Terreurproces NB

  • Opnieuw kritiek op verzekeraars en Belgische staat

    Opnieuw heeft een slachtoffer van de aanslagen op het terreurproces uitgehaald naar de manier waarop de verzekeraars en de Belgische staat met slachtoffers zijn omgegaan. "Ik werd verpletterd als een miertje door een gigantesk systeem", klonk het woensdagnamiddag. In de voormiddag had een ander slachtoffer al uitgehaald naar de verzekeraars, die ze een gebrek aan respect en empathie verweet. In de namiddag ging een 54-jarige vrouw daarop door. Ze wilde haar "woede" ventileren.

    De artsen die werkten in opdracht van de verzekeraar, hadden vragen gesteld bij de tewerkstellingssituatie van de vrouw. Het leek alsof ze de schuld kreeg, stelde ze, dat ze "niet in staat was" te herstellen. "Het maakte me onvoorstelbaar kwaad. De kloof tussen de medische expertise en wat ik meemaakte, is enorm. Dit is geen financiële maar een symbolische kwestie."

    De vrouw klaagde ook aan dat ze gekwetst was door "de beslissing van de overheid om de slachtoffers over te laten aan verzekeraars" en artsen die "niet onafhankelijk" werken. "Ik ben gekwetst dat met onze ervaring en ons lijden geen rekening is gehouden om zaken te verbeteren." 

    De getuigenis eindigde met een klein incident. De vrouw wilde beschuldigde Osama Krayem - niet aanwezig in de rechtszaal - aanspreken over een verklaring die hij deed tijdens een verhoor. De procedure staat niet toe dat burgerlijke partijen de beschuldigden rechtstreeks vragen stellen en de voorzitter wees haar daarop.
  • Karen Northshield: "Ik heb niet dood gekend, maar de hel"

    Karen Northshield (37), die jarenlang in het ziekenhuis lag nadat ze zwaargewond was geraakt in Brussels Airport, heeft getuigd over hoe ze "in een vingerknip" veranderde van een topatlete in een "vrouw die bijna dood was". "Ik ben afgedaald in de hel." "Oorlogsinvalide", antwoordde Northshield, toen voorzitster Laurence Massart haar bij aanvang van haar getuigenis vroeg naar haar beroep, nadat ze op krukken de zaal was binnengestapt. Northshield verbleef bijna vier jaar in het ziekenhuis, waarvan 79 dagen op intensieve zorg.

    Op de zitting werd een foto getoond van haar heup, volledig weg. Maandenlang werd haar geen enkele overlevingskans gegeven. Met ingehouden woede, en de verbetenheid van de topatlete die ze was, getuigde ze over hoe de aanslag haar leven vernielde, maar ook dat van twaalf familieleden, "levens die heropgebouwd moeten worden". Northshield zei dat woorden tekortschieten om het lijden te kunnen beschrijven dat ze tot vandaag ondergaat. Dat ze er nog is, is te danken aan de dokters en familie die haar niet opgaven en haar "wil om te leven, moed, vastberadenheid en vooral veel veerkracht". 

    "Ik heb de dood niet gekend, maar de hel", zei Northshield. "Van een dynamische, gelukkige en gezonde vrouw, met een mooie toekomst voor zich, werd ik een vrouw die bijna dood was." Northshield beschreef hoe nachtmerries, angsten en handicaps al zeven jaar haar leven beheersen. Ze beschreef ook de vele ziekenhuisverblijven en behandelingen, die maar blijven doorgaan.

    Northshield zei dat ze een "jihad van herstel" voerde, geen "jihad van oorlog" zoals de beschuldigden. "Je zal mijn haat, noch mijn tranen hebben", zei ze ook. Ze hekelde bovendien de administratie waar ze nu mee worstelt. "Een nieuwe strijd, om terug te keren naar mijn 'normale' leven, een strijd die ik niet zou moeten voeren."
  • "Twee aanslagen meegemaakt: die van terroristen en die van de staat die ons niet hielp"

    Op het terreurproces blijven slachtoffers de Belgische staat onder vuur nemen. Een IT'er die gewond raakte op de luchthaven van Zaventem, sprak zelfs van twee aanslagen: "een van de terroristen en een van de staat die ons niet hielp". "Ongelofelijk", zo omschreef de 58-jarige IT-er wat hij meemaakte. "Er begon een nachtmerrie" toen hij zijn vrouw naar Zaventem bracht en de bommen ontploften.  De man noemde de aanslag "zinloos", en zei niet te begrijpen waarom de terroristen stukken metaal in de bommen hadden gestopt "om de toestand van de overlevenden nog slechter te maken".

    Maar het grootste deel van de getuigenis was een uithaal naar Medex, de overheidsinstelling die medische expertises uitvoert. De artsen van de dienst "behandelden ons als leugenaars", zei hij. "De slachtoffers zijn door de hel gegaan. Wij zijn geen leugenaars." Het slachtoffer zei ook niet te begrijpen waarom slachtoffers "de hele tijd moeten betalen". "Na twee weken kwamen de eerste facturen al aan", legde hij uit. De terugbetalingen die later kwamen, volstonden volgens hem niet om alle kosten te dekken.
  • Karen Northshield wilde boodschap van hoop brengen met getuigenis

    Een boodschap van hoop en vechtlust tegenover het geweld, de terreur en de haat van de terroristen op 22 maart 2016. Dat was wat Karen Nortshield (37), die bijna vier jaar in het ziekenhuis lag nadat ze zwaargewond was geraakt in Brussels Airport, met haar getuigenis wilde overbrengen, zo zei ze na afloop.

    Northshield noemde haar passage op het terreurproces emotioneel, omdat ze ermee terugkeerde naar de gebeurtenissen van zeven jaar geleden, die voor haar precies al een eeuwigheid geleden plaatsvonden. "Het was indrukwekkend om in de zaal te zitten, tegenover de beschuldigden, hun advocaten en de jury."

    Een groot deel van de getuigenis van de 37-jarige vrouw, die zichzelf omschrijft als "oorlogsinvalide", ging over de zware impact van de aanslag niet alleen op haarzelf, maar ook twaalf familieleden. Toch zei ze achteraf dat ze een boodschap wilde brengen van "hoop, volharding en vechtlust", tegenover "het geweld, de terreur en de haat" van de terroristen. "Jullie hebben geprobeerd om mij en mijn familie te vernielen, maar jullie zijn er niet in geslaagd mijn ziel te breken."

    Tijdens de getuigenis werd een artikel getoond waarin Northshield, een jaar na de aanslagen, zei dat ze niet zeker was of ze al blij was dat ze die had overleefd. Nu, zeven jaar later, wil ze naar eigen zeggen meer dan ooit leven. "Ik verdien het om te leven, om gelukkig te zijn en om rust te hebben, meer dan ooit."
  • "Ze hebben me doen twijfelen aan mijn geloof. Alleen al daarom zal ik hen nooit vergeven"

    "Ze hebben me doen twijfelen aan mijn geloof, aan mezelf, en alleen al daarom zal ik hen nooit vergeven." Dat heeft een moslima, van wie de man zwaargewond raakte bij de aanslag op Brussels Airport, woensdagnamiddag gezegd tijdens het terreurproces. "De islam staat voor vrede en waardigheid", zo zei de 30-jarige vrouw. Islamitische Staat, in naam waarvan de aanslagen werden gepleegd, staat voor haar voor het omgekeerde. "Ik voel zoveel boosheid, zoveel haat. Niemand mag het leven nemen van een ander. Dat is onvergeeflijk."

    De vrouw zelf raakte bij de aanslagen niet gewond. Ze was wel op de luchthaven aanwezig, omdat ze er werkte, net als haar man. Hij raakte zwaargewond. "Ik hoorde de 'boem' van de ontploffing en niet veel later belde iemand anders me met zijn gsm. Ik liep naar de terminal." Daar vond ze uiteindelijk haar man. "Ik herkende hem aan zijn schoenen en zijn stem."

    De man werd sinds de aanslagen al een 90-tal keer geopereerd. "Het ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven is onze tweede thuis geworden, en is dat vandaag nog altijd", klonk het.  Toen de vrouw vertelde dat haar man nog altijd een stukje bom achter zijn linkeroog heeft zitten, en mogelijk zijn zicht kan verliezen, werd het haar even te veel. "Het gaat niet goed met ons, met geen van beiden", zei zei. "Ze hebben ons vernield, dat is alles wat ik kan zeggen. Als je fysiek moe bent, doet het goed om te rusten. Maar als je psychologisch moe bent, helpt rusten niet." De moslima vertelde ook nog dat ze nog altijd de geur van de dag van de aanslagen in haar neus heeft. "Ik walg ervan te ademen."
    • NB

    Moeilijk om te bekijken, maar ze wilde haar foto’s absoluut tonen: Karen Northshield getuigt over onmenselijke strijd na aanslag

    “Het ene moment was ik nog een gezonde, sterke, gelukkige vrouw . Een fractie later was alles verwoest. Mijn lichaam, mijn geest, mijn familie.” Voormalig fitnesscoach Karen Northshield (37) raakte zo zwaargewond bij de aanslag op Zaventem dat haar overleven een mirakel is. Ze kwam getuigen over de onmenselijke strijd die ze al zeven jaar voert. Eerst om niet dood te gaan. Nu om weer te kunnen leven. Lees hier meer (+).

    Karen Northshield werd in een rolstoel naar de assisenzaal gebracht. Ze werd begeleid door Mohamed El Bachiri, de man van een overleden slachtoffer.
  • Burgerlijke partijen stellen zelf vragen aan politicoloog over IS

    Drie burgerlijke partijen hebben vragen gesteld aan een getuige, een politicoloog gespecialiseerd in Syrië. Tijdens hun getuigenis de afgelopen weken gaven twee van hen al aan zich na de aanslagen te verdiepen in Syrië en het Syrische conflict. Politicoloog Thomas Pierret had tijdens zijn getuigenis uitleg gegeven over de wortels van terreurgroep IS, die ontstond in de context van de Syrische burgeroorlog.

    Als eerste vroeg Philippe Vansteenkiste, de broer van slachtoffer Fabienne Vansteenkiste en directeur van slachtoffervereniging V-Europe het woord. "Hebt u geen advocaat?", vroeg voorzitter Laurence Massart eerst. Die bleek niet aanwezig, waarop Massart de advocaten opriep om "goed voor hun cliënten te zorgen". Vansteenkiste wilde weten wat er tussen 2014 en 2016 gebeurde met de paspoorten van buitenlanders die aankwamen bij IS in Syrië. "Dat weet ik niet exact, maar ik denk niet dat er een beleid was van het systematisch in beslag nemen van paspoorten", antwoordde de politicoloog.

    Philippe Vandenberghe, eveneens deel van V-Europe en slachtoffer van de aanslag op Brussels Airport, wilde dan weer meer weten over de praktijk van trouw zweren aan het kalifaat. Pierret verklaarde dat het vanzelfsprekend is dat mensen die vanuit het buitenland naar Syrië reizen om zich bij IS aan te sluiten, trouw zweren aan de leider en aan het kalifaat. Verwacht wordt dat heel de bevolking van het kalifaat haar trouw uitdrukt, vaak doen leiders dat in naam van de gemeenschappen die ze vertegenwoordigen.

    "En wat gebeurt als je toch geen trouw zweert?", wilde voorzitter Massart weten. "Dan ga je naar een andere groep", antwoordde Pierret. "Tientallen andere groepen willen je met open armen ontvangen." Hij benadrukte ook dat het weinig zin heeft om IS te vervoegen zonder trouw te zweren, zeker omdat de organisatie erg wantrouwig staat tegenover mensen die mogelijk deloyaal zijn. 

    Vandenberghe vroeg ook nog of mensen die trouw zweren aan IS, automatisch hun thuisland en hun waarden moeten aanvallen. "IS ontkent de legitimiteit van andere landen, zeker van andere islamitische landen. Het trouw zweren gaat samen met het verwerpen van de oude regering, maar dat wil niet zeggen dat ze automatisch actief moeten strijden tegen hun land", bijvoorbeeld door aanslagen te plegen.

    Tot slot nam de vader van slachtoffer Aline Bastin het woord. Hij vroeg om het concept 'sjirk' uit te leggen, het islamitische concept van het toekennen van goddelijke eigenschappen aan iets of iemand anders, omdat IS dat in zijn propaganda aanhaalt om zich te rechtvaardigen. De politicoloog antwoordde dat volgens IS niemand anders dan God kan worden vereerd, en plaatste dat concept tegenover ons idee van onze democratie, waarbij aan het volk een rol gegeven wordt die volgens IS enkel God zou toekomen.

    De drie mannen kwamen in de afgelopen weken ook getuigen als slachtoffer. Alledrie gaven ze aan zich sinds de aanslagen te verdiepen in het onderzoek, en Vansteenkiste en Bastin specifiek in IS en het Syrische conflict.
  • Stortvloed aan vragen over conflict in Syrië

    Een uiteenzetting over de geopolitieke situatie in Syrië heeft vragen uitgelokt van alle partijen op het terreurproces in Brussel. Verschillende beschuldigden waren in het land toen terreurbeweging Islamitische Staat er gevormd werd. Een professor politicologie gespecialiseerd in het Midden-Oosten legde uit hoe het conflict in Syrië in 2011 begon met een volksopstand tegen het autoritaire regime, die uiteindelijk leidde tot een burgeroorlog en de opmars van terreurbeweging Islamitische Staat. De professor had het onder meer over de propaganda van IS, die eerst gefocust was op het leed van moslims maar later op kracht en fierheid, met de oprichting van een eigen staat. Het was wellicht het latere discours dat jongeren zoals de beschuldigden op het proces wist te verleiden.

    Alle partijen in het proces stelden vragen aan de specialist. Opvallend was dat enkele burgerlijke partijen zelf vragen stelden, onder wie de directeur van slachtoffervereniging V-Europe. De verdediging bracht de expert in verlegenheid door hem te laten toegeven dat hij zich achteraf gezien in 2012 had vergist toen hij schreef dat het een vergissing was om het Al Nusra-Front op de terreurlijst te plaatsen. Hij dacht destijds dat de groepering pragmatischer aan het worden was. Een verkeerde inschatting kan dus ook anderen overkomen die niet zo gespecialiseerd zijn, gaf Delphine Paci, de advocate van Salah Abdeslam, aan.
  • "IS voerde 113 aanslagen uit buiten Syrië en Irak, 108 daarvan na bombardementen coalitie"

    Van de 113 aanslagen die terreurgroep IS pleegde buiten Syrië en Irak zijn er 108 uitgevoerd nadat de internationale coalitie was begonnen met bombarderen. Dat verklaarden een politicologe en criminologe donderdag op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Ze citeerden daarbij uit eigen onderzoek, maar moesten daarvan de beperkingen toegeven.

    Criminologe Fabienne Brion (UCL) en politicologe Corinne Torrekens (ULB) werden gevraagd om te komen getuigen over het fenomeen van radicalisering. Torrekens stak van wal door op te merken dat campagnes van zelfmoordaanslagen steeds gelinkt zijn aan conflicten, territoriale claims of militaire interventies. Ze kunnen te maken hebben met religie, maar niet noodzakelijk. Waarna de onderzoekers eraan toevoegden dat er 113 aanslagen plaatsvonden buiten Syrië en Irak en dat 108 daarvan plaatsvonden nadat de internationale coalitie onder leiding van de VS was begonnen met bombardementen op IS. 

    "Het helpt om de logica te begrijpen: ze wilden druk leggen op een democratisch land om hun troepen terug te trekken. Niet de democratie an sich werd geviseerd, maar het is wel zo dat aanslagen in een democratie mediatisering generen en zo uiteindelijk ook een politieke reactie. In een dictatuur zal dat alles niet gebeuren", klonk het. 

    De onderzoekers benadrukten dat het belangrijk is om een onderscheid te maken tussen radicalisering en effectief een aanslag plegen. Ze legden ook uit dat radicalisering nog niet verklaart hoe zich een kleine groep vormt, zoals die achter de aanslagen van 22 maart 2016, die overgaat tot de actie. Voor zo'n groepje zijn vertrouwensbanden nodig, bijvoorbeeld tussen vrienden of familie, om uit te sluiten dat een infiltrant het project doet mislukken. 

    Waarna de professoren, op basis van eigen onderzoek, schetsten dat ze radicalisering zien als een puzzel, een samenspel van verschillende factoren, die ze onderbrengen in vier 'bubbels'. Zo is er de bubbel van de ideologie, die van de persoonlijkheid, die van het levenstraject en die van de socialisatie. Zo verwezen ze naar het levenstraject van Oussama Atar, het vermoedelijke brein achter de aanslagen van 22 maart 2016, die tijdens zijn verblijf in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak verder geradicaliseerd moet zijn vanwege de mensenrechtenschendingen die hij daar onderging. Ze legden vervolgens de link met de radicalisering van de broers-El Bakraoui, die Atar in de gevangenis in België ging bezoeken.

    Na hun uiteenzetting kregen de onderzoekers verschillende vragen. Voorzitster Laurence Massart wou weten of het mogelijk was dat geradicaliseerden empathie toonden tegenover slachtoffers? "Dat kan, ze kunnen zich daarvan ter plaatse bewust worden, in Syrië, of hier", zei Brion die er evenwel aan toevoegde dat burgerslachtoffers die de internationale coalitie maakte omschreven zouden worden in wrede termen als 'collateral damage' en dat dit er geen goed aan doet om empathie op te wekken. 

    Brion kreeg ook de vraag om te definiëren wat een 'terroristische aanslag' was. Ze antwoordde dat dit voor een 'zelfmoordaanslag' kon, omdat iemand zich daarbij enerzijds van het leven berooft en anderzijds een aanslag pleegt, maar dat de term 'terroristisch' complexer was. Voor haar gaat het om politiek geweld en wat voor de ene terrorisme is, is dat voor de andere niet. Ze argumenteerde dat "verzetstrijders in de Tweede Wereldoorlog terroristen waren voor de Duitsers". Waarna de criminologe er wel aan toevoegde dat het "vreselijke" aan terrorisme is dat er "via slachtoffers druk gezet" wordt. 

    De onderzoekers moesten ook belangrijke vragen schuldig blijven. Zo is het niet mogelijk om via hun model te verklaren waarom iemand overgaat tot terrorisme, simpelweg omdat ze voor hun onderzoek niet hebben kunnen praten met daders, die doorgaans dood zijn. Ze waarschuwden ook dat ze zich baseerden op een "erg klein staal" van geradicaliseerde personen die ze interviewden en dat hun resultaten dus moeilijk te veralgemen zijn. Vanuit de jury klonken vervolgens nog meer vragen over de methodologie van de onderzoekers, die uitlegden dat ze niet meer dan een twintigtal personen geïnterviewd hebben in 2017-2018. Hun studie werd nog niet gepubliceerd, naar eigen zeggen om het risico op identificatie van hun respondenten te vermijden.
  • Proces gaat volgende week nieuwe fase in, met kruisverhoor beschuldigden

    Volgende week begint het kruisverhoor van de beschuldigden. Het proces gaat zo een nieuwe fase in. De voorbije vier weken getuigden nabestaanden en overlevenden van de aanslagen. Ook maandagvoormiddag zijn eerst nog enkele getuigenissen gepland, onder meer van een man die samen met zijn vrouw gewond raakte in Zaventem. Voorzitster Laurence Massart zei dat de voormiddag is uitgetrokken voor de getuigenissen, maar dat ze mogelijk kunnen uitlopen tot het begin van de namiddag.

    In de namiddag komt ook nog een psychiater uitleg geven over radicalisering. Dat gebeurt op vraag van de verdediging van Mohamed Abrini, de man die zijn bom in Zaventem niet liet ontploffen maar op de vlucht sloeg. De expert moest normaal gezien donderdag al aan bod gekomen zijn, maar het werd te laat om daar nog mee te starten. Daarna begint het kruisverhoor van de beschuldigden, mogelijk maandag nog. Dat was normaal gepland in januari, maar de voorzitster stelde de verhoren uit wegens de juridische procedure over de gevangenistransporten en naaktfouilles van de beschuldigden.

    Het is nog afwachten in welke mate de negen beschuldigden zullen antwoorden op de vragen, die georganiseerd worden per thema. Tot nu toe heeft enkel de advocate van beschuldigde Osama Krayem aangegeven dat haar cliënt niet zal praten. Ze beloofde wel vooraf kort een verklaring te geven. Er zijn twee weken uitgetrokken voor de ondervragingen.
  • "Metroabonnement kopen stond gelijk aan accepteren dat ik een slachtoffer ben"

    "Een metroabonnement kopen stond voor mij gelijk aan accepteren dat ik een slachtoffer ben, dat wilde ik niet", zo getuigde de 35-jarige Ioana uit Boekarest. "Dus ik kocht elke dag opnieuw een ticketje", aldus de Roemeense, die voor het hof van assisen een zak met een honderdtal kaartjes bovenhaalde.

    Na haar master te behalen in Brussel, werkt Ioana als communicatiespecialiste voor de Europese Commissie. Op de ochtend van 22 maart belt haar vader om haar te waarschuwen voor de aanslagen op de luchthaven en vraagt haar uitdrukkelijk om de metro die dag niet te nemen. Maar haar vriend kan haar niet meenemen met de auto, dus ze neemt wel de metro. "Ik haatte te laat zijn. Ik zei tegen mezelf dat ik me geen zorgen moest maken", klinkt het.

    In de metro neemt ze plaats. Wanneer het voertuig station Maalbeek verlaat, klinkt plots oorverdovende stilte. "Ik wist niet wat er gebeurde", getuigt de Roemeense.  Met veel moeite slaagt ze erin om de metro te verlaten en probeert via een trap naar buiten te gaan. "Buiten zag ik andere mensen in shocktoestand, met een lege blik. Ik had het gevoel dat dit het einde van de wereld was." Ze belt haar verloofde maar omdat ze zoveel huilt, verstaat hij niet wat ze zegt.

    In een kapsalon en een hotel vraagt ze of ze haar gsm mag opladen. Op het toilet van het hotel merkt ze dat ze helemaal zwart is en bedekt met bloed en probeert ze zich zo goed als mogelijk te wassen. Na twee uur komt haar zus haar halen, maar volledig geblokkeerd lukt het haar niet om iets te zeggen.

    In de komende weken en maanden blijkt de impact van het geweld groot: slaapproblemen, angstgevoelens, oor- en spierpijnen, paniekaanvallen... Ook de relatie met haar verloofde verslechtert en komt uiteindelijk tot een eind. "Hij dacht dat ik geen goede echtgenote en moeder zou zijn. Niemand wil een emotioneel gehandicapte partner", klinkt het.

    Toch weigert Ioana lang te erkennen dat ze ook een slachtoffer is. "Ik had het idee dat ik dit niet was omdat ik niet dood ben." Zo weigerde de vrouw tot vorig jaar een metroabonnement te nemen, wat in haar ogen een acceptatie van haar slachtofferschap betekende. Via slachtofferhulp van de politie kreeg ze uiteindelijk psychologische hulp. "Op mijn werk zei ik dat ik even naar de gym ging, dat was beter voor het beeld dat ze over me hadden."

    Toch ging het nog lange tijd niet goed met haar. "Ik wou van mijn balkon op het achtste verdiep springen in Boekarest. Maar toen kreeg ik een droom dat ik zwanger was, dat was voor mij het licht aan het einde van de tunnel." In 2021 krijgt Ioana een zoontje. "Voor hem probeer ik nu een goede moeder te zijn. Zo leer ik hem dat je respect moet hebben voor iedereen, dat we samen mooie dingen kunnen bereiken, en niet vernietigen, zoals op 22 maart 2016", zo zegt de jonge moeder. "Terreur heeft niet gewonnen."
  • Overlevende Zaventem: "Had mijn lot aanvaard om te sterven, maar toen kwam realitycheck"

    Toen de tweede bom in de luchthaven ontplofte dacht Sofie, die op 22 maart 2016 aan het werk was aan de ticketbalie van Brussels Airlines, dat ze ging sterven. "Ik had mijn lot aanvaard. Maar toen kwam de realitycheck: ik wilde niet sterven", zei de 46-jarige vrouw maandag tijdens haar getuigenis op het assisenproces over de aanslagen.

    Sofie wilde net een klant helpen, een dertiger uit Zuid-Europa, wanneer de eerste bom ontplofte aan de andere kant van de inkomhal. Samen met haar collega's ging ze naar het kantoor van de supervisor en net op het moment dat Sofie de deur wilde sluiten, ontplofte de tweede bom, op drie meter van haar. "We lagen met vijf collega's op elkaar op de grond, en ik dacht bij mezelf: 'dit is het moment dat ik ga sterven' en had mijn lot aanvaard. Het was het meest zen-moment van mijn leven. Maar dan kwam de reality check. Ik wilde niet doodgaan."

    Sofie omschreef maandag de chaos op de luchthaven, de scherpe, chemische geur van de bom en grijze stofvlokken die van het plafond vielen. Eens buiten de luchthaven besliste ze om samen met een collega opnieuw naar binnen te gaan om hulp te bieden. "Ik voelde me een beetje verdoofd en kon niet helder nadenken en redeneren, alsof ik er niet echt was." Ze probeerde onder meer een man recht te trekken die op de grond zat met bebloede benen en probeerde een vrouw te helpen die geblokkeerd was op een bank achter een bagagekarretje. "Ik probeerde dat karretje weg te trekken maar het bleek geblokkeerd te zijn achter een enorme plaat die naar beneden was gekomen", zei ze. De plaat lag bovenop de echtgenoot van de vrouw, en onder de plaat lag nog een andere man, die Sofie met de hulp van een militair probeerde te bevrijden. Tot vandaag vraagt ze zich af hoe het gaat met al die mensen die ze die dag is tegengekomen. 

    Eens thuis hoopte Sofie dat alles gewoon een grote nachtmerrie was geweest. Ze beschreef haar leven voor de aanslagen als een autosnelweg waarover ze met 140 kilometer per uur raasde. Op 22 maart 2016 is die autostrade door een bom vernield. "Ik kon niet meer verder, dus ik dacht: 'ik ga van de autostrade af en vind zo mijn weg wel', ik heb in dalen en ravijnen gezeten waarvan ik me afvroeg hoe ik er in 's hemelsnaam moest uitgeraken", legde ze uit.

    Ook vandaag draagt Sofie nog de gevolgen van de aanslag. "Als het sneeuwt denkt iedereen aan wandelen, skiën en sleeën, maar ik denk aan de grijze stofvlokken die vielen", zei ze. Bovendien heeft ze gehoorschade, slaapt ze slecht en gaat haar lichaam in overlevingsmodus als ze luide geluiden hoort. Ze kan zich slecht concentreren en heeft nog steeds nachtmerries en geheugenproblemen.

    Sofie heeft geen gevoelens van wraak of wrok tegenover de beschuldigden. "Ik vraag me wel eens af op welk punt in jullie leven jullie beslist hebben dat het het moment was om de weg van het terrorisme in te slaan", zegt ze. Toch zijn er ook momenten geweest waarop Sofie het gevoel had dat de terroristen gewonnen hadden. "Ik was compleet de weg verloren. Ik had problemen met mijn gehoor, had een operatie ondergaan, was twee keer ontslagen door medische redenen, zat maanden thuis, was hervallen, bezocht psychiaters en psychologen en kreeg kalmeermiddelen en antidepressiva. Maar als je mij nu vraagt hoe het met me gaat, kan ik zeggen: 'het gaat goed'."
  • Angst voor tweede bom overheerste na aanslag in Maalbeek, getuigt slachtoffer

    "Toen we met de metro het station Schumann passeerden, voelde ik me wat opgelucht, maar in Maalbeek ging de bom af", zo vertelde Marie. "Ik lag op de grond, maar had vooral schrik voor nog een tweede bom." Marie, die in 2016 met haar partner in Luik woonde, bracht die dag haar dochtertje naar de crèche in Oudergem. Hierna nam ze opnieuw de metro naar haar werk. Door het nieuws over de aanslagen in Zaventem, was ze niet op haar gemak. Kort voelde ze zich opgelucht wanneer de metro Schumann passeerde - volgens haar een station met een hoger risico op terreur - maar in Maalbeek begon de nachtmerrie.

    "Na de explosie dacht ik dat ik niet wilde sterven en mijn dochtertje achterlaten", klinkt het. Ze hoorde knallen en dacht dat het geweerschoten waren. "Ik dacht dat schutters ons wilden afmaken." Marie slaagde erin om via het raam de metro te verlaten en ging naar de uitgang van de metro. "Ook op straat voelde ik me nog altijd niet veilig", getuigde ze. Marie belde haar vriend in Luik om te vragen of hij haar kwam halen. "Hierna ben ik blijven wandelen richting hem. Verschillende mensen onderweg probeerden me te helpen maar voor mij was het gevaar niet geweken, dus ik bleef wandelen." Uiteindelijk wachtte ze toch bij mensen thuis, waar ze zich wel veilig voelde.

    Diezelfde dag ging ze naar het ziekenhuis in Luik omdat ze vooral kampte met ademhalingsproblemen. Vanaf het einde van 2021 krijgt ze ook te maken met ernstige pijnen in haar rug en been, slapeloosheid, nachtmerries...  Op de televisieschermen in het ziekenhuis zag Marie beelden van de aanslagen en besefte wat er was gebeurd. "Ik bofte dat ik aan de dood was ontsnapt. Mijn reactie was dan aanvankelijk ook een beetje ontkennend en ik liet weinig ruimte voor mijn emoties", zo vertelt het slachtoffer. "Eerst was ik niet van plan om te getuigen, maar na verschillende gesprekken met andere slachtoffers, sta ik hier vandaag toch."
  • Overlevende Zaventem: "Veel verloren door aanslagen maar ook veel solidariteit gevoeld"

    Fred Young, een overlevende van de aanslag op de luchthaven van Zaventem, heeft veel verloren door de aanslag maar heeft ook veel solidariteit gevoeld. Young is de echtgenoot van Janet Winston, die op 8 maart kwam getuigen. Het koppel was in Brussels Airport omdat Fred naar de VS zou vliegen om er jongeren te helpen aan een beurs om naar de universiteit te gaan.

    Terwijl Fred en Janet aan de incheckbalie van Delta Airlines stonden ging de eerste bom af. "Ik hoorde plots een klap, verloor het bewustzijn en toen ik weer wakker werd zag ik een blote voet zonder lichaam. Ik voelde verdriet, angst en besefte dat ik midden in een aanslag zat", vertelde de man. Hij ging daarop op zoek naar zijn vrouw en vroeg haar eerst en vooral of ze haar handen en voeten nog had. Gelukkig was dat het geval. Op beelden die de twee later te zien kregen bij de politie, bleek dat ze op vier meter stonden van Ibrahim El Bakraoui toen die zijn bom deed ontploffen.

    Een buiten op het voetpad zag Fred een Afrikaanse meneer die riep om hulp. "Janet zei: 'Fred, we moeten hem helpen', en ik was akkoord. God heeft ons gered en nu moeten we onze naasten helpen", zei hij. Hij zag ook een man die hevig bloedde aan zijn rechtervoet, aan wie hij na een tijd zijn koffer gaf om zijn voet te ondersteunen. Een bagagist bracht bovendien een vrouw naar buiten met een karretje. "Haar heup was ontploft, haar been was zwaargewond, haar voet was helemaal verbrand", aldus Fred. "Janet heeft haar in haar armen gehouden." Nog een andere vrouw lag op het trottoir. Het bleek de moeder te zijn van een gezin dat voor Janet en Fred in de rij stond aan de check-in. "Het was heel triest, we zijn een week later te weten genomen dat ze dood was." Janet en Fred werden naar het Sheraton-hotel gebracht voor de eerste verzorging. Fred was verbrand aan zijn hoofd, zijn vrouw bloedde aan haar hoofd. In het militair ziekenhuis van Neder-Over-Heembeek ontdekte Fred dat er ook in Maalbeek een aanslag was geweest.

    Fred kampt net als zijn vrouw sinds de aanslag met zware gehoorproblemen. Hij onderging vijf operaties aan zijn trommelvlies op vijf jaar tijd. Hij heeft ook geheugenproblemen. "Het is moeilijk om uit te drukken wat we verloren zijn, zoals de vreugde en het gemak van spontane conversaties." Ook is het moeilijker voor Fred om zijn werk als basketbalcoach goed uit te voeren, omdat het ingewikkeld is om stemmen te onderscheiden als er veel lawaai is, of om belangrijke gesprekken te volgen. Door zijn tinnitus slaapt hij ook slecht.

    Fred drukte tijdens zijn getuigenis ook zijn dankbaarheid uit voor de solidariteit die hij ondervond. "De terrorist die zelfmoord pleegde en me wilde doden, kan me niet beletten om te geloven en om hoop te hebben", zei hij. "Hij kan me niet beletten om van mijn naasten te houden. De liefde van Jezus is sterker dan de dood."

    Fred riep het hof nog op om "een sterke waarschuwing te sturen naar de maatschappij, zodat mensen er niet aan denken om terreurdaden te plegen, waardoor we een constructieve maatschappij kunnen bouwen waarin we van elkaar kunnen houden". Daarop antwoordde voorzitter Laurence Massart dat het hof zijn werk zal doen, maar dat het enkel bevoegd is om de tien mannen te berechten. "Wij leveren geen algemene boodschap, dat is de rol van de wetgevende macht."
  • "Grootste nachtmerrie waren dokters"

    In de laatste getuigenis maandag moest vooral de verzekeringssector het ontgelden. Mohamed stond oorspronkelijk vorige week ingepland, maar liet verstek gaan. Deze week vond hij toch de kracht om te getuigen. Dit om "een gewicht van zich af te werpen dat hij al zeven jaar met zich meetorst." De man voelde zich niet gehoord en niet begrepen door de verzekeringen en geraakte verloren in het kluwen aan administratie. "De grootste nachtmerrie waren de dokters", klonk het.

    De 42-jarige man had er die dag een vroege shift opzitten. Normaal gesproken nam hij altijd dezelfde metrodeur - de vierde van het tweede metrostel, maar doordat het daar te druk was, nam de man plaats in het derde stel. "Ik bevond me op 3 à 4 meter van de bom. Het is een mirakel, want er zijn mensen zwaargewond geraakt die veel verder zaten." Hij verklaarde alle metrohaltes uit het hoofd te kennen, met uitzondering van die van Maalbeek. Via de muur wist de man toch de weg naar buiten te vinden. "Ik heb geprobeerd om sommigen te helpen, maar er waren er gewoon te veel", klonk het.

    Maar toch is het vooral de mallemolen met de verzekeringen die de man op de korrel nam. "De aanslag was een exceptioneel drama, maar de grootste nachtmerrie waren de dokters. Ik voelde me alleen op de wereld. Ze lieten me medicatie nemen, maar daar betaal ik vandaag de gevolgen voor. Die zorgde er namelijk enkel voor dat mijn pijn en lijden werd gecamoufleerd." Ook alle administratie die erbij kwam kijken, vormde nog een "extra nachtmerrie". "Elk woord werd uitgeplozen door de experts. Alle jaren die aan mijn werk en familie gewijd konden zijn, zijn verloren gegaan aan administratie."

    De man verklaarde tot slot nog dat een deel van hem de daders wou vergeven. "Maar daarvoor moet ik me beter voelen. Ik besluit dan ook met dit: mijn religie is er een van vrede en respect. God is vergevingsgezind, dus ik ga ook vergeven. Maar ik vergeef de daad zelf niet."
  • Woensdag begint verhoor van beschuldigden, toch geen zitting op vrijdag

    Door het uitvallen van de eerste bijzitter is er dinsdag geen zitting en start de nieuwe fase van het proces dus woensdag. Dan begint het kruisverhoor met de beschuldigden. Beschuldigde Osama Krayem zal niet deelnemen aan de ondervraging. Salah Abdeslam kon maandag ook niet bevestigen of hij deelneemt, Sofien Ayari kon niet antwoorden op de vraag omdat hij naar het cellencomplex was teruggekeerd. De andere beschuldigden zullen wel participeren.

    Het verhoor bestaat uit een individueel deel dat op de persoonlijkheid focust en een deel dat de feiten behandelt, zo verduidelijkte voorzitter Laurence Massart. Tijdens het eerste deel zullen de beschuldigden moeten rechtstaan, het andere deel mogen ze zitten. "Ik weet dat het ramadan is, dus dan is het voor jullie fysiek iets meer draaglijk", aldus Massart.

    Voorzitter Massart zei maandagochtend nog dat er ook vrijdag zitting zou zijn, om de vertraging te compenseren. Dat bleek na de middagpauze toch te moeilijk, dus is het toch gewoon zitting van maandag tot donderdag.
    • NB

    Slechts één burgerlijke partij op de tien kwam getuigen

    Het aantal slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016 dat zich burgerlijke partij heeft gesteld op het proces dat momenteel plaatsvindt in Brussel, is al opgelopen tot 1.160. Maar slechts een honderdtal heeft getuigd voor het hof. Daar zijn volgens advocaat van slachtoffervereniging V-Europe Guillaume Lys verschillende oorzaken voor. Lees hier meer.

  • Eerste verhoor van beschuldigden

    Op het proces begint straks het kruisverhoor met de beschuldigden. Het verhoor bestaat uit een individueel deel dat op de persoonlijkheid focust, en een deel dat de feiten behandelt. Tijdens het eerste deel zullen de beschuldigden moeten rechtstaan, het andere deel mogen ze zitten. "Ik weet dat het ramadan is, dus dan is het voor jullie fysiek iets meer draaglijk", aldus voorzitter Massart.

    Beschuldigde Osama Krayem zal niet deelnemen aan de ondervraging. Salah Abdeslam kon maandag ook niet bevestigen of hij deelneemt, en Sofien Ayari kon toen niet antwoorden op de vraag omdat hij naar het cellencomplex was teruggekeerd. De andere beschuldigden zullen wel participeren.
  • Krayem terug naar de cel, beroept zich op zwijgrecht

    Osama Krayem beroept zich op zijn zwijgrecht, en vroeg om terug te keren naar het cellencomplex. Hij had eerder al aangekondigd dat hij niet zou spreken tijdens zijn ondervraging. Gisèle Stuyck, de advocate van Krayem, had eerder beloofd om meer duidelijkheid te verschaffen over zijn motieven op het moment van de ondervraging.

    De zes andere beschuldigden zitten wel in de box, en ook Smail Farisi - die als vrije man verschijnt - is aanwezig. Zijn jongere broer Ibrahim is niet aanwezig bij het begin van de zitting.

    De verhoren van de beschuldigden beginnen woensdag met de vragen over de persoonlijkheid van de beschuldigden. Daarna volgt een kruisverhoor over verschillende thema's. Bilal El Makhoukhi komt als eerste aan het woord.
  • El Makhoukhi geeft verantwoordelijkheid toe

    Bilal El Makhoukhi, die ervan beschuldigd wordt dat hij een logistieke rol speelde in de terreurcel, heeft bekend dat hij verantwoordelijk is voor de feiten die geleid hebben tot de aanslagen in metrostation Maalbeek en Brussels Airport. Hij zei ook dat hij in juli 2022 overtuigd werd door zijn advocaten om zijn rol toe te geven, en zei dat hij niet verder zou liegen over de feiten.

    Daarna getuigde hij over zijn verleden. El Makhoukhi, die vandaag 34 jaar is, groeide op in de Marollenwijk in Brussel, "in een normale familie". School was geen succes. De problemen begonnen al in de lagere school, en het werd er niet beter op in het secundair. "Ik zat niet graag stil", zei El Makhoukhi. Nadien had hij verschillende jobs. De voorzitster citeerde een getuigenis van zijn moeder, die verklaarde dat hij gedeprimeerd was omdat hij steeds werkloos was. "Klopt niet", zei El Makhoukhi. "Ik denk dat ze mij wou beschermen."

    Nadien getuigde El Makhoukhi over zijn passage in Syrië, waar hij zwaargewond raakte. Zijn terugkeer in 2013 had hij niet gewild. Hij keerde terug naar België, nadat hij eerst geen gepaste zorg in Syrië en Turkije had gekregen. In België moest zijn been alsnog geamputeerd worden. El Makhoukhi werd veroordeeld na zijn terugkeer tot vijf jaar cel, waarvan drie jaar met uitstel. Tien maanden daarvan, tot 15 maart 2016, een week voor de aanslagen, zat hij thuis met een enkelband. 

    El Makhoukhi zei dat het bij zijn terugkeer was alsof hij nooit in België had gewoond, omdat hij gehecht geraakt was aan het leven in Syrië. Hij zei ook dat hij terug wou naar Syrië en dat hij zich daarom slecht voelde. De voorzitster confronteerde hem met een getuigenis van zijn moeder, die zei dat ze verrast was dat haar zoon gearresteerd werd in april 2016, omdat ze de indruk had dat het op dat moment net weer beter met hem ging. Zo begon hij zich weer mooier te kleden, had hij een aangepaste sociale woning aangevraagd, wou hij iets van zijn leven maken. "Ik wou naar Syrië. Als ik niet opgepakt was, was ik in Syrië geweest", legde El Makhoukhi uit. Hij gaf toe dat Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui, twee leidersfiguren uit de cel, hem een route hadden aangereikt. 

    De voorzitster schoof hem ook voor dat hij altijd had volgehouden dat hij niet de 'Abu Imrane' is uit het dossier, die de resterende wapens van de terreurcel ging verbergen, en dat pas in juli 2022 toegaf. "Waarom?", vroeg Massart. "Mijn advocaten hebben me overtuigd", antwoordde El Makhoukhi. "U gaat eerlijk praten?", vroeg de voorzitster daarop. "Ja, ik ga niet liegen. De afgeluisterde gesprekken in de gevangenis in Brugge hebben natuurlijk ook een impact gehad. Anders was ik misschien blijven liegen."  Eerder, toen de voorzitster hem vroeg om zijn kwaliteiten te omschrijven, had ze hem gevraagd of hij zichzelf als eerlijk zou omschrijven. "Anders had ik hier niet gestaan", antwoordde hij. 

    El Makhoukhi zei dat hij medebeschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa kende via een gemeenschappelijke vriend en dat ze samen op café gingen, maar dat dat gebeurde met andere vrienden erbij. El Makhoukhi bevestigde ook dat hij Abdelhamid Abaaoud leerde kennen aan het front in Syrië, het brein achter de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs. Hij kende hem niet vanuit Brussel. Najim Laachraoui, een van de leidersfiguren van de terreurcel, die zich opblies in Zaventem, kende hij van een moskee in Schaarbeek. El Makhoukhi gaf toe dat hij in twee periodes samen met hem aan het front zat in Syrië. Hij ging Laachraoui ook mee ophalen aan de grens toen die naar Syrië afreisde. 

    "Hoe heb je de broers-El Bakraoui ontmoet?", vroeg Massart ook. "Ik kende vooral Khalid El Bakraoui, vanop school in Laken." El Makhoukhi omschreef hem als "sympathiek", Laachraoui noemde hij dan weer "onberispelijk". Tot slot ontkende El Makhoukhi nog dat hij samen met Laachraoui opgepakt werd in 2012 op een Sharia4Belgium-betoging. "Ik was niet aan het betogen", zei El Makhoukhi. "Ik was misschien in de buurt, maar had met de betoging niks te maken. Nadien zaten we natuurlijk wel samen in de cel."

    door Jef Van Hoofstat edited by sofie.geusens 4/5/2023 9:33:26 AM
  • Bayingana Muhirwa blijft ontkennen de Amine uit het dossier te zijn

    Hervé Bayingana Muhirwa heeft ontkend de 'Amine' uit het dossier over de aanslagen te zijn, iets wat hij al sinds het begin van het onderzoek ontkent. Op de vraag of hij Amine is, verklaarde hij niet te weten om wie het ging. "Ik heb geen idee wie Amine is, maar ik ben het niet", klonk het. Zijn toenmalige advocaat stelde tijdens de verhoren dat het wel eens om medebeschuldigden Salah Abdeslam of Sofien Ayari kon gaan, maar dat wees Bayingana Muhirwa van de hand.

    Tijdens zijn ondervraging confronteerde voorzitster Massart Bayingana Muhirwa herhaaldelijk met tegenstrijdigheden uit zijn levensparcours en de feiten van 22 maart 2016. Zo vroeg ze zich openlijk af "wat je hier doet", nadat ze zijn al bij al normale levensloop had geschetst - met uitzondering van de moord op zijn vader en de genocide in Rwanda, waarna zijn familie op de vlucht sloeg en in België arriveerde. Waarop Bayingana Muhirwa verklaarde dat dat komt "door omstandigheden die ik betreur". Wel gaf hij toe gedeelde verantwoordelijkheid voor de aanslagen in Zaventem en Maalbeek te dragen, maar, voegde hij eraan toe, hij zou daar "op het juiste moment" dieper op ingaan.

    Uit zijn profielschets bleek ook dat Bayingana Muhirwa goed wou doen voor mensen, wat contrasteert met de aanslagen die veel leed hebben veroorzaakt. Daarop erkende hij "geraakt" te zijn door de getuigenissen. Ook gaf hij toe dat de getuigenissen van de slachtoffers "een belletje deden rinkelen" als hij terugdacht aan de genocide in Rwanda.

    Massart ging tijdens het verhoor ook dieper in op Bayingana Muhirwa's bekering tot de islam. Bayingana Muhirwa omschreef die als eerder toevallig en situeerde die in de lente van 2011, nadat hij eind 2010 een driedelige documentaire over de islam had gezien. Daarna ging hij meerdere maanden op zoek naar meer info over de islam, waarin hij ook op een boek stootte waarin de these werd geopperd dat de Koran niet in contradictie was met de wetenschappen. Zijn bekering kwam er enkele maanden voor de dood van zijn jongere broer Nicholas, die een zware impact had op de familie en ook op Bayingana Muhirwa zelf. De islam was daarin een grote steun voor Bayingana Muhirwa.

    Massart wierp Bayingana Muhirwa tot slot voor de voeten of een bekeerling neen kan zeggen tegen moslims en of hij op een bepaald moment het gewicht van zijn bekering had gevoeld? Bayingana Muhirwa antwoordde daarop aarzelend "indirect ja, we willen anderen behagen". Hij voegde eraan toe dat hij "geen nood" voelde om zich te bewijzen, maar dat hij op een of andere manier toch wou tonen dat hij bij de gemeenschap hoort. Hij wou wel niet zo ver gaan als te stellen dat een bekeerling alles moet doen wat hem wordt gevraagd.

    door Jef Van Hoofstat edited by sofie.geusens 4/5/2023 9:35:07 AM
  • Abrini: "Als IS-bazen hier hadden gezeten, waren sommige beschuldigden hier niet geweest"

    "Als jullie de leiders van IS hadden kunnen berechten, dan waren sommige beschuldigden hier niet geweest." Dat heeft Mohamed Abrini gezegd. Hij wilde tijdens zijn ondervraging enkel toegeven dat hij mee verantwoordelijk was voor de feiten die geleid hebben tot de aanslagen in Brussels Airport.

    Abrini heeft een hobbelig parcours achter de rug, met veel veroordelingen voor diefstal sinds zijn jeugd. "Ik heb veel geld gestolen, het was moeilijk om stoppen als je het gewoon bent om veel geld te hebben", zei hij daarover. Zijn laatste veroordeling dateert van eind vorig jaar: levenslang, waarvan hij minstens 22 jaar moet uitzitten voor zijn aandeel in de aanslagen van Parijs. Op vraag van de voorzitter verklaarde hij dat hij niet in beroep ging tegen die straf omdat iedereen uitgeput was na tien maanden proces. "Zelfs tegen de doodstraf was ik niet in beroep gegaan", zei hij. 

    "Iedereen weet, in Parijs en hier ook, dat wij ons op de achtergrond bevonden", aldus Abrini. "We zijn veroordeeld voor wat anderen hebben gedaan, om de publieke opinie tevreden te stellen. Als ze de bazen hadden kunnen vatten, denk ik niet dat de broers Farisi hier waren geweest, of Hervé Bayingana Muhirwa. Als Oussama Atar of Abdelhamid Abaaoud opgepakt waren geweest, dan waren wij op de achtergrond beland. Maar jullie hebben ze niet gevat en moeten iemand berechten."

    "U hebt hier hetzelfde gevoel?", vroeg de voorzitter. "Voor mij is het hier een theater, het parket zit hier, iedereen draagt kostuums. U wil iemand berechten, maar het zijn de staatshoofden die beslissingen genomen hebben, en de bazen van IS, en wij zitten ertussen", aldus Abrini.
  • Abrini: "Ik was naïef en dacht dat ik door de mazen van het net ging glippen"

    Abrini is opgegroeid in Sint-Jans-Molenbeek, met twee zussen en drie broers. Met zijn oudste broer was de relatie gespannen. "Hij is altijd eerlijk geweest, heeft altijd gewerkt. Hij heeft meer dan tien jaar bij Brussels Airport gewerkt en is ontslagen omdat hij mijn broer was", aldus Abrini. Een veel betere band had Abrini met zijn jongere broer Souleymane, die in 2014 overleed in Syrië. Abrini was naar eigen zeggen niet op de hoogte dat zijn broer naar Syrië zou reizen.

    In 2015 trok Abrini zelf naar Syrië, naar eigen zeggen om het graf van zijn broer te zien. "Ik heb daar veel vreselijke zaken gezien. Ik was er niet op voorbereid, had dat niet verwacht." Het was Abdelhamid Abaaoud, de buurjongen van Abrini en Salah Abdeslam, die hem hielp om de grens over te steken naar Syrië. Daar kreeg hij de strijdnaam Abu Yahyah, dezelfde als die van zijn broer. "Maar niet alleen mensen die betrokken waren bij de jihad kregen zo'n naam", benadrukte Abrini.

    Abrini is niet afgestudeerd aan de middelbare school en studeerde ook niet verder. "Hoe zag u uw toekomst als tiener?", vroeg voorzitter Massart. "U kent Molenbeek. Veel jongeren hadden hetzelfde parcours, je kiest de weg van de misdaad", zei hij. Hij had verschillende baantjes en opende uiteindelijk een snackbar, maar ook die kon niet openblijven. "Het was een stabiel inkomen, maar wel opgestart met zwart geld", zei hij daarover.

    Op het moment van de aanslagen in Parijs was Abrini verloofd. Een vrolijke periode, wat in contradictie is met zijn andere activiteiten, merkte de voorzitter op. "Ik was naïef en dacht dat ik door de mazen van het net ging glippen. Ik had een zaal gehuurd en een appartement. Het was allemaal ingewikkeld."

  • Abdeslam: “Grote onrechtvaardigheid dat ik in beschuldigdenbox zit”

    “Het is een grote onrechtvaardigheid dat ik hier in de beschuldigdenbox zit”, zegt Salah Abdeslam. Abdeslam betwist alle feiten waarvan hij beschuldigd wordt. Net zoals bij de drie andere beschuldigden die voor hem al ondervraagd werden, vroeg voorzitter Laurence Massart aan Abdeslam of hij bekende dat hij betrokken was bij de feiten die leiden tot de aanslagen in metrostation Maalbeek en Brussels Airport. Abdeslam antwoordde twee keer negatief en zei ook dat hij niet deelnam aan de activiteiten van een terreurgroep.

    Abdeslam reageerde vijandig op de eerste vragen van Massart. Toen ze de uitspraak over de schietpartij in de Driesstraat in Vorst ter sprake bracht, beet Abdeslam haar toe: “Ik kan er ook over praten als je wil. Het proces in de Driesstraat had nooit mogen plaatsvinden, het was een voortzetting van het proces over de aanslagen van 13 november 2015. Iemand die een overval pleegt en daarna gepakt wordt, krijgt toch ook geen twee processen? Na Parijs was ik op de vlucht in Vorst. Ze hebben me ten onrechte twee processen aangedaan”, zei Abdeslam.

    “Het is een grote onrechtvaardigheid dat ik hier in de beschuldigdenbox zit”, zei Abdeslam ook. “Volgens het parket zitten de schuldigen in de box van de aanslagen van 22 maart 2016, maar dat is niet zo. Ik zit sinds 18 maart 2016 in de cel, en de plannen ontstonden de dag na mijn arrestatie.” Volgens Abdeslam heeft hij ook de prijs betaald voor wat anderen gedaan hebben in Parijs. Hij ging niet in beroep tegen de uitspraak, omdat hij niet opnieuw het strenge gevangenisregime wou ondergaan, klonk het. Bovendien was hij uitgeput na tien maanden proces. “Ze wilden geen rechtvaardigheid, maar voorbeelden. Dat is daar gebeurd, hier zullen we nog zien.”

  • Abdeslam: "Ik zit nog vele jaren in de cel. Het is extreem moeilijk"

    Toen de voorzitster nadien vragen stelde over zijn moeder, vader, broers en zussen ontdooide Salah Abdeslam en leek hij zelfs een beetje emotioneel te worden toen het ging over zijn vriendin met wie hij verloofd was. Zijn familie komt hem bezoeken in de gevangenis, klonk het ook. "Ik ben blij dat ik de banden aangehaald heb met mijn familie. Ze zijn een steunpilaar die me helpen overleven. Ik zit nog vele jaren in de cel. Het is extreem moeilijk, met deze voorwaarden. Het zou gecompliceerd zijn als ze me niet steunen. Maar ze zijn er", zei Abdeslam.

    Bij het overlopen van zijn parcours kwam ter sprake dat Abdeslam zeker geen slechte leerling was op school. Hij vond ook snel werk bij openbaarvervoermaatschappij MIVB, maar hij was daar niet gelukkig. Abdeslam vond dat hij "vernederend" werk moest doen, zoals schoonmaken, terwijl hij aangeworven werd als technicus en trams wou repareren. Eerder tijdens zijn verhoor had Abdeslam verklaard dat hij uiteindelijk ontslagen was door de MIVB, na een poging tot diefstal die ze volgens hem ten onrechte in zijn schoenen hebben geschoven. Volgens Abdeslam hadden hij en enkele vrienden tijdens aan avondje uit, waarbij gedronken was, staan bonken op de poort van een garage in Nijvel, en was daarvan onterecht gemaakt dat ze een diefstal wilden plegen. 

    Toen hem gevraagd werd naar zijn positieve kwaliteiten, zei Abdeslam dat hij zichzelf zou omschrijven als beleefd, eerlijk en oprecht. Hij vond zichzelf ook behulpzaam. "Als er een vrouw met een karretje beneden aan de roltrap zou staan, zou ik haar helpen. Ik heb altijd goed willen doen. Het is meer bevredigend om goed te doen dan slecht. Ik heb dat heel mijn leven proberen doen."
    Abdeslam was kort toen hij de vraag kreeg wat zijn negatieve kwaliteiten waren. "Het zijn er heel veel, mevrouw."

  • El Haddad Asufi ontkent betrokkenheid en stelt niet te genieten van vermoeden van onschuld

    Beschuldigde Ali El Haddad Asufi heeft woensdag tijdens zijn verhoor op het proces over de aanslagen in Brussel beklemtoond alle betrokkenheid bij de feiten te ontkennen. Daarnaast stelde hij ook meermaals dat het vermoeden van onschuld niet van toepassing lijkt te zijn voor hem.

    Op de vragen over zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Zaventem en Maalbeek antwoordde El Haddad Asufi negatief. Toen assisenvoorzitster Laurence Massart vroeg of hij deel uitmaakte van een terroristische groepering, antwoordde El Haddad Asufi "helemaal niet".

    De beschuldigde zat door zijn rol in verband met de aanslagen in Parijs afwisselend in Frankrijk en in ons land achter de tralies. Volgens El Haddad Asufi was er daarbij sprake van een samenspel tussen de onderzoeksrechters en het parket. Ook zou hij "absoluut" in de box bij het assisenproces van Parijs moeten hebben verschijnen om het beeld van de "kwade terrorist" gestalte te geven.

    Waarom hij niet in beroep was gegaan tegen zijn veroordeling in Parijs, wou Massart ook weten. Daarop antwoordde hij dat in Frankrijk "de vrijspraak niet bestaat". Voorts benadrukte hij - net als andere beschuldigden - de duur, mediatisering en zware tol van het proces.
    Nog volgens El Haddad Asufi heeft hij zowel in Parijs, als in Brussel, nooit genoten van het vermoeden van onschuld. "Anders zou ik tenminste als een vrij persoon zijn verschenen", klonk het.

  • "Ik ben een geraamte zonder ziel" sinds de aanslagen, stelt Ibrahim Farisi

    "Ik ben een geraamte zonder ziel" sinds 22 maart 2016. "Ze hebben mijn leven afgenomen." Dat heeft beschuldigde Ibrahim Farisi woensdag verklaard tijdens zijn ondervraging op het proces over de aanslagen in Brussel.

    De jongere Farisi staat in het Justitia-gebouw in Haren enkel terecht voor deelname aan een terroristische groepering. Iets wat hij zelf ontkent. "Niemand (van de beschuldigden, red) kent me. Ik kan toch niet deelnemen met een onzichtbaar persoon?", stelde Ibrahim.
    Ibrahim Farisi verklaarde dat hij hield van zijn leven van voor de aanslagen. Maar sinds zijn arrestatie op 9 april 2016 leeft de jongere Farisi naar eigen zeggen "al zeven jaar onder voorwaarden". "Ik heb geen kwaliteiten of gebreken meer. Ik werk niet meer, ik heb geen plezier meer, ik doe niets meer", klonk het.

    Toch konden er tijdens zijn ondervraging enkele grapjes vanaf. Zo had hij tijdens een reconstructie verklaard dat hij de achtergelaten rugzak van Osama Krayem had weggegooid "omdat hij niet gaat kamperen". Nu verkondigde Farisi dat hij "de rugzak beter had gehouden want ik ga enorm veel gaan kamperen". Daarnaast gaf hij aan goede banden te hebben met zijn familie, "net als met mijn kat". Ten slotte, liet hij ook weten "sinds gisteren" gestopt te zijn met drinken.
  • Smail Farisi verontschuldigt zich tegenover slachtoffers: "Ik heb nooit iemand kwaad willen doen. Ik heb niets te maken met die horror"

    Beschuldigde Smail Farisi heeft zich woensdag aan het begin van zijn verhoor tijdens het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 verontschuldigd tegenover de slachtoffers. Hij ontkende ook elke betrokkenheid bij de aanslagen in Maalbeek en Brussels Airport.
    "Ik wil mijn oprechte verontschuldigingen aanbieden aan de slachtoffers, van deze kant van de zaal. Mijn hart is bij hen, ik heb nooit iemand kwaad willen doen. Ik heb niets te maken met die horror", zei Farisi bij aanvang van zijn verhoor.

    Farisi, die vandaag als vrije man verschijnt, zat na zijn arrestatie 22 maanden in de cel, een verblijf dat hij "verwoestend" noemde. Een justitieassistent noemde hem volgens voorzitter Laurence Massart erg fragiel. "Ik was zoals een lijk, ik ben gestorven op 22 maart", antwoordde Farisi.

    De voorzitter ging ook dieper in op het alcoholprobleem van Farisi. Na zijn studies begon hij zich voor te bereiden op de "Olympische Spelen van het alcoholisme", zei hij. "Ik heb altijd graag gedronken, maar voor 22 maart 2016 was er geen probleem, ik hield van mijn leven. Vroeger dronk ik voor het plezier, nu om te huilen."

    Om zijn ouders te sparen, kwam Farisi terecht bij het OCMW en in het appartement in de Kazernenlaan in Etterbeek, dat hij uiteindelijk onderverhuurde aan Ibrahim El Bakraoui en vanwaar Khalid El Bakraoui vertrok met zijn bom naar de metro. 
    Aanvaardde het OCMW dat Farisi zijn appartement onderverhuurde, wilde de voorzitter weten. "Ik weet het niet, ik had dat niet mogen doen. Aanvankelijk was het ook niet het plan om onder te verhuren, gewoon om drie dagen iemand te helpen die in nood was", zei Farisi. Hij benadrukte verschillende keren dat hij "niets te maken heeft met dat verhaal van terreur". "Ik heb gewoon iemand geholpen, ik wist niet dat hij zich ging opblazen."

  • Dan toch geen uitleg over stilzwijgen Krayem, zegt zijn advocaat

    Er komt dan toch geen uitleg over waarom Osama Krayem zich tijdens het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 in stilzwijgen hult. Dat zei zijn advocate Gisèle Stuyck woensdagnamiddag.

    Krayem zwijgt al heel zijn proces en vraagt het grootste deel van de tijd om terug te keren naar het cellencomplex van het Justitia-gebouw. Enkel voor de getuigenissen van de slachtoffers bleef Krayem in de beschuldigdenbox. Woensdagvoormiddag vroeg Krayem opnieuw om terug te keren naar het complex, waarna hij op vraag van voorzitster Laurance Massart uitdrukkelijk bevestigde een beroep te doen op zijn zwijgrecht.

    Stuyck had al begin februari aangegeven dat haar cliënt zeker geen antwoorden zou geven bij de ondervraging. Ze beloofde echter meer duidelijkheid te verschaffen over zijn motieven, maar pas op het moment dat hij ondervraagd zou moeten worden. 
    Woensdag liet ze echter weten dat Krayem toch niet wil dat zijn motief wordt uitgelegd. "Het zal dus een mysterie blijven", reageerde voorzitter Laurence Massart. Omdat Krayem niet spreekt, raakte eerder al bekend dat zijn verhoren voorgelezen zullen worden. Dat zijn er heel wat, waarschuwde Stuyck toen al.
     
  • Ayari: "Ik heb geen antwoord op vraag of ik deelnam aan activiteiten terreurgroep"

    Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft beschuldigde Sofien Ayari zich woensdagmiddag verbaasd over de vraag of hij deelnam aan de activiteiten van een terreurgroep. "Ik ben geneigd nee te zeggen", zei hij.

    Net zoals bij de andere beschuldigden kreeg ook Ayari aan het begin van zijn ondervraging de vraag voor de voeten geworpen of hij bekende dat hij deelnam aan de feiten die hebben geleid tot de aanslagen in metrostation Maalbeek en Brussels Airport. Ayari antwoordde twee keer nee, waarna hem ook werd gevraagd of hij bekent dat hij deelnam aan de activiteiten van een terreurgroep.
    "Ik hoorde deze voormiddag dat de drie vragen werden gesteld aan de anderen en had mij daar eerlijk gezegd niet aan verwacht. Ik weet het antwoord er eigenlijk niet op. Ik begrijp de opdeling niet. Ken ik de mensen die hier in de box zitten? Jazeker. Maar er was de veroordeling voor de aanslagen in Parijs, en nadien voor de schietpartij in Vorst. Ik weet niet hoeveel keer je voor hetzelfde veroordeeld kan worden. Ik ben dus geneigd om nee te zeggen op de laatste vraag. Maar ik zie er de logica niet van in. Ik heb dus geen antwoord op de vraag", aldus Ayari. 

    Ayari zei ook dat het als een "verrassing" kwam dat hij beschuldigd werd van de aanslagen in Brussel, na Parijs. "De plannen werden uitgewerkt na mijn arrestatie, in alle haast. Ik had nooit gedacht dat ik beschuldigd zou worden voor deze feiten."
    Ayari reisde van Tunesië naar Turkije en later naar Syrië, nadat hij zijn vader had voorgelogen dat hij een handeltje wou beginnen in Turkije. In de luchthaven eisten de autoriteiten zelfs nog dat zijn vader expliciet toestemming gaf om hem te laten vertrekken. Ayari zei dat hij er zich lang slecht over voelde dat het zo was gelopen. Maar hij was bang dat zijn vader zijn paspoort zou afnemen als hij de ware toedracht van zijn reis zou blootgeven. "We gaven een knuffel, hij dacht dat ik een week later terug zou zijn. Maar het was voor altijd, want de levensverwachting in Syrië is niet erg hoog. Het heeft me lang gekweld, ik had het moeten vertellen."

    Over Ayari's persoonlijkheid is weinig geweten. Voorzitster Laurence Massart citeerde uit een verhoor van zijn zus, die hem als "discreet" omschreef. "Het is moeilijk jezelf toe te dichten dat je bijvoorbeeld intelligent bent, zeker in deze delicate context", zei Ayari, toen hem gevraagd werd om zichzelf te omschrijven. Hij zei dat hij wel opgevoed is om eerlijk te zijn, niet te liegen, maar dat hij het daarom niet altijd is. "Ik kan er wel niet tegen dat ze me een leugenaar of verrader noemen", aldus Ayari.
  • Abrini wil meedenken over toekomst "zodat zo'n zaken niet meer zullen gebeuren"

    Beschuldigde Mohamed Abrini heeft donderdag op het einde van de ondervragingen op het proces over de aanslagen van Brussel verklaard te willen denken aan de toekomst "zodat zo'n zaken niet meer zullen gebeuren".
    Abrini had tijdens een verhoor verklaard dat hij "alles wou doen zodat dit zich niet meer herhaalt". De eerste bijzitter wou weten wat hij daar precies mee bedoelde.

    "Ik beweer niet de oplossing te hebben", verklaarde Abrini. Maar de oorlog tussen het Westen en het Oosten blijft uitdeinen, stelde hij, en de aanslagen volgen elkaar op. "Dus moeten we denken wat we kunnen doen om jongeren te ontmoedigen en erover nadenken iets in werking te laten treden", aldus Abrini. "Want het kan zich herhalen en het is beter dan mensen veroordelen." 
    "Het is beter om te voorkomen dan om te genezen", besloot Abrini.

  • Abdeslam heeft gezwegen tijdens verhoren door schok van arrestatie en slechte behandeling

    Salah Abdeslam heeft na zijn arrestatie niet willen antwoorden op vragen van speurders en onderzoeksrechters omdat hij in shock was na zijn arrestatie en slecht behandeld werd. Dat zei hij woensdag tijdens het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.
    Zowel Abdeslam als Sofien Ayari, die samen opgepakt werden op 18 maart 2022 nadat ze op de vlucht waren geslagen na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, hielden de lippen stijf op elkaar tijdens de verhoren in het kader van het onderzoek naar de aanslagen in België. Beiden ontkenden iets te maken te hebben met de aanslagen, maar beriepen zich voor de rest op hun zwijgrecht.

    De eerste bijzitter vroeg woensdag, na afloop van de verhoren over de persoonlijkheid van de beschuldigden, aan Abdeslam waarom hij destijds niets wilde zeggen. "Dat is een heel goede vraag", antwoordde Abdeslam. "Ten eerste deed ik dat omdat dat mijn recht is. Ten tweede was er ook de schok van de arrestatie. Het was heel moeilijk, ik werd meedogenloos behandeld. Ik ben in mezelf gekeerd en wilde met geen enkele onderzoeker praten." 
    Ook de media speelden een rol: "Zij hebben me voorgesteld als iemand die ik niet ben. Als je kijkt naar mijn portret en dat van andere beschuldigden, dan is dat anders dan hoe we ons hier gedragen."

  • V-Europe: "Positief om te horen dat ze meewerken"

    Philippe Vansteenkiste, directeur van slachtoffervereniging V-Europe, noemt het woensdag "positief" dat alle beschuldigden, met uitzondering van Osama Krayem, meewerkten tijdens hun ondervraging op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. "Het is een beetje zoals op het proces in Parijs. We kunnen niet meer vragen als burgerlijke partij."

    "De grote vraag nu is of we antwoorden krijgen op elementaire vragen, die niet beantwoord werden in Parijs", zei Vansteenkiste. "Wat is de rol van Oussama Atar? Of wat is er met de wapens gebeurd? Als ze daaraan meewerken, zijn we misschien in een andere fase beland. Want ook in Parijs werkten de beschuldigden mee, maar slechts tot op een bepaald niveau. We hebben nog geen signalen dat we daarop mogen hopen, maar doen het toch."

    Volgens Vansteenkiste kunnen wel al lessen getrokken worden uit hun antwoorden rond hun persoonlijkheid, "om naar de toekomst toe te kijken waar het foutliep". Hij zegt dat het proces in die zin ook belangrijk is voor de maatschappij. "Gerechtigheid is belangrijk, maar het proces kan ook helpen om het fenomeen van radicalisering te doorgronden."

    Het viel Vansteenkiste ook op dat de beschuldigden soms een doordeweekse indruk maakten en niet de monsters lijken die je bij dergelijke feiten zou verwachten. "Het zijn normale mensen die terrorist zijn geworden. Niemand is als terrorist geboren. Daarom dat dit proces zo belangrijk is voor de maatschappij."

    Wat de directeur van V-Europe vindt van sommige uitspraken woensdag, als zou het proces "een theater" zijn? "Het blijft een assisenproces. Iedereen speelt zijn rol. Hun rol is om een zo groot mogelijke impact te hebben op de jury, zodat ze niet beschuldigd worden, of een zo mild mogelijke straf krijgen. Het is aan anderen om aan te tonen op welke punten ze wel een rol speelden."
  • Donderdag gaat kruisverhoor over de feiten van start

    Op het assisenproces over de aanslagen in Brussel en Zaventem is het morgen/donderdag tijd voor het tweede luik van het verhoor, het kruisverhoor over de feiten. Assisenvoorzitster Laurence Massart lichtte woensdagnamiddag een tipje van de sluier. Het kruisverhoor zal aanvangen met de feiten op 22 maart 2016, eerst de aanslagen in Brussels Airport en nadien die van Maalbeek. Woensdag werden alle beschuldigden verhoord over hun persoonlijkheid.

    Massart kondigde eerder aan dat de vragen per thema zouden worden georganiseerd.
    Voor het persoonlijke luik moesten alle beschuldigden rechtop staan om op de vragen te antwoorden. Tijdens het kruisverhoor mogen ze blijven zitten. "Ik weet dat het ramadan is, dus dan is het voor jullie fysiek iets meer draaglijk", verklaarde assisenvoorzitster Laurence Massart daar maandag over.

    Daarmee komt donderdag meteen ook een einde aan een korte procesweek. Dinsdag was er geen zitting doordat het hof zich diende te reorganiseren nadat de eerste bijzitter door ziekte was uitgevallen. Vrijdag volgt er geen zitting, omdat dat voor te veel moeilijkheden zou zorgen.
  • Abrini: "Ibrahim El Bakraoui beschikte over grootste bom in Zaventem"

    Mohamed Abrini heeft bij het begin van zijn kruisverhoor verklaard dat kamikaze Ibrahim El Bakraoui over een grotere bom beschikte dan de anderen. "In zijn rugzak had hij nog een kookpot met 20 kilogram TATP", verklaarde hij. Daardoor zou de bom van El Bakraoui een stuk krachtiger geweest zijn.

    De onderzoekers hadden in hun presentatie verklaard dat bij de aanslagen in Zaventem de drie terroristen - Ibrahim El Bakraoui, Najim Laachraoui en Mohamed Abrini - elk over 30 kilogram TATP beschikten. Wel had Ibrahim El Bakraoui als enige nog een mysterieuze rugzak bij zich. Volgens Abrini zat daar dus nog eens 20 kilogram TATP in.

    Abrini herhaalde voorts dat hij nooit van plan was om zich op te blazen. "Ik ging akkoord met sommige zaken, maar niet met andere. De anderen dachten dat ik het ging doen, maar eigenlijk was dat helemaal niet het geval." Pas in de luchthaven zelf vertelt Abrini aan de anderen dat hij zijn bom niet tot ontploffing zal brengen. Dat deed hij naar eigen zeggen nadat hij in de rij vrouwen en kinderen had zien staan. "Die waren als het ware dubbel slachtoffer: van de buitenlandse politiek in het Westen en die van Islamitische Staat".

    Daarna verklaarde Abrini net als gisteren dat assisenvoorzitster Laurence Massart "niet in staat is om deze zaak te berechten", mede omdat ze onder "enorme druk" staat om de publieke opinie tevreden te stellen. Daarop repliceerde Massart door te stellen dat ze vastbenoemd is en daardoor "niets riskeert" op professioneel vlak. "We ervaren dus geen druk op onze carrières", klonk het kordaat.
  • Abrini wilde al "sinds lang voor aanslagen" terugkeren naar Syrië

    Het was vooral Abrini die vragen over de feiten van 22 maart kreeg, aangezien Osama Krayem - die eveneens een bom niet liet ontploffen, maar dan in Maalbeek - niet wil antwoorden op vragen. Voorzitter Massart vroeg hem onder meer of hij schrik had toen de bommen ontploften. "Natuurlijk", antwoordde Abrini. De voorzitter wilde daarop weten of Abrini bang was van de explosie of om opgepakt te worden door de autoriteiten. "Ik wilde al lang voor 22 maart terugkeren naar Syrië. Ik ging van appartement naar appartement na Parijs om niet gevat te worden", antwoordde Abrini. "Ik was ook voorzien voor Parijs, ook daar heb ik niet meegedaan." Nochtans had Abrini volgens de onderzoeksrechters tijdens een verhoor verklaard dat hij na Parijs niet wist wat hij zou kunnen gaan doen in Libië en Syrië.

    Eerder op de dag had Abrini al verklaard dat hij nooit van plan was om zich op te blazen. "Ik ging akkoord met sommige zaken, maar niet met andere", had hij gezegd. Voorzitter Massart vroeg hem daarom of het voor hem wel aanvaardbaar leek om te vechten in een burgeroorlog in Syrië, maar niet om hier burgers om te brengen. "Ik ben daar altijd duidelijk over geweest. Wat in Syrië gebeurt is wel legitiem, al ben ik ook niet met alles akkoord. Iedereen weet dat de vader van Bashar al-Assad de macht gegrepen heeft tijdens een staatsgreep."

    Abrini verklaarde ook dat in het kalifaat de regels van de islam gevolgd worden en dat hij in Raqqa scholen, winkels en ziekenhuizen zag en zei ook trots te zijn op zijn jonge broer, die in Syrië gevochten heeft en daar sneuvelde.
  • Abrini durfde achtergelaten bom niet te ontmantelen

    Mohamed Abrini durfde zijn niet-ontplofte bom op 22 maart naar eigen zeggen niet te ontmantelen. Abrini moest volgens het plan zijn bom als eerste laten ontploffen, maar omdat hij aangaf niet te willen deelnemen, nam Ibrahim El Bakraoui zijn plaats in. Na de eerste ontploffing reed Abrini zijn kar met bom tegen een paal, en ging hij opzij staan met zijn handen op zijn oren. Na de tweede bom liep hij weg uit de luchthaven.

    "Waarom hebt u voor u vertrok uw bom niet ontmanteld?", vroeg voorzitter Laurence Massart. "Ik denk dat het heel gevaarlijk was geweest om de batterijen weg te halen. De drukknop zat vanonder in de zak, dat was een groot risico geweest", antwoordde Abrini. "Najim Laachraoui had uitgelegd hoe instabiel de explosieven waren. De kar tegen de paal duwen was al een risico." 

    Daardoor bracht Abrini wel de overlevenden en de hulpverleners in gevaar, merkte de voorzitter op. "Dat wist ik. Er was paniek en stress overal." Nadat hij zijn zak achterliet, dacht Abrini naar eigen zeggen enkel aan vluchten uit de luchthaven, om terug naar Brussel te gaan. 

    Massart wilde nog weten of er een plan B afgesproken was voor moesten de zaken mislopen op 22 maart. "Neen, ze dachten dat er niemand ging overblijven, dat we alledrie gingen sterven", aldus Abrini. Hij gaf eerder op de dag wel aan dat kamikazes Ibrahim El Bakraoui en Najim Laachraoui een wapen bij zich hadden om bij een eventuele politiecontrole op de bom te schieten om die te laten ontploffen.
  • Abrini vermoedt dat ontploffing in Maalbeek gevolg was van "foute beweging"

    Voorzitster Massart vroeg  Abrini tijdens zijn ondervraging ook naar de aanslag in Maalbeek. Abrini verklaarde zelf nochtans eerder dat hij niet wist dat Maalbeek een doelwit was. Hij wist wel dat er iets ging gebeuren, "omdat Khalid El Bakraoui de rugzakken met explosieven kwam halen" in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Mogelijk gaat het om een naamsverwarring, want het onderzoek toonde aan dat het Osama Krayem was die de zakken kwam halen. 

    De voorzitster stelde Abrini de vraag of hij een idee had waarom El Bakraoui in Maalbeek overstapte van de derde naar de tweede wagon, alvorens zich op te blazen vlak nadat de metro weer vertrok. Massart citeerde uit afgeluisterde gesprekken in de gevangenis, waarin Abrini zou verklaard hebben dat er "in de derde wagon meer Arabieren zouden gezeten hebben, en in de tweede wagon mensen met kostuum".

    "Dat heb ik nooit gezegd. Hoe had ik het ook kunnen weten? Ik was er niet bij", antwoordde Abrini. Louter op basis van bewakingsbeelden die eerder getoond werden op het proces heeft Abrini wel zijn eigen theorie over de gebeurtenissen. Al moet die ook gerelativeerd worden, want hij was er niet bij. "Op de video is te zien dat Khalid El Bakraoui er moeite mee heeft dat de zak zo zwaar is. Hij beweegt voortdurend. Ik denk niet dat hij op de knop duwde. De ontploffing moet het gevolg zijn van een foute beweging. Het is bizar dat de ontploffing toen gebeurde, vlak na het vertrek."
  • Abrini haalt uit naar Staatsveiligheid: "Incompetente mensen"

    Mohamed Abrini heeft geweigerd om te antwoorden op vragen over afgeluisterde gesprekken in de gevangenis van Brugge. Abrini antwoordde dat hij niet weet hoe Staatsveiligheid die gesprekken heeft kunnen afluisteren, en dat er daar volgens hem "incompetente mensen" werken. "Bij mijn terugkeer uit Syrië werd ik opgevolgd door Staatsveiligheid en toch hebben zowel Parijs als Brussel kunnen plaatsvinden", stelde Abrini.

    Eerder had assisenvoorzitter Laurence Massart verwezen naar een onderschept gesprek waarin Abrini verkondigde dat hij zich afvroeg waarom Ibrahim El Bakraoui de computer uit de Max Roosstraat, die een goudmijn bleek voor de speurders, niet in duizenden stukken had geslagen. Abrini stelde "geen idee" te hebben, maar gaf aan niet op vragen over de onderschepte conversaties te willen antwoorden.

    In de gevangenis van Brugge had Abrini in 2016 verschillende gesprekken met Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag van 24 mei 2014 in het Joods Museum, en met medebeschuldigde Bilal El Makhoukhi.
  • Abdeslam wil niet ingaan op vragen en herhaalt kritiek op proces: "Pervers spel"

    Beschuldigde Salah Abdeslam heeft donderdag verklaard dat hij "door een pervers spel" moet terechtstaan op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Toen hem gevraagd werd of hij wist waarom het safehouse in Vorst gehuurd werd, herhaalde hij zijn kritiek van de dag eerder. Abdeslam argumenteert dat hij twee keer voor dezelfde feiten wordt berecht.

    "Weet iemand waarom het safehouse in de Driesstraat in Vorst werd gehuurd", zo richtte voorzitster Laurence Massart zich tot iedereen in de beschuldigdenbox. Niemand antwoordde, waarna de voorzitster zich richtte tot Abdeslam, die tot dan toe nog maar één vraag had gekregen. Toen had hij de voorzitster geantwoord dat hij in drie safehouses had gelogeerd. "Maar data en wie er zat kan ik niet geven", zei Abdeslam. 

    "Ik weet het niet", antwoordde Abdeslam op de tweede vraag, net zoals verschillende andere beschuldigden, die zich weinig details konden herinneren. "Ik ben een beetje de draad kwijt. Ik snap niet hoe de infractionele periode is opgedeeld. Waarom in twee of drie periodes? Krijg ik dan drie processen? Ik ben in Parijs veroordeeld. Toen ik na de aanslagen daar in het safehouse in de Henri Bergéstraat in Schaarbeek aankwam, vervoegde ik niet de cel van Brussel, maar die van Parijs. Ik had geen alternatief. Ik werd gezocht. Het is in die context dat ik de cel vervoegde. Ik wou aan niks deelnemen, geen 22 maart 2016. Ik snap de logica niet."

    De voorzitster antwoordde dat het de kamer van inbeschuldigingstelling is die de infractionele periode bepaalt. "Waarom? Dat weet ik niet. Verdedig uzelf, antwoord op de vragen, dan begrijpen we u", zei Massart. Het parket had eerder op het proces verklaard dat de infractionele periode samenvalt met het begin van de huur van het appartement in de Driesstraat in Vorst. 

    Abdeslam voerde nog aan dat hij zich kon inbeelden dat de jury hem zou veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep, als ze hoorde dat hij in alle safehouses zat. "Maar je kan niet twee keer voor dezelfde feiten berecht worden. Door een pervers spel te spelen met wetten en de infractionele periode te verdelen, gebeurt het wel", zei hij.
     
    door Jef Van Hoofstat edited by sofie.geusens 4/6/2023 11:35:30 AM
  • Volgens Abdeslam had zijn neef weinig keuze om hem op te vangen: "Ik ben familie en stond ineens voor de deur"

    ��Toen de voorzitster later vroeg of er spanningen waren in de groep en of daarom nog een appartement werd gehuurd in de Max Roosstraat in Schaarbeek, ging Abdeslam wel enigszins in op de vraag. Hij zei dat hij nooit betrokken werd bij beslissingen, dat hij steeds op zijn kamertje zat toen de broers-El Bakraoui naar de Driesstraat kwamen en er zaken bespraken. Hij zei ook dat hij de andere adressen, dat van de Max Roosstraat in Schaarbeek en dat van de Kazernenlaan in Etterbeek, niet kende. Dat hij na zijn vlucht op 15 maart moest onderduiken bij zijn neef, is volgens hem een bewijs dat hij de safehouses niet kende en er niemand kon contacteren. "Mijn neef had weinig keuze om me op te vangen. Ik ben familie en ik stond ineens voor de deur", zei hij. "Hij heeft daardoor een etiket opgekleefd gekregen en zijn leven is erdoor verpest."

    Massart vroeg nog of de beschuldidgen wisten waarom de leden van de cel verhuisden naar de verschillende appartementen. Ook daar kon niemand een antwoord op geven. "Ze zeiden gewoon, 'morgen vertrekken we', zonder een reden te geven", zei Abdeslam. Hij gaf wel aan dat hij dacht dat het beter was om te verhuizen vanuit de Henri Bergéstraat omdat er in de buurt na de aanslagen in Parijs verschillende huiszoekingen waren. "In Jette (in de Tentoonstellingslaan, red.) was het heel klein, in Vorst was het groter en was er ook een keuken", aldus Abdeslam.
  • El Haddad Asufi verzweeg adres safehouse Kazernenlaan om zichzelf te beschermen

    Beschuldigde Ali El Haddad Asufi heeft donderdagnamiddag tijdens het kruisverhoor bevestigd dat hij op de hoogte was van het safehouse in de Kazernenlaan toen hij op 24 maart 2016 een eerste keer werd opgepakt. Op de vraag waarom hij dat adres niet heeft doorgegeven tijdens zijn ondervraging, verklaarde El Haddad Asufi dat hij "niet zeker wist wie daar nog leefde" en zowel zichzelf als huurder Smail Farisi wou beschermen. "Alles wat te maken had met Ibrahim El Bakraoui was radioactief na de aanslagen", klonk het ook.

    El Haddad Asufi werd door Ibrahim El Bakraoui op de hoogte gebracht van de onderduikadressen in de Kazernenlaan en de Max Roosstraat. Aldus omschreef assisenvoorzitster Laurence Massart hem als "vertrouwenspersoon" van Ibrahim El Bakraoui.
    Daar ging El Haddad Asufi niet mee akkoord. Volgens hem zou de oudste El Bakraoui de adressen met hem gedeeld kunnen hebben, omdat hij niets met de cel te maken had.

    Toch moest El Haddad Asufi erkennen dat hij op bepaalde ogenblikken niet de waarheid heeft verteld tegen de onderzoekers. Zo lichtte hij ze niet in over het safehouse in de Kazernenlaan. "Ik wou Smail niet in moeilijkheden brengen. Ik had op televisie de Max Roosstraat gezien en dacht dat de Kazernenlaan niets zou toevoegen, aangezien het maar om een kleine studio ging. Maar ik beschermde ook mezelf", aldus El Haddad Asufi.

    El Haddad Asufi gaf ook opnieuw toe een sticker van de Federal Computer Crime Unit (FCCU) op een USB-stick met het testament van Ibrahim El Bakraoui te hebben gehangen, zodat onderzoekers bij een eventuele nieuwe huiszoeking de USB-stick over het hoofd zouden zien. "Ik deed dat omdat het om een problematische USB-stick ging. Problematisch in de zin dat de stick het testament van El Bakraoui bevatte en dat alles wat met hem te maken had, radioactief was."
  • El Haddad Asufi: "Er werd toen veel volk opgepakt in verband met de aanslagen in Parijs"

    Over een eventuele gedragsverandering bij de oudste El Bakraoui legde El Haddad Asufi tijdens zijn verhoren tegenstrijdige verklaringen af. Bij zijn eerste verhoor verklaarde hij dat hij inderdaad een verandering had vastgesteld, maar later zwakte hij dat af. "Ik gaf inderdaad toe dat ik een gedragsverandering had gezien, want hij had zich net opgeblazen", verklaarde hij donderdag. "Pas nadien kwam ik tot het besef dat hij zijn radicalisering naar buiten toe eigenlijk niet liet zien. Niemand heeft iets gezien. Ibrahim El Bakraoui wist hoe hij dingen moest verbergen door zijn achtergrond in de zware criminaliteit."

    Ten slotte moest El Haddad Asufi ook toegeven Mohamed Bakkali te kennen. Bakkali wordt beschouwd als het logistieke meesterbrein achter de aanslagen in Parijs en werd daarvoor veroordeeld tot 30 jaar celstraf, waarvan hij zeker twee derde volledig moet uitzitten. "Ik had geen band met hem, maar kende hem via Ibrahim omdat ze samen elektro verkochten." Bovendien was hij ook op de hoogte dat Bakkali werd opgepakt in verband met de aanslagen in Parijs. "Ik was niet meteen op de hoogte van zijn arrestatie, maar vernam dat in december of januari. Maar er werd toen heel veel volk opgepakt in verband met de aanslagen in Parijs."
  • Verdediging over video-getuigenissen van Franse gedetineerden: "Niet hetzelfde. Afzetterij" 

    Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft de verdediging zich donderdag gekant tegen een getuigenis via videoconferentie van vier gedetineerden die veroordeeld zijn in Frankrijk en daar in de cel zitten. Het gaat onder anderen om Ayoub El Khazzani, die levenslang kreeg voor de verijdelde aanslag in een Thalys-trein.

    Het federaal parket vroeg vorige week om vier gedetineerden in Frankrijk op te roepen als getuige. Het gaat om Muhammad Usman en Adel Haddadi, die allebei veroordeeld werden door het speciale assisenhof over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, en om Ayoub El Khazzani en Bilal Chatra, die veroordeeld werden voor de verijdelde aanslag van 21 augustus 2015 in een Thalys-trein. Ze wilden de vier laten getuigen via videoconferentie. Voorzitster Laurence Massart gaf daarop opdracht om hen voorafgaand om hun akkoord te vragen, zodat niet nodeloos tijd zou verloren gaan. Het federaal parket liet donderdag weten dat enkel El Khazzani akkoord ging met de videoconferentie. Voor de andere drie vroeg het parket om hen dan maar naar België over te brengen, mits de voorzitster daarvoor groen licht geeft. 

    Jonathan De Taye, advocaat van beschuldigde Ali El Haddad Asufi, kantte zich donderdagmiddag tijdens een debat over de kwestie tegen de videoconferentie en pleitte voor een getuigenis in levende lijve. De Taye maakte de vergelijking tussen "de foto van een Big Mac van McDonald's en de Big Mac in het echt". "Het is niet hetzelfde, het is afzetterij", zei De Taye. Hij wou ook dat het parket stukken zou overmaken die bewijzen dat de Franse autoriteiten een overbrenging niet wenselijk zouden achten, wegens te duur en te gevaarlijk. Het parket, dat erop wees dat contacten met hun Franse collega's telefonisch waren verlopen, zei dat het dat zeker niet ging doen. 

    Ook Virginie Taelman, advocate van beschuldigde Bilal El Makhoukhi, pleitte ervoor om de vier in levende lijve te laten getuigen, ook al acht ze het net als De Taye goed mogelijk dat de getuigenissen niet interessant zullen zijn. Xavier Carrette, advocaat van beschuldigde Ibrahim Farisi, nam ook even het woord. "Ik ga niet zeggen dat het mij gestolen kan worden, met het oog op de verdediging van mijn cliënt, maar toch bijna. Als ze komen is het zeker zo dat er beneden een cellencomplex ligt dat aangenamer is dan de beschuldigdenbox", zei hij met een kwinkslag, verwijzend naar de verschillende beschuldigden die geregeld afwezig bleven. Het hof nam de kwestie in beraadslaging. Uitspraak dinsdagochtend om 9 uur.
    • NB

    De cynische getuigenis van ‘de man met het hoedje’: “Waarom we ons niet meteen opbliezen? Er stonden niet genoeg mensen te wachten”

    “Ik heb nooit overwogen om mezelf op de luchthaven te laten ontploffen. Toen ik de vrouwen en kinderen in de rij zag staan, ben ik meteen teruggekeerd.” Dat beweerde Mohamed Abrini, een van de twee overlevende terroristen van 22/3, gisteren op het ­assisen­proces. Maar de bom onschadelijk maken, laat staan zijn medeplichtigen ompraten om ook rechtsomkeer te maken, deed hij niet. Lees hier meer (+).

Powered by Platform for Live Reporting, Events, and Social Engagement

Meest Gelezen