NBO - terreurproces Live
-
OM: "Zeer kort door de bocht dat doelwit Euro 2016 was"
Federaal aanklager Paule Somers heeft het "zeer kort door de bocht" genoemd dat het werkelijke project van de terreurcel Euro 2016 was.Het parket geeft donderdag commentaar op de vragen die vorige maand gesteld werden aan onderzoekers en onderzoeksrechters over het onderzoek. Somers verwees naar een verhoor van beschuldigde Mohamed Abrini, die zei dat het werkelijke doel Euro 2016 in Frankrijk was. "Dat is wel heel kort door de bocht tegenover het reële project", zei Somers. "In de audioboodschappen op de laptop in de Max Roosstraat leek de cel aan te geven dat ze niet in België wilden toeslaan. Maar als je goed luistert, hoor je Najim Laachraoui ook zeggen: 'In elk geval niet nu'. Op de verschillende computers van de cel werd gezocht naar doelwitten zowel in België als in het buitenland."
Somers verwees ook naar de grote hoeveelheid van de explosieve stof TATP die al klaar was op het moment van de arrestatie van beschuldigden Salah Abdeslam en Sofien Ayari. Zij voeren aan dat ze niets te maken hadden met de aanslagen in Brussel, omdat ze toen in de cel zaten. "Er waren wapens in de verschillende safehouses, veel laders, en de cel zocht er nog meer." Bovendien lagen er handboeien, ontstekers en nog meer elementen die konden gebruikt worden voor bommen. De leden onderhielden ook hun conditie, zochten op de computers naar trainingen van elite-eenheden. "Ze waren klaar om te handelen als ze groen licht kregen", zei Somers, die aanvoerde dat de arrestatie van Abdeslam en Ayari en de nasleep ervan er enkel voor zorgden dat de cel zich ging haasten.
Volgens Somers was het ook "fundamenteel" dat de leden van de terreurcel onderling inwisselbaar waren. In elk safehouse was er een emir, Mohamed Belkaid in de Driesstraat in Vorst, Laachraoui in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Ook hadden beide cellen een geharde strijder, respectievelijk Ayari en Osama Krayem, en iemand die België goed kende, respectievelijk Abdeslam en Abrini. "Eén groep, iedereen inwisselbaar", zei Somers, die nog opmerkte dat op de computers in beide safehouses hetzelfde soort opzoekingen gebeurden.
Vorige maand stuurden enkele advocaten van de verdediging met hun vragen erop aan dat het internationaal en oorlogsrecht ingeroepen kunnen worden. Maar Somers voerde met haar betoog aan dat de terreurcel net een confrontatie met militairen uit de weg ging. Ze verwees naar een uitspraak van Laachraoui in een audioboodschap, waarin die argumenteerde dat het beter was om niet te beginnen schieten in een mensenmassa, omdat mensen dan zouden wegvluchten en militairen zouden ingrijpen. Bovendien klaagde Laachraoui over een gebrek aan laders, nadat er in de Driesstraat een tiental in beslag waren genomen. Ze bedankte daarop de militairen die patrouilleerden en de agenten die binnenvielen in de Driesstraat.
Procureur Michel was eerder ook ingegaan op vragen van advocaten rond het oorlogsrecht en internationaal recht. Hij nam het woord "islamistische propaganda" in de mond en zei dat het voor slachtoffers "moeilijk denkbaar" moet zijn dat hier sprake is van wettige zelfverdediging. Ook complotideeën die sommige advocaten ontwikkelden, noemde hij "respectloos" voor slachtoffers. Hij vroeg de jury om hier gezond verstand tegenover te plaatsen, "en ik weet dat jullie er daar genoeg van hebben".
Verder verwees Somers nog naar de uitspraak van het speciale hof van assisen in Parijs, die had gesteld dat de aanslagen in Parijs één enkele plaats-delict vormden. Ook Ayari en Krayem, die op de dag van de aanslag naar Schiphol reisden, werden zo veroordeeld. Ze vroeg om dezelfde logica te volgen voor Abdeslam en Ayari voor de feiten in België. Ze stipte daarbij aan dat Abdeslam al verschillende leden van de terreurcel ging ophalen bij hun aankomst in Europa. -
Abdeslam keert in tegenstelling tot maandag terug naar cel
Beschuldigde Salah Abdeslam is vandaag, kort na de start van de zitting met commentaren van de partijen op het onderzoek, samen met medebeschuldigden Mohamed Abrini en Osama Krayem terug naar het cellencomplex in het Justitia-gebouw gegaan. Maandag was Abdeslam nochtans voor het eerst in een maand in de beschuldigdenbox blijven zitten, hoewel hij in januari beweerde een vuistslag te hebben gekregen van een politieagent, en dat hij daarom tot de uitspraak in de cel zou blijven. -
Michel Degrève neemt leiding in verdediging van Farisi
Michel Degrève, de medewerker van de onverwacht overleden Sébastien Courtoy die Farisi ook al verdedigde in het proces over de aanslagen in Parijs, neemt voortaan de leiding van de verdediging van beschuldigde Smail Farisi op zich. Dat is bekendgemaakt bij het begin van de procesdag. Advocate Cassandra Steegmans voegt zich ook bij de verdediging van Farisi. De zitting werd maandag geschorst tot vandaag, om aan de verdediging van Farisi de kans te geven om zich te herorganiseren. Farisi, die verschijnt als vrije man, was donderdagochtend niet aanwezig op het proces. -
Proces gaat donderdag voort met commentaren van partijen op onderzoek
Het proces over de aanslagen gaat donderdag voort met de commentaren van de partijen op de voorstelling van het onderzoek. Die stonden maandag al op de planning, maar vanwege het plotse overlijden van advocaat Sébastien Courtoy werd de zitting geschorst. Courtoy, de advocaat van beschuldigde Smail Farisi, overleed onverwacht op 20 februari, waarschijnlijk door een hartaanval. Maandag werd aangekondigd dat het proces daarom tot en met vandaag geschorst werd, zodat de verdediging van Farisi zich kon herorganiseren.
De getuigenissen van achtergrondgetuigen, zoals professoren en vertegenwoordigers van het OCAD en de Staatsveiligheid, die deze week gepland waren, worden verplaatst naar een later moment. De commentaren op het onderzoek, die het luik van de voorstelling van het onderzoek moeten afronden, komen deze week wel nog aan bod. Die commentaren zijn niet verplicht, maar voor het krokusreces gaven alle partijen - de federale procureurs, de burgerlijke partijen, en de advocaten van de verdediging - aan een commentaar te zullen leveren. Voor Smail Farisi zal Michel Degrève, de medewerker van Courtoy die Farisi ook al verdedigde in het proces over de aanslagen in Parijs, het commentaar op zich nemen.
Volgende week starten vervolgens de getuigenissen van de slachtoffers, die tot eind maart zullen duren. Maandagochtend komen medische experts gespecialiseerd in de slachtofferzorg aan het woord, de eerste getuigenissen van slachtoffers volgen maandagnamiddag. -
Abdeslam blijft voor het eerst in meer dan een maand in beschuldigdenbox
Beschuldigde Salah Abdeslam is maandag, in tegenstelling tot wat hij in januari op zitting had beweerd, toch blijven zitten in de beschuldigdenbox. Abdeslam gaf in januari aan dat een politieman hem een vuistslag gegeven had, en dat hij daarom tot aan de uitspraak in de cel zou blijven. Toch bleef hij maandag, in tegenstelling tot beschuldigden Mohamed Abrini en Osama Krayem, in de box zitten toen voorzitster Laurence Massart de zitting opende. -
Proces begint met minuut stilte voor Sébastien Courtoy
Het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 is begonnen met een minuut stilte voor advocaat Sébastien Courtoy, die vorige week maandag plots overleed en beschuldigde Smail Farisi verdedigde. De zitting begon in absolute stilte, waarna voorzitter Laurence Massart meteen het woord nam, met een hommage aan Courtoy. Ze kwam terug op donderdag 16 februari, toen de advocaten van beschuldigden Smail Farisi en Ibrahim Farisi als laatsten hun vragen stellen aan de onderzoeksrechters en onderzoekers.
"Meester Sébastien Courtoy kondigde aan 290 vragen te zullen stellen. We zullen nooit weten of het er echt 290 waren. Hij nam kort voor de middag het woord en stopte pas in het begin van de avond. Om 21 uur waren we allemaal moe maar tevreden dat we onze taak vervuld hadden. Dan volgde een week van rust en kalmte", aldus Massart. "Maar op 20 februari gingen de telefoons. We kwamen te weten dat meester Courtoy was overleden in de bloei van zijn leven. Het is niet aan ons om zijn leven te eren, we kenden hem niet, anderen zullen dat wel doen. Maar het gaat wel om een advocaat die gestorven is tijdens het proces."
Massart omschreef daarop het beroep van advocaat, dat "veeleisend maar noodzakelijk" is binnen een rechtsstaat. "Het hof en de jury zetten ondanks de droevige omstandigheden hun werk verder, op een onpartijdige manier", aldus Massart nog. "Niets zal veranderen, niets moet veranderen." Daarop vroeg de voorzitter om een minuut stilte voor de overleden advocaat, waarop de zitting gedurende een kwartier werd geschorst. Ook tijdens de pauze bleef het opvallend stil in de rechtszaal. -
Proces kan maandag in principe gewoon doorgaan na overlijden Sébastien Courtoy
Het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 kan maandag in principe voortgezet worden na het plotse overlijden van advocaat Sébastien Courtoy, aangezien zijn cliënt Smail Farisi ook verdedigd wordt door advocaat Michel Degrève. Die kan wel een uitstel vragen om de verdediging van Farisi te herbekijken, aangezien Courtoy daarin de leiding nam.
Courtoy had Smail Farisi, die zijn appartement onderverhuurde aan kamikaze van Zaventem Ibrahim El Bakraoui, al verdedigd voor de Brusselse correctionele rechtbank in het dossier "Paris bis", het Belgische luik van het onderzoek naar de aanslagen in Parijs. Zijn cliënt werd toen vrijgesproken en Courtoy was vastberaden om dat opnieuw te laten gebeuren op het assisenproces van de aanslagen op Brussels Airport en metrostation Maalbeek. Donderdag, de laatste dag voor het reces van de krokusvakantie, had hij de onderzoekers nog urenlang met veel animo op de rooster gelegd. Hij vroeg zich onder meer af hoe zijn cliënt had kunnen weten dat de broers El Bakraoui geradicaliseerd waren, als de onderzoekers en rechters dat al niet doorhadden voor de aanslagen van Parijs.
De aankondiging van het overlijden van Courtoy, een van de meest bekende advocaten van de balie van Brussel en gespecialiseerd in terreurdossiers, zorgde maandagavond voor een schokgolf in de Brusselse juridische wereld. De veertiger werd maandag dood aangetroffen in zijn woning in het Waals-Brabantse Lasne. Hij zou een hartaanval hebben gehad, maar de exacte omstandigheden van het ongeval zijn nog niet bekend, zegt advocaat Henri Laquay, die een nauwe band had met Courtoy. De advocaat verstopte niet dat hij hartproblemen had.
"Het was de Bergerac van de balie", zei Henri Laquay, die erg aangedaan is door het overlijden van zijn confrater, aan Belga. "Het was een man die klappen durfde incasseren en er ook veel gaf, maar steeds exclusief in het belang van zijn cliënt. Het was een uitzonderlijke en flamboyante pleiter, die je meesleepte in zijn pleidooi en je wist te overtuigen. Het bewijs is er ook, hij heeft uitstekende resultaten behaald." -
Centrale Toezichtsraad Gevangeniswezen onderstreept dat kniebuigingen verboden zijn
De Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTG) benadrukt in een advies dat dateert van vrijdag 17 februari dat kniebuigingen tijdens een naaktfouille verboden zijn. Dit terwijl de gedetineerde beschuldigden voor hun overbrenging naar het Justitia-gerechtsgebouw in Haren voor het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 elke dag door de knieën moeten buigen. Een kortgedingrechter oordeelde eind december dat systematische naaktfouilles met kniebuiging strijdig waren met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne liet de werkwijze daarop aanpassen, maar ging wel in beroep tegen de beslissing van de kortgedingrechter. Dat beroep wordt op 3 maart behandeld.
"Wat betreft de technieken die worden toegepast bij de uitvoering van een fouillering op het lichaam, vereist de eerbiediging van de waardigheid van personen, zowel van de betrokken gedetineerden als van de overheidsambtenaren belast met de fouillering, dat vernederende en of vexatoire handelingen verboden zijn, zoals aan de betrokkene vragen kniebuigingen te maken, de testikels of borsten op te heffen of hurkend te hoesten", klinkt het in het advies. De CTG merkt voorts op dat de kniebuigingen niet worden vermeld in de ministeriële richtlijn die de modaliteiten van de overbrenging van de gedetineerde beschuldigden stipuleert. Alle partijen bevestigen echter dat deze fouilles met kniebuigingen op dagelijkse basis plaatsvinden.
De kortgedingrechter gaf voorts aan dat naaktfouilles enkel nog mochten plaatsvinden als ze niet systematisch zouden plaatsvinden. De CGT noteert echter dat "de beslissing om over te gaan tot deze controlemaatregel steeds op eenzelfde document steunt".
"De formulering van de zinsnede 'de analyse uit het geïndividualiseerd integraal risicobeeld' is erg algemeen van aard, hetgeen tot uiteenlopende interpretaties kan leiden. De vraag rijst of deze formulering niet tot gevolg heeft dat de fouilleringen steeds op eenzelfde wijze worden gemotiveerd, hetgeen leidt tot een systematische toepassing van de ingrijpende controle-/veiligheidsmaatregel?", vraagt de CGT zich luidop af. "Bovendien verhoogt het repetitieve karakter waarmee deze fouilleringen dag na dag, week na week, worden uitgevoerd het risico op incidenten." -
Advocaten van laatste beschuldigden vuren vragen af aan speurders
Op het assisenproces rond de aanslagen van 22 maart 2016 komt vandaag/donderdag de verdediging van de laatste drie beschuldigden aan bod. De advocaten van Hervé Bayingana Muhirwa, Smail en Ibrahim Farisi krijgen de kans om vragen te stellen aan de onderzoekers en onderzoeksrechters.
De speurders werden de voorbije dagen al aan de tand gevoeld door de federale procureurs, de burgerlijke partijen en de advocaten van Mohamed Abrini, Salah Abdeslam, Sofien Ayari, Ali El Haddad Asufi en Bilal El Makhoukhi. Die vragen gingen over een waaier aan onderwerpen: van technische kwesties in het dossier, over de geopolitieke situatie in Syrië tot specifieke vragen over radicalisering, gevonden testamenten en de aangeleverde wapens.
Vandaag krijgen de advocaten van de laatste drie beklaagden hun kans om vragen te stellen over het onderzoek. Dat is vooral voor de advocaten van Smail Farisi, Michel Degrève en Sébastien Courtoy, een opluchting. Zij wilden al veel sneller vragen stellen aan de onderzoekers om bepaalde elementen die naar hun mening fout zijn recht te zetten. Midden januari hadden ze daarover conclusies neergelegd, maar in een arrest oordeelde het hof toch dat er geen tussentijdse vragen gesteld mochten worden.
De verdediging van Smail Farisi zal vandaag/donderdag toch nog eerst de vragen van de advocaten van Hervé Bayingana Muhirwa moeten afwachten. Na Smail mogen de advocaten van broer Ibrahim, die het de voorbije dagen al meermaals bont maakte in de rechtszaal, de vragenronde aan de speurders afsluiten. Na de zitting volgt het krokusreces, waarna gestart wordt met achtergrondgetuigenissen. -
Verdediging Ayari hamert op geweld door Syrische regime en het Westen
Advocaat Isa Gultaslar, die beschuldigde Sofien Ayari verdedigt, heeft woensdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 tijdens de vragenronde aan de onderzoekers de politieke kaart getrokken. Hij wees tijdens zijn vragen aan islamoloog Mohamed Fahmi onder meer op het feit dat het Syrische regime veel meer burgers heeft gedood dan terreurgroep IS en dat de aanslagen in het Westen begonnen na de vorming van de internationale coalitie tegen IS onder leiding van de Amerikanen.
Ayari vertrok op 6 december 2014 vanuit Tunesië, waar hij is opgegroeid, naar Syrië, waar hij zich volgens informatie die de politie kon inwinnen aansloot bij terreurgroep IS. Naar eigen zeggen trok hij naar Syrië omdat de bombardementen op burgers hem raakten. Hij zou vervolgens van IS opdracht hebben gekregen om zich onder de vluchtelingen naar Europa te mengen en daar aanslagen te plegen.
Gultaslar liet de onderzoeksrechters tijdens zijn vragenronde bevestigen dat Ayari nooit deel heeft uitgemaakt van de Liwas as Saddiq, waartoe volgens de Franse inlichtingendienst DGSI Osama Krayem en Najim Laachraoui wel behoorden. Ook bevestigden de onderzoeksrechters dat er geen testament gevonden werd van Ayari op de computers van de safehouses, dat er geen foto's waren van hem met wapens in de safehouses en dat er, buiten het feit dat zijn DNA in een gemixt profiel werd aangetroffen op de ritssluiting van een tas in de Max Roosstraat, geen bewijzen zijn dat hij de safehouses in de Max Roosstraat, de Kazernenlaan en de Tivolistraat kende.
Daarna ging Gultaslar de politieke toer op door te verwijzen naar een onderzoek waaruit blijkt dat het Syrische regime folteringen en verkrachtingen gebruikte als oorlogswapen, wat islamoloog Mohamed Fahmi bevestigde. Hij haalde ook foto's aan van fotograaf César, die in 2014 als eerste foto's van folteringen in Syrische detentiekampen publiceerde. "Hij zorgde wel degelijk voor concrete bewijzen dat duizenden mensen gestorven zijn in kampen door onmenselijke behandelingen", bevestigde Fahmi. Gultaslar vroeg ook naar de verhouding van het aantal burgers gedood door IS en door het regime. "Ik kan geen exact cijfer geven, maar we weten dat het regime veel meer burgers heeft gedood dan IS", antwoordde de islamoloog.
De advocaat haalde daarna verschillende westerse tussenkomsten in het Midden-Oosten aan. Zo liet hij bevestigen dat de opkomst van IS zijn wortels heeft in Irak en dat er voor de Amerikaanse inval in Irak in 2003 geen zelfmoordaanslagen waren in Irak en dat er al-Qaida er niet actief was. Daarnaast vroeg hij of de Amerikanen gevangenen gefolterd hebben in Abu Ghraib en of de VS verboden wapens heeft ingezet bij de strijd om Falluja ("dat klopt").
Fahmi gaf verschillende keren aan dat hij zich niet wenste uit te spreken over de geopolitieke context van de conflicten. Voorzitster Laurence Massart onderstreepte bovendien dat er na het krokusreces een expert aan het woord komt rond geopolitiek. -
Advocate Pinilla stelt vragen over en bij radicalisering Abrini
De advocate van beschuldigde Mohamed Abrini heeft dinsdagvoormiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 verschillende vragen gesteld waarmee ze de mate waarin haar cliënt geradicaliseerd was leek te willen afzwakken. Ze legde daarbij islamoloog Mohamed Fahmi op de rooster, die had verklaard dat Abrini zijn testamenten niet zomaar kon gecopy-pastet hebben.
Advocate Pinilla stelde tijdens de eerste twee uur van de zitting al bijna tachtig vragen, alvorens de voorzitster van het hof een korte pauze inlaste. Het ging daarbij ook over de mate waarin haar cliënt geradicaliseerd was. Islamoloog Fahmi herhaalde op haar vraag de uitspraak dat het voor hem moeilijk is om te bepalen hoever Abrini gevorderd was in zijn radicalisering. Mogelijk schommelde hij tussen een engagement tegenover vrienden, een zeker politiek bewustzijn en een daadwerkelijke ideologisering.
In latere vragen was Pinilla kritisch over een uitspraak van Fahmi, die uitsloot dat Abrini niet zomaar zijn testamenten kon gecopy-pastet hebben. Abrini had in een verhoor verklaard dat hij de testamenten had geschreven onder druk van anderen. "Waarom zegt u dat hij in sms'en aan zijn vriendin Nawal woorden (uit het officiële IS-discours, nvdr) herhaalt die hij moet opgevangen hebben en vindt u het ongeloofwaardig dat hij inhoud kopieerde voor zijn testamenten?", vroeg Pinilla.
Fahmi verduidelijkte dat hij tot zijn conclusie kwam omdat Abrini - naast jihadistische inspiratie - putte uit persoonlijke elementen. Pinilla drong aan, herformuleerde haar vraag, maar Fahmi's antwoord bleef hetzelfde.
Abrini begon zijn testamenten te schrijven in januari 2016, toen hij ondergedoken zat in de Driesstraat in Vorst. In februari verhuisde hij naar de Max Roosstraat in Schaarbeek. Op vragen van Pinilla antwoordden de onderzoekers dat de documenten niet meer geopend werden van 8 tot 15 maart, toen Abrini verbleef in de Max Roosstraat. Op 20 maart werd het document wel geopend, maar het is onzeker dat Abrini er in die periode ondergedoken zat. Bovendien bleken de documenten geopend op de dag van de aanslagen om 5.07 uur 's ochtends, terwijl Abrini zelf verklaarde dat hij toen twee uur te laat was geweest voor het ochtendgebed, bleek uit enkele antwoorden op Pinilla's vragen. -
Advocate Abrini lanceert spervuur van vragen aan onderzoekers
De advocate van beschuldigde Mohamed Abrini, Laura Pinilla, heeft dinsdagvoormiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 bijna tachtig vragen gesteld aan de onderzoekers en onderzoeksrechters, waarmee ze zijn rol leek te willen minimaliseren. Zo vroeg ze hen "of hij niet een beetje een last was" voor de kamikazes in Brussels Airport.
Vanaf dinsdag is het aan de advocaten van de verdediging om vragen te stellen aan de onderzoeksrechters en onderzoekers over het onderzoek. Een moment waar ze al lang naar uitkeken, want de voorzitster bepaalde dat er pas vragen gesteld konden worden aan het einde van de presentatie, die van start ging op 21 december.
Eerste aan de beurt was Laura Pinilla, die samen met Stanislas Eskinazi beschuldigde Mohamed Abrini verdedigt, de zogenoemde 'man met het hoedje', die in Brussels Airport zijn bagagekarretje met explosieven achterliet om weg te vluchten. Pinilla vroeg de onderzoekers of Abrini geen woord zei in de taxi naar de luchthaven? En of hij zich afzijdig houdt als kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui in de luchthaven eerst kijken naar het scherm met het vluchtschema, toen ze bepaalden waar ze precies zouden toeslaan? En of hij wat achterblijft als Laachraoui en El Bakraoui op twee momenten lijken te overleggen?
Pinilla vroeg ook of het juist is dat Laachraoui hem tot twee keer toe moest gaan halen omdat hij hen niet volgde? En dat Laachraoui hem tot slot aanwees waar hij moest zijn en daarvoor zelfs even zijn karretje liet staan?
Het antwoord was telkens bevestigend. Waarna Pinilla de onderzoekers vroeg of "hij niet een beetje een last was voor de anderen". Voorzitster Laurence Massart greep daarop in en zei dat dat een vraag was voor de jury. -
Federale procureurs starten tiende procesweek met lange reeks vragen
De federale procureurs zijn de tiende week van het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 gestart met een lange reeks vragen. De vragen waren vaak technisch van aard, over uiteenlopende onderwerpen, wat niet altijd even goed te volgen bleek.
Het hof van assisen over de aanslagen in Brussels Airport en metrostation Maalbeek luistert deze week naar de verschillende vragen van de partijen over het onderzoek. Vorige week stelden de procureurs, de burgerlijke partijen en de advocaten van de verdediging al hun vragen aan de eerste hulpverleners ter plaatse. Het parket kon ook al vragen stellen over het onderzoek zelf en gaat daar maandag dus mee door.
De eerste vragen die federaal procureur Bernard Michel maandag stelde, gingen over beschuldigde Sofien Ayari. Michel wou onder meer weten of de rogatoire commissie die naar Tunesië was gestuurd effectief vaststelde dat er een internationaal aanhoudingsbevel was uitgevaardigd tegen hem, en dat hij een verbod had om het grondgebied te verlaten, vanwege zijn radicalisering. Dat was zo, bevestigden de onderzoekers.
Daarna waren er een reeks vragen over beschuldigde Mohamed Abrini. Procureur Michel liet bevestigen dat Abrini in een verhoor aangaf dat hij na de aanslagen in Parijs de keuze had tussen "tot het einde gaan" en verdwijnen met valse papieren. Volgens Abrini wees zijn moeder hem er nadien op dat het voor hem ook daar had kunnen stoppen, op 14 november 2015, toen Khalid El Bakraoui hem kwam opzoeken in zijn snackbar om onder te duiken.
De vele vragen, over verschillende onderwerpen waren niet altijd even makkelijk om volgen. Zo merkte voorzitster Laurence Massart op dat de jury "niet zo geconcentreerd als gewoonlijk leek". Vermoedelijk kunnen de burgerlijke partijen na de middagpauze starten met vragen stellen. -
Vervolg vragen aan onderzoekers en onderzoekrechters
De nieuwe procesweek zal maandag voortgaan met de vragen aan de speurders en onderzoeksrechters. Die werden donderdagnamiddag omstreeks 17.00 uur aangevat, maar zullen nog minstens een hele week in beslag nemen. De zitting werd donderdagavond onderbroken wanneer de procureurs nog aan de beurt waren.
Donderdagvoormiddag werd de voorstelling van het onderzoek na anderhalve maand afgerond met de profielschets van Oussama Atar, het vermoedelijke brein van de aanslagen in Brussel en Zaventem, die de Belgische terreurcel vanuit Syrië zou hebben aangestuurd. Daarna stelden het federaal parket, de burgerlijke partijen en de verdediging hun vragen aan de eerste hulpverleners in Maalbeek en Zaventem.
Donderdag werd na 17 uur dan begonnen met de vragen aan de speurders en onderzoeksrechters. De federale procureurs Paule Somers en Bernard Michel kwamen als eerste aan de beurt. Maandag zullen ze hun vraagstelling voortzetten. Assisenvoorzitster Laurence Massart heeft de volledige procesweek uitgetrokken voor de vragen aan de onderzoekers en onderzoekrechters.
Het assisenproces wordt in de week van 20 tot en met 24 februari opgeschort voor het krokusreces. Voor de week nadien is het precieze programma nog niet vastgelegd. Ofwel worden de vragen aan de onderzoekers en onderzoeksrechters voortgezet, ofwel komen de achtergrondgetuigen dan aan bod. Het gaat dan onder meer om verantwoordelijken van Staatsveiligheid, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) en de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV). -
Abdeslam had wellicht toegang tot laptop Driesstraat met mogelijke plannen voor aanslagen
Beschuldigde Salah Abdeslam had hoogstwaarschijnlijk toegang tot de laptop die gevonden werd in het safehouse in de Driesstraat in Vorst. Bovendien bevatte de computer een map 'Salah', met daarin submappen als 'Attentats' ('Aanslagen') en 'Merah', een verwijzing naar de Franse terrorist Mohamed Merah, die in 2012 in Toulouse zeven personen vermoordde. Dat bleek donderdagmiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 na vragen van federaal procureur Paule Somers.
De speurders en onderzoeksrechters antwoordden op vragen van Somers dat de computer geen wachtwoord bevatte en dat er geen geëncrypteerde documenten in de pc zaten. Daaruit concludeerde Somers dat Abdeslam er hoogstwaarschijnlijk toegang toe had. Bovendien bevestigden de onderzoekers haar dat in de pc een map 'Salah' stond, met submappen als 'Attentats' ('Aanslagen'), 'Bio prophète' ('Bio profeet'), 'Coran' ('Koran') en 'Merah'.
In de pc zaten geen gelijkaardige mappen met de namen 'Mohamed', 'Ali', 'Bilal' of 'Sofien', klonk het ook. Wel bevatte de pc gewiste bestanden als 'VS, Rusland, Frankijk (militaire doelwiten)' en 'Gijzelingen met explosieven'. Daarnaast bleek dat er op 5 februari 2016 nog een opzoeking was verricht naar 'acetonperoxide'. Tot slot bevestigden de onderzoekers aan Somers dat er op het bureaublad het document 'Handleiding voor een scherpschutter' stond. -
Abrini had zijn bom op Brussels Airport relatief risicoloos onschadelijk kunnen maken
Na het federaal parket, de burgerlijke partijen en de verdediging, was het donderdagmiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 aan de juryleden om vragen te stellen aan de eerste hulpverleners ter plaatse. Een jurylid stelde vragen over het onklaar maken van de bom die achtergebleven was in Brussels Airport en de risico's die daarbij kwamen kijken. Een verantwoordelijke van DOVO, de ontmijningsdienst van het leger, was stellig: de batterij loskoppelen kon eenvoudig en zou het gevaar aanzienlijk verminderd hebben.
Uit het antwoord op een eerdere vraag bleek al dat beschuldigde Mohamed Abrini de valies met de derde bom die bewuste ochtend had achtergelaten op een plaats waar veel voorbijgangers erop konden botsen. Er was op die plek namelijk veel passage. Tussen alle achtergelaten reistassen sprong de valies in eerste instantie niet in het oog, bevestigde een legerkapitein die op dag van de aanslagen als pelotonschef met andere militairen de luchthaven bewaakte.
Later richtte een jurylid zich tot een majoor van DOVO. Zou het eenvoudig geweest zijn om de batterij van de laatste bommenvalies los te koppelen? Zou dat risicovol geweest zijn? En zou het loskoppelen het gevaar op een ontploffing aanzienlijk verminderen? Met die vraagstelling leek het jurylid te peilen naar het risico dat Abrini zou gelopen hebben, indien hij de bom onklaar had gemaakt voor hij de benen nam.
De legermajoor antwoordde resoluut dat het loskoppelen van de batterij een eenvoudige en relatief risicoloze klus zou geweest zijn, tenminste als de drukknop daarbij niet aangeraakt zou worden. De batterij en de drukknop bevonden zich echter in hetzelfde vakje van de valies. Met een losgekoppelde bom zou het ontploffingsgevaar herleid zijn tot de stabiliteit van de TATP zelf. -
Verdediging stelt vragen over risico's indien Krayem rugzak in metro had achtergelaten
Gisèle Stuyck, de advocate van beschuldigde Osama Krayem, heeft verantwoordelijken van DOVO, de ontmijningsdienst van het leger, donderdagmiddag twee hypothetische vragen gesteld over het ontploffingsgevaar van Krayems rugzak, indien hij die in de metro of in het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek had achtergelaten. DOVO-verantwoordelijke Maarten V. bevestigde dat er ook in die gevallen een risico op ontploffing zou geweest zijn.
Wat zou er gebeurd zijn indien Krayem zijn bom in de metro had achtergelaten toen Khalid El Bakraoui zijn eigen bom tot ontploffing bracht? Was er dan een groot ontploffingsgevaar, ook al had Krayem de batterij van zijn bom niet aangesloten? Daarop antwoordde Maarten V. dat er, zelfs al was de bom niet klaargemaakt, wel degelijk een risico op ontploffing zou zijn geweest gezien de "instabiliteit en schokgevoeligheid van TATP".
Vervolgens vroeg Stuyck wat er gebeurd zou zijn indien Krayem zijn bommenrugzak gewoon in het safehouse in de Kazernenlaan had achtergelaten, zonder de TATP door het toilet en de douche te spoelen. "Elke slechte manipulatie zou de bom tot ontploffing hebben kunnen brengen", stelde de DOVO-verantwoordelijke. Zelfs zonder manipulatie was er een risico, "omdat de aceton verdampt en kristallen vormt", klonk het. "Op dat moment zou de minste beweging een risico op explosie hebben gevormd", besloot de DOVO-verantwoordelijke. -
Nieuwe fase van proces gaat donderdag in nu advocaten vragen kunnen stellen
Vanaf donderdag kunnen de advocaten van de verdediging, de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie vragen beginnen te stellen aan de hulpverleners die op 22 maart 2016 als eerste ter plekke waren. Na hen kunnen de onderzoekers en onderzoeksrechters die de voorbije weken het onderzoek presenteerden, zelf ondervraagd worden. Het eerste deel van de dag zal echter nog gewijd worden aan het tweede luik van de voorstelling van de profielschets van de laatste beschuldigde Oussama Atar.Het proces gaat zo een nieuwe fase in, nadat de voorzitster van het hof, Laurence Massart, de voorbije weken de advocaten van de verdediging systematisch had geweigerd om vragen te stellen - tot hun grote ergernis. De voorzitster waarschuwde de onderzoekers en onderzoeksrechters woensdag al dat de advocaten "staan te trappelen" om vragen te stellen.
Er is al zeker één week uitgetrokken voor de vragen. De voorzitster liet nog een week ruimte na de krokusvakantie voor als de vragen zouden uitlopen. Indien dit niet het geval zou zijn, dan zal de voorzitster de achtergrondgetuigen en bepaalde instanties, zoals de Staatsveiligheid en het OCAD, laten opdraven. De slachtoffers zullen dan wellicht vanaf 6 maart aan bod komen.
Woensdag weden kort al vier hulpverleners ondervraagd die als eerste ter plaatse waren in metrostation Maalbeek. Normaal zou dat pas gebeuren na de profielschetsen van alle beschuldigden. Maar omdat de zitting vertraging opliep, besliste de voorzitster om hun ondervraging toch tussen de profielschetsen door af te ronden. Zo moesten de vier, voor wie het proces emotioneel moeilijk is, niet alsnog donderdag terugkomen.
Het eerste deel van de dag zal echter nog gewijd worden aan het tweede luik van de voorstelling van de profielschets van de laatste beschuldigde Oussama Atar. Die presentatie werd woensdagavond onafgewerkt gelaten, omdat de procesdag anders te lang zou uitlopen. -
Abdeslam maakte zich volgens nota's van Staatsveiligheid zorgen over afscheidsbrief
Volgens nota's van de Staatsveiligheid heeft beschuldigde Salah Abdeslam zich in gesprekken in de gevangenis met Mohamed Bakkali, de logistieke hulp voor de aanslagen in Parijs, zorgen gemaakt over een afscheidsbrief die hij had geschreven. In de brief, die volgens hem was achtergebleven in de Driesstraat in Vorst, had Abdeslam naar eigen zeggen trouw gezworen aan de Islamitische Staat en had hij beloofd om zwaar oorlog te gaan voeren. De envelop voor de brief zou hij verloren zijn bij zijn arrestatie, bleek woensdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.
Abeslam was met zijn kompaan Sofien Ayari weggevlucht uit de Driesstraat in Vorst, toen de politie een huiszoeking wou uitvoeren. In het safehouse vond de politie drie afscheidsbrieven. Ze waren gericht aan de moeder, de kleine zus en de verloofde van Abdeslam. Die rechtvaardigt in de brief aan zijn moeder zijn daden, zweert trouw aan IS en verwijst naar zijn broer Brahim, die zich opblies in Parijs. Abdeslam zegt dat hij dezelfde weg op zal gaan.
In de brief aan zijn zus verontwaardigt Abdeslam zich over de kaarsen die zijn familieleden in de nasleep van de aanslagen in Parijs voor hun raam plaatsten, uit solidariteit met de terreurslachtoffers. Tegenover zijn verloofde excuseert hij zich, omdat hij haar beloofd heeft om te trouwen, maar haar verlaten heeft. Maar ook hier rechtvaardigt Abdeslam zijn daden, toont hij zich bereid om zijn leven te geven voor zijn geloof en zegt hij dat hij trouw heeft gezworen aan IS. De brieven werden ondertekend met 'Abd Rahman', wat de strijdnaam is van Abdeslam. -
Zitting hervat in het duister
De zitting op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 is woensdagnamiddag omstreeks 14.35 uur hervat in het duister. Assisenvoorzitster Laurence Massart deelde bij de hervatting mee dat er sprake zou zijn van een kabelbreuk. Luttele minuten later bleek de elektriciteit hersteld. Door de elektriciteitspanne duurde de onderbreking over de middag al meer dan een uur langer dan gepland.
De zitting werd woensdag kort na 12.00 uur onderbroken, omdat een jurylid zich niet goed voelde en de zaal moest verlaten. De bedoeling was om om 13.15 uur te hervatten, maar dat werd uiteindelijk uitgesteld tot 14.35 uur. Een vijftal minuten later leek de elektriciteit hersteld.
Na de hervatting kwamen vier hulpverleners die als eerste ter plaatse waren na de aanslag in Maalbeek, aan de beurt. Zij kregen enkele vragen van de burgerlijke partijen voorgelegd. Daarna werd de presentatie van de profielschets van Salah Abdeslam verdergezet. -
Ayari en Abdeslam hielden lippen stijf op elkaar tijdens verhoren over aanslagen in Brussel
Beschuldigden Sofien Ayari en Salah Abdeslam hebben tijdens de verhoren in het kader van de aanslagen in Brussel grotendeels een beroep gedaan op hun zwijgrecht. De zitting werd kort na de middag onderbroken doordat een jurylid zich niet goed voelde en de zaal moest verlaten.
Ayari en Abdeslam werden samen opgepakt op 18 maart 2022 nadat ze op de vlucht waren geslagen na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst. Op het moment van de aanslagen in Brussel zaten ze dus in de cel, maar voor hun aandeel in die feiten staan ze hier ook terecht. Ayari beriep zich tijdens zijn verhoren op zijn zwijgrecht. Wel heeft Ayari steevast ontkend betrokken te zijn geweest bij de aanslagen in Brussel en Zaventem. "Ik was in de gevangenis toen het gebeurde, ik heb niet deelgenomen, ik was opgesloten", klonk het. Alle beschuldigden hebben verklaard dat Ayari niks te maken had met de aanslagen van 22 maart 2016, herhalen de onderzoekers. Na zijn ondervragingen in 2018 stelden de onderzoeksrechters Ayari in verdenking van deelname aan activiteiten van een terroristische groep, maar niet van moord en poging tot moord.
Daarna werd de profielschets van Salah Abdeslam aangevat. Die koos er ook vandaag/woensdag voor om terug te keren naar zijn cel. Iets wat hij nu al een drietal weken doet, nadat hij naar eigen zeggen een vuistslag had gekregen van een politieman bij zijn overbrenging naar het Justitia-gebouw. Ook Abdeslam loste tijdens zijn verhoren amper iets, maar verklaarde wel "niets" met de aanslagen in Brussel te maken te hebben. De voorstelling van zijn profielschets werd echter midscheeps onderbroken doordat een jurylid zich ziek voelde en naar buiten moest.
De procesdag begon met een uithaal van Xavier Carrette, de advocaat van Ibrahim Farisi. Die wees erop dat niet alleen de juryleden onpartijdig moeten blijven bij hun vragen, maar ook de beroepsrechters van het hof zelf. "Sommige vragen zijn lichtjes tendentieus", klonk het. -
Onderzoeksrechters stelden Ayari niet in verdenking van moord en poging tot moord
De onderzoeksrechters hebben beschuldigde Sofien Ayari, nadat ze hem hadden verhoord in 2018, in verdenking gesteld van deelname aan activiteiten van een terroristische groep, maar niet van moord en poging tot moord. Die beschuldigingen zijn "gereserveerd", legde onderzoeksrechter Berta Bernardo Mendez uit. Ayari heeft steeds ontkend betrokken te zijn bij de aanslagen in Brussel en Zaventem, evenals de aanslagen in Parijs.
Ayari wordt, onder de valse identiteit Monir Alhaj Ahmed, op 18 maart 2016 opgepakt, drie dagen na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, waarbij hij samen met Salah Abdeslam op de vlucht geslagen was. Tijdens een verhoor op 18 april 2018 en een verhoor op 18 april 2019 beroept hij zich op zijn zwijgrecht. Op 31 mei 2018 vertelt hij enkele zaken in een verhoor, maar ontkent hij zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Brussel, voor hij zich opnieuw afsluit.
In een verhoor in het Belgische luik naar de aanslagen in Parijs, van 13 maart 2017, verklaarde hij eerder dat hij naar Syrië getrokken was, omdat de bombardementen op burgers hem geraakt hadden. Hij beschouwde zichzelf niet als geradicaliseerd. Naar eigen zeggen bleef hij minder dan een jaar in Syrië en volgde hij daar geen militaire opleiding. Hij deelde niet alle ideeën van de terroristische groeperingen Al-Nusra en Islamitische Staat, maar beweerde dat hij met die groepen wel iets kon doen tegen "dat criminele regime dat hele steden, met vrouwen, met oude mensen, met de grond gelijk maakte". Hij was niet in staat te spreken over wat hij in Syrië zag.
Over zijn motivatie om Syrië te verlaten en zijn traject naar België wou hij tijdens dat verhoor niet uitweiden. Volgens de onderzoekers bereikte hij ons land via Griekenland, Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland, in het gezelschap van bommenmaker Ahmed Alkhald en beschuldigde Osama Krayem. Beschuldigde Abdeslam voerde hem naar de Abelenlaan in Laken, waarna Mohamed Bakkali hem naar Charleroi bracht.
De speurders en onderzoeksrechters stellen dat Ayari in de schuilplaatsen in de Henri Bergéstraat in Schaarbeek, de Tentoonstellingslaan in Jette en de Driesstraat in Vorst verbleef, in het gezelschap van Mohamed Abrini, Mohamed Belkaid, Najim Laachraoui, Krayem en Abdeslam. Uit het onderzoek bleek dat de mannen in de Driesstraat dicht op elkaar leefden en dat de groep daarop opgesplitst en verdeeld werd over de Driesstraat en de Max Roosstraat in Schaarbeek.
Ayari gaf toe dat hij in Charleroi, de Henri Bergéstraat, de Tentoonstellingslaan en de Driesstraat verbleef. De schuiladressen in de Max Roosstraat en de Kazernenlaan kende hij naar eigen zeggen niet. Hij ontkent nog steeds elke betrokkenheid bij de aanslagen In Parijs, Brussel en Zaventem. "Ik was in de gevangenis toen het gebeurde, ik heb niet deelgenomen, ik was opgesloten", zegt hij over de aanslagen op 22 maart 2016. Alle beschuldigden hebben verklaard dat Ayari niks te maken had met de aanslagen van 22 maart 2016, herhalen de onderzoekers.
Op 31 mei 2018 stelt de onderzoeksrechter hem in verdenking van deelname aan activiteiten van een terroristische groep. Het is de kamer van inbeschuldigingstelling die hem naar het Brusselse hof van assisen verwijst op verdenking van moord, poging tot moord en deelname aan activiteiten van een terroristische groep, in het kader van de aanslagen van 22 maart 2016.
In het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs is Ayari veroordeeld tot 30 jaar cel, waarvan hij minstens twee derde moet uitzitten. Voor de schietpartij in de Driesstraat in Vorst is hij veroordeeld tot 20 jaar cel. -
Advocaat verdediging: "Sommige vragen van hof zijn lichtjes tendentieus"
Bij de start van de zitting heeft Xavier Carrette, de advocaat van Ibrahim Farisi, erop gewezen dat niet alleen de juryleden onpartijdig moeten blijven bij hun vragen, maar ook de beroepsrechters van het hof zelf. De advocaten van de verdediging krijgen pas na afloop van alle getuigenissen van de presentatie van het onderzoek de mogelijkheid om vragen te stellen. De advocaten lieten daarover al meermaals hun ongenoegen blijken, en Carrette ving zijn kort betoog aan met de boodschap dat hij ernaar uitkeek om zijn vragen te stellen, nu de getuigenissen ten einde lopen.
De juryleden van hun kant kregen de voorbije weken wel de kans om al vragen te stellen. "Maar daarbovenop stelt het hof vragen", zei Carrette. Hij voerde aan dat de rechters van hof aan het einde van het proces mee beraadslagen over de schuldvraag, en dat ook zij dus even onpartijdig moeten blijven als de juryleden de voorbije dagen.
Carrette zei dat hij zich niet richt tot de voorzitster zelf, die er de voorbije dagen streng op toezag dat juryleden geen overtuiging lieten doorschemeren in hun vragen, maar dat bepaalde rechters toch nogal "vurig en energiek" zijn bij hun vraagstelling. "Sommige vragen zijn lichtjes tendentieus", zei Carrette. Volgens hem is zelfs simpelweg vragen naar een verduidelijking over een element dat op een bepaalde pagina staat niet altijd zonder belang.
Tot slot vroeg Carrette waarom de onderzoekers tijdens de zitting niet sneller sommige zaken konden verduidelijken. Hij verwees naar een vraag van de vijftiende plaatsvervanger dinsdagavond, die van de onderzoekers wou weten waarom niet aan Smail Farisi gevraagd is waarom zijn broer een handschoen droeg bij het leegmaken van de studio in de Kazernenlaan. "Smail Farisi was er niet, dus hij kon het gewoon niet weten", aldus Carrette.
De voorzitster ging niet in op het "tendentieuze" karakter van sommige vragen. Toen de onderzoekers en onderzoeksrechters de zaal binnenkwamen voor hun presentatie waarschuwde ze hen wel met een kwinkslag dat de advocaten "staan te trappelen" om hun vragen te stellen. -
Abdeslam laat ook verstek gaan voor voorstelling van eigen profielschets
Beschuldigde Salah Abdeslam heeft ook vandaag aangegeven te willen terugkeren naar zijn cel in het Justitia-gebouw in Haren. Nochtans staat vandaag de voorstelling van zijn eigen profielschets op het programma. Drie weken geleden zei Abdeslam dat hij het proces niet meer zou bijwonen, nadat hij naar eigen zeggen een vuistslag had gekregen van een politieman bij zijn overbrenging naar het Justitia-gebouw.
De onderzoekers en onderzoeksrechters komen vandaag voor het laatst aan het woord over hun onderzoek. Daarin zullen de profielschetsen van beschuldigden Sofien Ayari, Salah Abdeslam en Oussama Atar aan bod komen. Die laatste zou omgekomen zijn bij een bombardement in Syrië, en is dus niet fysiek aanwezig. Abrini volgde het voorbeeld van Abdeslam, Krayem werkt al sinds het begin van het proces niet mee. -
Laatste dag profielschetsen, eventueel vragen aan hulpverleners
Woensdag staat de allerlaatste dag van de voorstelling van het onderzoek door de speurders en onderzoeksrechters op het menu. Dan worden de profielschetsen van Sofien Ayari en Salah Abdeslam, beiden gearresteerd op 18 maart 2016, en Oussama Atar voorgesteld.
Ayari was samen met Abdeslam het safehouse in de Driesstraat in Vorst ontvlucht, tijdens de schietpartij op 15 maart. Drie dagen later werden beide mannen opgepakt. Op het moment van de aanslagen in Brussel en Zaventem zaten ze dus allebei in de cel. Voor hun bijdrage aan de aanslagen van Parijs werden beide mannen reeds veroordeeld.
Atar wordt ervan verdacht vanuit Syrië de aanslagen in Brussel te hebben aangestuurd, net als die van Parijs waarvoor hij werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid om vervroegd vrij te komen. De neef van de broers El Bakraoui zou om het leven zijn gekomen bij een luchtaanval in Syrië, maar zijn lichaam werd nooit aangetroffen. Daarom staat hij op het assisenproces over de aanslagen in Brussel bij verstek terecht.
Indien de timing gerespecteerd wordt, is er dan in de (late) namiddag ruimte voor de vragen aan de eerste hulpverleners die ter plaatse kwamen net na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Daarmee zou dan een volgend luik van het proces worden aangeboord. -
Bayingana Muhirwa naar eigen zeggen "toevallig" bekeerd tot islam
Hervé Bayingana Muhirwa is naar eigen zeggen eerder "toevallig" bekeerd tot de islam. De man is afkomstig uit een praktiserende katholieke familie. Tijden zijn adolescentie ontwikkelde hij ook interesse voor andere religies. Hij begon zich te verdiepen in de islam nadat hij een koran had gekregen van een vriend. Daarnaast bekeek hij ook de documentaire 'De bijbel, de koran en de wetenschap'. Volgens islamoloog Mohamed Fahmi is die documentaire een soort apologie van de islam, waarbij de religie verdedigd wordt. Bayingana Muhirwa zal tijdens zijn verhoren zelf verklaren te zijn bekeerd in maart/april 2011. In de islam vond hij continuïteit en zijn religie hielp hem ook om het verlies van zijn jongere broer te verwerken.
Tijdens zijn tweede verhoor gaf Bayingana Muhriwa aan dat zijn bekering "heel toevallig" is verlopen. Hij is naar eigen zeggen erg geïnteresseerd in andere culturen en botste op die manier ook op een documentaire over de islam. Wel ontkent Bayingana Muhirwa ooit trouw te hebben gezworen aan IS. De onderzoekers zetten daar echter vraagtekens bij. Zo werd op zijn pc een nasheed (islamitisch gezang) gevonden dat uitging van Alhayat Media Center, het mediabureau van IS. Daarin wordt de gewapende jihad verheerlijkt en worden moslims opgeroepen om trouw te zweren aan IS en het kalifaat en een jihadistisch hijra te ondernemen, reizen van een ongelovig naar een gelovig land, om daar lid te worden van een jihadistische groepering.
Zijn bewering staat ook haaks op de audioboodschappen die de kamikazes van de aanslagen hebben nagelaten. Daarin is sprake van een zekere 'Amine' die trouw zou hebben gezworen aan IS. De onderzoekers vermoeden dat het over Bayingana Muhirwa gaat, die als bekeerling de islamitische naam Abdelkarim heeft aangenomen. Die houdt echter vol dat hij niet de Amine is waarvan sprake. -
Verklaringen Bayingana Muhirwa fluctueerden, maar over 'Amine' bleef hij stellig
Beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa heeft in de loop van het onderzoek wisselende verklaringen afgelegd, maar bleef wel bij zijn bewering dat hij niet 'Amine' is. Dat heeft onderzoeksrechter Sophie Grégoire gezegd. 'Amine' is de 'broer' uit twee audioboodschappen die door medebeschuldigde Bilal El Makhoukhi de terreurcel binnengeloodst zou zijn. Grégoire zei dat de Rwandees uit Laken dertien keer verhoord is door de politie na zijn arrestatie op 8 april 2016 en twee keer door de onderzoeksrechter.
"Zijn verklaringen fluctueerden, toch op bepaalde punten, en soms waren ze tegenstrijdig. Wel bleef hij trouw aan het idee dat hij niet 'Amine' was. Hij veranderde zijn versie over het onderdak geven van Mohamed Abrini en Osama Krayem, de dag dat ze aankwamen of weer vertrokken, wie met wie kwam, en de trajecten die hij aflegde", zei Grégoire. Ook zijn kennis van andere leden van de groep, zijn toewijding tot IS en zijn betrokkenheid in de cel waren aan veranderingen onderhevig.
In zijn eerste politieverhoor op 8 april zei Bayingana Muhirwa dat Abrini en Krayem plots voor hem waren opgedoken bij een moskee in de buurt, een verklaring die hij achteraf bijstelde. In een tweede verhoor op 9 april herkende hij medebeschuldigde Salah Abdeslam en Najim Laachraoui, de leider van de cel, op foto, maar volgens hem enkel en alleen omdat hun foto's in de pers waren. Ook daarop kwam hij terug. In nog latere verhoren klonk het dan weer dat Laachraoui Abrini en Krayem bij hem had afgezet.
Voor de onderzoeksrechter verklaarde Bayingana Muhirwa op 9 april dan weer dat hij niet 'Amine' is, de 'broer' die volgens de twee audioboodschappen van Laachraoui in de pc van de Max Roosstraat trouw gezworen zou hebben aan terreurgroep IS. Tot vandaag houdt Bayingana Muhirwa vast aan die bewering. Als er IS-video's op zijn pc gevonden waren, dan was dat omdat hij hierop was uitgekomen vanwege zijn brede interesseveld, zei hij in zijn eerste verhoor bij de onderzoeksrechter. -
Abrini afwezig door ziekte
Beschuldigde Mohamed Abrini is wegens ziekte niet aanwezig op de zitting. Zijn advocate Laura Pinilla liet weten geen telefoontje van haar cliënt te hebben ontvangen, maar wel te kunnen bevestigen dat Abrini ziek is. Procureur Bernard Michel pikte daarop in, en verklaarde wel een telefoontje te hebben gekregen. "Abrini lag in bed met pijn. Daarop werd me gevraagd of hij met dwang moest worden meegenomen. Aangezien er geen dokter kon langsgaan voor het tijdstip van de overbrenging heb ik gezegd dat hij in de cel mocht blijven."
Zoals de gewoonte de laatste weken gaven Salah Abdeslam en Osama Krayem daarna aan de zittingszaal te willen verlaten. Beschuldigde Sofien Ayari bleef in tegenstelling tot maandag wel aanwezig, ook al ziet het ernaar uit dat zijn profielschets pas woensdag besproken zal worden. Op de oorspronkelijke planning stond Ayari ingepland voor dinsdagnamiddag, maar Grégory Moitroux, de coördinator van de presentatie van het onderzoek, liet dinsdagochtend weten dat de kans reëel is dat Ayari pas woensdag besproken zal worden, samen met medebeschuldigden Salah Abdeslam en Oussama Atar. Dat zou echter niets veranderen aan de rest van de planning. -
Slachtoffers komen pas vanaf 6 maart aan de beurt
Voorzitster Laurence Massart heeft bij de start van de zitting aangekondigd dat ze de week na de krokusvakantie voorlopig vrijhoudt voor het geval dat de vragen aan de onderzoeksrechters en getuigen zouden uitlopen. Dat betekent dat de slachtoffers pas vanaf 6 maart aan het woord zullen komen.
Tot en met woensdagvoormiddag stellen de onderzoekers hun onderzoek nog voor. Vanaf woensdagnamiddag volgen dan de vragen. Eerst aan de eerste hulpverleners en vanaf donderdag ook aan de onderzoeksrechters en onderzoekers. Massart had ook de week daarop - van 13 tot en met 16 februari - al uitgetrokken voor de vragen en eventuele opmerkingen. Daarna volgt een week reces tijdens de krokusvakantie.
De week na de krokusvakantie - van 27 februari tot en met 3 maart - zal voorlopig leeg blijven, kondigde Massart dinsdag aan. De bedoeling is om zo ruimte te creëren voor het geval dat de vragen zouden uitlopen. Indien dit niet het geval zou zijn, dan zal de voorzitster de achtergrondgetuigen en bepaalde instanties, zoals de Staatsveiligheid en het OCAD, laten opdraven. De beslissing daarover zal in de week reces vallen.
Dat betekent dat de slachtoffers pas vanaf 6 maart aan bod zullen komen. "Op die manier moeten we de getuigenissen van de slachtoffers niet nog eens uitstellen", klonk het. Die werden eerder al twee keer verplaatst. -
Dinsdag in het teken van Hervé Bayingana Muhirwa, Ibrahim Farisi en Sofien Ayari
De speurders en de onderzoeksrechters laten vandaag hun licht schijnen op de rol van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa. Hij wordt ervan verdacht zowel Osama Krayem als Mohamed Abrini geholpen te hebben onder te duiken. Volgens de huidige planning wordt daarna de rol van Ibrahim Farisi belicht, die als vrij man verschijnt. Ook de rol van Sofien Ayari, die na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst samen met Salah Abdeslam op de vlucht is geslagen, komt nog aan bod.
Zowel na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, op 15 maart 2016, als na de aanslagen van 22 maart 2016, zijn Krayem en Abrini ondergedoken bij Bayingana Muhirwa. Die laatste houdt vol hij niet op voorhand wist wat er beraamd werd. In een audioboodschap spreekt Najim Laachraoui, kamikaze van de aanslag op Brussels Airport, echter over een nieuwe broeder, 'Amine' genaamd, die trouw zou gezworen hebben aan de Islamitische Staat en de terreurcel zou willen helpen. Krayem en Abrini zeggen Bayingana Muhirwa te kennen als 'Amine', maar zelf betwist hij 'Amine' te zijn of trouw te hebben gezworen aan IS.
Ibrahim Farisi heeft zijn broer Smail op 23 en 25 maart 2016 geholpen het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek leeg te halen. Vanaf dat adres waren Khalid El Bakraoui en Osama Krayem, met een bom in hun rugzak, vertrokken naar het metrostation. Krayem maakte rechtsomkeer en leegde de springstof van zijn bom in de toiletpot en de douche. Op bewakingsbeelden was te zien dat Ibrahim Farisi gedurende een tiental minuten één latex handschoen droeg toen hij een rugzak die leek op die van Krayem, uit de studio in Etterbeek haalde. Die rugzak is nog steeds spoorloos. Bij de voorstelling van de profielschets van de jongste Farisi hoort ook een reconstructie van de feiten.
Ayari was samen met Abdeslam het safehouse in de Driesstraat in Vorst ontvlucht, tijdens de schietpartij op 15 maart. Drie dagen later werden beide mannen opgepakt. Op het moment van de aanslagen in Brussel en Zaventem zat hij dus in de cel. Voor de schietpartij is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar. Voor zijn betrokkenheid bij de aanslagen op 13 november 2015 in Parijs werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar, waarvan hij minstens twee derde volledig moet uitzitten.
Wordt de huidige planning aangehouden, dan bespreken de onderzoeksrechters en speurders woensdag de beschuldigden Abdeslam en Oussama Atar. Vervolgens wordt meer dan een week uitgetrokken voor de vragen aan de getuigen. -
Krayem: "Naam van Smail Farisi had nooit in het dossier mogen staan"
De onderzoekers hebben hun licht laten schijnen op het verblijf van beschuldigde Osama Krayem in het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek. Ook de rol van Smail Farisi, die de studio vanaf februari 2016 huurde, is kort aan bod gekomen, waarop de oudste van de broers-Farisi en zijn advocaat zich begonnen te roeren. Een onderzoeksrechter heeft echter bevestigd dat Krayem in verhoren had aangegeven dat Smail Farisi niks met de aanslagen te maken had.
Op 16 maart 2016 verhuisde Krayem naar het safehouse in de Kazernenlaan, nadat hij één nacht had doorgebracht bij Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat in Laken. Nadat Sofien Ayari en Salah Abdeslam opgepakt waren op 18 maart, kwam Krayem twee dagen niet naar buiten. Smail Farisi zou hen eten gebracht hebben, maar zou zich ook als een bangerik gedragen hebben. Soms zou hij geweigerd hebben dingen te halen. Zo lichtte adjunct-hoofdonderzoeker Frédéric Vanesse maandag het onderzoek naar Krayems passage in de Kazernenlaan toe. Daarop werden Smail Farisi en zijn advocaat onrustig. Pas toen onderzoeksrechter Olivier Leroux de presentatie aanvulde met andere fragmenten uit verhoren van Krayem, leek Farisi gerustgesteld. Hij knikte en klapte aan het einde van de tussenkomst van de onderzoeksrechter zelfs geluidloos in zijn handen.
In die verhoren lijkt Krayem Farisi immers vrij te spreken. "Ik denk niet dat hij betrokken was bij de aanslagen, ik geloof dat hij gewoon een vriend was van de ander (Khalid El Bakraoui, red.)", liet hij optekenen. "Ik vroeg of Farisi op de hoogte was van wat er ging gebeuren. Khalid antwoordde van niet, dat hij het hem niet kon vertellen, omdat Smail al bang was van zijn schaduw", zei hij later.
Verder noemde hij Smail Farisi nog "een arme man, omdat hij geen deel uitmaakte van de groep die de aanslagen organiseerde, zijn naam had nooit in het dossier mogen staan, hij had niets te maken met ons, met de groep." Farisi had pech dat de El Bakraoui-broers hun oog op hem hadden laten vallen. "De huur van het appartement door Farisi was al voorbereid, hij wist niet waarom, maar de anderen hadden hem gevraagd een flat te huren op zijn naam." -
Onderzoekers zetten vraagtekens bij beweringen Krayem omtrent terugkeer naar Europa
De onderzoekers hebben vraagtekens gezet bij de beweringen van Osama Krayem omtrent de redenen van zijn terugkeer naar Europa. Krayem verklaarde dat hij Syrië en IS-gebied had verlaten wegens "meningsverschillen" over bepaalde geleerden. Zijn parcours richting Brussel liep echter grotendeel parallel met dat van medebeschuldigde Sofien Ayari en Ahmad Alkhald, de man die de bommen gefabriceerd zou hebben voor de aanslagen in Parijs en later in Syrië zou zijn omgekomen.
Krayem keerde in september 2015, na zowat een jaar in IS-gebied, terug naar Europa. Die beslissing was hem naar eigen zeggen ingegeven doordat er "meningsverschillen" waren ontstaan met IS. IS zou kritiek hebben gehad op enkele geleerden die Krayem beluisterde. Daarom zou Krayem naar eigen zeggen naar Zweden willen hebben terugkeren.
Daar zetten de onderzoekers echter vraagtekens bij. Zo legde Krayem grotendeels hetzelfde parcours af als medebeschuldigde Ayari en Alkhald. Krayem beweerde Ayari te hebben ontmoet op het Griekse eiland Leros, waar ze allebei op 20 september werden gecontroleerd door de Griekse autoriteiten. Toen beiden de ferry naar Athene namen enkele dagen later, zou Krayem ook Alkhald tegen het lijf zijn gelopen. Krayem hield vol niet uitgestuurd te zijn door IS en de "ideeën van Ayari en Alkhald" niet te hebben gekend. Volgens islamoloog Mohamed Fahmi was het toen echter geen sinecure om IS-gebied te verlaten. Daarvoor was de autorisatie van de hoogste echelons nodig.
Voorts viel op dat medebeschuldigde Salah Abdeslam Krayem samen met Ayari en Alkhald op 3 oktober 2015 oppikte in Ulm in Duitsland. Abdeslam overhandigde hen op dat moment ook alledrie een valse identiteitskaart. De onderzoekers konden reconstrueren dat de valse Belgische identiteitskaart van Krayem op naam van Samir Sakrie werd vervaardigd op 28 september. Op dat moment was Krayem zelf echter nog in Wenen. Zijn valse papieren werden dus al gemaakt tijdens zijn traject. Bovendien werden de valse identiteitsdocumenten voor Ayari en Alkhald, die allebei een rol zouden spelen bij de aanslagen van Parijs en Brussel, op dezelfde dag gefabriceerd.
Tenslotte botste Krayems feitelijke parcours ook met zijn bewering om terug te willen keren naar Zweden. Dan zou het volgens de onderzoekers bijvoorbeeld logischer geweest zijn om in Duitsland te zijn gebleven. Krayem gaf toe dat dat een "slimme vraag" was, maar zei dat het "op dat moment een goede beslissing leek". -
Krayem werkte mee met politie, maar geen dialoog mogelijk over sommige religieuze motieven
Beschuldigde Osama Krayem heeft goed meegewerkt tijdens het onderzoek, maar over de motieven van zijn terugkeer, die te maken zouden hebben met religieuze meningsverschillen met de terreurorganisatie IS, bleek geen dialoog mogelijk. Dat heeft onderzoeksrechter Olivier Leroux gezegd. Voorzitster Laurence Massart stelde daarbij de onderzoekers de vraag of het kan dat Krayem, die zich afzijdig houdt op het proces, de jurisdictie van haar rechtbank niet erkent.
Adjunct-hoofdonderzoeker Frédéric Vanesse bespreekt maandag de profielschets van Osama Krayem. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij de terreurcel logistieke hulp bood en dat hij zich zou opblazen. Vanesse besprak het parcours van Krayem, die in 1992 geboren werd in het Zweedse Malmö. Zijn ouders gaven zich uit voor Libanees-Palestijnse vluchtelingen, al zou zijn vader van Syrische afkomst zijn. Krayem was niet bekend bij het gerecht, ook al beweerde hij dat hij wel een periode van delinquentie kende. Op dertienjarige leeftijd werd hij opgevoerd in een documentaire als toonbeeld van integratie via sport.
Op 16 augustus 2014 vertrok Krayem naar Syrië. Zijn familie verklaarde dat ze geen signalen van radicalisering gezien had, al plaatste onderzoeksrechter Olivier Leroux daar wel kanttekeningen bij. Zijn familie zelf was religieus eerder streng in de leer, en al rond zijn achttiende waren er wel degelijk gedragsveranderingen, zoals het laten groeien van zijn baard en het weigeren om vrouwen de hand te schudden.
Vanuit Syrië onderhield Krayem contact met zijn broer, zus en een goede vriend via Facebook. Hij signaleerde hen dat hij te zien was in een propagandavideo waarin een Jordaanse piloot werd geëxecuteerd, stuurde foto's van zichzelf, onder meer uit een bommenfabriek, en vertelde hen dat hij gewond was geraakt. In augustus 2015 sloot hij zijn Facebook-account af en een maand later keerde hij naar Europa terug.
Vanesse zei dat Krayem in een verhoor verklaarde dat hij Syrië had verlaten, met de bedoeling om naar Zweden te trekken, vanwege meningsverschillen met IS. De terreurgroep zou sommige geleerden afgewezen hebben die hij hoog inschatte. De onderzoekers namen geen vrede met die uitleg, vanwege zijn verleden in Syrië, waaruit niet veel onenigheid met IS bleek, en vanwege zijn latere parcours in de Brusselse safehouses.
Krayem zei daarop dat het hem inderdaad geen plezier deed om de neergang van IS te zien, maar dat hij bepaalde zaken voor zich hield. Hij was zich er ook van bewust dat zijn verklaringen misschien moeilijk te begrijpen zijn, "maar het is zo". "Maar u moet een imam zijn zodat we elkaar kunnen begrijpen en we dezelfde taal spreken", zei hij aan de onderzoekers. "Het ontbreekt u aan algemene religieuze kennis."
Voorzitster Laurence Massart pikte daarop in en merkte op dat Krayem sinds de start van het proces allesbehalve meewerkt, ook al is hij ten allen tijde "respectvol". "Zou het kunnen dat hij ook de legitimiteit van de jurisdictie in vraag stelt?", vroeg ze aan Mohamed Fahmi, de islamoloog die werkt voor de antiterrorisme-eenheid van de federale gerechtelijke politie (fgp) van Brussel.
Fahmi antwoordde verschillende gevallen te kennen van terreurverdachten die de legitimiteit betwisten van een rechtbank, en in het verlengde daarvan de staat. Hij verwees ook naar een boodschap van Krayem aan zijn naasten, om de Zweedse politiek te laten voor wat ze is. De achterliggende gedachte is dat een staat, die niet volgens de 'sharia' of islamitische wet functioneert, niet legitiem is, zijn structuren inbegrepen. Naast een gebrek aan legitimiteit, is het ontbreken van religieuze kennis bij ondervragers een argument dat volgens Fahmi regelmatig terugkeert bij terreurverdachten. "Gedurende het onderzoek werkte hij heel goed mee", zei onderzoeksrechter Leroux vervolgens. "Hij gaf nooit uiting van enige verwerping. Maar wat zijn motieven hier waren, weten we niet goed. Daar was geen dialoog over mogelijk."
De advocate van Krayem, Gisèle Stuyck, gaf al aan dat Krayem ook tijdens zijn ondervraging op het proces geen antwoorden zou geven. Ze beloofde dan wel meer duidelijkheid te scheppen. -
Nieuwe procesweek vangt aan met profielschets Osama Krayem
Vandaag begint een nieuwe week van het proces met het onderzoek van de speurders en onderzoeksrechters naar Osama Krayem. De Syrische Zweed zou zich samen met Khalid El Bakraoui opblazen in het metrostation van Maalbeek, maar krabbelde op de ochtend van de aanslagen terug en goot de springstof van zijn bom in het toilet en de douche van het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek.
De vraag blijft of Krayem de zitting maandag zal bijwonen. Hij heeft zich nog niet laten opmerken door zijn bereidwilligheid. Bij de start van het proces weigerde hij al recht te staan voor de voorzitter van het hof, Laurence Massart, en zijn identiteit te bevestigen. Hij keert sindsdien iedere ochtend terug naar zijn cel in het Justitia-gebouw in Haren. Bij elke vraag die hem gesteld wordt, schudt hij het hoofd.
Zijn advocate Gisèle Stuyck heeft woensdag bevestigd dat haar cliënt zeker geen antwoorden zal geven tijdens zijn ondervraging. "En dat heeft niets te maken met de kwestie van de overbrengingen", klonk het. Ze beloofde meer duidelijkheid te verschaffen over zijn motieven, maar pas op het moment dat hij ondervraagd zou moeten worden.
Krayem had een blanco strafblad toen hij in 2013 radicaliseerde. In augustus 2014 trok hij naar Syrië, waar hij contact onderhield met zijn familie en over zijn activiteiten op Facebook postte. Krayem verliet Syrië in september 2015 en kwam via Turkije, Griekenland, Oostenrijk en Duitsland naar België om de terreurcel te vervoegen. Na de aanslagen in Zaventem en Brussel dook Krayem onder bij Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat in Laken. Hij werd op 8 april 2016 opgepakt.
Op het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs werd hij in juni veroordeeld tot 30 jaar, waarvan hij minstens twee derde volledig moet uitzitten. Ook daar werkte hij niet mee.
Normaliter had de profielschets en rol van Ibrahim Farisi vorige week donderdag behandeld moeten worden, maar die timing werd niet gehaald. De jongere Farisi zal nu woensdag aan de beurt komen. Later die dag zouden de vragen aan de getuigen ook starten.