NBO - terreurproces Live
-
"Abrini wou dood niet van mensen luchthaven, net zomin als eigen dood"
Mohamed Abrini heeft wel degelijk verzaakt om zijn bom te laten ontploffen op de luchthaven van Zaventem, waar achttien doden vielen. Dat pleitte zijn advocate Laura Pinilla. "Hij wou de dood niet van hen. Net zomin als die van 13 november 2015. Of zijn eigen dood." Pinilla kwam met een opvallende bekentenis bij de start van haar pleidooi. Ze vertelde dat Stanislas Eskenazi, die in eerste instantie de verdediging opnam van Abrini, haar als stagiaire, met amper twee weken ervaring, naar de gevangenis van Aarlen had gestuurd om daar Abrini te ontmoeten. Pinilla zei dat ze Eskenazi op de treinrit heen gek verklaarde om haar naar de 'man met hoedje' te sturen, die wel een monster en psychopaat moest zijn. "Maar gedurende de terugrit vroeg ik me af hoe het mogelijk was dat hij zo sterk op mij geleek, op gewone mensen", zei de advocate, die vervolgens de "mythe" wou deconstrueren.
De advocate wees op Abrini's ongelukkige schoolcarrière, de dynamiek in de moeilijke wijk in Molenbeek waar hij woonde, de loyaliteit met vrienden en familie in de wijk, zijn verblijf in de gevangenis, waarbij hij afgesneden raakte van de samenleving en radicaliseerde. En vervolgens ook het verlies van zijn jongere broer die omkwam in Syrië. Vooral dat laatste was een "katalysator", zei Pinilla. Volgens haar is Abrini een "banale" man, die zaken gepleegd heeft "die nooit banaal zullen zijn".
Vervolgens probeerde Pinilla aan te tonen dat hij wel degelijk verzaakte om zijn bom tot ontploffing te brengen in de luchthaven. Ze wees erop dat op bewakingsbeelden te zien was dat hij met de voeten sleepte, tot twee keer toe de verkeerde richting uitging, en vervolgens zijn karretje met explosieven achterliet bij een betonnen paal. Pinilla zei dat niemand in zijn hoofd kon kijken en vroeg om geloof te hechten aan Abrini's eigen relaas over wat er die ochtend speelde. Op de zitting verklaarde die dat hij het niet kon om zich op te blazen, toen hij vrouwen en kinderen in de luchthaven zag. "Mohamed Abrini wou hun dood niet. Net zomin als die van de slachtoffers van 13 november 2015. Of zijn eigen dood", pleitte de advocate.
Pinilla voegde er overigens nog aan toe dat Abrini aan zijn advocaten zou toevertrouwd hebben dat hij een boek zou willen schrijven. "'Tien of dertig jaar, dat brengt de doden niet terug", zo citeerde Pinilla hem. "Ik moet geduld hebben, net zoals de slachtoffers. Maar ik wil wel een boek schrijven, voor de jongeren van de wijk, zodat ze niet dezelfde fouten maken. Zodat ze hun tijd nemen, wat afstand. Ik zal wel niet de eerste zijn, maar misschien is dat wel mijn manier om mijn steentje bij te dragen." -
Abdeslam haalt uit naar parket: "Ze maken geen enkel onderscheid"
Salah Abdeslam heeft na afloop van de pleidooien over de conclusies ferm uitgehaald naar de federale procureurs. "Het parket heeft gevraagd om onschuldigen te veroordelen en maakt geen enkel onderscheid. Hoe kan u zo'n onrechtvaardigheid laten passeren? U laat u voor de gek houden door twee personen", richtte hij zich tot assisenvoorzitster Laurence Massart.
De verdediging van Abdeslam had eerder op de dag gepleit om hem geen bijkomende straf op te leggen. Volgens zijn verdediging zou dat namelijk onwettig zijn. Het parket vroeg daarentegen een levenslange gevangenisstraf en een terbeschikkingstelling van 15 jaar.Volgens Abdeslam zelf heeft het parket "urenlang gepleit" om de jury ervan te overtuigen dat de broers-Farisi schuldig waren terwijl ze uiteindelijk vrijuit gingen. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor Sofien Ayari en Hervé Bayingana Muhirwa, die vrijgesproken werden voor de belangrijkste aanklachten: terroristische moord en moordpoging.
Tijdens het requisitoir heeft het parket ditmaal voor de zes die over de hele lijn schuldig werden bevonden dezelfde straf gevraagd. "Ze maken geen enkel onderscheid en vragen levenslang voor iedereen. Voor hen is Najim Laachraoui (die zich opblies in Zaventem, nvdr) gelijk aan Mohamed Abrini, ben ik hetzelfde als Oussama Atar en is Ali El Haddad Asufi hetzelfde als de broers-El Bakraoui (de zelfmoordterroristen van Maalbeek en Zaventem, nvdr). Dit terwijl we ons in een rechtsstaat bevinden. Hoe kan u zo'n onrechtvaardigheid laten passeren?"
"Laat u niet voor de gek houden door twee personen die geen twee zinnen kunnen lezen zonder een fout te maken en geef ons een sprankeltje hoop", vervolgde Abdeslam. "Ik heb alles gedaan wat u gevraagd hebt, ik heb het spel meegespeeld en vraag u dan ook om niet naar het parket te luisteren." Na de tussenkomst van Abdeslam, ging het hof in beraad. -
Federaal parket betwist dat straf Ayari voor schietpartij Vorst gehalveerd zou worden
Federaal procureur Paule Somers betwist dat Sofien Ayari strafvermindering zou krijgen na zijn veroordeling voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep, zoals een krant had geschreven. Somers sprak ook de advocaten van Salah Abdeslam en Mohamed Abrini tegen, die aanvoerden dat hun cliënten geen straf meer kunnen krijgen, omdat ze al in Parijs veroordeeld werden.
"Ze stellen de vraag fout, om ervoor te zorgen dat hun antwoord juist is", zei Somers woensdag aan het einde van de voormiddag over de verdediging, nadat de advocaten van Abdeslam en Abrini uitvoerig hadden geargumenteerd waarom artikel 62 van het strafwetboek van toepassing is. Volgens dat artikel wordt alleen de zwaarste straf uitgesproken bij samenloop van misdaden. Concreet is volgens hen de straf die het speciale assisenhof in Parijs heeft uitgesproken (een 'onsamendrukbare' levenslange celstraf voor Abdeslam en een levenslange celstraf voor Abrini waarvan hij minstens 22 jaar moet uitzitten) die zwaarste straf en kan het assisenhof in Brussel dus geen nieuwe straf opleggen.
Maar volgens Somers kan wel degelijk een nieuwe straf uitgesproken worden, en zij baseert zich daarvoor op artikels 65 en 99bis van het strafwetboek. Er is een 'ideeële' of eendaadse samenloop van misdaden, argumenteert zij, waarbij de intentie dezelfde was, en geen 'materiële' samenloop, waarbij er buiten de dader geen link is tussen de feiten. Daarom is artikel 65 van toepassing, die dus wel ruimte laat voor een extra straf. Artikel 99bis zou bovendien bepalen dat met een buitenlandse veroordeling zoals die in Parijs geen rekening hoeft gehouden te worden.
Somers kwam ook terug op krantenberichten die stelden dat Sofien Ayari een strafvermindering van minstens tien jaar kon krijgen. Hier komt dan weer artikel 61 in het spel, een bepaling die vandaag weliswaar niet meer bestaat, maar wel nog op het moment van de feiten. Het bewuste artikel voorzag dat een criminele straf, uitgesproken door het hof van assisen, een correctionele straf opslorpt die eerder werd uitgesproken. De logica daarachter is dat een criminele straf zwaarder is dan een correctionele straf, maar dat is bij Ayari niet het geval. Hij kreeg twintig jaar voor poging tot moord op een politieagent op het proces over de schietpartij in Vorst. Voor de aanslagen in Brussel en Zaventem, waarbij hij louter veroordeeld werd voor lidmaatschap van een terreurgroep, riskeert hij maximaal tien jaar.
Op de zitting woensdagvoormiddag betwistte Somers dat artikel 61 van toepassing is. Ook bij hem roept het parket artikel 65 in, ook hier vanwege een 'ideële' samenloop van misdaden, en zo zou de celstraf voor de Driesstraat in Vorst gewoon behouden blijven. Voor Ayari vroeg het federaal parket dat jury en hof hem geen extra straf zouden geven. De (lagere) straf die hij riskeert voor lidmaatschap van een terreurgroep zou sowieso opgeslorpt worden door de eerdere straf. -
Verdediging Abrini vraagt om ook hem geen extra straf op te leggen
Advocaten Stanislas Eskenazi en Laura Pinilla, die de verdediging van Mohamed Abrini op zich nemen, hebben - in navolging van de verdediging van Salah Abdeslam - conclusies ingediend om het hof te vragen hun cliënt geen extra straf op te leggen. Dit omdat hij voor de aanslagen in Parijs reeds veroordeeld werd tot de zwaarste straf: levenslang, waarvan 22 jaar zeker moet worden uitgezeten. "We vragen gewoonweg de toepassing van de wet", onderstreepte Eskenazi.
Dinsdag vroeg het parket in haar requisitoir om Abrini een levenslange celstraf op te leggen, met daarbovenop een terbeschikkingstelling van 15 jaar. Volgens de procureurs mogen het hof en de jury rekening houden met zijn eerdere veroordeling, maar hoeven ze dat niet te doen. "We gaan hem toch geen strafvermindering geven omdat de feiten minder erg zouden zijn dan die in Parijs? Dat zou een premie voor zijn trouw zijn", stelde Bernard Michel toen.
Eskenazi omschreef het uitspreken van een dergelijke straf dan ook als "de kers op de taart, alsof het absoluut noodzakelijk is om een straf uit te spreken en dat al het werk voor niets is als er geen straf volgt". Maar, "als je veroordeeld bent tot levenslang, kan je niet nog eens dezelfde straf krijgen". Daarvoor verwijzen de advocaten, net als die van Abdeslam, naar artikel 62 van het strafwetboek dat stelt dat "bij samenloop van verscheidene misdaden alleen de zwaarste straf wordt uitgesproken".
Daarna legde Pinilla aan de jury uit waarom de veroordeling van Abrini door het speciale assisenhof in Parijs als de zwaarste moet worden beschouwd. De zwaarte van een straf wordt namelijk bepaald door de 'voornaamste straf'. En de 22 jaar die Abrini sowieso achter de tralies moet doorbrengen, maken deel uit van die straf. Terwijl dat bij een eventuele terbeschikkingstelling niet het geval is. "Die vrijheidsberoving is een kapitaal verschil", onderlijnde Pinilla. "De procureurs verklaarden dat een van de functies van een straf is om respect uit te dragen voor de rechtsstaat en de democratie en dat begint met het respecteren van het recht", besloot de advocate. -
"Abdeslam extra straf opleggen zou illegaal zijn"
Salah Abdeslam een extra straf geven bovenop zijn levenslange celstraf die hij kreeg voor de aanslagen in Parijs, zou illegaal zijn. Dat hebben zijn advocaten Delphine Paci en Michel Bouchat gezegd. Het debat over de samenloop van misdrijven was aangekondigd, en het federaal parket had in zijn requisitoir al gepleit dat Abdeslam wel degelijk een extra straf kan krijgen. Het vraagt om Abdeslam voor de aanslagen in Maalbeek en Zaventem een levenslange celstraf te geven en een maximale terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van 15 jaar.
De advocaten van Abdeslam pleiten woensdag echter dat Abdeslam helemaal geen extra celstraf mag krijgen volgens de wet. De discussie draait vooral rond of artikel 62 of artikel 65 van het strafwetboek van toepassing is voor de 'samenloop van misdrijven', die zich voordoet wanneer iemand meerdere strafbare feiten pleegt vooraleer hij voor een van de misdaden definitief werd veroordeeld - Abdeslam pleegde de feiten in Brussel voor hij veroordeeld werd in Parijs.
"Het parket haalt demagogische argumenten aan om te vragen om Abdeslam een extra straf te geven. Geen straf uitspreken zou betekenen dat de slachtoffers van vandaag minder waard zouden zijn dan die van Parijs. Dat is een assisenhof onwaardig", aldus Delphine Paci. "De ernst van de feiten wordt niet tegengesproken. Abdeslam is veroordeeld tot een 'onsamendrukbare' (niet in te korten, nvdr) levenslange gevangenisstraf. Die straf is een feit."
Volgens de verdediging van Abdeslam is enkel artikel 62 van toepassing, wat betekent dat geen enkele straf nog mag worden uitgesproken en dat enkel de zwaarste straf weerhouden kan worden. Het is volgens Paci evident dat de 'onsamendrukbare' levenslange celstraf van Parijs zwaarder is dan de levenslange celstraf met terbeschikkingstelling die het Belgische federale parket vordert. Zo kan Abdeslam pas na 30 jaar een aanvraag doen om eventueel een procedure te starten om vrij te komen, maar vrezen zijn advocaten dat hij de publieke opinie daarvoor tegen zich heeft. Bovendien maakt de 30 jaar die Abdeslam sowieso in de cel moet zitten deel uit van zijn straf, terwijl een terbeschikkingstelling erbovenop komt.
Het parket verwees naar artikel 65 omdat het gaat over een 'ideële' samenloop van misdrijven, aangezien Abdeslam de verschillende feiten pleegde met dezelfde intentie. En volgens artikel 99bis van het strafwetboek, moet het hof geen rekening houden met de straf van Parijs omdat die in het buitenland werd uitgesproken. Volgens het parket wordt ook artikel 62 uitgesloten door 99bis, maar daarmee is Paci niet akkoord.
Ze ziet ook twee grote problemen bij de these van het parket. Zo stelt het dat het om een uniek misdrijf gaat en hij dus twee straffen verdient. Maar zo komt Abdeslam in een minder gunstige positie terecht dan indien hij verschillende feiten zou gepleegd hebben, wat een vorm van discriminatie is. Bovendien riskeert het principe van 'non bis in idem' geschonden te worden: "Men zegt dat het gaat over één misdaad, maar men vraag twee straffen", aldus Paci. "We vragen geen medelijden, we vragen enkel de toepassing van de wet." -
Technische kwestie over samenloop van misdrijven woensdag op het menu
Woensdag snijden de partijen een technische discussie over de 'samenloop van misdrijven' aan. Er moet uitgeklaard worden in welke zin er voor de straffen rekening gehouden moet worden met veroordelingen voor de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs en voor de schietpartij in Vorst.
Centraal op het proces over de aanslagen in Maalbeek en Zaventem staan woensdag artikels 61, 62, 65 en 99bis van het strafwetboek. De partijen buigen zich dan over de mate waarin er een 'samenloop van misdrijven' is met de terreuraanslagen van 13 november 2015 in Parijs en de schietpartij van 15 maart 2016 in de Driesstraat in Vorst. Dat zal een impact hebben op de straffen voor verschillende veroordeelden die in die dossiers al een straf opliepen, via mogelijke opslorpingen of bijkomende straffen.
Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie is het hof (voorzitter en twee bijzitters), dan wel het hof samen met de jury bevoegd om zich uit te spreken. Dat is meteen de reden waarom de discussie al woensdag wordt gevoerd, nog voor de werkelijke pleidooien van de verdediging over de strafmaat.
Verschillende advocaten van de verdediging kondigden al aan conclusies te zullen neerleggen. De advocaten van Mohamed Abrini en Salah Abdeslam zeiden dit zeker te zullen doen. Die van Sofien Ayari en Ali El Haddad Asufi dachten hier nog over na. Verwachting is dat de hele ochtend zal gepleit worden over de technische kwestie. Vervolgens moet het hof in beraadslaging, waarna het een tussenarrest zal vellen. -
Federaal parket eist tot slot ook levenslang voor Bilal El Makhoukhi
Het federaal parket heeft ook levenslang geëist voor Bilal El Makhoukhi, die veroordeeld werd voor terroristische moord en poging tot moord. Ook vroeg het parket om hem zijn burgerrechten te ontnemen, met stemrecht, en zijn Belgische nationaliteit af te nemen. Michel zei dat de meest strenge straf op zijn plaats was voor El Makhoukhi. Die had nog maar net zijn enkelband uit, na zijn veroordeling op het Sharia4Belgium-proces in Antwerpen, en was al zijn vrienden aan het helpen voor de aanslagen in Brussel en Zaventem, klonk het.
Het federaal parket bewaarde het requisitoir voor Bilal El Makhoukhi tot het laatst. Net als voor alle andere veroordeelden vond federaal procureur Bernard Michel geen verzachtende omstandigheden voor El Makhoukhi. "Ik kon overal gaan zoeken in het dossier maar zou geen verzachtende omstandigheden vinden", zei Michel. "Hij was gemotiveerd, volhardend. Een strijder ook. Hard als de oorlog, zoals zijn advocaat hem omschreef. Dat merkte ik, dat hij hard is. Het is voor hem onmogelijk om zichzelf in vraag te stellen."
El Makhoukhi bekende dan wel, maar Michel citeerde uit een van zijn verhoren waarom. "Hij zei dat de bewijzen tegen hem dermate zwaar wogen dat hij niet anders kon. Anders was hij bij zijn aanvankelijke bekentenissen gebleven." Niettemin houdt El Makhoukhi nog steeds de lippen stijf op elkaar over waar de wapens van de terreurcel zijn, terwijl enkel hij daarvan op de hoogte is, zei de federale procureur.
Michel verwees voorts naar een expertise waaruit bleek dat El Makhoukhi een "narcistische en paranoïde persoonlijkheid heeft, met antisociale kenmerken". Van psychologische begeleiding zou weinig te verwachten vallen. Een ongelukkige jeugd kon hij evenmin inroepen, zei Michel, want zijn vader en moeder kwamen het tegendeel getuigen.
Ten slotte zei Michel nog dat de Belgische nationaliteit van El Makhoukhi, die geboren werd in Brussel als zoon van Marokkaanse ouders, al kon afgenomen worden tijdens het Sharia4Belgium proces, waar hij veroordeeld werd tot een celstraf van vijf jaar, deels voorwaardelijk. "Maar hij bleef volharden in zijn vijandige visie tegen de Belgische maatschappij", zei Michel. Of nog: "Hij hangt nog steeds de dodelijke ideologie aan van IS, met een volledige verwerping van de waarden van de democratische staat." -
El Haddad Asufi zaal buitengeleid
Ali El Haddad Asufi is tijdens de zitting de zaal buitengeleid. Toen het federaal parket (strenge) straffen had geëist voor hem, had El Haddad Asufi zijn hoofd al in zijn handen gelegd. Even later had hij zich neergelegd op zijn bank in de beschuldigdenbox.
El Haddad Asufi leek vooral zwaar te reageren op de vraag van het parket om zijn Belgische nationaliteit af te nemen. Hij bleef ook liggen terwijl het federaal parket daarna voortging met zijn requisitoir voor Hervé Bayingana Muhirwa en Bilal El Makhoukhi. El Haddad Asufi verliet uiteindelijk de zaal rustig, maar met gebogen hoofd, begeleid door de politie, nadat die even met hem overlegd had.
De assisenjury veroordeelde El Haddad Asufi voor terroristische moord en poging tot moord. Het parket eiste voor hem levenslang, een maximale terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van vijftien jaar en het afnemen van zijn Belgische nationaliteit. -
Openbaar ministerie vraagt 10 jaar cel voor Hervé Bayingana Muhirwa
Het openbaar ministerie heeft 10 jaar cel geëist voor Hervé Bayingana Muhirwa. Daarnaast wil het parket hem ook zijn Belgische nationaliteit ontnemen. Samen met Sofien Ayari werd Bayingana Muhirwa eind juli enkel schuldig bevonden voor lidmaatschap van een terreurorganisatie. Daarnaast heeft hij, als enige veroordeelde, geen juridische antecedenten. Toch ziet het openbaar ministerie geen verzachtende omstandigheden. "Hij heeft op twee essentiële momenten hulp geboden aan de terreurcel. Hij heeft moordenaars opgevangen en gevoed met het volle besef dat dit de cel de mogelijkheid bood om te overleven", stelde procureur Paule Somers. "Daarom moet hij zwaar gestraft worden."
"Zelfs als je hem de maximumstraf geeft van tien jaar, dan komt hij snel vrij want hij heeft al iets meer dan 7 jaar in de cel gezeten", vervolgde Somers. En dit ondanks zijn hulp aan de terreurcel, "terwijl hij hun mentaliteit en IS-ideologie kende". Tijdens de expertenbeoordelingen gaf Bayingana Muhirwa toe "de sympathie voor de gewapende jihad" te begrijpen, maar zonder daarbij geweld te accepteren. "Het dossier toont echter aan dat hij wel degelijk tot de praktijk is overgegaan en het niet enkel bij documentaires en sociologische interesse is gebleven."
Het parket had tijdens het proces proberen hard te maken dat Bayingana Muhirwa de nieuwe broeder 'Amine' was, die trouw zou hebben gezworen aan IS en de terreurcel zou hebben geholpen. Maar in de ogen van de jury was er daarvoor onvoldoende bewijs. Somers deelde mee zich daarbij neer te leggen, maar stelde vast dat "hij nooit heeft toegegeven wie Amine dan wel was".
Somers vroeg ook om de Belgische nationaliteit van Bayingana Muhirwa af te nemen, nadat hij als vluchteling werd erkend in ons land in 1999 na de genocide in Rwanda. "Hij kende het belang van het leed veroorzaakt aan anderen en aarzelde toch niet om te helpen." Op die manier heeft hij aangetoond dat hij de waarden van ons land verwerpt en "dat de staat beschermd moet worden tegen hem". "Het proces heeft aangetoond hoeveel de maatschappij heeft afgezien door die groep", besloot Somers. -
Parket vraagt levenslang voor El Haddad Asufi
Het federaal parket heeft een levenslange celstraf gevraagd voor Ali El Haddad Asufi en een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van 15 jaar. Het parket vraagt ook om hem zijn burgerrechten, waaronder zijn stemrecht, te ontnemen, en om hem zijn Belgische nationaliteit af te nemen. El Haddad Asufi werd eind juli schuldig bevonden als mededader van terroristische moord en moordpoging, en voor zijn deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. In Parijs kreeg hij tien jaar cel voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Michel hamerde er in zijn pleidooi op dat de eventuele vraag van de verdediging voor een strafvermindering vanwege zijn veroordeling in Parijs, onredelijk zou zijn. "Die lijkt me zelfs een verzwarende omstandigheid", aldus procureur Bernard Michel.
Volgens het openbaar ministerie was El Haddad Asufi op de hoogte van de radicalisering van de broers-El Bakraoui terwijl hij hen hulp bleef bieden. Hij had ook gezien wat de gevolgen waren van de aanslagen van Parijs en heeft toch deelgenomen aan de voorbereiding en uitvoering van de aanslagen in België, aldus procureur Bernard Michel. De procureurs zien geen verzachtende omstandigheden bij El Haddad Asufi. Hij had een goede jeugd en een goede job, en hij heeft van in het begin gelogen tegen de speurders.
Ook betekent het feit dat El Haddad Asufi volgens experts niet geradicaliseerd is, niet dat hij niet gevaarlijk is. "Hij heeft bewust en met kennis van zaken gehandeld, maar niet om een wrede God te dienen. Dat is misschien nog erger", aldus Michel. "Hij heeft de zakken met TATP gezien, een van de rugzakken was nog in de Max Roosstraat toen hij de USB-stick ging ophalen."
Ze vragen dan ook de zwaarst mogelijke straf, met een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van 15 jaar om de maatschappij zo lang mogelijk te beschermen. Ook vragen ze om zijn Belgische nationaliteit af te nemen - El Haddad Asufi heeft de Belgische en Marokkaanse nationaliteit. "Hij heeft de Belgische en Europese waarden geschonden", aldus Michel. Hij wees er ook op dat El Haddad Asufi familie heeft in Marokko en er regelmatig op bezoek gaat. -
Federaal parket vraagt ook voor Osama Krayem levenslang
Het federaal parket heeft ook een levenslange celstraf geëist voor Osama Krayem en een maximale terbeschikkingstelling van vijftien jaar van de strafuitvoeringsrechtbank. Ook vroeg federaal procureur Paule Somers om zijn burgerrechten, met stremrecht, te ontnemen.De assisenjury veroordeelde Krayem voor terroristische moord op de 35 slachtoffers van de aanslagen in metrostation Maalbeek en de luchthaven van Zaventem. Hij werd ook veroordeeld voor poging tot moord op nog eens bijna 700 andere slachtoffers.
Somers zei op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 dat ze gezocht heeft naar verzachtende omstandigheden voor Krayem, maar dat ze die niet gevonden heeft. Dat hij op zijn stappen terugkeerde, en zich niet opblies in de Brusselse metro, was niet meer dan "lafheid". "Hij kocht de bestanddelen voor de explosieven, hielp met het maken van de bommen en activeerde de bom van Khalid El Bakraoui", zei Somers.
Het parket ging ook in op de huidige geestestoestand van Krayem, die had verklaard dat zijn gevoelens compleet afgestompt waren geraakt gedurende zijn verblijf in Syrië. Somers zei dat hij verklaarde dat hij niets voelde als zijn familie hem bezocht. Het zou hem evenmin iets doen om iemand te doden. "Of hij nu twintig of vijftig jaar cel kreeg, ook dat liet hem onbewogen", zei Somers.Het parket zag Krayem geen oprechte spijt betuigen, niet gedurende het onderzoek, niet op de zitting. Hoe hij tegen het proces aankijkt, of het voor hem misschien niet meer dan een nieuwe beproeving van Allah is, kwamen we niet te weten. "Feit is dat hij maar weinig zittingen bijwoonde", zei Somers.
De federale procureur zei dat Krayem, die de Zweedse nationaliteit heeft, nog "een lange weg heeft te gaan om zich te ontdoen van zijn totalitaire keurslijf, anders te zijn". Volgens haar blijft hij de IS-ideologie trouw en om dat te staven verwees ze naar een getuigenis van een leraar Frans die Krayem onderwees in de gevangenis. Die had gezegd dat een woord voor hem heilig is. "Niets laat ons denken dat hij afstand nam van IS", zei Somers. Ze omschreef hem ook als een "gevaar" waartegen de maatschappij moet beschermd worden. -
Openbaar ministerie vraagt levenslang voor Mohamed Abrini
Het openbaar ministerie heeft een levenslange celstraf gevraagd voor Mohamed Abrini. Daarnaast pleit het OM ook voor een bijkomende 15 jaar terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank en wil het hem zijn Belgische nationaliteit afnemen. Ook zijn burgerrechten moeten hem worden ontnomen.
Abrini werd eind juli schuldig bevonden als mededader van moord en moordpoging in een terroristische context, net als voor zijn deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Volgens procureur Bernard Michel vormde Abrini "een van de voornaamste pijlers van de terreurcel" en heeft hij op geen enkel moment zijn IS-ideologie afgezworen. Het openbaar ministerie tilde ook zwaar aan het feit dat Abrini constant "zijn aandeel probeert te minimaliseren". Daarnaast heeft Abrini volgens het parket vooral zijn medewerking aan het onderzoek verleend "om zich interessant te maken in plaats van om te helpen". Ten slotte is hij ook verschillende keren teruggekomen op zijn verklaringen.
Volgens Michel moet de samenleving beschermd worden tegen Abrini, omdat hij al veertien veroordelingen op zijn conto heeft staan en door de psychiatrische experten werd omschreven als een "bijzonder sociaal gevaar", met antisociale en psychopathische trekken. "Zijn leven vormt het bewijs dat je hem niet kunt vertrouwen", stelde Michel. Omdat het openbaar ministerie geen enkele verzachtende omstandigheid ziet, is enkel de zwaarste straf gepast en proportioneel, klonk het.
Abrini werd door het speciale assisenhof in Parijs reeds veroordeeld tot levenslang, waarvan hij zeker 22 jaar moet uitzitten. Net als eerder voor Abdeslam, wees de procureur erop dat het hier om een 'ideële' samenloop van misdrijven gaat. Het hof en de jury mogen, maar moeten geen rekening houden met die eerdere veroordeling. Maar "we gaan hem toch geen strafvermindering geven omdat de feiten minder erg zijn dan die in Parijs? Dat zou een premie voor zijn trouw zijn. En zou het disproportioneel zijn? Leg dat eens uit aan de 35 doden en honderden gewonden die zelf tot levenslang werden veroordeeld!", besloot Michel. -
Parket vraagt levenslang voor Salah Abdeslam
Het openbaar ministerie heeft gevraagd om Salah Abdeslam te veroordelen tot een levenslange celstraf en een maximale terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van vijftien jaar. Het parket vroeg hem ook zijn burgerrechten, met stemrecht, te ontnemen. Abdeslam werd eind juli schuldig bevonden als mededader van terroristische moord en moordpoging, net als voor zijn deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Volgens procureur Paule Somers is Abdeslam na de aanslagen van Parijs in België gebleven met hetzelfde doel: het doden van ongelovigen, maar ook het wraken van zijn broer.
Volgens de federale procureurs kan Abdeslam een extra straf opgelegd krijgen, zelfs al werd hij al veroordeeld tot levenslang voor de aanslagen van Parijs en tot 20 jaar voor de schietpartij in de Driesstraat in Vorst. Het gaat hier over een 'ideële' samenloop van misdrijven, legt ze uit. Zo had Abdeslam dezelfde intentie toen hij in de safehouses verbleef met de leden van de cel en tijdens de schietpartij in Vorst: deelnemen aan de activiteiten van de cel om het land te destabiliseren door de ordediensten en de ongelovigen aan te vallen.
"We moeten ons dus de vraag stellen of de twintig jaar die hij kreeg voor de schietpartij in Vorst voldoende is voor het doden van 35 mensen en het verwonden van honderden anderen", aldus Somers. "Die is uiteraard niet voldoende. Jullie kunnen geen enkele verzachtende omstandigheid weerhouden voor iemand die zo geradicaliseerd is dat hij, nadat hij de dood zaait in Parijs, in België opnieuw onschuldige slachtoffers doodt."
Volgens Somers wil de verdediging van Abdeslam pleiten dat het gaat om een 'materiële' samenloop van misdrijven. In dat geval zou de rechter wel rekening moeten houden met een eerder opgelegde straf. Maar de advocaten vergeten volgens het OM dat het over een 'ideële' samenloop gaat, waarbij die regel niet van toepassing is. Hetzelfde geldt voor de aanslagen in Parijs, aldus Somers. Ook tijdens zijn deelname aan die aanslagen had hij dezelfde intentie. Bovendien moet de Belgische rechter bij een ideële samenloop van misdrijven over de landsgrenzen heen, geen rekening houden met die veroordeling.
Somers benadrukte dat Abdeslam al had gezien welk bloedblad zijn broer en zijn vrienden hadden uitgevoerd in Parijs, maar is gebleven voor een nieuwe golf van terreur. "Hij heeft de groep versterkt en heeft Najim Laachraoui, Mohamed Belkaid, Osama Krayem, Sofien Ayari en Ahmad Alkhald naar België gebracht zodat zij hun oorlog kunnen voeren. Hij heeft nooit afstand genomen van de groep en een niet-aflatende inzet getoond voor het moordlustige plan", aldus Somers. "Zijn ideeën zijn dezelfde gebleven. Hij heeft tijdens het proces geen woord gezegd aan de slachtoffers en heeft zelfs durven zeggen dat het zijn slachtoffers niet zijn, zelfs al gaf hij zijn deelname aan de terreurgroep toe."
Somers zei ook geshockeerd te zijn over Abdeslams gedrag tijdens het proces. "Hij babbelt, hij lacht zelfs. Hij heeft enkel medelijden voor zichzelf, niet voor het lot van anderen. Hij verdient de zwaarste straf." Het OM vraagt dus levenslang met vijftien jaar terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. Het vraagt ook om zijn burgerrechten, met stemrecht, te ontnemen. Als Fransman kan Abdeslam enkel stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen en Europese verkiezingen in ons land. Indien Abdeslam veroordeeld wordt tot levenslang, wordt zijn celstraf voor de schietpartij in de Driesstraat opgeslorpt. -
Parket vraagt geen extra straf voor Sofien Ayari
Het openbaar ministerie heeft geen extra straf gevraagd voor beschuldigde Sofien Ayari. De procureurs verwijzen naar de 20 jaar cel die Ayari kreeg voor de Driesstraat in Vorst, die hen voldoende lijkt voor de beschuldigde. Ayari werd tot dertig jaar cel veroordeeld door het speciale assisenhof in Parijs voor de aanslagen van 13 november 2015 en tot twintig jaar cel door de correctionele rechtbank van Brussel voor de schietpartij in de Driesstraat. De jury verklaarde hem in juli schuldig aan deelname aan de activiteiten van een terreurgroep, waarvoor de maximumstraf tien jaar is.
Hoewel het federaal parket de schietpartij in de Driesstraat en de aanslagen van Brussel steeds als twee dossiers heeft bekeken, lijkt het daar maandag op terug te komen. Zo vroeg procureur Bernard Michel om Ayari niet te veroordelen tot een extra straf, maar om vast te houden aan de straf van de Driesstraat. Zo had Ayari volgens de procureur dezelfde intentie tijdens de schietpartij in Vorst en tijdens zijn verblijf in de Driesstraat met de leden van de terreurcel: ongelovigen doden en het terrorisme laten zegevieren.
Ayari zou de facto strafvermindering krijgen als hij op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 een nieuwe celstraf krijgt. Door een bizarre juridische kronkel, die intussen wel verholpen is, zou de twintig jaar die hij kreeg voor de schietpartij in Vorst opgeslorpt worden door de straf die hij op het assisenproces krijgt, en dat is maximaal tien jaar cel. Door nu geen extra celstraf te vragen, lijkt het parket te willen vermijden dat die strafvermindering er komt. -
Parket vraagt veroordeling Atar tot levenslang en afnemen Belgische nationaliteit
Federaal procureur Paule Somers heeft gevraagd om Oussama Atar, de opdrachtgever van de aanslagen van 22 maart 2016, te veroordelen tot levenslang en een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank van vijftien jaar. Het parket vroeg hem ook zijn burgerrechten te ontnemen en hem te verbieden om nog te stemmen. Tot slot vroeg het openbaar ministerie om hem zijn Belgische nationaliteit af te nemen.
Atar, een Lakenaar met de Marokkaans-Belgische nationaliteit, werd in juli schuldig verklaard aan terroristische moord op 35 slachtoffers en poging tot moord op bijna 700 slachtoffers. Ook verklaarde de assisenjury hem schuldig als leider van een terroristische organisatie. Atar staat bij verstek terecht: hij zou omgekomen zijn bij een drone-aanval in de Syrisch-Iraakse regio, maar zijn lichaam werd nooit gevonden.
Somers zei dat er "geen andere rechtvaardige straf" was dan levenslang voor de "verwerpelijke" feiten waarvoor hij veroordeeld werd. Ze zei ook dat hij een "bijzonder gevaarlijke man" is en dat daarom een maximale terbeschikkingstelling aangewezen is van de strafuitvoeringsrechtbank. Nog volgens Somers plaatste Atar zijn doctrine boven zijn nationaliteit en die van zijn ouders. "Hij verraadde zijn land. Door de aanslagen en zijn toewijding aan de ideeën van IS toont hij dat hij de democratische waarden verwierp. Hij heeft geen enkele band meer met de Belgische waarden", klonk het.
Atar werd geboren in België als kind van Marokkaanse ouders. Hij verwierf pas later de Belgische nationaliteit, na de naturalisatie van zijn ouders. In 2003 vertrok hij uit België, waarna hij zich in Irak ophield in het jihadistische milieu en in de beruchte Abu Ghraib-gevangenis belandde. Na een terugkeer in België in 2012 vertrok hij opnieuw naar de Syrisch-Iraakse regio, waar hij opklom in de gelederen van IS. -
OM wil Belgische nationaliteit afnemen van vijf veroordeelden
Het openbaar ministerie heeft aangekondigd het hof en de jury te zullen vragen om de Belgische nationaliteit af te nemen van vijf van de acht veroordeelden, omdat zij "door deze feiten hebben aangetoond dat ze de Belgische staat en waarden verwerpen". Procureur Paule Somers kondigde aan die maatregel te vragen voor veroordeelden Mohamed Abrini, Ali El Haddad Asufi, Oussama Atar, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa. De overige veroordeelden zijn geen Belgen met dubbele nationaliteit.
Abrini, El Haddad Asufi, Atar en El Makhoukhi hebben alle vier de Belgische en Marokkaanse nationaliteit. Hervé Bayingana Muhirwa is Belg-Rwandees. Het afnemen van de dubbele nationaliteit kan volgens de Belgische wet enkel in bepaalde gevallen. Dat is onder meer het geval bij een veroordeling voor terrorisme die gepaard gaat met een celstraf van minimum 5 jaar. Volgens het openbaar ministerie hebben de beschuldigden door de aanslagen "de nationale eensgezindheid ondermijnd". -
Openbaar ministerie vraagt zware straffen met terbeschikkingstelling voor beschuldigden
Federaal procureur Paule Somers heeft gevraagd om de beschuldigden te veroordelen tot zware straffen, met ook een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. Somers begon met het overlopen van de functies van een gevangenisstraf. "Het gaat in eerste instantie over een straf die zich vertaalt in een vrijheidsberoving. Maar het gaat ook over het herstellen van het sociaal evenwicht en van de schade die werd aangericht." Zo leven de slachtoffers elke dag met de gevolgen van de aanslagen en zijn zij "de enige echte martelaars van deze feiten", aldus de procureur. Daarnaast hebben straffen een symbolische functie: ze moeten zowel de beschuldigden als anderen afschrikken om criminele daden uit te voeren. Tot slot dienen gevangenisstraffen om de maatschappij te beschermen.
Somers vroeg de jury dan ook om de beschuldigden zwaar te straffen voor de "verfoeilijke daden" die ze pleegden. Voor terroristische moord is de maximumstraf levenslang, voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep is dat tien jaar. Bovendien vroeg ze om een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank op te leggen om recidive te vermijden.
"De advocaten van de verdediging gaan een apocalyptisch beeld scheppen van de gevangenissen, maar iedereen is akkoord dat de gevangenissen voorbehouden zijn voor de zwaarste straffen", benadrukt Somers nog. "Ze hebben beslist om feiten te plegen die de dood van 35 mensen hebben veroorzaakt en levenslange verwondingen heeft veroorzaakt voor honderden anderen. Jullie moeten daaraan denken als het gaat over de moeilijke omstandigheden in de gevangenissen." -
Proces aanslagen opnieuw van start, parket begint requisitoir
Het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 is maandagvoormiddag opnieuw van start gegaan, na een onderbreking van ruim een maand. Het federaal parket begon met zijn requisitoir, nadat voorzitster Laurence Massart de agenda voor de komende dagen had voorgesteld. Na de uitspraak over de schuldvraag eind juli is het assisenhof over de aanslagen in Brussel en Zaventem maandag opnieuw bijeen voor de debatten over de strafmaat. Alle in juli overgebleven juryleden, twaalf effectieve, vijftien plaatsvervangende, zijn ook maandagvoormiddag weer aanwezig.
Bij de start van de zitting ging voorzitster Massart in op de agenda van de komende dagen. Ze wees erop dat het assisenhof maandagmiddag niet kan zetelen, vanwege de zaak in kort geding die de verdediging van veroordeelde Salah Abdeslam had aangespannen, en die ook moet plaatsvinden in het Justitia-gebouw in Haren. Er werd daarom overeengekomen dat advocaten van de verdediging die conclusies willen neerleggen na het arrest over de schuldvraag dat pas woensdagvoormiddag kunnen doen. De verdediging van Abdeslam kondigde al aan dat ze dergelijke 'technische' conclusies sowieso zal neerleggen.
Het federaal parket begon zo maandagvoormiddag aan zijn requisitoir, eerst met een theoretisch gedeelte. Bedoeling is om pas dinsdag straffen te eisen voor de acht veroordeelden. Woensdagvoormiddag legt de verdediging vervolgens conclusies neer, waarover het hof uitspraak moet doen in een tussenarrest. Nadien kunnen de advocaten van de verdediging beginnen aan hun pleidooien over de strafmaat. Delphine Paci, die Abdeslam verdedigt, zei op de zitting dat zei die pleidooien zal aanvangen, om het eerst te hebben over de 'technische' kwesties die gerezen zijn na het arrest over de schuldvraag. Voorzitster Massart zei overigens nog dat het assisenhof ook op vrijdag zal zetelen, anders dan de voorbije zeven procesmaanden. Wellicht zullen jury en hof zo ten laatste begin volgende week in beraadslaging gaan.
Het federaal parket kondigde aan dat zijn requisitoir een tiental uur in beslag zal nemen. De verdediging van Mohamed Abrini, Osama Krayem, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa hadden een halve dag nodig. De advocaten van Salah Abdeslam vroegen niet meer dan een uur, die van Sofien Ayari anderhalf uur. De verdediging van Ali El Haddad Asufi tot slot kon nog geen inschatting maken. Het is nog onduidelijk in welke precieze volgorde de verdediging zal pleiten, na de advocaten van Abdeslam.
-
Laatste zittingsdag voor jury in beraad gaat
Donderdagavond gaat de jury in beraad op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016, maar eerst krijgen de advocaten van de verdediging nog hun kans om replieken te geven. Ook is het afwachten wat de beschuldigden gaan zeggen in hun laatste woord.
Begin december begon, met enige vertraging, het assisenproces over de aanslagen in metrostation Maalbeek en de luchthaven van Zaventem. Vandaag/donderdag, op een dag na zeven maanden later, moet de jury als alles goed gaat in beraad gaan over de schuldvraag. De twaalf effectieve juryleden en hun vijftien plaatsvervangers vertrekken naar een onbekende locatie, samen met de voorzitster, de assessoren en twee plaatsvervangers, waar ze zich de hele duur van de beraadslaging volledig moeten afzonderen van de buitenwereld.
Verwacht wordt dat de beraadslaging enkele weken zal duren. Voorzitster Laurence Massart liet wel verstaan dat het de bedoeling is om in juli nog af te ronden. Vanaf 4 september zullen de debatten en de uitspraak over de strafmaat plaatsvinden.
-
Woensdag replieken van burgerlijke partijen
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 volgen morgen/woensdag de replieken van de burgerlijke partijen. De laatste rechte lijn richting de beraadslaging over de schuldvraag is nu echt ingezet. Dinsdag was er het laatste pleidooi van de advocaten van de verdediging, die van Ibrahim Farisi, waarna voorzitster Laurence Massart haar voorstel tot vragenlijst presenteerde, die 286 vragen telt.
Dinsdagnamiddag volgden de replieken van het openbaar ministerie, die woensdag gevolgd worden door de replieken van de burgerlijke partijen. De burgerlijke partijen die hun pleidooien coördineren, waaronder slachtoffercollectieven Life4Brussels en V-Europe, verwachten een halve dag nodig te hebben voor hun replieken. Daarbovenop komen nog wat replieken van andere advocaten. Verwacht wordt dat het een eerder korte zittingsdag wordt.
Donderdagochtend volgen de replieken van de verdediging. Daarna zijn er de laatste woorden van de beschuldigden, waarna de jury waarschijnlijk donderdagavond in beraad gaat. -
Emotioneel laatste pleidooi over Ibrahim Farisi en start van replieken
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 zijn dinsdag na een emotioneel pleidooi van de verdediging van Ibrahim Farisi de replieken gestart. De federale procureurs stonden vooral lang stil bij beschuldigde Salah Abdeslam. Dinsdagochtend namen Sophie Berger en Xavier Carrette het woord voor Ibrahim Farisi, die zijn broer hielp om het appartement leeg te maken waarin terroristen verbleven. Het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen hebben zijn vrijspraak gevraagd.
Farisi's advocaten vroegen de jury niet om een vrijspraak wegens twijfel, maar om een "vrijspraak tout court". "Dat is belangrijk voor hem", zei Berger, die verklaarde dat de "stempel" van terrorisme zwaar op hem weegt, "psychologisch én professioneel". Het pleidooi eindigde met een emotionele brief van Carrette aan Farisi.
Na de voorstelling van de 286 vragen waarover de jury zich zal moeten buigen, was het tijd voor de replieken, te beginnen met federaal procureurs Paule Somers en Bernard Michel. Voor ze de beschuldigden een voor een overliepen, argumenteerde Michel dat de aanslagen terrorisme zijn en geen oorlogsmisdaad - een antwoord op de verdediging van Bilal El Makhoukhi die een herkwalificatie naar oorlogsrecht vraagt.
De procureurs stonden vervolgens vooral lang stil bij de rol van Salah Abdeslam. Somers stelde onder meer dat het "onjuist" was dat zijn reizen naar Duitsland en Hongarije om terroristen van Parijs en Brussel op te halen buiten de infractionele periode vallen en daarom buiten beschouwing moeten gelaten worden. Abdeslam leverde op die manier namelijk essentiële hulp voor de aanslagen.
Somers kwam ook terug op de vraag tot herkwalificatie van de verdediging van Hervé Bayingana van deelname aan de activiteiten van een terreurgroep naar het verbergen van misdadigers. Ze verklaarde onder meer dat die tenlastelegging enkel geldt als de persoon volledig losstaat van de groep. "Maar Bayingana is Amine, hij hielp gewoon de terreurcel", aldus Somers. -
Procureur: aanslagen zijn terrorisme, geen oorlogsmisdaad
De aanslagen van 22 maart 2016 zijn geen oorlogsmisdaad, maar wel degelijk terrorisme. Dat zei federaal procureur Bernard Michel dinsdag tijdens zijn eerste repliek op de pleidooien van de verdediging. "Onze maatschappij wordt beschermd door de antiterreurwet, niet door het internationaal humanitair recht."
Het openbaar ministerie kwam zoals verwacht terug op de vraag tot herkwalificatie van de verdediging van Bilal El Makhoukhi, van moord en poging tot moord in een terroristische context naar opzettelijke doodslag en poging tot doodslag in het kader van het oorlogsrecht. Een van de argumenten van de verdediging was dat België als strijdende partij betrokken was bij het conflict in Syrië via de internationale coalitie tegen IS en daardoor ook repercussies riskeerde op zijn eigen territorium.
De vragen rond het oorlogsrecht zijn opgenomen in de vragenlijst voor de jury die voorzitster Laurence Massart dinsdag voorstelde. De procureurs vragen niet om die vragen weg te laten, maar vragen wel aan de jury om 'neen' te antwoorden op de vragen rond het oorlogsrecht en El Makhoukhi daarentegen schuldig te bevinden aan moord en poging tot moord in een terroristische context. -
Voorzitster stelt vragenlijst voor met bijna driehonderd vragen
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft voorzitster Laurence Massart dinsdag een lijst met exact 286 vragen voorgesteld waarover de jury vanaf donderdagavond zou moeten beraadslagen. Over de lijst wordt wel nog gedebatteerd. De vragenlijst die de voorzitter voorstelt, beslaat 338 pagina's. In totaal zijn er 286 vragen in het voorstel waarover de jury zou moeten beraadslagen. Dat betekent evenwel niet dat ze al die vragen moet beantwoorden, want een aantal vragen zijn subsidiaire vragen. Zo zou de jury kunnen oordelen dat Bilal El Makhoukhi zich schuldig maakte aan oorlogsmisdaden, áls ze hem niet schuldig acht aan moord in een terroristische context. De verdediging van El Makhoukhi had gevraagd om de subsidiaire vragen op te nemen.
De jury zou volgens het voorstel ook moeten oordelen of de aanslagen meer dan 32 dodelijke slachtoffers eisten. De burgerlijke partijen hadden gevraagd om subsidiare vragen op te nemen in de lijst over slachtoffers die enige tijd na de aanslagen waren overleden, waarbij er een causaal verband zou bestaan. Het gaat onder anderen om Shanti De Corte, de jonge vrouw die euthanasie kreeg wegens psychisch lijden. De verdediging van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa tot slot had gevraagd om subsidiaire vragen voor een herkwalificatie van deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie naar verbergen van misdadigers. Daarvan is geen spoor te vinden in de vragenlijst.
De voorzitster stelde dinsdagvormiddag, na de pleidooien van de verdediging, nog een update voor van de timing voor de rest van het proces. Na een debat dinsdagmiddag over de vragenlijst, en de replieken van het federaal parket, zou het woensdag aan de burgerlijke partijen zijn voor hun replieken, waarna donderdag de verdediging volgt, en de beschuldigden het laatste woord krijgen. Bedoeling is om tegen donderdagavond in beraadslaging te gaan. -
Laatste rechte lijn ingezet voor beraadslaging
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 is het dinsdagvoormiddag aan de advocaten van beschuldigde Ibrahim Farisi, die daarmee de pleidooien van de verdediging afsluiten. In de namiddag wil de voorzitster van het hof, Laurence Massart, de vragenlijst bespreken waarover de jury zich moet buigen tijdens de beraadslaging, waarna de replieken op de pleidooien van start kunnen gaan.
Ibrahim Farisi hielp zijn broer Smail met het leeghalen van de studio in de Kazernenlaan in Etterbeek na de terreuraanslagen van 22 maart 2016. De beschuldigde heeft altijd volgehouden dat hij niet wist wie er verbleven had. Cruciaal is een familiebijeenkomst waar volgens een ex-vriendin van Smail Farisi de kwestie vlak na de aanslagen besproken werd, maar het is onzeker of Ibrahim Farisi daaraan deelnam en zelfs of die bijeenkomst daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het parket, dat voor de kamer van inbeschuldigingstelling geen doorverwijzing had gevraagd naar assisen, vroeg al de vrijspraak voor Ibrahim Farisi.
Met het afsluiten van de pleidooien is het proces in zijn eindfase aanbeland. Voorzitster Massart kondigde al aan dat ze dinsdagmiddag de vragenlijst wil bespreken waarover de jury moet beraadslagen en dat ze diezelfde namiddag nog wil starten met de replieken. Maar bij de burgerlijke partijen valt te horen dat de bespreking van die vragenlijst wel wat voeten in de aarde zal hebben. Verschillende advocaten van de verdediging vroegen al om subsidiaire vragen op te nemen. Zo wil de verdediging van beschuldigde Bilal El Makhoukhi een herkwalificatie naar oorlogsmisdaden.
Voor de replieken van parket, burgerlijke partijen en verdediging zijn drie dagen uitgetrokken, tot en met donderdag. Daarna krijgen de beschuldigden het laatste woord, alvorens de jury op een onbekende locatie in beraadslaging gaat over de schuldvraag. Een uitspraak wordt in de loop van juli verwacht.
-
Lauvaux: "Smail Farisi is de beschuldigde te veel, een justitiële dwaling"
Advocaat Fabian Lauvaux, die beschuldigde Smail Farisi verdedigt, heeft maandagmiddag aangevoerd dat er niet één element is dat bewijst dat hij schuldig is aan deelname aan de activiteiten van een terreurgroep. Hij beklaagde zich erover dat de verklaringen van Osama Krayem, die belastend waren voor vele beschuldigden maar niet voor Farisi, slechts ongeloofwaardig worden bevonden als het gaat om zijn cliënt.
De verdediging van Smail Farisi presenteert maandag een pleidooi in drie delen. In de voormiddag waren advocaten Cassandra Steegmans en Michel Degrève aan het woord, in de namiddag Lauvaux. Die presenteerde zeven elementen die volgens hem van doorslaggevend belang zijn om zijn cliënt vrij te spreken.
Een daarvan zijn de verklaringen van andere beschuldigden. Hij verwees vooral naar de verklaringen van Krayem, "de beschuldigde van wie kan gezegd worden dat hij het best meewerkte aan het onderzoek". Hij somde vervolgens een lange lijst verklaringen op van Krayem die belastend waren voor andere beschuldigden, onder wie Salah Abdeslam, waarna hij Krayem citeerde toen die verklaarde dat Farisi niets te maken had met de terreurcel. Krayem, die het grootste deel van het proces wegbleef uit de beschuldigdenbox maar sinds vorige week wél dagelijks blijft zitten, bleef stoïcijns, met opgeheven hoofd voor zich uit staren, terwijl andere beschuldigden blikken uitwisselden. Lauvaux zei dat de verklaringen van Krayem "geloofwaardig zijn, ook als het Smail Farisi aanbelangt".
Lauvaux spaarde in zijn pleidooi andere beschuldigden niet. Hij zei dat zijn cliënt een leeg strafblad heeft, terwijl hij omringd wordt door "wolven", die de beschuldigden in de box volgens hem zijn. Hij zei dat ze weigerden om door hun knieën te gaan bij naaktfouilles om aan te tonen dat ze geen ontstekers verbergden, "maar zich wel willen opblazen" bij terreuraanslagen. "Smail Farisi is de beschuldigde te veel, een justitiële dwaling. De repressie tegen hem moet stoppen."
-
OM vraagt acht beschuldigden te veroordelen als mededader moord
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het openbaar ministerie gevraagd om acht van de tien beschuldigden te veroordelen als mededader van terroristische moord en poging tot moord. Smail Farisi is volgens het OM enkel schuldig aan deelname aan een terroristische groep, terwijl het parket vroeg om zijn broer Ibrahim Farisi vrij te spreken.
Federale procureurs Paule Somers en Bernard Michel sloten dinsdagmiddag hun vijf (korte) procesdagen durende requisitoir af met de broers-Farisi. Smail Farisi werd door de kamer van inbeschuldigingstelling doorverwezen als medeplichtige van terroristische moord en poging tot moord, maar het parket vroeg om hem enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Volgens het OM wist hij dat de mensen die in zijn appartement verbleven deel uitmaakten van een terreurgroep, maar wist hij niet dat een aanslag imminent was. Zijn broer Ibrahim Farisi wist volgens het OM niet wie er in het appartement van zijn broer had gelogeerd dat hij had helpen leegmaken.
De vorderingen voor de acht andere beschuldigden liggen in de lijn van de verwachtingen: ze werden allen door de KI doorverwezen voor deelname aan terroristische activiteiten en moord en poging tot moord in een terroristische context.
Volgens het OM boden Oussama Atar, Mohamed Abrini, Osama Krayem, Salah Abdeslam, Sofien Ayari, Ali El Haddad Asufi, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa op hun manier op hun manier en met kennis van zaken essentiële hulp bij de aanslagen. Daarom vragen ze om hen te veroordelen als mededader van terroristische moord en moordpoging en niet als medeplichtige, wat hen een hogere straf kan opleveren. Bij elk requisitoir hamerden de procureurs op arresten van het Hof van Cassatie die stellen dat een mededader niet van elk detail van het plan op de hoogte moet zijn maar enkel het "doel en de aard" moeten kennen.
Het OM vraagt ook om de acht te veroordelen voor 36 moorden en geen 32. Voor vier slachtoffers, die in de maanden en jaren na de aanslagen overleden, vraagt het een herkwalificatie van poging tot moord naar moord.
Negen beschuldigden namen volgens het OM ook deel aan de activiteiten van een terroristische groep. Voor Oussama Atar, die waarschijnlijk omkwam in Syrië en bij verstek terechtstaat, vragen de procureurs een veroordeling als leider van een terreurgroep. Hij zou vanuit Syrië de aanslagen hebben gecoördineerd.
Mohamed Abrini en Osama Krayem zijn volgens het parket mededader aan moord en moordpoging in een terroristische context hoewel ze hun bom niet hebben laten ontploffen. Zo kocht Krayem mee materiaal aan voor de explosieven, hielp hij bij de productie ervan en sloot hij de bom van kamikaze Khalid El Bakraoui aan. "Hij heeft de bom van Khalid El Bakraoui aangesloten, hij wist waarvoor die ging dienen", zei Paule Somers in haar requisitoir. "Zonder hem was de bom in Maalbeek nooit ontploft." Abrini nam volgens het OM dan weer actief deel aan de productie van de bommen en was volgens de procureurs gemotiveerd op de dag van de aanslagen. Dat hij zijn karretje in de vertrekhal achterliet, getuigt volgens Bernard Michel niet van de moed om aan zijn missie te verzaken, wel van de lafheid om daar eerder van af te zien.
Sofien Ayari en Salah Abdeslam, die op 22 maart al in de cel zaten na de dodelijke politie-inval in de Driesstraat in Vorst, boden volgens het OM dan weer essentiële hulp door na hun arrestatie op 18 maart te zwijgen. Zo stelden ze een "actieve daad", zei Michel. Beiden waren ze volgens het OM wel degelijk op de hoogte van de plannen van de terreurgroep om een aanslag te plegen zelfs al was het op 15 maart nog niet duidelijk waar de aanslagen zouden plaatsvinden en waren ze waardige leden van de cel, die in verschillende safehouses verbleven.
Ali El Haddad Asufi was volgens de procureurs dan weer een belangrijk lid van de terreurgroep dat veel vertrouwen kreeg. Hij bood praktische hulp aan Ibrahim El Bakraoui en zocht wapens voor de cel. "Hij heeft niet geholpen met de vervaardiging van de TATP, maar heeft wel gezien dat die werd gemaakt", zei Michel. "Hij heeft daden gepleegd die essentieel zijn voor de voorbereiding van de aanslagen."
Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa tot slot beschouwen de procureurs eveneens als vertrouwenspersonen van de cel. El Makhoukhi werd omschreven als "secretatis, conciërge en bewaker" van de terreurcel, de belangrijkste van de leden die niet gepland waren om te sterven. Bayingana Muhirwa voorzag de cel met zijn appartement, waar hij Abrini en Krayem na de aanslagen opving, dan weer een plan B voor de cel voor als de zaken misliepen. Bovendien hielp hij volgens de procureurs El Makhoukhi met het verstoppen van de wapens van de cel. -
OM vraagt om Smail Farisi enkel te veroordelen voor deelname aan activiteiten terreurgroep
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het openbaar ministerie gevraagd om Smail Farisi enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. De kamer van inbeschuldigingstelling had hem ook doorverwezen als medeplichtige van moord en poging tot moord, maar daarvoor ziet het parket onvoldoende bewijzen. -
"Bilal El Makhoukhi is mededader terroristische moord"
Het federaal parket heeft maandag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 gevraagd om Bilal El Makhoukhi te veroordelen als dader van moord en poging tot moord in een terroristische context. In zijn requisitoir zei procureur Bernard Michel dat El Makhoukhi essentiële hulp geboden heeft bij de uitvoering van de aanslagen.
Volgens het OM heeft El Makhoukhi, die volgens het OM ook veroordeeld moet worden voor lidmaatschap aan een terroristische organisatie, met zijn hulp de groep aangemoedigd om over te gaan tot de daad. Hij haalde op 21 maart de wapens van de cel op in de Max Roosstraat en werd de contactpersoon van Oussama Atar, om de wapens en het geld van de groep op een later moment door te geven aan andere terroristen die een aanslag wilden plegen.
"Hij heeft bij de daders de intentie versterkt om tot het einde te gaan", aldus Michel. "Hij heeft de TATP geroken, de reistassen gezien in de hal en heeft er bewust voor gekozen om niet meer te weten te komen. Door de wapens op te halen wist hij dat de stad verscheurd zou worden door gewelddadige daden, en hij kiest ervoor om op restaurant te gaan." -
OM vraagt Salah Abdeslam te veroordelen als mededader aan terroristische moord
Het openbaar ministerie heeft woensdag tijdens zijn requisitoir op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 gevraagd om Salah Abdeslam te veroordelen als mededader aan moord en poging tot moord in een terroristische context. Volgens het OM heeft Abdeslam met kennis van zaken essentiële hulp geboden bij de aanslagen van Brussels Airport en Maalbeek.
Procureur Paule Somers vroeg ook om Abdeslam te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Volgens haar is het bewezen dat Abdeslam zich bewust aansloot bij de groep van Brussel. Ze spreekt daarmee het argument van de verdediging tegen dat Abdeslam zich na de aanslagen van Parijs enkel maar verstopte in de safehouses om erna naar het buitenland te vluchten.
Ook was de beschuldigde volgens het OM zeker op de hoogte van de plannen om een aanslag te plegen. Zelfs al wist hij niet in detail wat er ging gebeuren en wanneer, hij wist dat er een plan was om toe te slaan. Zo werd er volgens Mohamed Abrini in de Driesstraat openlijk gesproken over de plannen en heeft Abdeslam volgens Osama Krayem geholpen met het schoonmaken van kogels. Op 15 maart, toen Abdeslam na de schietpartij in Vorst wegvluchtte, beschikte de cel al over heel wat materiaal om aanslagen te plegen, aldus Somers ook.
Abdeslam is volgens het OM mededader aan terroristische moord en poging tot moord omdat hij essentiële hulp bood bij de uitvoering van de aanslagen. Zo bracht hij essentiële personen (Sofien Ayari, Osama Krayem, Mohamed Belkaid en Najim Laachraoui) naar België en gaf hij na zijn arrestatie op 18 maart 2016 geen enkele informatie vrij over de terreurcel. "Is dat gegeven woord aan IS om de cel te beschermen geen voorbeeld van essentiële hulp?", vroeg Somers aan de jury. -
Abdeslam vervoegde "tweede terreurcel" na reflectieperiode, zegt OM
Na de aanslagen van 13 november 2015 heeft beschuldigde Salah Abdeslam een reflectieperiode in acht genomen, waarna hij besliste om een tweede terreurcel te vervoegen, die was voorzien om opnieuw toe te slaan. Die these schoof federaal procureur Paule Somers donderdag naar voren in haar requisitoir op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.
Somers begon haar requisitoir bij de aanslagen in Parijs, waarna Abdeslam terugkeerde naar België, nadat zijn bommengordel het had laten afweten, zei ze. Abdeslam trok onmiddellijk in het safehouse in de Henri Bergéstraat in Schaarbeek in.
Somers zei dat er nadien een "overgangsperiode" volgde, een "periode van reflectie". Ze citeerde uit een verhoor van Mohamed Abrini, die verklaarde dat Abdeslam enkele dagen niet goed was na zijn terugkeer uit Parijs. Het parket koos er daarom ook voor om de infractionele periode van deze zaak niet onmiddellijk na de aanslagen in Parijs te laten ingaan, legde ze uit. De procureur zei dat Abdeslam toen moet nagedacht hebben of hij ermee wou doorgaan of niet.
De procureur zei vervolgens dat ze er weinig geloof aan hechtte dat hij er uiteindelijk voor koos om naar Syrië te ontsnappen, "zoals hij met enige arrogantie poneerde". Somers zei dat hij louter de verdediging kopieerde van Abrini en Sofien Ayari. "Hij sprak zelfs van terugkeren naar Syrië, terwijl hijzelf er nooit geweest was", zei ze. De procureur haalde een document aan dat gericht was aan Oussama Atar, de vermoedelijke leider van de cel in Syrië, waarin hij zijn engagement bevestigde.
"Abdeslam wou het voorbeeld van zijn broer volgen. In Parijs functioneerde zijn bommengordel niet. De mannen die hij vervoegde hadden de aanslagen in Parijs georganiseerd en konden nu zijn jihadistische ambities helpen realiseren. Zo vervoegde hij de tweede terreurcel die in Brussel zou toeslaan", aldus Somers.
-
Taxichauffeur herinnert zich ogen Abrini, ex-collega getuigt over humor El Haddad Asufi
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 hebben dinsdag een ex-collega van beschuldigde Ali El Haddad Asufi en de taxichauffeur die de drie terroristen naar Zaventem bracht getuigd. De taxichauffeur duidde beschuldigde Mohamed Abrini resoluut aan als de 'man met het hoedje' en zei ook dat die instemde met wat kamikaze Ibrahim El Bakraoui vertelde in de taxi.
De taxichauffeur zei onder meer dat Ibrahim El Bakraoui het woord voerde en zich beklaagde over de fouten waaraan de Amerikanen zich volgens hem bezondigden. Degene die achter hem zat en een hoedje droeg, ging volgens de chauffeur akkoord met wat hij vertelde. Hij herinnerde zich dat hij hem in de achteruitkijkspiegel zag knikken, "maar het kan ook dat hij iets gezegd heeft".
Voorzitster Laurence Massart vroeg ook of de man Abrini in de beschuldigdenbox herkende als de man met het hoedje. Hoewel hij eerst verklaard had dat Abrini zijn gezicht verborgen hield in de taxi, gaf hij aan hem te herkennen aan zijn ogen. "Sommige blikken vergeet je nooit."
De dag begon met de getuigenis van Liridonn N., een ex-collega van El Haddad Asufi bij vliegtuigcateraar LSG Sky Chefs. Hij noemde de beschuldigde een man met veel humor. Ook in WhatsApp-berichten net voor de aanslagen kwam die humor volgens N. terug, waarin onder meer gesproken werd over Salah Abdeslam. De twee stuurden elkaar regelmatig ironische berichten, zei N., er was geen enkele link met de aanslagen.
De man gaf ook aan dat hij en zijn ex-collega's het er soms over hadden dat niet alle vrachtwagens gecontroleerd werden. Jonathan De Taye, de advocaat van El Haddad Asufi, noemde dat deel van de getuigenis erg belangrijk. Hij leek zo te verwijzen naar het argument dat El Haddad Asufi, indien hij wilde, had kunnen helpen bij bijvoorbeeld een vliegtuigkaping. -
Taxichauffeur die terroristen naar Zaventem bracht: "Sommige blikken vergeet je nooit"
De taxichauffeur die de terroristen naar Brussels Airport bracht op 22 maart 2016 heeft dinsdag verklaard dat beschuldigde Mohamed Abrini instemde met wat kamikaze Ibrahim El Bakraoui vertelde in de taxi. Hij duidde Abrini ook resoluut als de 'man met het hoedje', ook al had die zijn gezicht verborgen gehouden in de taxi. "Sommige blikken vergeet je nooit", klonk het.
De taxichauffeur getuigde op het proces over de aanslagen dat de drie terroristen hem niet toelieten om hun zakken in de taxi te laden en dat ze een doordringende chemische geur hadden, die hij nog ruikt. Hij getuigde ook hoe Ibrahim El Bakraoui, "diegene met een paar kilo's meer", in de taxi het woord voerde. De latere kamikaze beklaagde zich over al het foute waar de Amerikanen zich volgens hem aan bezondigden. De taxichauffeur getuigde dat degene die achter hem zat, en die een hoedje droeg, akkoord ging met wat hij vertelde. Hij herinnerde zich dat hij hem in de achteruitkijkspiegel zag knikken, "maar het kan ook dat hij iets gezegd heeft".
Volgens de verdediging van Abrini hield die zich gedurende de taxirit, maar ook erna in de luchthaven, de hele tijd afzijdig en was hij zelfs een blok aan het been voor de andere twee. De getuigenis van de taxichauffeur lijkt dat te nuanceren.
Een opvallend moment was toen voorzitster Laurence Massart aan de taxichauffeur vroeg of hij Abrini in de beschuldigdenbox herkende als de 'man met het hoedje'. De man rolde een paar keer langzaam met zijn ogen naar en van de beschuldigdenbox en antwoordde stellig dat het "zijn ogen" waren. De eerste bijzitter vroeg nog hoe hij wist dat het Abrini was, omdat hij eerder had verklaard dat die zijn gezicht verborgen hield. "Zijn gezicht wel, zijn ogen niet. Sommige blikken vergeet je nooit", antwoordde de taxichauffeur. -
Inlichtingendiensten getuigen vandaag op het proces
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 hoort het hof vandaag onder anderen verantwoordelijken van de Staatsveiligheid en van de BIM-commissie, de commissie die toeziet op de bijzondere inlichtingenmethoden. De onderschepte gesprekken van verschillende beschuldigden in de gevangenis komen daarbij ongetwijfeld aan bod.
De getuigenissen van de instanties waren aanvankelijk gepland eind februari, net na de voorstelling van het onderzoek naar de aanslagen door de onderzoeksrechters en speurders. Die voorstelling liep echter uit, waardoor een nieuwe datum werd gezocht. Naast de Staatsveiligheid en de BIM-commissie komen ook verantwoordelijken van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) en de militaire inlichtingendienst ADIV maandag getuigen.
De onderschepte gesprekken van verschillende beschuldigden in de gevangenis deden al veel stof opwaaien op het proces. Het gaat om gesprekken tussen beschuldigde Mohamed Abrini en Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag in het Joods Museum, en tussen Abrini en beschuldigde Bilal El Makhoukhi. De gesprekken bevestigden dat ene Abu Imrane, de strijdnaam van El Makhoukhi, wapens moest verstoppen die moesten dienen voor een nieuwe aanslag. El Makhoukhi heeft pas in juni vorig jaar bevestigd dat hij de wapens inderdaad verborgen heeft (zonder te zeggen waar). De verdediging beklaagde zich erover dat ze dateren uit 2016, maar pas in 2019 aan het dossier werden toegevoegd. Het parket voerde aan dat dit, met de spoorloze wapens voor ogen, in het belang was van de inlichtingenoperatie.
In de namiddag volgen getuigenissen gelinkt aan de verhuur van het appartement in de Kazernenlaan in Etterbeek, dat beschuldigde Smail Farisi onderverhuurde aan kamikaze Ibrahim El Bakraoui. Zijn broer Khalid El Bakraoui vertrok op 22 maart samen met beschuldigde Osama Krayem in dat appartement met een rugzak met een bom richting metrostation Petillon. Krayem maakte rechtsomkeer, El Bakraoui liet zijn bom uiteindelijk ontploffen in Maalbeek. -
Familie El Bakraoui's komt niet getuigen
De familie van kamikazes Khalid en Ibrahim El Bakraoui komt donderdagvoormiddag toch niet getuigen op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Dat heeft assisenvoorzitster Laurence Massart meegedeeld.
De zitting donderdag stond normaal gesproken in het teken van de getuigenissen van de families over de levensloop van de kamikazes. Maar alvast de familie van de broers-El Bakraoui heeft dus geweigerd om te verschijnen. Voorzitster Laurence Massart stelde dat ze het jammer vindt dat de familie twijfelt om te komen, "omdat de familieleden hier niet als beschuldigden ondervraagd worden".
Donderdagnamiddag komt normaal gezien de familie van Najim Laachraoui, de derde kamikaze, aan bod. Of die wel zullen komen getuigen, is nog niet helemaal duidelijk.
De rest van de voormiddagzitting zal gewijd worden aan de voorlezing van de verhoren van Adel Haddadi, die veroordeeld werd in verband met de aanslagen in Parijs. Daarna volgen mogelijk ook nog de verhoren van Muhammad Usman, die ook veroordeeld werd in verband met de aanslagen in Parijs. -
Geen alcohol en drugs in bloed van kamikazes
In het bloed van de kamikazes van de aanslagen van 22 maart 2016 is geen drugs of alcohol gevonden. Dat bleek uit het toxicologisch onderzoek door het labo van Jan Tytgat (KU Leuven). Zijn analyses ondersteunen ook de bevindingen van de onderzoekers dat de bommen voor de aanslagen in de Max Roosstraat geproduceerd werden.
Tytgat en zijn team onderzochten de overblijfselen van de drie kamikazes en van twee slachtoffers van de aanslagen. Daaruit bleek dat Ibrahim El Bakraoui, Najim Laachraoui en Khalid El Bakraoui geen alcohol of drugs in hun bloed hadden.
Het toxicologisch onderzoek bevestigde ook de bevindingen van de onderzoekers, dat de TATP voor de bommen gemaakt werd in de Max Roosstraat. Zo bleek dat Ibrahim El Bakraoui en Najim Laachraoui, die woonden in het appartement, voor hun dood chemische stoffen ingeademd hadden zoals acetonperoxide, die gebruikt worden voor het vervaardigen van TATP. Khalid El Bakraoui, die niet in het appartement woonde, had zo geen producten in zijn longen.
"Ademen mensen die in een appartement wonen waar TATP gemaakt wordt, zonder het mee te produceren, die stoffen ook in?", wilde voorzitster Laurence Massart nog weten. Tytgat antwoordde positief, al hangt veel af van de omstandigheden. Zo komt er rook terecht in het appartement als de producten tijdens het productieproces verwarmd worden. Een bijzitter vroeg ook of er gezondheidrisico's verbonden zijn aan het inademen van de stoffen: "Op lange termijn weten we het niet, omdat er geen gegevens beschikbaar zijn. Op korte termijn kunnen de stoffen een verdovend effect hebben, zoals medicatie."
-
DNA Abrini op handboeien in Max Roosstraat, hoewel hij die "nooit gezien" had
Het DNA van Mohamed Abrini is aangetroffen op de handboeien die in de Max Roosstraat in Schaarbeek werden gevonden. Dat bleek maandag uit de voorstelling van de DNA-analyses op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Vorige week gaf Abrini tijdens zijn ondervraging nog aan dat hij die handboeien "nooit gezien" had.
Federaal procureur Paule Somers vroeg Abrini vorige week of die ook de handboeien had gezien in het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek. De handboeien moesten mogelijk dienen voor een kidnapping, waarover gesproken werd in een audioboodschap die de terreurcel naar Syrië stuurde. Abrini houdt vol dat hij - net als de anderen in de beschuldigdenbox - niet wist van de precieze plannen waar de cel op broedde. "Nooit gezien", antwoordde Abrini vorige donderdag.
Een DNA-analyse die de gerechtelijk deskundigen van het NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie) maandag voorstelden, wijst op een "sterke probabiliteit" dat Abrini's DNA wel aanwezig was op de handboeien die in de living van het appartement lagen. Professor Dieter Deforce (UGent), die een tegenexpertise uitvoerde, zei daarentegen dat hij die match niet opnam in zijn rapportage, "omdat de eerlijkheid het gebiedt". Maar hij voegde eraan toe dat hij "voorzichtig" was geweest. Hij zei dat het DNA-materiaal aangetast was en dat hij op basis van de gegevens van het NICC mogelijk ook bij een sterke probabiliteit zou uitkomen. Later verduidelijkte Deforce, op vragen van de voorzitster en het parket, dat hij voor de tegenexpertise moest werken met wat overbleef van het DNA-materiaal. -
Voorzitster legt DNA-experts hypothese Bayingana Muhirwa voor over oorstokje
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het maandagvoormiddag uitgebreid gegaan over een oorstokje dat gevonden is in het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek, met daarop DNA van beschuldigden Mohamed Abrini én Hervé Bayingana Muhirwa. Bayingana Muhirwa heeft altijd volgehouden dat hij nooit in het safehouse geweest, maar DNA-experts achtten desondanks een hypothese die hij opwierp over het oorstokje weinig plausibel.
De jury kreeg maandagvoormiddag een snelcursus DNA-analyse. Vervolgens werden de DNA-sporen besproken die van verschillende beschuldigden of zelfmoordterroristen aangetroffen werden in de woning van Bayingana Muhirwa, die onderdak verschafte aan Abrini en beschuldigde Osama Krayem. Daarna ging het over de DNA-sporen in de Max Roosstraat.
Nieuwe elementen leverde dat niet op, maar er werd wel uitgebreid stilgestaan bij een oorstokje dat in de Max Roosstraat werd gevonden, met aan weerszijden DNA van zowel Abrini als Bayingana Muhirwa. Zo wou een bijzitster weten of het DNA van oorsmeer of van iets anders afkomstig was, maar de DNA-experts moesten het antwoord schuldig blijven.
Uiteindelijk legde voorzitster Laurence Massart de DNA-experts de hypothese voor van Bayingana Muhirwa, die volhoudt dat hij nooit in de Max Roosstraat geweest is. Bayingana Muhirwa zegt dat Abrini oortjes van hem had geleend en dat op die manier mogelijk zijn DNA indirect op het oorstokje is terechtgekomen.
Maar DNA-experts achtten de verklaring weinig plausibel, hoewel ze die niet volledig konden uitsluiten. Een DNA-expert stelde dat het mogelijk was, maar het om een grote hoeveelheid DNA had moeten gaan. Een andere expert beaamde dat zo'n indirecte overdracht zeldzaam is, temeer omdat het een volledig DNA-profiel is dat teruggevonden werd. De expert zei ook dat in dat geval het DNA van beiden op de oortjes gevonden moest worden - tenminste bij niet al te intensief gebruik - en dat was niet zo. -
Abdeslam: 'Geen vragen gesteld bij wapens en vele laders in safehouse Vorst"
Beschuldigde Salah Abdeslam heeft zich nooit vragen gesteld bij de wapens en vele laders die in het safehouse in de Driesstraat in Vorst lagen. Dat antwoordde hij donderdagvoormiddag op vragen van federaal procureur Paule Somers op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.
Het parket wou van Abdeslam weten waarvoor de wapens en vele laders moesten dienen in de Driesstraat. "Ik weet het niet", antwoordde Abdeslam. Hij voegde eraan toe dat hij "toevallig" in het safehouse is terechtgekomen. "Ik was geen logistieke hulp." "Heeft u zich daar dan nooit vragen bij gesteld?", wou Somers vervolgens weten. "Nee", antwoordde Abdeslam, waarna die stil bleef. Uiteindelijk zei Abdeslam dat hij al veroordeeld is voor de schietpartij in Vorst, waarbij zijn kompaan Mohamed Belkaid omkwam nadat die de politie had beschoten. "Je hebt gezien wat met Belkaid is gebeurd. Ik had de wapens goed kunnen gebruiken, maar ben gevlucht."
"Ik moet dan begrijpen dat het safehouse een opslagplaats was voor wapens?", probeerde Somers nog. "Ik weet niet waarvoor ze dienden", riposteerde Abdeslam. "Ik gebruikte het safehouse alleen om me te verbergen." Eerder had Abdeslam verklaard dat bestanden die in een mapje 'Salah' stonden op de laptop die in de Driesstraat werd gevonden, en die gevoelige inhoud bevatte, afkomstig waren van een USB-stick die de omgekomen terrorist Najim Laachraoui hem had bezorgd.
Een ander opvallend moment was toen beschuldigde Sofien Ayari de vraag kreeg wat hij vond van de IS-video waarin een Jordaanse piloot levend verbrand werd. Ayari had woensdag openhartig gepraat over zijn beweegredenen, waarbij zijn ervaringen in het Syrische Raqqa, met de bombardementen van de internationale coalitie die wreedheden aanrichtten bij burgers, een kantelpunt waren. "Wat heeft die video met mij te maken?", beet Ayari het parket toe. "Ik praatte over mijn persoonlijke ervaringen. Ik praat niet over video's."
-
Donderdag laatste dag om vragen te stellen aan beschuldigden
Het assisenproces rond de aanslagen van 22 maart 2016 staat ook donderdag in het teken van vragen voor de beschuldigden. Zowel het Openbaar Ministerie als de advocaten van de burgerlijke partijen en de beschuldigden krijgen de kans om vragen af te vuren.De voorbije twee weken stonden al in het teken van het kruisverhoor van de beschuldigden. Op Osama Krayem na hebben die allemaal uitgebreid geantwoord op de vragen van voorzitter Laurence Massart en haar bijzitters. Heel wat beschuldigden betuigden hun spijt over wat is gebeurd, maar rechtvaardigden hun acties "vanwege de bombardementen in Syrië en Irak en het optreden van de internationale coalitie".Aan het einde van de zittingsdag kregen de juryleden de kans om vragen te stellen aan de beschuldigden. Die toonden zich erg ijverig en hadden een karrenvracht aan vragen voorbereid. De beschuldigden namen uitgebreid de tijd om op de vragen te antwoorden, maar grote onthullingen kwamen niet aan het licht. Mohamed Abrini liet wel optekenen "dat er meer aanslagen hadden plaatsgevonden als Salah Abdeslam niet was gearresteerd".Na een lange zittingsdag verklaarde voorzitter Laurence Massart nog dat de verhoren van Osama Krayem, die weigerde deel te nemen aan het kruisverhoor, niet voorgelezen zullen worden, maar dat zijn advocaten nog wel het recht behouden op hun pleidooien.Donderdag krijgen ook het Openbaar Ministerie, de burgerlijke partijen en de advocaten van de beschuldigden nog de kans om hun vragen te stellen. Volgende week gaat het proces dan een nieuwe fase in en komen onder meer experten van het NICC, wetsdokters en DNA-deskundigen getuigen. -
AVONDSYNTHESE. Beschuldigden tonen berouw, "maar feiten moeten in de context geplaatst worden"
Op het assisenproces rond de aanslagen in ons land hebben woensdag heel wat beschuldigden berouw getoond. Tegelijk benadrukten ze wel "dat de feiten in de context geplaatst moeten worden".In de voormiddag hadden onder meer Salah Abdeslam, Mohamed Abrini, Sofien Ayari en Bilal El Makhoukhi zich verscholen achter de bombardementen in Syrië om hun aandeel bij de aanslagen te rechtvaardigen. Hervé Bayingana Muhirwa verklaarde dan weer waarom hij Mohamed Abrini en Osama Krayem onderdak had verleend in zijn flat in de Tivolistraat.Na het middagreces werd gestart met het kruisverhoor van de broers Smail en Ibrahim Farisi, dat niet veel duidelijkheid bracht. Zo herinnerde Smail zich niet juist wanneer en waar hij zijn broer had gevraagd om te helpen het appartement in de Kazernenlaan op te ruimen. Ibrahim bleef dan weer bij zijn verklaring dat hij pas op 9 april 2016 wist dat het appartement werd onderverhuurd aan kamikazes.Tot slot van het kruisverhoor kregen alle beschuldigden de vraag hoe ze nu terugkijken op de feiten en hoe ze hun toekomst zien. Abrini stelde zich daarbij nederig op en verklaarde dat hij de situatie en zijn straf moet aanvaarden. Abdeslam onderstreepte dan weer dat de feiten in de context moeten bekeken worden, maar wilde niet verder uitwijden. Ayari herhaalde het haatgevoel dat hij in Syrië had gevoeld, terwijl El Makhoukhi toegaf dat hij pas besefte hoe wreed te feiten waren na het zien van de slachtoffers.Nadien kreeg de jury de kans om vragen te stellen aan de beschuldigden. Het ging daarbij vaak om kleinere detailvragen, die weinig nieuwe informatie opleverden. Mohamed Abrini verklaarde wel dat "als Abdeslam niet was opgepakt, er veel meer aanslagen hadden plaatsgevonden".Donderdag krijgen het Openbaar Ministerie en de advocaten van verdediging en burgerlijke partijen nog de kans om vragen te stellen aan de beschuldigden. -
El Makhoukhi: "Slachtoffers waren cijfers, hen hier zien deed me wreedheid realiseren"
"De slachtoffers waren niet meer dan cijfers voor mij. Door hen hier te zien, realiseerde ik me hoe wreed de feiten waren." Dat antwoordde beschuldigde Bilal El Makhoukhi woensdagnamiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Hij voegde er wel meteen aan toe dat de "wreedheid het resultaat is van andere, wredere daden - in aantal, niet in de feiten".
Voorzitter Laurence Massart stelde alle beschuldigden woensdag twee vragen. Hoe ze vandaag aankijken tegen de feiten en hoe ze hun toekomst zien."Eerlijk, de slachtoffers waren niet meer dan cijfers voor mij. Door hen hier te zien, realiseerde ik me hoe wreed de feiten waren. Maar de wreedheid was het resultaat van andere, wredere daden - in aantal, niet in de feiten", zei El Makhoukhi, waarmee hij doelde op de bombardementen van de internationale coalitie tegen terreurgroep IS."Voor ik de getuigenissen hoorde, dacht ik niet aan de slachtoffers. Het waren gewoon cijfers. Hier hoorde ik wat ze meemaakten. Kinderen die hun moeder verloren, hun vader. Kinderen die gewond raakten in Zaventem. Het zet aan tot denken. Ik kan niet fier zijn dat ik hier in de beschuldigdenbox zit. Ik hoop dat het niet meer gebeurt", zei El Makhoukhi, die de wapens van de terreurcel hielp verbergen.Hoe hij zijn toekomst ziet? "Ik wil mijn verantwoordelijkheid opnemen, want die heb ik. Meer weet ik niet", zei El Makhoukhi.Beschuldigde Ali El Haddad Asufi, die ervan beschuldigd wordt dat hij een logistieke rol speelde, zei dan weer dat het voor hem "complex" is om terug te blikken op de feiten. "Ik nam niet deel aan de feiten, maar bevind me wel in twee assisenboxen", zei hij, verwijzend naar de assisenprocessen in Parijs en Brussel. Hij zei ook dat hij het steeds moeilijk heeft met de blikken die hij toegeworpen krijgt van slachtoffers. "Ik hoop dat ze begrijpen dat ik niet deelnam", zei El Haddad Asufi. In de toekomst hoopt hij een gezin te stichten en een normaal leven op te pikken.Beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa, waarbij beschuldigden Osama Krayem en Mohamed Abrini onderdak vonden, veroordeelde de aanslagen. Hij zei ook dat hij het "heel triest" vond wat de slachtoffers is overkomen. Naar eigen zeggen vraagt hij zich nog steeds af hoe hij in de zaak verwikkeld is geraakt, van zijn bekering tot de islam tot de foute vrienden die hij daardoor ontmoette. Hij zei dat hij enkel vrienden wou helpen, en dat dat de reden is waarom hij in de beschuldigdenbox zit. Hij heeft "nooit doelwitten of aanslagen" in gedachten gehad. Bayingana Muhirwa zei ook dat hij een psycholoog ziet om aan zichzelf te werken. Hij hoopt "op een leven erna".Tot slot beantwoordden de broers-Farisi nog de twee vragen. Smail Farisi verhuurde zijn appartement onder aan kamikaze Ibrahim El Bakraoui, zijn jongere broer Ibrahim Farisi hielp hem om het appartement leeg te maken na 22 maart. "De feiten zijn absurd. Ik heb geen woorden om ze te beschrijven", zei beschuldigde Smail Farisi, waarna een lange, bevreemdende stilte viel. Voorzitster Laurence Massart zei uiteindelijk dat hij gerust de zaal mocht verlaten als hij verse lucht nodig had. Ibrahim Farisi zei dat hij de feiten niet goedkeurde, dat hij de IS-ideologie niet deelde "en dat hij hoopt op gerechtigheid"."Wat de toekomst brengt? Ik heb geen toekomst. Ik hoop heel hard dat dit alles snel voorbij is en dat ik daarna mijn leven kan omgooien. Ik voel me niet meer thuis in België... Maar het zal niet naar Syrië zijn dat ik vertrek", zei Ibrahim Farisi met een knipoog. -
Abrini: "Dit is mijn lot, ik kan er niets aan veranderen"
"Dit is mijn lot, ik kan er niets aan veranderen", zo klonk beschuldigde Mohamed Abrini woensdagnamiddag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016. Op het einde van het kruisverhoor stelde voorzitster Laurence Massart alle beschuldigden nog twee vragen. Eerst vroeg ze hen hoe ze nu zelf terugkijken op de feiten. Hierna liet ze hen een blik op de toekomst werpen."Ik heb zes jaar in de gevangenis gezeten en heb dus veel kunnen lezen. Zo las ik een interessant boek van een expert in de relaties tussen het Westen en de Arabische wereld", aldus Abrini die eerst antwoordde. "Daarin staat dat er altijd mensen zijn die beslissingen nemen, zowel in het Oosten als in het Westen, waarvoor andere onschuldigen de prijs betalen." Abrini maakte ook de vergelijking met de oorlog in Oekraïne. "Ik heb nooit gehoord dat ze Rusland een terroristische staat noemen, toch doodt Poetin mensen per duizend."Verder erkende Abrini dat dit zijn lot is en dat hij er niets aan kan veranderen. Zo moet hij naar eigen zeggen de situatie aanvaarden. "Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor wat er gebeurd is. Voor wat het waard is, wil ik mijn excuses aanbieden aan de slachtoffers en hun naasten", klonk het nog. Verder benadrukte hij nog eens dat "er heel wat anderen ontbreken" in de beschuldigdenbox, "mensen met baard maar ook mensen met een das"."Ik ben op een trein gestapt die stopte op 18 maart (zijn arrestatie, red.), maar ik kon niet eerder uitstappen", zo zei ook medebeschuldigde Salah Abdeslam. "Als je de evenementen uit de context haalt, zijn het inderdaad verschrikkelijke daden, en ben ik de eerste om ze te veroordelen. Maar als je de context bekijkt, is het complexer, en wil ik er niet over uitwijden." Abdeslam zei dat hij zijn tijd in de toekomst nuttig wil gebruiken, bijvoorbeeld om te studeren.Sofien Ayari verwees op zijn beurt naar het haatgevoel waar hij het eerder op de dag over had. "Ik koos daarnet niet willekeurig voor de term 'haat'", aldus de beschuldigde. "Wanneer je zo kwaad bent en je voelt je vernederd, dat is echt het ergste gevoel. Niemand mag dit onderschatten." Ayari sprak verder over het gevoel dat niets anders er meer toedeed in Syrië dan de jihad. "Je ziet de vlag en de kaart en niets anders." Over de toekomst kan hij zich nog niet uitspreken. "Die hangt niet alleen van mezelf af, maar van veel zaken. Op dit moment is het erg complex." -
Kruisverhoor van broers Farisi brengt geen nieuwe elementen aan het licht
Het kruisverhoor van de broers Smail en Ibrahim Farisi heeft woensdag weinig duidelijkheid opgeleverd over hun mogelijke betrokkenheid bij de aanslagen van 22 maart 2016. De twee gaven vaak warrige antwoorden op de vragen van voorzitter Laurence Massart en op een aantal vragen moest Smail het antwoord zelfs schuldig blijven.Smail Farisi huurde het appartement in de Kazernenlaan in Etterbeek, maar verhuurde het, op vraag van El Haddad Asufi, onder aan zijn vroegere schoolvriend Ibrahim El Bakraoui. Die zou later vertrekken, maar broer Khalid El Bakraoui en Osama Krayem kwamen in de plaats. Zij vertrokken op 22 maart vanuit het appartement richting metrostation Pétillon. Smail Farisi herhaalde woensdag op het proces "dat hij compleet aangeslagen was" toen hij de El Bakraoui's herkende op de foto die verspreid werd na de aanslagen.Op de vraag of hij die avond met zijn ouders gesproken heeft over het feit dat hij zijn appartement onderverhuurde aan potentiële terroristen, moest Smail het antwoord schuldig blijven. "Dat weet ik niet meer", klonk het. Smail spreekt wel over een familiebijeenkomst die avond, maar weet niet meer of zijn broer daar aanwezig was. Hij herinnert zich ook niet meer op welke manier, via de telefoon of tijdens een gesprek aan de ontbijttafel, hij op 23 maart zijn broer Ibrahim gevraagd heeft te helpen het appartement leeg te maken. Volgens Ibrahim gebeurde dat effectief tijdens het ontbijt in het huis van hun ouders. "Maar een reden voor de opkuis gaf hij niet", aldus Ibrahim.Verder hielden de broers Farisi zich vooral bij het verhaal dat ze al meermaals lieten optekenen. Ibrahim herhaalde dat hij effectief een latex handschoen droeg tijdens de opkuis, omdat hij zich geblesseerd had. Smail benadrukte dan weer dat hij het slot liet vervangen "uit schrik voor wraak". "Ik ben geen terrorist en ik wilde niet dat ze naar mij kwamen, ik ben bang voor terroristen", aldus Smail, die eveneens aankaartte dat hij ontstopper had gebruikt voor het toilet, waarin Osama Krayem zijn lading TATP had gegoten. Ook over de spoorloze rugzak van Krayem kwam er geen duidelijkheid.Smail Farisi zei verder dat hij niet naar de politie is gestapt "uit angst en paniek". De twee broers trokken uiteindelijk voor het laatst naar de flat in de Kazernenlaan op 9 april 2016, waar ze via de pers vernamen dat er een huiszoeking aan de gang was en merkten dat de deur verzegeld was. Ibrahim wist naar eigen zeggen op dat moment nog steeds niet wie er in het appartement had gelogeerd. De twee werden kort nadien gearresteerd, maar zijn momenteel vrij onder voorwaarden.Aan het einde van het kruisverhoor kregen beide broers, net als alle andere beschuldigden, de vraag hoe ze vandaag tegenover de feiten staan. "Ze zijn absurd, er zijn geen woorden voor", repliceerde Smail. Ibrahim zei dan weer dat hij de ideologie van de terroristen niet deelt en dat gerechtigheid moet geschieden. -
MIDDAGSYNTHESE. Beschuldigden lichten doel van aanslagen en dagen nadien toe tijdens kruisverhoor
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft beschuldigde Sofien Ayari zich woensdag bijzonder openhartig getoond over zijn tijd in Syrië. "Ik weet dat wat ik nu zeg tegen mij zal gebruikt worden. Maar ik heb daar een haat ontwikkeld die ik nooit eerder had gevoeld. Het was als een fysieke pijn", zei hij tijdens het kruisverhoor.Voorzitster van het hof Laurence Massart vroeg de beschuldigden wat volgens hen het doel van de aanslagen was. Bilal El Makhoukhi legde uit dat hij Najim Laachraoui, de bommenmaker van de terreurcel, volgde in zijn objectief om "iets groots te doen om de bombardementen (van de internationale coalitie in Syrië en Irak, red.) te stoppen".Ook Abrini sloot zich hierbij aan, maar erkende dat het geweld de bommen van de coalitie niet zou doen stoppen en "dat het voor hem stopte toen er onschuldige mensen werden vermoord".Ayari antwoordde op zijn beurt dat wat hij in Syrië heeft gezien een diepgewortelde haat bij hem heeft doen ontstaan. Verder vond hij ook dat er maar "één kant berecht" wordt en dat de verantwoordelijken voor de bombardementen ook zouden moeten terechtstaan. Nadat hij het op het einde had over de twijfel of zijn daden het resultaat hebben opgeleverd dat hij wou, barstte hij in tranen uit.Verder ging het nog over de dagen na de aanslagen van 22 maart, toen beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa onderdak bood aan Abrini en Osama Krayem, die beiden op het laatste nippertje besloten om zich toch niet op te blazen. "De terreurcel hield er geen rekening mee dat iemand niet tot het einde zou gaan", zegt Abrini. Ook Salah Abdeslam beaamde dit.