Terreurproces NB

  • 100 dagen niet naar huis

    Uiteindelijk mocht de vrouw ook opnieuw naar India, maar ze moest nog meerdere operaties ondergaan, waardoor ze 100 dagen niet naar huis kon. Dat was een zware tol voor haar familie. Haar man moest voor hun kinderen zorgen en voor haar. Haar kinderen moesten door de aanslagen ook sneller volwassen worden. De aanslagen hebben niet alleen haar geraakt, maar heel haar familie. 
  • "Er zit nog altijd een stukje metaal in mijn oog"

    "Ik heb nog altijd littekens, ik krijg nog steeds uitslag. Eén been is korter waardoor ik een beetje mank. Dat zorgt voor problemen aan mijn knieën. Daardoor doet mijn hele rug pijn. Mijn houding is anders. Ik hoor altijd een fluittoon. Ik heb hoofdpijn. Er zitten nog metale stukjes in mijn lichaam. Ook in mijn oog", zegt ze. Artsen zijn het er niet over eens of ze dat stukje metaal best verwijderen of niet.
    "Door de zware medicatie moesten ze mijn galblaas ook verwijderen en door de aanslagen kreeg ik negen maanden lang mijn menstruatie niet. Ik heb zo veel operaties gehad."
  • "We willen dit hoofdstuk afsluiten"

    "De problemen komen elke dag boven. Het is mijn leven. De lijst zal nooit stoppen. Maar ik ben dankbaar voor de mensen die luisteren. Ik heb veel afgezien. Mijn echtgenoot weet ervan, maar ik spreek er nooit over met anderen. Ik hou het altijd voor mezelf. Maar we willen dit hoofdstuk afsluiten. Het is belangrijk het hier te vertellen. Bedankt om naar me te luisteren." 
  • Korte schorsing

    De voorzitter schorst de zitting voor twintig minuten.
  • Volgende getuige: Karina Ponnet

    Karina Ponnet was veertig jaar samen met ingenieur Nic Coopman. De 58-jarige man had op 22 maart 2016 een vlucht om 9 uur, van Zaventem naar Zürich. De man werd om 7u35 door een taxi afgezet aan de vertrekhal, waar hij extra bagage moest inchecken. Hij stond wellicht in de wachtrij toen de bommen afgingen. De man had West-Vlaamse roots, maar woonde in Deurne. 
  • "De fiere echtgenote van de vermoorde Nic" 

    "Ik ben de fiere echtgenote van Nic Coopman, vermoord op 22 maart 2016 bij de tweede terroristische bomaanslag in Zaventem", begint Ponnet haar getuigenis. "Ik heb het na bijna 7 jaar nog steeds erg zwaar. Ondanks de immense steun die ik van familie, vrienden, mijn advocaat, therapeut en de andere slachtoffers heb ontvangen. Maar ik wil mijn verhaal doen en ik wil vooral over mijn Nic spreken." 

    In de zaal wordt ook een foto getoond van de jas die de man droeg op het moment van de aanslagen. Die is helemaal gescheurd en er zijn bloedsporen op te zien. 
  • "Ik heb een dagboek geschreven dat ik hem wou voorlezen in het ziekenhuis"

    "Op 22 maart 2016, toen de hele familie en ik al een hele dag naar Nick aan het zoeken waren overal in België en wij absoluut niet konden begrijpen dat we hem niet konden vinden, ben ik 's nachts begonnen met het schrijven van een dagboek. Ik ben gestopt op bladzijde 209. Het was een boek aan mijn man zodat ik hem in het ziekenhuis kon voorlezen wat er gebeurd is op 22 maart en de dagen erna." 

    "Tijdens de intense zoektocht naar Nic, een zoektocht die drie erg lange dagen en nog drie nog langere nachten duurde, dachten we dat hij ergens in een ziekenhuis lag in een kunstmatige coma en dat hij zich niet kenbaar kon maken. Daarmee dat ik hem schreef. Maar dat heb ik moeten wijzigen naar een boek aan mijn man dat hij in de hemel kan lezen wat er op 22 maart en erna is gebeurd." 
    "Pas op vrijdag 25 maart heeft de politie me laten weten dat Nic reeds dinsdag om 8.05 uur was overleden." 
  • "Ik was er niet bij toen hij stierf"

    "Ik had zo ernom graag op 22 maart nog eens bij hem geweest, hem nog een keer gezien, zelfs in de meest verschrikkelijke omstandigheden op de dag van zijn overlijden. Als ik in nieuwsberichten hoor over een ramp die gebeurd is, dan hoor ik dat familieleden onmiddelljk naar de plaats van de ramp worden gebracht. Maar in ons geval niet. Ik heb Nic niet weten geboren worden en ik was er niet bij toen hij stierf." 

    "Ik was zo graag met hem oud geworden, voor hem gezorgd als hij later ziek zou geworden zijn. Ik had zo graag voor hem gezorgd als hij één of twee benen had verloren, één of twee armen. Maar dat is misschien egoïstisch, ik weet niet hoe hij erover zou gedacht hebben."
  • "Ik wou Nic herinneren zoals ik hem altijd heb gekend"

    "Op 25 maart mochten we tegen de middag naar het mortuarium voor de identificatie. Maar omdat zijn lichaam al in ontbinding was, durfde ik dat niet. Ik wou Nic herinneren zoals ik hem altijd heb gekend. Een mooie man vol humor, positiviteit en goede intenties in het leven. Ik zat neer op een stoel vlak voor de deur van het mortuarium een paar meter van Nic die in de kamer lag. Mijn zus en schoonbroer hebben de identificatie gedaan. Het was enorm zwaar", zegt ze. "Toen ze me terug naar huis hadden gebracht, ging ik even een luchtje scheppen. Toen ik thuiskwam, was er een journalist mijn buren aan het ondervragen. Dat vond ik niet kunnen."

    "Ik heb diezelfde avond het rouwkaartje geschreven: 'Lieve Nic, bij de aanslag op de luchthaven van Zaventem was je op 22 maart 2016 op de verkeerde plaats op het verkeerde moment. Rust nu maar uit. Je hebt het meer dan moedig gedaan. Wie kan begrijpen wat je hebt geleden, wie kan voelen wat je hebt doorstaan. Dankbaar voor jouw glimlach. Dankbaar voor jouw onuitputtelijke goedheid. Dankbaar dat wij jouw echtgenote, jouw vader, jouw zus, jouw broer, jouw schoonzus mochten zijn. Dankbaar dat wij jouw collega mochten zijn. Dankbaar dat wij je hebben gekend. Dankbaar dat ik met jouw mocht leven.'"
  • "Nic en de andere slachtoffers waren niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats"

    "Nic en alle andere slachtoffers waren niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Het waren de terroristen die niet het recht hadden daar te zijn, zeker niet met de intenties die ze hadden. Alle andere mensen waren op het goede moment op de juiste plaats."

    "De dag na de identificatie moest ik de begrafenis regelen. Nic zijn mama was vier maanden ervoor overleden. Na de begrafenis zei Nic me dat hij het een mooie serene begrafenis vond en dat hij ook op die manier wou begraven worden. Natuurlijk had hij nooit gedacht dat het zo snel daarna zou gebeuren." 

    Twee weken na de aanslagen werd er bij Ponnet aangebeld. Iemand overhandigde haar een bruine zak, waarop bloedsporen zaten. Binnenin zaten kledingstukken van Nic, waaronder de jas die in de assisenzaal getoond wordt. "Dit moeten ze van Nic zijn lichaam getrokken hebben. Opnieuw was ik totaal in schok." 

  • "Ons leven was nog niet gedaan"

    Ponnet vertelt in de assisenzaal hoe ze Nic leerde kennen aan de zee. "Hij interesseerde zich voor veel, vooral voor techniek, elektronica en alles wat met computers te maken had. Als hij iets leerrijk en leuk kon uitvinden, was hij content. Als er bij ons thuis iets stuk was, dan werd het altijd professioneel hersteld door hem. Voor mij was hij een genie", vertelt ze. "Nic had een enorm doorzettingsvermogen en hij gaf nooit op tot hij een oplossing gevonden had."

    "Die dag (22 maart 2016, red.) moest hij naar Zürich met een tussenstop in München. Hij was vroeger al bij die klant geweest. Nic moest normaal pas woensdag 23 maart vertrekken, maar de klant vroeg om een dag eerder te komen. Ik heb heel veel geleerd van Nic. Maar ik zou nog veel meer hebben willen leren van hem. Ons leven was nog niet gedaan. We hadden nog zo veel toekomstplannen. Dit jaar worden we allebei 65 jaar en zouden we samen met pensioen gegaan zijn." 
  • "Ik weet niet wat erger is, achterblijven of sterven"

    Ponnet vertelt hoe Nic altijd zijn gsm bij de hand hield als zij alleen uit huis ging. Dan kon zij hem gemakkelijk bereiken indien er iets aan de hand was. Maar omgekeerd werkte dat ook. Als Nic in het buitenland zat voor het werk, dan hield zij ook haar gsm dichtbij. "Het was daarom zeer eigenaardig dat we op 22 maart enkel het antwoordapparaat kregen. Maar we dachten toen dat hij zijn gsm had uitgezet omdat hij richting het vliegtuig ging." 

    "Samen met Nic is ook mijn goede leven weg. Alleen ga ik nooit meer fietsen, nooit meer uit eten, doe ik nooit meer een terrasje en vind ik het nog altijd verschrikkelijk om alleen boodschappen te doen. Ik mis nog steeds de goede gesprekken met Nic. Het enige waar ik elke dag naar uitkijk is de televisieavond samen met de poesjes."

    "Gelukkig heeft Nic me heel veel geleerd. Hij heeft me geleerd rustiger in het leven te staan, meer te relativeren, dat problemen er zijn om opgelost te worden en hij leerde me ook hoe problemen op te lossen. Niet panikeren als het niet nodig is. En te genieten van het leven."

    "De weken en maanden na zijn overlijden had ik er nood aan om aan iedereen in de wereld te laten weten hoeveel verdriet ik en alle andere slachtoffers hadden. Ik schreef naar alle ministers en zelfs naar de koning. In de tekst stond onder andere: "Ik weet echt niet wat erger is, achterblijven of sterven. Steven is onmenselijk erg. Mijn man kan nu van niets meer genieten. Maar achterblijven is ook onmenselijk erg. Het is zo'n drama omdat we elkaar zo graag zagen. Hij was mijn levensmaatje. Hij was kalm en diplomatisch. Dat ze zo'n mensen laten ontploffen. Het leven kan zo cru te zijn. Waarom mochten we niet 20 jaar langer bij elkaar zijn." 
  • "Zinloos doden, dat keurt geen enkele god goed"

    "We doen allemaal wel iets waar we spijt van hebben. Maar daar zijn gradaties in. Iemand zinloos doden, er is geen enkele god die dat goedkeurd. Bij ons huwelijk was er een zin: 'tot de dood ons scheidt'. Nooit hadden we ook maar kunnen vermoeden dat de dood zo vlug zou komen en dan nog door het toedoen van terroristen." 
  • Ponnet leest voor uit haar dagboek

    Karina Ponnet wil haar getuigenis eindigen door enkele pagina's uit haar dagboek voor te lezen. Zo omschrijft ze onder meer de dag waarop ze hoorde over de aanslagen in Nice en de verjaardag van een bomaanslag en schietpartij in Noorwegen. "Laat terreur alstublieft geen deel meer uitmaken van ons leven. Dat mensen sterven van ziekte, ongeval en ouderdom is al erg genoeg." 

    Ze beschrijft hoe de gevoelens van droefheid telkens opnieuw terugkomen bij het horen van zulk nieuws. Haar therapeute vertelde haar dat het tot wel zeven jaar kan duren eer ze opnieuw een normaler leven zou kunnen leiden. "U zal nooit meer dezelfde Karina worden als voor 22 maart 2016. Dat leven is voorgoed voorbij. U zal moeten leren leven in een nieuw lichaam en met een nieuw brein", kreeg ze te horen van haar therapeut. 

    "Alles herinnert me aan jou. Alles in het huis. Maar ik vind het goed zo. Laat mij maar erg verdrietig zijn. Dat wil zeggen dat ik je enorm graag zie. Niemand begrijpt me. Maar dat vind ik alsmaar minder erg." 
  • Middagpauze tot 14.00 uur

  • Volgende getuige: Loubna Selassi

    De zitting herneemt.
    De volgende getuige is Loubna Selassi (40), haar man Abdallah Lahlali werkte op 22 maart 2016 bij Swissport als bagage-afhandelaar en raakte gewond bij de aanslagen op 22 maart. Zijn been moest geamputeerd worden. Selassi was zelf niet aanwezig op de luchthaven op de bewuste dag. 

  • "Een moeilijke vraag"

    Hoe gaat het vandaag met hem?, vraagt de voorzitter. "Een moeilijke vraag om op te antwoorden", reageert Selassi. De vrouw is zichtbaar geëmotioneerd en heeft even tijd nodig om aan haar getuigenis te beginnen. 
    "Sinds 22 maart is mijn leven niet meer hetzelfde. Ik ben de vrouw van Abdallah Lahlai, een van de slachtoffers. Ik ben hier om te getuigen voor de indirecte slachtoffers. Er is een voor en een na 22 maart 2016", zegt ze. 
  • "Hij was in leven, maar ze moesten een been amputeren"

    "Om 8.45 uur belde Abdallah me. Ik hoorde geschreeuw. Toen hoorde ik de stem van mijn man, die riep: 'Mijn been. Mijn been.' Daarna was er geen communicatie meer. Ik kende de ernst van de schade nog niet. Ik dacht dat hij gewond was, maar ik kon me niet inbeelden wat er was gebeurd", zegt ze. 

    "Mijn broer belde me en vertelde dat er explosies waren op de luchthaven. Alle toegangen waren geblokkeerd. Ik weet dat mijn man gewond was en dat hij op me wachtte. Ik wist dat er explosies waren geweest, maar niet wat er zich echt had afgespeeld", zegt ze.

    Samen met haar zus reed ze naar verschillende ziekenhuizen op zoek naar haar echtgenoot. Uiteindelijk hoorde ze dat hij in een ziekenhuis in Antwerpen lag. "Mijn man was in leven, maar ze hadden een been moeten amputeren. Dat vertelde ze me aan de telefoon als een 'nieuwtje'. Ik verloor toen alle kracht in mijn lichaam. Ik dacht aan mijn kinderen: hoe moet ik hen dat vertellen? Ik dacht ook aan mijn man: hoe kan een zo actieve persoon zijn nieuwe lichaam accepteren?" 

     
  • "Ze dachten dat hij één van de terroristen was"

    Uiteindelijk vond ze haar man in een ziekenhuis in Antwerpen. "Ik kan de emoties niet beschrijven. Ik was in schok. Zijn been was er niet meer." 
    Selassi vertelt dat ze daar dachten dat haar man één van de terroristen was. "Het was onacceptabel dat te horen. We vragen ons daardoor nog altijd af of zijn been niet te redden viel." 

      
  • "Niets zou zijn als ervoor"

    Selassi vertelt dat na de aanslagen nog een tweede strijd begon. "De periode die volgde was traumatiserend. Ik heb me niet kunnen bezighouden met mijn kinderen. Ze zijn nu 14 en 16 jaar. Mijn man en ik hebben ze niet zien opgroeien omdat we van de ene hel naar de andere belandden. Mijn kinderen hebben lang gewacht om te snappen wat er met hun vader is gebeurd. Vandaag de dag zijn ze nog steeds bang."

    "Ik zie elke dag verdriet in de ogen van mijn man. Hij kan als vader niet meer fietsen of voetballen met de kinderen. Maar dat besefte hij pas drie maanden later, toen hij voor het eerst thuis kwam. Toen zonk het bij hem in dat hij in een ander lichaam door het leven moest. De beschuldigden in deze box durven weleens zeggen dat ze zich opgesloten voelen en dat dit geen manier van leven is voor hen. Ik wil hen vragen: kunnen wij wel leven dan?"

    De familie ging op zoek naar een advocaat, maar die zoektocht was erg moeilijk. Een advocaat zei haar: "Mevrouw, u bent Kim Kardashian niet, u kan me niet betalen." Selassi voegt eraan toe: "Zonder geld lijkt er geen menselijkheid te zijn." 

  • "Ik denk vaak aan de ouders van de beschuldigden"

    Selassi wil de beschuldigden ook aanspreken: 
    "Welke god verplicht jullie om dit te doen? Ik heb vaak gedacht aan jullie ouders, jullie familie, die zich ook in een onmenselijke siutatie bevinden. Mijn god verplicht me om anderen met respect te behandelen." 

    Daarmee beëindigt ze haar getuigenis. 
  • Volgende getuige: Felipe Duque

    Felipe Duque uit Colombië raakte gewond bij de aanslagen in de luchthaven van Zaventem. Hij is niet aanwezig, maar stuurde een korte verklaring door via mail. "Ik moet zeggen dat ik niets speciaal gezien heb. Ik was aan de incheckbalie van Delta Air Lines toen de eerste bom ontplofte. Een golf van hitte raakte me. Ik heb mijn gezicht afgeschermd met mijn handen. Er was overal rook en ik zag niets. Ik probeerde zo snel mogelijk buiten te geraken. Ik zag daar andere slachtoffers en de schade. Een politieagent heeft me de eerste zorgen toegediend." 
  • Volgende getuige: familie van Justin en Stephanie Schults

    Ook de familieleden van het Amerikaanse echtpaar Justin (30) en Stephanie Shults (29), die stierven bij de aanslagen in de luchthaven van Zaventem, zijn niet aanwezig in de assisenzaal. Zij dienden wel verschillende korte verklaringen in waarin ze duidelijk maken dat ze nog steeds elke dag aan hun dochter en zoon denken. "De 22ste maart 2016 is een datum die in ons geheugen gegrift staat. Er zijn geen woorden om het te beschrijven", klinkt het. 
  • Volgende getuige: familie van Elita Weah

    Ook de broer en zus van de Nederlandse Elita Weah (41) uit Deventer stonden op de lijst om vandaag te komen getuigen. Weah was aanwezig op de luchthaven van Zaventem op 22 maart 2016. Ze zou naar Amerika reizen voor de begrafenis van een familielid. Ze overleedt.
    De familie Weah woont momenteel in de Verenigde Staten en is niet aanwezig in de assisenzaal. Er wordt kort voorgelezen uit het mortaliteitsverslag.  
  • Incident tussen Ibrahim Farisi en slachtoffer Maalbeek

    Nadat alle getuigen aan bod zijn gekomen, vraagt een advocaat van de burgerlijke partij het woord. Zij wil aan de voorzitter melden dat de beschuldigde Ibrahim Farisi tijdens de getuigenis van Loubna Selassi vertrokken is. Terwijl hij naar buitenliep zou hij volgens de advocate tegen een van de slachtoffers van de aanslag in Maalbeek gelopen zijn. Volgens de advocate heeft zij problemen met haar rug en moet zij daardoor met de benen omhoog zitten. De vrouw in kwestie moest na het incident de zaal verlaten en werd later door een ziekenwagen opgehaald.

    De voorzitter bevestigt dat ze Farisi de zaal heeft zien verlaten, maar kan niet bevestigen dat ze het incident heeft opgemerkt. Ook de advocaat van Farisi zegt dat ze het incident niet heeft gezien. De voorzitter vraagt aan beide partijen om haar op de hoogte te houden van het incident. 
  • Zitting ten einde

    De zitting is ten einde gekomen. Morgen staan er opnieuw verschillende getuigenissen van slachtoffers op het programma. Enkelen lieten al weten niet aanwezig te zullen zijn. 
    • NB

    De stewardess op iconische foto van aanslag Zaventem doet haar verhaal: “Ik zag hoe het vel van mijn handen mee los kwam”

    De foto van die Indische stewardess na de aanslagen. Het is een omschrijving die volstaat om bij velen het beeld weer terug te roepen. De foto van Nidhi Chaphekar in haar verscheurde gele blazer op de stoeltjes in de vertrekhal van Zaventem. Wezenloos voor zich uit starend, ogenschijnlijk minder zwaargewond dan vele anderen. Maar de foto bedriegt, zo bleek dinsdag in de assisenzaal. Alleen al omdat Nidhi nadien nooit meer een stewardess zou zijn.

    Lees hier meer. 
  • Zitting van start: Salah Abdeslam verlaat opnieuw de zaal 

    De zitting gaat van start. Salah Abdeslam heeft opnieuw de zaal verlaten. Zowel Smail en Ibrahim Farisi zijn niet aanwezig in de assisenzaal. 
  • Slachtoffer Maalbeek nog steeds in het ziekenhuis na incident met Ibrahim Farisi

    Voordat de eerste getuige aan het bod komt, wil de voorzitter eerst nog even terugkomen op een incident dat zich gisteren namiddag afspeelde in de assisenzaal. De beschuldigde Ibrahim Farisi, die op vrije voeten is, verliet tijdens de getuigenis van Loubna Selassi de assisenzaal. Daarbij zou hij tegen een slachtoffer van de aanslag in Maalbeek gebotst zijn. De vrouw in kwestie moet volgens haar advocaat met haar benen omhoog zitten door problemen aan haar rug. 

    Na de botsing van gisteren verblijft de vrouw nog steeds in het ziekenhuis. Haar toestand is volgens de advocaten oké, maar ze moet wel nog enkele tests ondergaan. Olivia Venet, advocate van slachtofferorganisatie Life4Brussels, benadrukt dat zij weet dat het incident niet intentioneel was, maar wil wel dat er met respect wordt omgegaan met de slachtoffers. "Dit is onacceptabel. Het is al moeilijk voor de slachtoffers om naar hier te komen", zegt ze. "Voor onze cliënten betekent het enorm veel. Het kan niet dat mensen die slachtoffer werden van de aanslagen hier opnieuw slachtoffer worden." Ze vroeg de voorzitster ook om Farisi tot de orde te roepen. De voorzitter bevestigt dat er door het parket van Brussel een proces verbaal werd opgesteld. 
    Xavier Carrette, advocaat van Farisi, zegt dat hij de situatie probeert de kalmeren en verduidelijkt dat het een accident was. Hij benadrukt ook dat zijn cliënt iedere dag probeert aanwezig te zijn in de zaal. "Dat doet niet iedereen." 
  • Eerste getuige: Janet Winston (62) 

    De eerste getuige van de dag is Janet Winston (62), zij en haar man waren aanwezig in de luchthaven van Zaventem toen de twee bommen ontploften. "Ik heb veel getwijfeld om te getuigen. Ik vroeg me af wat het nut zou zijn. Maar ik heb met mijn eigen ogen de schade en het vreselijke lijden, dat is aangericht, gezien. Bij mezelf, bij mijn man, mijn kinderen, mijn ouders, mijn familie. Maar ook bij anderen die ik heb leren kennen in vreselijke omstandigheden. Daarom wil ik getuigen." 
  • "Ik was overtuigd dat ik aan het sterven was"

    Janet Winston en haar echtgenoot stonden aan de incheckbalie van Delta Air Lines en babbelden over van alles en nog wat, toen plots een eerste explosie weerklonk. "Plots was er een enorme vuurbal. Ik wist onmiddellijk dat het een bom was. Ik was ervan overtuigd dat ik aan het sterven was. Ik voelde een zekere sereniteit."

    Haar man vond haar en maakte haar wakker. "Heb je je handen en voeten nog", vroeg hij haar. "Want dat was niet bij iedereen het geval meer", gaat Winston verder. Winston was geen ledematen verloren, maar ze was wel haar bril kwijt. Bij het rechtstaan zag ze het "bloedbad" dat was aangericht. De man voor haar zou nooit meer stappen, dat was duidelijk.  
  • "Mama is gewond aan het hoofd"

    Het koppel liep naar buiten en stuurde een bericht naar hun dochter. "Mama is gewond aan het hoofd, maar ze is oké."

    Buiten de luchthaven probeerden de twee verschillende mensen te helpen. Een zwaar verbrande man vroeg hulp en Winston ging naar hem toe. Ze wou dat hij niet alleen was. Daarna zag ze ook een vrouw op een bagagekarretje. Haar benen waren helemaal vervormd. Ze vocht om te overleven met alle kracht die ze had. Het duurde lang. Heel erg lang. Toen die vrouw werd weggevoerd, ontfermde Winston zich over een andere vrouw. Ze is dood, zeiden de hulpverleners. "Maar ik zag haar ogen nog een beetje bewegen. Ze leeft nog, riep ik. En ik pakte haar vast, omdat ik niet wilde dat ze alleen zou zijn." 

    De dagen nadien waren verschrikkelijk, zegt ze. Ze hoorde van een kennis dat de vrouw op het bagagekarretje nog in leven was. "Ik ging haar elke week opzoeken in het ziekenhuis. Het was verschrikkelijk om te zien hoe ze leed, elke minuut van elke dag." 
  • "Er is nog steeds licht"

    Winston beschrijft dat ze het in het dagelijks leven nog steeds moeilijk heeft. "Maar we zijn vooruit gegaan. Ik ben dankbaar dat ik weet dat we in onze gebroken wereld er nog steeds licht is." 
  • Volgende getuige: Christophe Delcampe

    Christophe Delcampe, de echtgenoot van Adelma Tapia Ruiz (36) die overleed in de luchthaven van Zaventem, is niet aanwezig in de assisenzaal, maar stuurde wel een verklaring. 

    Delcampe vertelt in die verklaring hoe hij met zijn vrouw en twee kinderen in de vertrekhal in Zaventem was. Zijn kinderen, een tweeling van 4,5 jaar, waren aan het spelen en hij ging even naar het toilet. Daar hoorde hij de bommen ontploffen. Hij spreekt van geschreeuw en paniek, toen hij opnieuw in de vertrekhal stond. Onmiddellijk probeerde hij zijn familie te vinden. "Ik vond het lichaam van mijn vrouw op de grond terug. Ze reageerde niet. Ze was overleden. Er was geen hoop meer voor haar", schrijft hij. 

    Een van zijn dochters vond hij terug in de armen van een vrouw. Ze was in schok. De man vermoed dat zijn dochters in een speeltuig zaten en daardoor beschermd werden van de bomaanslag. Een van zijn dochters was wel gewond aan haar hoofd en buik. Zij moest geopereerd worden. Uiteindelijk verbleven ze drie dagen in het ziekenhuis. 
  • Volgende getuigen: familie van Sascha en Alexander Pinczowski 

    Edmond Alexander Pincozowski en Marjan Fasbender zijn de ouders van de Nederlandse Sascha en Alexander Pinczowski. De zus en broer (26 en 29 jaar) overleefden de aanslag op de luchthaven niet. 
  • "Ze zwaaide voor de allerlaatste keer in haar leven"

    "De avond voor 22 maart 2016 hadden we besloten dat Alexander en Sascha uitzonderlijk niet door mijn vrouw naar het vliegveld zouden gebracht worden, maar dat ze met de trein zouden gaan om vanuit Zaventem naar New York te vliegen", vertelt de vader in de assisenzaal. "We waren wat aan de late kant, maar toen ik in de auto stapte om de kinderen naar het station in Hasselt te brengen, sprong Alexander uit de auto om zijn moeder nog een knuffel te geven. Dat zou de laatste ooit zijn."

    "Sascha had vliegangst en kreeg net de laatste bemoedigende woorden toe gesproken door mijn vrouw. Ze kon gerust aan boord gaan, er zou niets gebeuren. Wie kon denken dat het noodlot daarvoor al zou toeslaan? Bij aankomst op het station in Hasselt hadden we niet meer dan een paar minuten om afscheid te nemen. Sascha vond toch nog de tijd om één keer naar haar vader te zwaaien. Voor de allerlaatste keer in haar leven." 
  • "Plots viel zijn stem weg"

    Toen de ouders opnieuw thuiskwamen, vond de vader een rekening die gericht was aan Alexander. Hij besloot daarom zijn zoon even op te bellen, die zich op dat moment aan de incheckbalie moest bevinden. "Ons telefoongesprek duurde niet lang. Na enkele minuten, om 7:58 uur, viel plots zijn stem weg. Pas weken later begreep ik dat door de enorme luchtverplaatsing van de bom de communicatie uitviel. De daarop volgende knal heb ik dus nooit gehoord."

    "Het heeft vervolgens tot de vroege vrijdagochtend geduurd voordat ons werd meegedeeld dat onze kinderen deze brute aanslag niet hadden overleefd. De dagen tussenin brachten wij door in diverse crisiscentra. Wachtend op nieuws dat nooit kwam. Op dag twee zaten we in een crisiscentrum van het UZ Leuven, niet wetende dat zich hier ook het mortuarium bevond waar onze kinderen op dat moment al opgebaard lagen. Dat we ons die dagen in een volledige schoktoestand bevonden, drong pas later door." 
  • Sascha nam het op voor de moslimgemeenschap na aanslagen in Parijs

    "Een zinloze, domme aanslag en brute pech maakte een veel te vroeg einde aan hun leven", zegt de vader. Hij vertelt dat zijn dochter eerder nog in de bres sprong voor de moslimgemeenschap na de aanslagen in Parijs. Ze schreef dat we tolerant moesten zijn en ons niet tegen moslims moesten keren, want dat was precies was IS wilde. "Waar dit toe kan leiden hebben we ondertussen aan de lijve ondervonden", zegt hij. 
  •  "Wat er in het brein van deze mensen omgaat zal ik nooit begrijpen"

    "Toen mijn vrouw en ik de camerabeelden onder ogen kregen, die de aankomst toonde van de mannen die onze kinderen zouden opblazen, konden we het niet nalaten te speculeren hoe het zou gelopen zijn moesten deze mannen vrienden zijn geweest van onze kinderen, in plaats van deze zelfverklaarde vijanden", zegt hij. "Dan hadden we ons in dat geval niet hoeven voorbereiden op het in ontvangst nemen van de gedeeltelijk verbrande bagage van onze kinderen. We zouden ook niet zijn teruggekeerd naar New York, waar Sascha persoonlijke bezittingen had opgeslagen. Bezittingen die haar dromen en ambities vertegenwoordigen om ooit weer te werken in de stad die haar op het lijf gescheven was. Aan u beschrijven wat deze ervaringen met een mens doen, is voor mij een onmogelijke opgave."

    "Ik ben persoonlijk niet optimistisch ooit te zullen ervaren, laat staan begrijpen, wat er in het brein van deze mensen (de beschuldigden, red.) omging en waarschijnlijk nog steeds omgaat. Een dergelijke misdaad tegen onbekenden toont een gemoedstoestand die we ondanks alle expertise van deze rechtbank niet boven water zullen krijgen." 
  • "Verslagen voelen we ons allerminst"

    "Door mijn joodse achtergrond werd ik in mijn jeugd al vroeg geconfronteerd met de gevolgen van discriminatie", vertelt de vader de assisenzaal. "Mijn ouders waren de enige twee in hun respectievelijke families die de Tweede Wereldoorlog overleefd hebben. In mijn leven heb ik daardoor nooit opa's, oma's, tantes, nonkels, neefjes of nichtjes gehad. Nu, opnieuw door geweld, heb ik geen kinderen meer." 

    "In principe hebben we geen andere familieleden om op te steunen. We zijn voor de rest van ons leven op elkaar aangewezen. Ik meen te zeggen dat we daar wonderwel in slagen. Het zal er in de toekomst niet gemakkelijker op worden. Zeker niet als een van ons er niet meer is. Het leven heeft ons zware klappen toegedeeld, maar verslagen voelen wij ons allerminst."   
  • "Ze stonden oog in oog met de terrorist. Ze hadden geen enkele kans"

    De mama van Alexander en Sascha neemt het woord. 

    "Een paar maanden na de moorden op onze kinderen kregen we van de Belgische overheid de kans om de laatste tien minuten van hun leven te bekijken op de bewakingscamera’s van de luchthaven. Een aanbod dat veel ouders niet zouden accepteren, maar voor ons was het een wanhoopsdaad. Een manier om hun laatste momenten te zien, om hun enthousiasme te zien. Om te zien dat ze gestorven zijn met een lach op het gezicht en dat ze niet wisten wat hen te wachten stond. Ze zijn inderdaad onmiddelijk gestorven toen het gebeurde", zegt ze. "De klok in de hoek van het scherm zorgde ervoor dat het een griezelige ervaring was." 

    "Alexander was aan het bellen met zijn vader tijdens die laatste momenten. We zagen één van de terroristen in hun richting wandelen. Een jonge man, die leek alsof hij een vriend zou kunnen geweest zijn van hen. Tegen alle logica in dacht ik: draai je alstublieft om en wandel weg", vertelt ze. "Ze hebben geen enkele kans gehad. Ze stonden bijna oog in oog met de terrorist die een bom liet ontploffen. In hun laatste momenten waren ze er zich niet van bewust dat ze eigenlijk een schild vormden voor een familie die achter hen stond. Daardoor hebben ze waarschijnljk het leven van enkelen van hen gered. Een ultieme opoffering. Ik ben er zeker van dat ze daar fier op zouden geweest zijn."
  • "Waarom? Hebben jullie van de wereld een betere plek gemaakt?"

    "Het is bijna 7 jaar sinds mijn kinderen werden gedood. In die zeven jaar heb ik eindeloze discussies gehad in mijn gedachten met de mannen die hier zitten. Vragen als: waarom? Wat is er misgelopen in je leven dat je zo een kwaadaardige aanval gepland hebt? Wist je familie dat niet?", zegt ze. 
    "Jammer genoeg hebben de school, de ouders en de religieuze leiders geen verschil gemaakt. In het einde was het hun keuze. Heeft zo'n brutale daad jullie familie trots gemaakt? Hebben jullie van de wereld een betere plek gemaakt?" 

    "Wij hebben onze kinderen verloren, maar de wereld heeft twee prachtige personen verloren. Vele anderen hebben hun leven verloren en velen die zijn achtergebleven zijn hun zin voor het leven verloren." 
  • "We delen dezelfde pijn"

    "Ons leven is ongelooflijk veranderd. We zijn niet langer de trotse ouders van fantastische kinderen. We moeten moeite doen om 's morgens op te staan, om ons leven te leiden. We hebben slechte dagen en goede dagen. Maar er zal nooit meer een dag zijn die begint en eindigt als een prachtige dag. We hebben enkel de herinneringen van de dagen die we als vanzelfsprekend namen", zegt de mama van Alexander en Sascha. "Mijn man en ik delen iets dat niet met woorden kan beschreven worden. We moeten elkaar slechts in de ogen kijken en we weten het. We delen dezelfde pijn." 
  • "Ik zal niet begrijpen en niet vergeven"

    "Als ik mijn zeg zou kunnen doen, dan zouden de beschuldigden veroordeeld worden tot een leven lang in de hel. Ik ben geen wraakzuchtige persoon. Maar door hun acties ben ik de slechtste versie van mezelf geworden. Geen enkel evenement zal het ooit nog waard zijn te vieren. Mijn enige plezier is dat zij hun vieringen achter tralies zullen moeten doen", zegt de mama van Alexander en Sascha. "Zoals Theodore Roosevelt zei na de dood van zijn moeder: 'Het licht in mijn leven is uitgegaan'", zegt ze. "Ik zal het niet begrijpen en niet vergeven." 

    Daarmee eindigt ze haar getuigenis. 
Powered by Platform for Live Reporting, Events, and Social Engagement

Meest Gelezen