel de westerse wereld, die ze kruisvaarders en ongelovigen noemen", aldus Somers. "De feiten van 22 maart 2016  in Zaventem en Maalbeek kunnen dus gekwalificeerd worden als moord en poging tot moord in een terroristische context."
  • Procureur vraagt Atar te veroordelen als leider terreurgroep

    Federaal procureur Paule Somers heeft gevraagd om Oussama Atar, die bij verstek terechtstaat, schuldig te verklaren als leider van een terreurgroep. Het parket vraagt ook om hem te veroordelen als mededader voor moord en poging tot moord in een terroristische context.
  • OM: "El Haddad Asufi handelde met kennis van zaken"

    Federaal procureur Bernard Michel is tijdens zijn requisitoir dieper ingegaan op de verschillende bezoeken die beschuldigde El Haddad Asufi bracht aan de safehouses van de terreurcel. Volgens de procureur wist die van zijn radicalisering toen hij hem hielp en handelde hij dus met kennis van zaken.

    Michel was in de voormiddag al ingegaan op de rol van de beschuldigde in de zoektocht naar de wapens van de cel. In de namiddag begon hij met het bespreken de verschillende bezoeken die El Haddad Asufi bracht aan de safehouses van de terreurcel.  Er was het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek, waarvoor El Haddad Asufi ging aankloppen bij Smail Farisi, een gemeenschappelijke jeugdvriend van hem en Ibrahim El Bakraoui. Tot dan verschool die laatste zich in Verviers, waar hij hem ging bezoeken met Yassine Atar, de neef van El Bakraoui. Michel kon moeilijk geloven dat ze daar louter over koetjes en kalfjes praatten, net zomin als in de studio in Etterbeek, waar hij meer dan 14 uur doorbracht voor en na de aanslagen in Parijs. 

    Michel citeerde uit een verhoor in juni 2016. Daarin verklaarde El Haddad Asufi dat hij sinds januari 2016 wegbleef van de studio, omdat ze er de klok rond over Syrië praatten en hij het beu was. "We zeiden tegen elkaar dat ieder zijn eigen weg gaat", zei El Haddad Asufi in dat verhoor. Michel voegde eraan toe dat El Haddad Asufi niet meer terugkeerde naar de studio, maar zijn vriend wel bleef helpen, waarvan hij wist dat die geradicaliseerd was. "Hij handelde dus met kennis van zaken", concludeerde de procureur. 

    Michel zei ook dat El Haddad Asufi wist van andere adressen van de terreurgroep, zoals dat in de Max Roosstraat in Schaarbeek, waarvan zelfs beschuldigden Salah Abdeslam of Sofien Ayari niet afwisten. "Hij was een senior lid van de groep", aldus Michel. Volgens Michel was El Haddad Asufi ook nog vlak voor de aanslagen in het safehouse in Schaarbeek, omdat er een bekertje met zijn DNA gevonden werd in een doos die de bewoners van het safehouse op straat hadden gezet in de uren voor hun vertrek naar Zaventem.

    De procureur zei dat het niet mogelijk was dat El Haddad Asufi zijn DNA had achtergelaten tijdens een bezoek in februari, toen het appartement nog leeg was. "Dat ze me niet komen zeggen dat ze alle vuil toen buitengezet hebben. Als je de hoeveelheid vuil ziet in het appartement en de hoeveelheid die op straat werd gezet, dan was het niet dat ze een lenteschoonmaak hebben gehouden." Michel stelde dat El Haddad Asufi op dat moment de sporen van de productie van TATP in het appartement moet gezien hebben. Volgens Michel bewijst dat dat de anderen het volste vertrouwen in hem gehad moeten hebben. "Hij was een van hen", zei Michel.

    Tot slot zei de federale procureur dat telefonieonderzoek uitwees dat El Haddad Asufi ook bij het safehouse in de Driesstraat in Vorst was geweest. In de beschuldigdenbox schudde El Haddad Asufi schudde met het hoofd bij de uitspraken van de procureur.
  • OM vraagt El Haddad Asufi te veroordelen als mededader terroristische moord

    Federaal procureur Bernard Michel heeft gevraagd om Ali El Haddad Asufi te veroordelen als mededader voor moord en poging tot moord in een terroristische context. Hij vroeg ook hem schuldig te verklaren aan deelname aan de activiteiten van een terreurgroep.

    Michel legde uit hoe El Haddad Asufi wel degelijk een belangrijk lid was van de terreurgroep een veel vertrouwen kreeg. Er is volgens het OM daarom geen twijfel mogelijk dat de beschuldigde deelnam aan de activiteiten van een terreurgroep. Zo zocht hij op vraag van Ibrahim El Bakraoui wapens voor de cel, speelde hij chauffeur voor El Bakraoui op elk uur van de dag en nacht, zelfs nadat hij wist dat zijn vriend geradicaliseerd was, en kwam hij in de verschillende safehouses van de groep.

    Hij was het ook die van Ibrahim El Bakraoui de opdracht kreeg om de USB-stick met boodschappen die volgens het OM bedoeld waren voor El Bakraoui's moeder, Yassine Atar, Mohamed Bakkali en Smail Farisi naar de geadresseerden te brengen. Volgens El Haddad Asufi kreeg hij die USB-stick via de post, maar dat klopt volgens de procureurs niet. "Volgens het onderzoek kreeg hij die USB toen hij op 21 maart in de Max Roosstraat was", aldus Michel. 

    Ook op basis van DNA-onderzoek concludeert het OM dat de beschuldigde vlak voor de aanslagen in het appartement is geweest en daar de voorbereiding van de TATP heeft moeten zien en de IS-vlag aan de muur. El Haddad Asufi zelf zegt dat hij in het appartement was voor de groep verhuisde. Volgens de procureurs handelde El Haddad Asufi dan ook met kennis van zaken, zelfs al was hij niet op de hoogte van elk detail van het plan en kende hij niet alle betrokkenen bij de aanslagen. "Hij wist dat de groep aanslagen voorbereidde. Hij had kunnen kiezen om zijn vrienden niet meer te helpen, maar hij heeft de keuze gemaakt om voort te doen."

    Michel kwam ook terug op de getuigenis van een goede vriend van El Haddad Asufi, die had verklaard dat hij de publicatie van de foto's van de broers El Bakraoui in de pers had besproken. "Ook Ali had schrik, we hadden naar de politie moeten gaan", verklaarde de vriend. "En toch ging El Haddad Asufi daarna nog naar de safehouses", aldus Michel. "Hij blijft bij hen tot na 22 maart, want hij wil ook de missie rond de USB-stick tot een goed einde brengen."

    Ook wist El Haddad Asufi al voor de aanslagen van Parijs dat Ibrahim El Bakraoui geprobeerd had om naar Syrië te vertrekken, ook toen hij op 25 oktober 2015 volgens het OM met El Bakraoui wapens ging halen in Nederland. "Hij kon niet ontkennen dat er een band was tussen IS in Syrië en de aanslag bij Charlie Hebdo of de verijdelde aanslag op de Thalys", aldus Michel. "En na de aanslagen van Parijs op 13 maart wist hij dat de wapens die El Bakraoui vroeg niet enkel dienden voor bescherming maar ook voor een aanslag."

    De federale procureurs menen dus dat El Haddad Asufi een mededader is van de aanslagen. "Hij heeft niet geholpen met de vervaardiging van de TATP maar heeft wel gezien dat die werd gemaakt", aldus Michel. "Hij heeft daden gepleegd die essentieel zijn voor de voorbereiding van de aanslagen."
  • Federale procureurs focussen donderdag hun requisitoir op Ayari en Abdeslam

    Het federaal parket buigt zich donderdag in zijn requisitoir over de rol van beschuldigden Salah Abdeslam en Sofien Ayari. Deze week en ook het begin van volgende week zijn uitgetrokken voor het requisitoir van het federaal parket. Dinsdag en woensdag ging het al over beschuldigden Oussama Atar, Mohamed Abrini, Osama Krayem en Ali El Haddad Asufi. Donderdag is het dus aan Salah Abdeslam en Sofien Ayari.

    De verdediging van Ayari en Abdeslam houdt vol dat zij op het moment van de aanslagen al in de cel zaten en er dus niets mee te maken konden hebben. Ze zouden in het safehouse in Vorst aan het wachten geweest zijn om naar Syrië af te reizen en geen aanslag voor ogen gehad hebben. 

    Maandag buigt het parket zich nog over de rol van Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. Dinsdag tot slot is het aan de broers-Farisi. Vanaf woensdag pleiten de advocaten van de burgerlijke partijen. De week erna start de verdediging met haar pleidooien.
  • OM vraagt Salah Abdeslam te veroordelen als mededader aan terroristische moord

    Het openbaar ministerie heeft tijdens zijn requisitoir gevraagd om Salah Abdeslam te veroordelen als mededader aan moord en poging tot moord in een terroristische context. Volgens het OM heeft Abdeslam met kennis van zaken essentiële hulp geboden bij de aanslagen van Brussels Airport en Maalbeek.

    Procureur Paule Somers vroeg ook om Abdeslam te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Volgens haar is het bewezen dat Abdeslam zich bewust aansloot bij de groep van Brussel. Ze spreekt daarmee het argument van de verdediging tegen dat Abdeslam zich na de aanslagen van Parijs enkel maar verstopte in de safehouses om erna naar het buitenland te vluchten. Uit brieven aan de moeder, zus en verloofde bleek bovendien dat Abdeslam zijn plannen wilde afmaken, nadat zijn bomgordel in Parijs niet was afgegaan, stelde Somers.

    Ook was de beschuldigde volgens het OM zeker op de hoogte van de plannen om een aanslag te plegen. Zelfs al wist hij niet in detail wat er ging gebeuren en wanneer, wist hij dat er een plan was om toe te slaan. Zo werd er volgens Mohamed Abrini in de Driesstraat openlijk gesproken over de plannen.  "De verdediging van Abdeslam zegt dat hij zich terugtrok in zijn kamer, maar het appartement in de Driesstraat was erg klein, de matrassen lagen verdeeld over het appartement. Het is duidelijk dat hij geen eigen kamer had", aldus Somers. Volgens Osama Krayem hielp Abdeslam bovendien met het schoonmaken van kogels. 

    Op 15 maart, toen Abdeslam na de schietpartij in Vorst wegvluchtte, beschikte de cel al over heel wat materiaal om aanslagen te plegen, aldus Somers ook. Zo waren er zowel in de Driesstraat als in de Max Roosstraat wapens, ontstekers en een deegrol, gebruikt voor het platduwen van de TATP. Ook lag er in de Driesstraat kerstverlichting, die gebruikt kan worden om bommen te doen ontploffen. In de computer van de Driesstraat werd bovendien gezocht naar doelwitten, ook nadat Abdeslam er op 9 januari 2016 was aangekomen.

    Volgens Mohamed Abrini was iedereen in de safehouses gepland om aanslagen te plegen. Somers hamerde ook opnieuw op het feit dat de leden in de verschillende safehouses inwisselbaar waren: er waren twee emirs (Laachraoui en Belkaid), twee Syriëstrijders (Krayem en Ayari) en twee mannen die België goed kende (Abdeslam en Abrini). Volgens Abrini was het aanvankelijk zelfs gepland dat Abdeslam naar de Max Roosstraat zou gaan. 

    "Salah Abdeslam heeft geparticipeerd en zich geëngageerd om een aanslag te plegen, hoe die er ook zou uitzien. Hij heeft met kennis van zaken deelgenomen aan een verachtelijke daad", aldus Somers. Volgens haar stopte zijn engagement enkel omdat hij werd opgepakt, op het moment dat het plan voor de aanslag al bestond. "De schietpartij in de Driesstraat maakte geen einde aan de deelname van Abdeslam aan de groep. Hij nam Ayari mee en trok naar zijn neef, die ook Mohamed Abrini kent." Somers verwees daarnaast naar de sms "Hamza" (de strijdnaam van Ayari) van het nummer in de Max Roosstraat naar de gsm die Abdeslam en Ayari achterlieten tijdens hun vlucht. "Waarom zijn ze in Schaarbeek zenuwachtig over hun vlucht? Omdat ze deel uitmaken van een enkele cel. De broers-El Bakraoui en Najim Laachraoui hadden hen nog nodig om missies uit te voeren. We zullen nooit weten of Abdeslam aan zijn neef hulp wilde vragen om de Max Roosstraat te bereiken. Maar ze zaten in de finale voorbereidingen van het project waarmee ze al lang geleden begonnen waren en daarom wilden de broers-El Bakraoui hen recupereren."

    Zo haalde Somers aan dat er al voor de aanslagen in Parijs sprake was van een plan om een metro aan te vallen en dat er in het dossier van de cel van Verviers een schets werd teruggevonden uit 2015 van een aanslag op Brussels Airport. In een audiobericht aan Oussama Atar, opgenomen op 21 maart toen beslist werd om na de arrestatie van Abdeslam en de publicatie van de foto's van de broers El-Bakraoui snel over te gaan tot actie, zegt Najim Laachraoui ook dat de keuze voor de aanslag op de metro "duidelijk is". "Er was geen enkele twijfel over dat doelwit, ze hebben uitgevoerd wat voorzien was in Parijs." Ook haalde Somers aan dat het mapje 'Groep Metro' in de Driesstraat geopend werd op 10 januari 2016, een dag nadat Abdeslam was gearriveerd.

    Abdeslam is volgens het OM mededader aan terroristische moord en poging tot moord omdat hij essentiële hulp bood bij de uitvoering van de aanslagen. Zo bracht hij essentiële personen (Sofien Ayari, Osama Krayem, Mohamed Belkaid en Najim Laachraoui) naar België en gaf hij na zijn arrestatie op 18 maart 2016 geen enkele informatie vrij over de terreurcel. "Is dat gegeven woord aan IS om de cel te beschermen geen voorbeeld van essentiële hulp?", vroeg Somers aan de jury. Bovendien herhaalde de procureur dat een mededader niet op de hoogte moet zijn van alle details. "Ze moeten het doel van de daad kennen en de natuur ervan. Het speelt geen rol dat het doelwit nog niet precies bepaald was", aldus Somers. "Ik ben ervan overtuigd dat Abdeslam dezelfde informatie had als de anderen en bewust heeft gekozen om niet meer te weten."
  • Parket vraagt Sofien Ayari te veroordelen als mededader voor terroristische moord

    Het federaal parket heeft gevraagd om Sofien Ayari te veroordelen als mededader voor moord en poging tot moord in een terroristische context. Federaal procureur Bernard Michel vroeg hem ook te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie.

    De verdediging van Ayari houdt vol dat hij niets te maken heeft met de aanslagen, omdat hij op dat moment in de cel zat, na zijn arrestatie samen met beschuldigde Salah Abdeslam op 18 maart. Procureur Michel voerde donderdag in zijn requisitoir aan dat het mogelijk was om mededader te zijn bij de aanslagen, zonder fysiek aanwezig te zijn. 

    Michel argumenteerde dat Ayari op de hoogte was van wat er op til was. Het was de reden waarom hij vanuit Syrië naar Europa reisde, zei de procureur. Hij citeerde ook uit een verhoor van Mohamed Abrini, die had verklaard dat het de bedoeling was dat iedereen die zich schuilhield in de safehouses zou deelnemen aan de terreurplannen. Michel zei bovendien aan de jury om niet te geloven dat hij terug naar Syrië wou. "Als hij gewild had, was hij vrij om te gaan."

    De procureur merkte daarnaast op dat op 15 maart, de dag van de schietpartij in Vorst, al volop gewerkt werd aan de bommen die een week later gebruikt zouden worden. "Het was ook voor Sofien Ayari en Salah Abdeslam dat er TATP geproduceerd werd. De fabriek draaide op volle toeren", zei de procureur. 

    Tot slot voerde de procureur aan dat Ayari op het moment van zijn arrestatie wist dat al gestart was met de productie van TATP. "Hij wist ook dat de andere leden van de terreurcel vrij waren en konden doorgaan met hun plannen. Maar hij zweeg. Hij maakte zo de terreuraanslag van de anderen mogelijk", zei Michel.

    Michel schetste het dilemma waar Ayari voor stond. "Hij kon praten en ervoor zorgen dat een aanslag werd vermeden die op dat moment nog niet had plaatsgevonden. Of zwijgen en zich verantwoorden voor de moord op 36 personen. Hij koos voor het laatste", zei Michel. Volgens hem stelde Ayari een "actieve daad" door te zwijgen. "Zelf zou ik snel weten wat te kiezen. Maar ik zou geen aanslag kunnen plegen", zei de procureur. 

    Het requisitoir over Ayari duurde ongeveer een uur. In de voormiddag had het over Abdeslam gegaan. Dat gedeelte duurde drie uur. Michel vroeg Ayari ook te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Ayari was een belangrijk lid van de terreurcel van Brussel en kreeg veel vertrouwen van de leden van de groep, klonk het.
  • OM benadrukt belangrijke rol van Sofien Ayari in terreurcel

    Sofien Ayari was een belangrijk lid van de terreurcel van Brussel en kreeg veel vertrouwen van de leden van de groep. Dat zei federaal procureur Bernard Michel tijdens zijn requisitoir. Hij is volgens het openbaar ministerie daarom schuldig aan deelname aan de activiteiten van een terroristische groep.

    Tunesiër Sofien Ayari vertrok in februari 2015 naar Syrië, waar hij lid werd van Liwa As Saddiq, een groep binnen IS die verantwoordelijk was voor buitenlandse operaties. "We zien hem in uniform in foto's die hij naar zijn familie stuurde, we weten dat hij deelnam aan gevechten en gewond is geraakt. Ook Osama Krayem, die lid was van dezelfde groep, zei dat Ayari een soldaat van IS is", aldus Michel. 

    Hij benadrukte hoe Ayari een sterke band had met Mohamed Belkaid, die elitetroepen opleidde binnen Liwa As Saddiq. Belkaid, die Najim Laachraoui vervoegde op weg naar Europa om daar aanslagen te pleegde, koos volgens Michel zijn beste en meest gemotiveerde strijders uit om mee te nemen. Zo had Krayem gezegd dat hij een aanslag wilde plegen in Syrië en wilde Ayari wraak voor wat hij heeft gezien in Syrië. 

    Ayari volgde naar eigen zeggen gewoon de vluchtelingenstroom naar België, maar volgens het OM was het geen toeval dat hij in ons land aankwam. Zo had Salah Abdeslam een valse Belgische identiteitskaart voor Ayari toen die hem ging ophalen in Ulm en reisde Ayari samen met Krayem en Ahmad Alkhald, die de bomgordels maakte voor Parijs. Dat Ayari naar eigen zeggen aan Belkaid had toevertrouwd dat hij wilde terugkeren naar Syrië is volgens de procureurs niet bewezen. "Hij heeft beslist om te blijven, terwijl anderen zonder probleem zijn teruggekeerd in Syrië, ook na de aanslagen van Parijs."

    Het OM ziet vijf punten om aan te tonen dat Ayari in het dossier van de aanslagen in België veroordeeld moet worden voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Zo was hij aanwezig in de verschillende safehouses en "bevestigde hij door te verhuizen steeds zijn wil om verder deel te nemen aan het gemeenchappelijke plan". Ook uit een document dat wordt toegeschreven aan onder anderen Ayari en waarin aan Oussama Atar gevraagd wordt hoe ze zich moeten organiseren, blijkt een wil om tot het einde te gaan, aldus Michel. "Zijn deelname aan de groep is gestopt door zijn arrestatie, anders had hij zijn plek gehad in het commando."

    Ten tweede verwijst Michel naar de vingerafdruk van Ayari op een doos vuurwerk in de Driesstraat, dat volgens het OM voorzien was voor de bommen. Ook werd het DNA van de beschuldigde gevonden op een kalasjnikovlader. "Krayem zei dat zij die dat konden in het appartement de kalasjnikovs monteerden en demonteerden. Ook Ayari had die kennis", aldus Michel. Het DNA van Ayari op een rugzak in de Max Roosstraat toont tot slot aan dat Ayari persoonlijke contacten had met andere leden van de operationele cel.

    Bovendien was Ayari niet gezocht in ons land en kon hij dus zonder risico boodschappen doen voor de cel. Daarnaast haalde de procureur de sms "Hamza?" aan die Ibrahim El Bakraoui naar een gsm die Ayari en Abdeslam tijdens hun vlucht op 15 maart achterlieten. "De cel heeft Abdeslam en Ayari nodig om zijn plan uit te voeren. Het is bovendien opvallend dat Ibrahim El Bakraoui Ayari contacteert en niet Abdeslam. Ayari had meer belang in de groep, hij was een strijder."

    Tot slot haalde Michel de droom van Khalid El Bakraoui aan, waarin hij vertelt over een zelfmoordoperatie. Daarin vermeldt hij zijn broer Ibrahim El Bakraoui en Hamza. "Elk lid van de groep is inwisselbaar", aldus Michel. "Wie medeplichtig is, is medeplichtig aan alles. Wie mededader is mededader aan alles. Het is toeval dat Ayari en Abdeslam konden vluchten. De kamikazes hadden verschillende kunnen zijn, de aanslagen niet."
  • Requisitoir spitst zich maandag toe op El Makhoukhi en Bayingana Muhirwa

    Het federaal parket zal het maandag in zijn requisitoir hebben over beschuldigden Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. De ene gaf al toe dat hij de wapens hielp verbergen van de terreurcel, de andere verschafte Mohamed Abrini en Osama Krayem vlak voor en na de aanslagen onderdak.

    Zowel El Makhoukhi als Bayingana Muhirwa staan op het proces terecht voor moord en poging tot moord in een terroristische context, en voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Het federaal parket zal waarschijnlijk vragen om hen te veroordelen als mededader en niet als medeplichtige, waarop lagere straffen staan. 

    Dinsdag bespreekt het parket tijdens de laatste dag van zijn requisitoir nog de rol van de broers-Farisi. Waarschijnlijk beginnen in de namiddag de pleidooien van de advocaten van de burgerlijke partijen. Vanaf 15 juni is het normaal gezien aan de verdediging.
  • OM: "Bayingana Muhirwa was vertrouwenspersoon van de cel die instond voor 'plan B'"

    Hervé Bayingana Muhirwa was een vertrouwenspersoon van de Belgische terreurcel, die een 'plan B' voorzag indien leden van de cel hun missie niet tot een goed einde brachten of moeilijkheden kregen. Dat heeft federaal procureur Paule Somers gezegd tijdens haar requisitoir. Bayingana Muhirwa ving Osama Krayem en Mohamed Abrini twee keer op in zijn appartement in de Tivolistraat in Laken. Hij deed dat twee keer: op 15 maart 2016, na de dodelijke schietpartij in Vorst waarbij Salah Abdeslam en Sofien Ayari ontsnapten, en op 22 maart, na de aanslagen. Hij ontkende nooit dat hij dat deed, maar beweert dat hij niets afwist van de terreurplannen van de cel. Ook ontkent hij dat hij de broer 'Amine' zou zijn, die via zijn vriend Bilal El Makhoukhi de terreurcel vervoegde.

    Het openbaar ministerie denkt daar echter anders over. Zo hebben zowel Krayem als Abrini aangegeven dat Amine, een zwarte man, hen heeft opgevangen. Daarnaast zegt Najim Laachraoui dat 'Abu Imrane', de strijdnaam van Bilal El Makhoukhi, in audioberichten teruggevonden op de laptop van de Max Roosstraat een nieuwe broer heeft aangebracht, die "gemotiveerd" is en "trouw heeft gezworen". "We hebben met hem gesproken", klinkt het ook, wat er volgens het OM op wijst dat Bayingana Muhirwa op de hoogte werd gebracht van de plannen van de cel. In een bericht opgenomen op 21 maart, zegt Laachraoui dat "de broer Amine, die trouw gezworen had, ons ondertussen heeft geholpen". Dat bewijst volgens het OM dat het wel degelijk om Bayingana Muhirwa gaat, die ondertussen wel degelijk hulp bood door Krayem en Abrini onderdak te bieden. 

    Het openbaar ministerie ziet dus voldoende bewijzen dat Hervé Bayingana Muhirwa met kennis van zaken deelnam aan de activiteiten van de terroristische groep. "Enkel al door trouw te zweren toont hij zijn volhardendheid en versterkt hij de cel", aldus Somers. Uit het telefonieonderzoek bleek bovendien dat Bayingana Muhirwa Osama Krayem en Mohamed Abrini op 15 maart ging ophalen in de Max Roosstraat, terwijl hij wist dat het "vrienden van Najim Laachraoui zijn" van wie de foto al sinds december 2015 in de media circuleert in verband met de aanslagen in Parijs. En Mohamed Abrini was eveneens bekend na Parijs. "Hij vangt ze op, geeft ze kleren en eten, laat hen zijn computer gebruiken, allemaal daden van deelname aan een terreurgroep", aldus Somers. Bovendien zetten zowel hij als Bilal El Makhoukhi op belangrijke momenten systematisch hun gsm uit. "Ze kenden het illegale karakter van de cel", aldus Somers. Ook wist hij dat Abrini zich vermomde, omdat hij voor hem een bril moest kopen. "Hij hielp de cel om in de illegaliteit te blijven, ook vandaag is hij hen nog trouw."

    Niet alleen was Bayingana Muhirwa op de hoogte van de activiteiten van de cel, hij was volgens het OM ook een echte vertrouwenspersoon. Zo zou een brief van 'Abu Walid' (Khalid El Bakaoui) gericht zijn aan Bayingana Muhirwa. Daarin vraagt de kamikaze van Maalbeek aan "zijn broer die hij nog niet lang kent" om aan "Abu Imrane te zeggen dat hij voor valse identiteitskaarten contact moet opnemen met Abu Ahmed (Oussama Atar). "Enkel iemand die veel vertrouwen krijgt, krijgt de boodschap om Abu Ahmed te contacteren", aldus Somers. 

    Het is volgens het OM ook Bayingana Muhirwa die op 21 maart Bilal El Makhoukhi helpt om de wapens op te halen en naar een geheime plaats te brengen. Het baseert zich daarvoor op telefonieonderzoek, waaruit bleek dat Bayingana Muhirwa die avond in de Max Roosstraat zou zijn geweest waarna hij naar het Zuidstation reed vooraleer in Schaarbeek pizza te gaan eten met El Makhoukhi. "Hij zegt dat hij zich niet herinnert wat hij die avond heeft gedaan, maar de TATP staat klaar in het appartement, zijn DNA wordt er aangetroffen en hij vindt de wapens daar. Hij werkte met kennis van zaken", aldus het OM. 

    Bayingana Muhirwa heeft daarom essentiële hulp geboden aan de cel, aldus het OM, dat vraagt om hem te veroordelen als mededader van moord en moordpoging in terroristische context. "Hij heeft de wapens opgehaald en weggebracht naar een locatie voor broers die later nog aanslagen willen plegen. Zijn hulp stopt bovendien niet op 22 maart, want hij ving Abrini en Krayem een tweede keer op." Volgens Somers is het opvallend dat Krayem, die Brussel niet kent, zonder al te veel problemen de weg naar het appartement terugvond de dag van de aanslagen. "Het lijkt overeen te komen met een plan B voor de broers die hun missie niet tot een goed einde brachten of moeilijkheden kregen", aldus Somers. "Hij was een veilig contact die de cel nooit zou verraden, een vriend van Bilal El Makhoukhi die na de aanslagen het contact bij uitsteek werd van Oussama Atar."
  • Pleidooien burgerlijke partijen gaan dinsdag van start

    Dinsdagmiddag gaan de pleidooien van de burgerlijke partijen van start. In de voormiddag moet het federaal parket wel nog eerst zijn requisitoir afronden. Het parket begon vorige week dinsdag zijn requisitoir, en ging daarbij een voor een alle beschuldigden af. Dinsdagvoormiddag zijn de broers-Farisi aan de beurt. Smail Farisi onderverhuurde zijn studio in Etterbeek aan de terroristen, Ibrahim Farisi hielp de studio leegmaken na de aanslagen. 

    In de namiddag beginnen de burgerlijke partijen met hun pleidooien. Enkele tientallen advocaten, sommige van collectieven als V-Europe en Life4Brussels, andere die individueel werken, stemden hun pleidooien op elkaar af. "Er is de voorbije weken hard gewerkt aan goede afspraken om efficiënt te pleiten", zei Sanne De Clerck, advocate van V-Europe. De advocaten die de krachten bundelden, zullen tot en met komende dinsdag pleiten. Woensdag pleiten vier andere advocaten. Bij V-Europe valt te horen dat dinsdagnamiddag begint met een introductie, waarbij de burgerlijke partijen hun plan voor de pleidooien zullen uiteenzetten. Ook is er een kort "woord voor de slachtoffers", door advocaten Valérie Gerard (Life4Brussels) en Nicolas Estienne (V-Europe). 

    Woensdagvoormiddag gaat het vervolgens over theoretische begrippen als 'strafbare deelneming door onthouding' en 'herkwalificaties'. Nina Van Eeckhout, advocate van de weduwe van Nic Coopman, zal het hebben over dat eerste begrip. Sanne De Clerck (V-Europe) zal pleiten over Shanti De Corte. De jonge vrouw, die de aanslag in Zaventem meemaakte, kreeg zes jaar na de aanslagen euthanasie wegens psychisch lijden. Het parket vroeg voor haar, en voor drie andere slachtoffers, een herkwalificatie van poging tot moord naar moord. Guillaume Lys, advocaat van V-Europe, geeft woensdag tot slot per beschuldigde een steekkaart van alle belastende elementen. De dagen nadien wordt dat verder uitgewerkt.
  • Burgerlijke partijen trekken pleidooien op gang: "Banaliteit van het kwaad"

    De advocaten van de burgerlijke partijen zijn dinsdagmiddag gestart met hun pleidooien. Het federaal parket rondde dinsdagvoormiddag zijn requisitoir af, waarna het aan de burgerlijke partijen was. Het merendeel van de advocaten stemden hun pleidooien op elkaar af. Bij de start van de zitting zette Maryse Alié, advocate voor Life4Brussels, daarom de werkwijze voor de komende dagen uiteen. Alié vroeg ook alle beschuldigden in de box - de broers-Farisi dus niet - over de hele lijn schuldig te verklaren. Ze verwees in haar introductie naar filosofe Hannah Arendt, en Arendts relaas van het proces tegen nazi-oorlogsmidadiger Adolf Eichmann in 1961, en zei dat de zeven in de box doen denken aan "de banaliteit van het kwaad".

    Nadien hadden advocaten Nicolas Estienne (V-Europe) en Valérie Gerard (Life4Brussels) een 'woord voor de slachtoffers'. Estienne zei dat de slachtoffers "niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats" waren. Hij zei ook dat zijn eerste woord er was voor de vele slachtoffers die niet waren komen getuigen, om wat voor reden dan ook, maar dat het niet uit desinteresse was. Hij zei dat iedereen op gerechtigheid wacht en riep op het vertrouwen te herstellen in de rechtstaat, die de terroristen wilden breken. "Het is het beste middel tegen de gesel van het terrorisme."

    Gérard benadrukte dan weer dat Mohamed Abrini geen held was door zijn karretje achter te laten in de vertrekhal in Zaventem, in de buurt van een klein meisje dan nog wel. "Hij heeft alleen zichzelf gered. Dat kleine meisje heeft hij achtergelaten op de grens van leven en dood."
  • Burgerlijke partijen pleiten woensdag over Shanti De Corte

    De burgerlijke partijen zullen woensdag pleiten over de herkwalificatie van terroristische poging tot moord naar moord op drie slachtoffers. Het gaat onder anderen om Shanti De Corte, de jonge vrouw die de aanslag in Zaventem meemaakte en zes jaar later euthanasie kreeg wegens psychisch lijden.

    Woensdagvoormiddag zullen de advocaten van de burgerlijke partijen vooral ingaan op enkele theoretische begrippen. Maar het zal dus ook gaan over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord in een terroristische context, wat het federaal parket in zijn requisitoir had gevraagd voor vier slachtoffers. 

    Uit informatie die de politie had ingewonnen waren vier slachtoffers enige tijd na de aanslagen overleden en was dat overlijden gelinkt aan de aanslagen. Het gaat daarbij om een man die tinitus opliep en zelfdoding pleegde en een kankerpatiënt die door zijn verwondingen zijn behandeling moest onderbreken. Ook is er Shanti De Corte, de jonge vrouw die de aanslag in Zaventem meemaakte maar zes jaar later euthanasie kreeg wegens psychisch lijden. Sanne De Clerck, advocate van slachtofferorganisatie V-Europe, zal woensdag over haar pleiten. Over de vierde persoon is weinig bekend.

    In de namiddag zal het nog gaan over 'strafbare deelneming door onthouding', waarbij Nina Van Eeckhaut zal pleiten, de advocate van de weduwe van Nic Coopman, die omkwam in Zaventem. Op het einde van de dag zal Guillaume Lys, ook advocaat van V-Europe, nog een steekkaart geven van alle beschuldigden met alle belastende elementen tegen hen.
    Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
  • "Slachtoffer dat kankerbehandeling moest stoppen had zeker twee jaar langer kunnen leven"

    De man die anderhalf jaar na de aanslagen stierf omdat hij zijn kankerbehandeling had moesten stopzetten vanwege zijn verwondingen, had nog minstens twee tot vier jaar langer kunnen leven. Dat heeft zijn advocate Carine Doutrelepont gezegd. Zij vraagt voor haar cliënt een herkwalificatie van poging tot moord naar moord.

    De man stierf op 28 oktober 2017 op 49-jarige leeftijd aan kanker, nadat hij door de aanslagen zijn behandeling had moeten stopzetten. Hij werd behandeld met een molecule die volgens een strikt regime moet worden toegediend en ernstige bijwerkingen heeft, waaronder bloedingen en problemen met wondheling. Omdat de man zwaargewond raakte bij de aanslag in Maalbeek kon hij niet anders dan de behandeling stopzetten.

    "Dit medicijn was voor hem de laatste kans en de artsen waren onder de indruk van hoe goed de resultaten waren. Ze waren erin geslaagd om de evolutie van de ziekte te stoppen", aldus Doutrelepont. Zo was zijn overlevingsperiode volgens de artsen verdrievoudigd en had de man plannen gemaakt om zijn carrière verder uit te bouwen, een huis te kopen en te reizen. En ook na de aanslagen was de man weerbaar, aldus de advocate. Ze toonde een foto van een lachende, zwaargewonde man die twee vingers in de lucht steekt. Zijn kinderen noemden hem Superman, zei ze ook. 

    Ook hij zal echter kampen met een posttraumatische stressstoornis. "Zijn kinderen omschreven zijn woede en het onbegrip, maar hij moest eerst genezen voor de behandeling kon hervatten. Het was een zwaard van Damocles dat boven zijn hoofd hing. Als deze behandeling geen resultaat opleverde, waren er geen andere opties meer. Maar helaas is zijn kanker erger geworden", aldus de advocate. "Voor de aanslagen had hij veel plannen, erna is hij veranderd. Hij had gezegd dat hij liever was gestorven bij de aanslagen als hij toch niet kon overleven."

    Volgens de advocate is het daarom duidelijk dat de aanslagen de vroegtijdige dood van haar cliënt hebben veroorzaakt. "Hij heeft nog een jaar en zeven maanden geleefd zonder medicatie, met medicatie had dat minstens twee tot vier jaar langer kunnen zijn." Ze vraagt daarom een herkwalificatie van poging tot moord naar moord voor de man. "Het is de eerste stap voor zijn kinderen om rust te vinden. De erkenning van de waarheid helpt de nabestaanden."
  • Burgerlijke partijen: Ook vier slachtoffers die overleden in nasleep aanslagen "vermoord"

    De burgerlijke partijen hebben gepleit over de vier slachtoffers die overleden na de aanslagen en bij wie er een duidelijk causaal verband zou zijn. Ook zij zijn "vermoord", klonk het. "Psychisch lijden kost levens", zei Sanne De Clerck, advocate voor slachtofferorganisatie V-Europe, die pleitte over Shanti De Corte, de jonge vrouw die euthanasie kreeg wegens ondraaglijk psychisch lijden.

    De Clerck zei dat De Corte als tiener al een zekere fragiliteit had. In Zaventem liep ze enkel tinitus op, maar de gevolgen manifesteerden zich anders. De Corte liep een posttraumatische stressstoornis (PTSS) op, die ze nooit te boven is gekomen. De Clerck haalde verschillende argumenten aan om de causale link tussen Shanti's overlijden en de aanslagen aan te tonen. Dat deed ook Nicolas Estienne, die pleitte over een man die in april 2021 zelfdoding pleegde, na vijf jaar PTSS en zware oorsuizingen. Estienne gaf aan dat ook hij al voor de aanslagen psychologisch fragiel was, maar dat dat niet betekent dat er geen causaal verband kan zijn tussen zijn verwondingen en zijn dood. Hij citeerde uit een vonnis van een burgerlijke rechtszaak met de verzekeraars van Brussels Airport. 

    Advocate Carine Doutrelepont pleitte dan weer over een 49-jarige kankerpatiënt die stierf in oktober 2017. Hij werd behandeld met een molecule die ernstige bijwerkingen heeft, waaronder bloedingen en problemen met wondheling. Omdat de man zwaargewond raakte bij de aanslag in Maalbeek moest hij de behandeling stopzetten - tot zijn grote spijt en woede.

    Van het vierde slachtoffer is weinig bekend, voor die persoon kwam niemand pleiten. De burgerlijke partijen vragen een herkwalificatie voor de vier van poging tot moord naar moord. 

    Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
  • Van Eeckhaut haalt in pleidooi uit naar beschuldigden: "Schamen jullie je niet?"

    Nina Van Eeckhaut, de advocate van de weduwe van slachtoffer Nic Coopmans, heeft in haar pleidooi zwaar uitgehaald naar de beschuldigden in de box. "Schamen jullie je niet, hebben jullie geen spijt?", zei ze, nadat ze een uiteenzetting had gegeven over het juridische concept van 'strafbare deelneming door onthouding'.

    Van Eeckhaut begon haar betoog met een terugblik op de getuigenis van haar cliënte, "die veel meer moed had dan de mannen in de box die een verantwoordelijkheid dragen in de dood van haar man". Ze benadrukte dat de zeven zowel expliciet als impliciet hulp hebben geboden aan de terreurgroep. "Door niet te protesteren, door niet te vragen: 'waar zijn jullie mee bezig?', door ze te laten doen. Dat is deelneming door onthouding", aldus Van Eeckhaut.

    Want, zegt Van Eeckhaut, "het belangrijkste was dat de daders zich gedurende een lange periode ondersteund voelden, dat ze de kracht en de moed kregen om over te gaan tot aanslagen." Ze hamerde ook op de macht van het getal. "Het glorifiëren van het geweld tegen de staat, het extremisme en het geweld is enkel mogelijk als er een gevoel van eenheid is. De kamikazes kregen moed omdat ze zeker waren dat ze zich op de goede weg bevonden."

    Volgens de advocate waren alle beschuldigden buiten Smail en Ibrahim Farisi op de hoogte dat er iets vreselijks ging gebeuren. Zeker op 16 maart, toen de foto's van de broers-El Bakraoui in de media verschenen, moesten ze weten "dat die mannen uit hun buurt niet op de goede weg waren". En op 21 maart werd de foto van Najim Laachraoui gepubliceerd met zijn echte naam. "Als je hen gewoon laat doen, wat verwacht je dan dat er gaat gebeuren?", aldus Van Eeckhaut. "Zonder hun stilte en morele steun hadden de aanslagen niet op deze manier plaatsgevonden."

    Kunnen we echt geloven dat Ali El Haddad Asufi het geheime adres van de Max Roosstraat kende, maar dat hij niet wist wat zijn goede vriend Ibrahim El Bakraoui daar deed? En er is geen twijfel mogelijk dat Hervé Bayingana Muhirwa de nieuwe broer is in de logistiek, aldus Van Eeckhaut. "En uiteraard hadden Salah Abdeslam en Sofien Ayari, die in de Driesstraat aan het wachten waren op instructies, er iets mee te maken. Elk team in de safehouses moest deelnemen aan het grote plan tegen het EK voetbal. Het plan bleef hetzelfde, zelfs al werden de timing en het doelwit nog veranderd."

    De advocate kwam ook terug op de wraking van een jurylid eind april, omdat hij had gezegd dat er in de Driesstraat een "operationele cel" verbleef. "Natuurlijk was die cel operationeel. Er waren oorlogswapens, het vuur was geopend op de politie, de mensen die er verbleven wisten dat er vreselijke plannen werden beraamd. Ik denk dat het parket voldoende heeft aangetoond dat die cel operationeel was", zei ze. "De wraking van jullie collega wil niet zeggen dat hij ongelijk had, hij heeft zijn mening gewoon te vroeg gezegd."

    Van Eeckhaut benadrukte verder dat de beschuldigden nog geen afstand hebben genomen van hun ideeën. "Ik was gechoqueerd hoe ze onbewogen naar de verhalen van de slachtoffers luisterden", zei ze. "Schamen jullie je niet, hebben jullie geen spijt?" Bovendien weten we nog altijd niet waarom ze zoveel levens hebben verpest. "Er zijn veel theorieën, maar ik ben ervan overtuigd dat het vooral over haat gaat, tegen ons land, onze instellingen, onze democratie die ons zoveel vrijheden geeft. Haat omdat ze er niet bijhoren, omdat ze een antisociale persoonlijkheid hebben." En aan de andere kant van het spectrum is er de liefde, aldus Van Eeckhaut, de liefde van haar cliënte voor haar overleden echtgenoot. "Ze hadden een klein paradijs gecreëerd samen, en ze hebben dat kapotgemaakt."
  • Lys hecht weinig geloof aan "geluidsband" die Abrini leverde bij videobeelden luchthaven

    De "geluidsband" die Mohamed Abrini aanlevert met zijn uitleg bij de bewakingsbeelden in Zaventem, waarop te zien is hoe hij met de twee kamikazes zijn karretje voortduwt, is "onverifieerbaar" en ongeloofwaardig. En op de bewakingsbeelden aan metrostation Petillon, "die andere horrorfilm zonder klank", is te zien hoe Osama Krayem afscheid neemt van kamikaze Khalid El Bakraoui, maar hem geenszins op andere gedachten probeert te brengen. Guillaume Lys, advocaat van slachtofferorganisatie V-Europe, lijstte woensdagnamiddag met enkele gevatte observaties de bezwarende elementen op tegen alle tien beschuldigden.

    Lys, die woensdagnamiddag het woord nam voor de burgerlijke partijen, had op het einde van zijn pleidooi zijn emoties even niet meer onder controle, toen hij zijn grootvader citeerde. "Tegengestelden werken samen, en uit verschillen groeit de mooiste harmonie", zei de advocaat om zijn pleidooi af te sluiten, nadat hij zich had afgevraagd waarom de terroristen de feiten hadden gepleegd.

    ijna twee uur lang had Lys dan al een waslijst aan bezwarende elementen opgelijst tegen de beschuldigden. Over Abrini klonk het dat de bewakingsbeelden op de luchthaven, waarop te zien is dat hij samen met de twee kamikazes zijn karretje vooruitduwde, als een "horrorfilm zonder klank" zijn, maar dat de "geluidsband" die hij aanlevert "onverifieerbaar" en ongeloofwaardig is. Abrini verklaarde zelf dat hij ervan afzag om zich op te blazen, omdat hij vrouwen en kinderen wou sparen, maar Lys zag vooral dat hij zichzelf wou redden. "Abrini zei dat hij naar buiten liep en een bloedend jong meisje zag. Hij had kunnen zeggen: ga niet naar binnen, het is daar de hel. Maar dat doet hij niet."

    Ook Osama Krayem speelde volgens Lys mee in zo'n "horrorfilm zonder klank", de bewakingsbeelden waarop te zien is hoe hij afscheid neemt van Khalid El Bakraoui, alvorens die in metrostation Petillon de metro neemt om zich enkele tientallen minuten later op te blazen in een metrostel. "Bon voyage", zegt hij. "Maar geen moment denk je dat hij hem op andere gedachten probeert te brengen."

    Bij Salah Abdeslam stond Lys lang stil en somde hij twaalf elementen op. Zo citeerde hij uit een verhoor van Abdeslam, vlak na zijn arrestatie, waarbij hij Khalid El Bakraoui niet herkende op foto en zei dat hij hem nog nooit gezien had. "Dat gaat niet over zwijgrecht, dat zijn leugens", zei Lys. Eerst vatte de advocaat nog wel in twee zinnen de houding van Abdeslam op het proces samen. "Hij zit de hele tijd te praten met zijn vrienden. Soms steekt hij zijn hand op om te zeggen dat iets niet legitiem is, waarna hij gewoon zijn gesprek voortzet."

    Lys liep alle beschuldigden een voor een af en vroeg uiteindelijk voor alle beschuldigden in de box om hen over de hele lijn schuldig te verklaren. Opvallend was nog dat hij hekelde dat Hervé Bayingana Muhirwa, net als Bilal El Makhoukhi, moet weten waar de wapens zijn, maar dat hij weigert om daarover te praten. Lys omschreef de twee als 'Knabbel en Babbel', omdat ze altijd samen opduiken in het dossier. De advocaat zei dat Bayingana Muhirwa de Rwandese genocide heeft meegemaakt, als kandidaat-vluchteling naar België kwam en een nieuw leven kon opbouwen, maar ook zelf bij het Rode Kruis met oorlogsvluchtelingen werkte. "Met geen ander doel dan dat ze nog hetzelfde meemaken. En toch stoort het hem blijkbaar niet dat de wapens hier circuleren", zei Lys. 

    Voor Smail Farisi volgde hij de lijn van het federaal parket, die vroeg om hem enkel schuldig te verklaren aan deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. En voor Ibrahim Farisi vroeg hij de vrijspraak, net als het parket.
  • Theorie en emotionele verhalen over slachtoffers tijdens pleidooien burgerlijke partijen

    De burgerlijke partijen hebben woensdag theorieles gegeven over verschillende juridische concepten. De advocaten herinnerden het hof ook aan het leed van de slachtoffers en hun nabestaanden. Op de tweede dag van de pleidooien van burgerlijke partijen weidde advocaat Thierry Moreau onder meer uit over vrijwillige terugtred: indien een beschuldigde een misdrijf voor het plaatsvindt spontaan volledig stopzet, kan hij niet veroordeeld worden. Maar dat geldt niet voor Osama Krayem en Mohamed Abrini, die hun bom niet lieten ontploffen, stelde hij, aangezien zij enkel een deel van het plan aanpasten en de aanslagen nog steeds plaatsvonden. Moreau had het ook over het zwijgrecht van de beschuldigden. "Dat recht gebruiken is geen daad van participatie, maar kan wel de bevestiging van een stilzwijgende aanvaarding zijn."

    Nina Van Eeckhout had het dan weer over strafbare deelneming door onthouding: door niet te protesteren hebben de beschuldigden de kamikazes de moed gegeven om de aanslagen te plegen, stelde ze. "Alle beschuldigden in de box wisten dat er iets vreselijks ging gebeuren."
    Ze haalde ook uit naar de beschuldigden, die volgens haar handelden uit haat. Daartegenover plaatste ze de liefde van haar cliënte voor haar echtgenoot Nic Coopman, die overleed bij de aanslagen. "Ze hadden een klein paradijs gecreëerd dat de beschuldigden hebben kapotgemaakt."

    Het leed van de slachtoffers was ook centraal in de pleidooien over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord van vier slachtoffers die in de nasleep van de aanslagen stierven. Onder hen Shanti De Corte, die euthanasie kreeg wegens psychisch lijden.
  • Burgerlijke partijen weiden vanaf donderdag uit over schuld van beschuldigden

    De burgerlijke partijen weiden vanaf donderdag, op de derde dag van hun pleidooien, uit over de schuld van de verschillende beschuldigden. Het gaat donderdag over Oussama Atar, Mohamed Abrini, Osama Krayem, Salah Abdeslam en Sofien Ayari. Het merendeel van de advocaten van de burgerlijke partijen stemden hun pleidooien op elkaar af. De groep begon dinsdag met een inleiding en een 'woord voor de slachtoffers', om woensdag verschillende juridische concepten uit te leggen en te pleiten over de herkwalificatie van poging tot moord naar moord voor vier slachtoffers die in de nasleep van de aanslagen overleden.

    Woensdagnamiddag werd de focus dan verlegd naar de beschuldigden. Na een 'synthesische voorstelling van de beschuldigden' door Guillaume Lys, die de jury op korte maar krachtige manier uitlegde waarom ze de beschuldigden schuldig moeten bevinden, begint donderdagochtend een meer uitgebreid overzicht van alle beschuldigden.

    Aline Féry, advocate voor slachtoffercollectief Life4Brussels, bijt de spits af met de voorstelling van Oussama Atar, de vermoedelijke leider van de terreurcel die bij verstek veroordeeld wordt omdat er geen bewijzen zijn dat hij is overleden. Daarna volgen Mohamed Abrini, de 'man met het hoedje' die zijn bom achterliet in Brussels Airport, en Osama Krayem, die met zijn bom vertrok naar de metro maar rechtsomkeer maakten. In de namiddag pleiten de burgerlijke partijen over Salah Abdeslam en Sofien Ayari, die net voor de aanslagen werden opgepakt na de dodelijke schietpartij in de Driesstraat in Vorst. 

    De voorstelling van de beschuldigden duurt tot volgende week dinsdag. Die namiddag volgen nog de pleidooien over de institutionele partijen, zoals Brussels Aiport en de Belgische staat, gevolgd door een conclusie. Woensdag pleiten vervolgens de burgerlijke partijen die zich niet verenigd hebben, donderdag beginnen de pleidooien van de verdediging.
Powered by Platform for Live Reporting, Events, and Social Engagement

Meest Gelezen