NBO - terreurproces Live
-
Terreurcel hield er geen rekening mee dat iemand niet tot het einde zou gaan, aldus Abrini
Er was geen plan na de aanslagen, want de emirs in Syrië en de leiders van de Brusselse terreurcel hadden nooit gedacht dat er iemand niet tot het einde zou gaan. Dat heeft Mohamed Abrini woensdag verklaard op het assisenproces over de aanslagen in ons land. Ook Salah Abdeslam onderstreepte dat de terreurcel geen rekening hield met leden die zich zouden bedenken.Abrini moest zich op 22 maart 2016 samen met de broers El Bakraoui opblazen op de luchthaven van Zaventem, maar bedacht zich op het laatste moment. Daarna verliep alles chaotisch en leek er paniek te ontstaan bij de overgebleven leden van de terreurcel. Voorzitster Laurence Massart verbaasde zich over het feit dat de terroristen nauwgezet tewerkgingen bij de voorbereiding van de bommen, maar dat er eigenlijk geen plan leek te zijn voor na de aanslagen. "De broers El Bakraoui dachten niet dat het nodig zou zijn omdat het 'de laatste dag' zou zijn", aldus Abrini.De beschuldigde, bekend als 'de man met het hoedje', wandelde op 22 maart van Brussels Airport naar het appartement van Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat, waar hij na de inval in Vorst een week eerder ook al onderdak had gekregen. Daar is Abrini volgens die laatste rond de middag toegekomen. Kort daarna belde ook Osama Krayem aan in het appartement, nadat die had nagelaten zichzelf op te blazen bij de aanslag op de metro in Maalbeek. Bayingana Muhirwa verklaarde daarover dat zijn "stressniveau de hoogte inschoot" toen hij besefte dat de twee mogelijk betrokken waren bij de aanslagen. Hij bevestigde ook dat Krayem en Abrini "verbaasd waren" toen ze mekaar zagen. Desondanks heeft hij de twee verschillende dagen onderdak verschaft.Bayingana Muhirwa kreeg het op verschillende momenten wel moeilijk met de vragen van de voorzitter en haar bijzitters. Zo confronteerde een assessor hem met het feit dat hij op 22 maart naar eigen zeggen "in de vroege namiddag" de link legde tussen Abrini, Krayem en de terreurcel op basis van een door het parket verspreide foto van Najim Laachraoui, een goede vriend van Bayingana Muhirwa. "Maar die foto werd pas veel later in de namiddag verspreid, dus wanneer heeft u de link uiteindelijk gelegd?", vroeg de assessor zich af. Daarop gaf Bayingana Muhirwa aarzelend aan dat hij niet goed meer wist hoe laat hij die conclusie had gemaakt.Ook Salah Abdeslam, die een aantal dagen voor de aanslagen in Brussel werd gearresteerd, verklaarde dat de terreurcel geen rekening hield met terroristen die op het laatste nippertje zouden terugkrabbelen. "Het was een shock toen ze me zagen na Parijs", klonk het. -
Het doel achter de aanslagen? "Oog om oog, tand om tand"
"Het doel was om iets groots te doen om de bombardementen (in Syrië en Irak, red.) te doen stoppen", dat was volgens Bilal El Makhoukhi het objectief van kamikaze Najim Laachraoui, de bommenmaker van de terreurcel. Dat zei de beschuldigde woensdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel.
Voorzitster van het assisenhof Laurence Massart vroeg tijdens het kruisverhoor El Makhoukhi wat volgens hem het doel van de dodelijke aanslagen waren. "De bombardementen van de coalitie stoppen", zo klonk het antwoord. El Makhoukhi verwees naar de getuigenissen van Laachraoui over het leed in Syrië en Irak. "Laachraoui was geen leugenaar. Hij zei dat vrouwen en kinderen zonder reden werden gedood en dat hij een kind in zijn armen heeft zien sterven."
"De bombardementen zijn ook terreur", zegt El Makhouki. "Die bommen hebben meer burgerdoden gemaakt dan de aanslagen in België en Europa", klinkt het. Ook medebeschuldigde Mohamed Abrini beschouwde de aanslagen als "het antwoord op de bombardementen", maar gaf toe dat het geweld de bommen van de coalitie niet zou doen stoppen en "dat het voor hem stopte toen er onschuldige mensen werden vermoord".
"Het doel was niet om IS te verspreiden in het Westen", benadrukte Salah Abdeslam. "Het was een reactie op de bombardementen in Syrie. Ik had compassie met mijn broeders die in Syrië stierven. Hier tellen we nog het aantal doden, in Syrië zijn ze daar al lang mee gestopt."
"Oog om oog, tand om tand. Zodat de bombardementen in Syrië zouden stoppen", concludeert Massart. -
Gebrek aan duidelijkheid over gebruik van dwang bij naaktfouilles
De Algemene Inspectie van de politie (AIG) heeft onlangs gewezen op een gebrek aan duidelijkheid over het gebruik van dwang door de ordediensten wanneer ze naaktfouilles uitvoeren bij gedetineerden. Dat schrijft Le Soir woensdag. Het orgaan, bevoegd voor het Comité P, publiceerde in maart een rapport over de naaktfouilles bij de beschuldigden van het terreurproces. De beschuldigden van het proces worden nog elke dag onderworpen aan een naaktfouille. Tot midden maart moesten ze daarbij ook telkens door de knieën buigen.
Het rapport van AIG is het resultaat van vijf plaatsbezoeken tussen 6 januari en 7 februari, waarbij inspecteurs het parcours van de gedetineerden volgden van hun cel tot de zittingzaal van het proces. Op vraag van de commissaris-generaal van de federale politie Marc De Mesmaeker moesten ze observeren hoe goed de Directie bescherming (DAP), die de beschuldigden overbrengt, de protocollen toepast.
Globaal gezien noteerde de AIG geen echte incidenten tijdens de observaties. Toch concludeert ze dat er duidelijkheid ontbreekt binnen de federale politie over de protocollen die het gebruik van dwang moeten omkaderen indien een gedetineerde weigert om zich te onderwerpen aan een fouille met squats.
Tijdens de vier eerste dagen van de monitoring (van 6 tot 11 januari) constateerde de AIG "dat de federale politie twee keer haar standpunt veranderd heeft over het gebruik van dwang tijdens de naaktfouilles. Dat leidt tot verwarring en schept onzekerheid bij de uitvoerders over wat zij kunnen of mogen doen en op welke manier".
De Inspectie acht het dan ook "essentieel en prioritair" om de kwestie van de naaktfouilles voor eens en voor altijd te kaderen. De AIG kaatst de bal ook terug naar de politiek, "zodat die zich in het algemeen kan uitspreken over het gebruik van dwang en de squats tijdens de naaktfouilles, want dit type van fouille vindt niet enkel plaats tijdens het terreurproces maar wordt quasi dagelijks uitgevoerd door alle politiediensten die mensen in detentie plaatsen". -
Hof werkt woensdag laatste deel kruisverhoren af
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 zal het hof woensdag het laatste deel van het kruisverhoor van de beschuldigden afwerken. Voorzitster Laurence Massart zal hen daarbij ondervragen over hun arrestaties, over de schoonmaak van de flat in de Kazernenstraat, en het verblijf van een aantal van de beschuldigden in Syrië.
Dinsdag legde het hof de verschillende beschuldigden op de rooster over de laatste weken en dagen voor de aanslagen. Daarbij kwam onder meer de productie van de gebruikte explosieven, TATP, aan bod, naast de reactie van de terroristen op de schietpartij op 15 maart in Vorst en de arrestatie van Salah Abdeslam en Sofien Ayari.
Veel nieuwe elementen kwamen daarbij niet aan het licht. Alleen Salah Abdeslam verklaarde dat hij geweigerd had alleen een aanslag uit te voeren, en Bilal El Makhoukhi verduidelijkte wat hij van plan was met de wapens van de terreurcel. Die was hij twee dagen na de aanslagen gaan ophalen in een schuilplaats, en had ze elders ondergebracht. Het was de bedoeling dat hij contact zou nemen met Abu Ahmed' of Oussama Atar in Syrië om instructies over die wapens te krijgen, maar toen dat niet lukte, zou hij ze aan vrienden gegeven hebben "die ze nodig hadden om er geld mee te verdienen".Woensdag zal het hof de beschuldigden ondervragen over de omstandigheden van hun arrestaties, en, vooral de broers Farisi, over de schoonmaak van de flat in de Kazernenstraat. Ook de reizen naar Syrië van verschillende beschuldigden zullen onder de loep worden genomen, al zou dat vooral gebeuren in het kader van het moraliteitsonderzoek.In de loop van de dag zouden de jury en de verschillende partijen al de kans krijgen om hun vragen te stellen. Ook donderdag wordt een hele dag uitgetrokken voor de vragen van de partijen. -
Brieven werden "zeker" namens leden van terreurcel geschreven, zegt Salah Abdeslam
Salah Abdeslam heeft dinsdag, tijdens het kruisverhoor over de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel, gezegd dat het "zeker" gebeurde dat er brieven werden geschreven namens leden van de terreurcel.Laurence Massart, voorzitster van het assisenhof, vroeg aan medebeschuldigde Mohamed Abrini of hij de auteur was van 'brief aan Nawal'. Die voornaam komt zowel overeen met die van Abrini's ex-vriendin, maar ook met die van de weduwe van Khalid El Bakraoui. "Op het proces van de aanslagen in Parijs werd gezegd dat het El Bakraoui was, nu wordt gezegd dat ik het ben. Aangezien hij er niet meer is, proberen ze mij de schuld in de schoenen te schuiven. Maar ik kan bevestigen dat ik de brief niet heb geschreven", aldus Abrini."Schreef Khalid El Bakraoui ook brieven in jullie naam?", vroeg Massart verder nog. "Misschien, maar ik was er niet van op de hoogte", zo antwoordde Abrini, voordat Abdeslam op zijn beurt antwoordde dat "dat zeker gebeurde". "Toen ik naar Syrië wilde vertrekken na de aanslagen van Parijs, had ik met niemand contact. Ze spraken in mijn naam met de bazen in Syrië", aldus Abdeslam.'Brief aan Nawal' is een testament dat werd teruggevonden op de laptop in het appartement op de Max Roosstraat in Schaarbeek. Volgens de onderzoekers zou Abrini de brief hebben geschreven en niet El Bakraoui, zoals eerder werd beweerd. -
El Makhoukhi: "Nooit instructies gekregen voor wapens"
Beschuldigde Bilal El Makhoukhi zegt dat hij instructies moest krijgen vanuit Syrië voor de wapens van de terreurcel die hij verborg, maar dat hij die instructies nooit gekregen heeft. Hij zou daarom geprobeerd hebben om er geld aan te verdienen, zodat hij zijn terugkeer naar Syrië ermee kon betalen.Voorzitster Laurence Massart ondervroeg El Makhoukhi dindagnamiddag over de wapens van de terreurcel die hij liet verdwijnen. Bedoeling was dat de wapens zouden dienen voor een nieuwe groep terroristen om aanslagen te plegen. De wapens zijn tot op de dag van vandaag spoorloos. El Makhoukhi heeft altijd volgehouden dat hij het niet was die de wapens heeft verborgen, maar ging in juni vorig jaar alsnog over tot bekentenissen.El Makhoukhi zei dat kamikaze Ibrahim El Bakraoui hem vroeg om de avond voor de aanslagen, op 21 maart, naar het appartement in de Max Roosstraat in Schaarbeek te komen. Daar aangekomen praatten Ibrahim El Bakraoui en Najim Laachraoui, de leidende figuren binnen de terreurcel, over de wapens, die hij twee dagen later bij iemand moest ophalen. Ze installeerden ook de app TrueCrypt, waarmee hij geëncrypteerde boodschappen kon sturen naar degene met wie Laachraoui in contact stond in Syrië, 'Abu Ahmed' of Oussama Atar. Atar, die zou zijn omgekomen in Syrië en dus bij verstek terechtstaat, moest instructies geven over wat te doen met de wapens en zou El Makhoukhi helpen om terug te keren naar Syrië."De wapens waren nog daar die avond", zei El Makhoukhi, die uitlegde dat Laachraoui hem nog toonde hoe hij een kalasjnikov kon demonteren. El Makhoukhi verklaarde dat hij die avond een halfuur was gebleven in het appartement. Wie de wapens later die avond nog is komen ophalen, "weet ik niet", klinkt het.Nadat El Makhoukhi de wapens twee dagen later was gaan ophalen, probeerde hij 'Abu Ahmed' te bereiken. "Ik probeerde een bericht te sturen, maar ik maakte misschien een fout. Ik heb in elk geval nooit antwoord gekregen", zei Makhoukhi."Ik dacht dat ik ze dan maar zou verstoppen. Ik wou ze gebruiken om geld bijeen te krijgen, waarmee ik valse papieren zou kopen. Ik gaf ze daarom aan vrienden die ze nodig hadden om geld te verdienen", zei Makhoukhi. "U heeft ze verkocht aan vrienden?", vroeg de voorzitster. "Nee, ik heb ze aan vrienden gegeven die ze nodig hadden om geld te verdienen", herhaalde El Makhoukhi. "Ik ben wel gearresteerd voor ik het geld kon ontvangen." -
El Haddad Asufi blijft erbij dat hij op 21 maart niet in Max Roosstraat was
Tijdens de ondervraging van de beschuldigden op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 is Ali El Haddad Asufi erbij gebleven dat hij op 21 maart, de avond voor de aanslagen, niet in de flat in de Max Roosstraat is geweest. De speurders vermoeden dat hij daar die avond een USB-stick heeft opgehaald, waarop aan aantal audiobestanden stonden. Volgens El Haddad Asufi had hij die stick tussen 15 en 20 april in zijn brievenbus gevonden. Wie die hem dan zou bezorgd hebben, bleef een open vraag.Op de USB-stick, die aangetroffen werd bij een huiszoeking in juni 2016, stonden zes audiobestanden, waarvan vijf gekopieerd waren van de laptop die in de Max Roosstraat in Schaarbeek gevonden werd. Het zesde bestand, 'Abou Souleymane pour les frères', is alleen op die USB-stick gevonden.Die USB-stick was op 21 maart om 22.57 uur voor het laatst verbonden met de laptop in de Max Roosstraat, en El Haddad Asufi's gsm was die avond tussen 22.05 uur en 23.34 uur in contact met een telefoonmast die de Max Roosstraat bedient - en ook zijn woning in Schaarbeek indien de mast vlakbij overbelast is."Ik ben die avond niet in de Max Roosstraat geweest", zei de man daarover. "Ik heb die USB-stick niet die avond gekregen van Najim Laachraoui of Ibrahim El Bakraoui, die lag midden april plots in mijn brievenbus, in een enveloppe met daarop "Voor mama Bims" (Bims was een bijnaam van Ibrahim El Bakraoui). Ik weet niet wie hem in mijn bus heeft gestoken."Ook Mohamed Abrini en Hervé Bayingana Muhirwa konden het mysterie niet oplossen, zij hadden de USB-stick ook niet aan El Haddad Asufi bezorgd en wisten ook niet wie dat dan wel zou gedaan hebben. -
Kruisverhoor spitst zich toe op dagen in aanloop van aanslagen
Toen Salah Abdeslam na de aanslagen van Parijs werd gevraagd om zijn trouw in België te bewijzen en bereid was om alleen een 'operatie' uit te voeren, heeft hij dat "categoriek" geweigerd. Zo zei de beschuldigde dinsdag tijdens het kruisverhoor op het proces van de aanslagen. Voorzitter van het hof Laurence Massart ondervroeg de beschuldigden over de dagen voorafgaand aan de aanslagen van 22 maart 2016."Bij mijn terugkeer na die aanslagen, werd me gevraagd mijn trouw te bewijzen, omdat ze niet geloofden dat mijn explosievenriem in Parijs niet goed had gewerkt", getuigt Abdeslam. Maar hij weigerde om individueel een 'operatie' uit te voeren. "Toen is er gezegd dat ze een manier gingen zoeken om me naar Syrië te brengen, 'aangezien ik hier niets meer te zoeken had'.", klinkt het.Verder zeiden de beschuldigden dat er voor de schietpartij in Vorst op 15 maart 2016, toen de plannen om een aanslag te plegen in een stroomversnelling kwamen, nooit gesproken was over een aanslag in Brussels Airport. Mohamed Abrini herhaalde dat het Europees kampioenschap voetbal in Parijs het werkelijke doelwit was.Daarnaast bracht het verhoor weinig duidelijkheid over de productie van het explosief TATP in de weken en maanden voordien. Volgens de beschuldigden ontfermden vooral Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui zich hierover. Naar eigen zeggen hield Abrini zich hierbuiten en hield zich met andere zaken bezig zoals het huishouden of PlayStation spelen. -
Bayingana Muhirwa ging iets drinken met Laachraoui tiental dagen voor aanslagen
Beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa heeft dinsdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 verklaard dat hij op 10 maart 2016 iets is gaan drinken met Najim Laachraoui, een van de leidersfiguren van de terreurcel. Hij kwam daarbij terug op een eerdere verklaring, waarbij hij die ontmoeting een week later situeerde.Volgens een audioboodschap die teruggevonden werd op de laptop in de Max Roosstraat in Schaarbeek had 'Abu Imrane', de strijdnaam van beschuldigde Bilal El Makhoukhi, een nieuwe rekruut aangeleverd, ene 'Amine', die trouw had gezworen aan IS. Bayingana Muhirwa heeft altijd volgehouden dat hij niet Amine is, en zijn verdediging suggereerde al dat hij de 'tweede broer' uit die boodschap moet zijn, een kennis van Najim Laachraoui, naar wie Abu Imrane gestuurd werd, maar die nog geen trouw gezworen zou hebben.Tijdens de ondervraging van de beschuldigden vroeg voorzitster Laurence Massart aan Bayingana Muhirwa naar een ontmoeting met zijn kennis Najim Laachraoui, waarvan hij eerder had gezegd dat die op 17 maart had plaatsgevonden, op het moment dus dat hij beschuldigden Mohamed Abrini en Osama Krayem al onderdak had verschaft. Maar Bayingana Muhirwa zei dinsdag dat het op 10 maart was geweest, dat ze wat over Syrië hadden gepraat en over vrienden die daarheen waren vertrokken, maar dat Laachraoui hem toen nog niet had gevraagd om een dienst te bewijzen.De voorzitster had daar wel vragen bij. Zo was er een USB-stick, die verbonden was geweest met de laptop in de safehouses in de Max Roosstraat in Schaarbeek en de Driesstraat in Vorst, die op 17 maart in de computer van Bayingana Muhirwa had gestoken. Die laatste had gezegd dat het Laachraoui moet geweest zijn die de USB-stick in zijn computer had gestoken, toen ze die dag na een terrasje het gesprek bij hen thuis hadden voortgezet. "Finaal denk ik dat het Abrini moet geweest zijn", zei Bayingana Muhirwa. "Hij verbleef toen bij me thuis. Ik heb dat destijds verteld in de hypothese dat het op die datum was dat ik die ontmoeting had met Laachraoui."Abrini kreeg vervolgens de vraag voorgeschoteld of het klopt dat hij een USB-stick in de computer van Bayingana Muhirwa plugde. "Ik gebruikte die computer elke dag. Het is heel goed mogelijk. Maar zo'n details kan ik me moeilijk herinneren." -
Publicatie foto's El Bakraoui doen Smail Farisi en El Haddad Asufi niet in paniek slaan
Op 16 maart 2016, een dag na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, publiceerde de krant La dernière heure foto's van de broers El Bakraoui en bracht hen rechtstreeks in verband met het onderzoek naar de aanslagen in Parijs en de schietpartij. Zowel Smail Farisi als Ali El Haddad Asufi zagen die foto's in de krant, maar stapten niet naar de politie. Volgens El Haddad Asufi hechtte hij weinig geloof aan de berichtgeving, terwijl Farisi zich naar eigen zeggen in de luren liet leggen door Khalid El Bakraoui."Toen ik die foto's in de krant zag, ben ik meteen naar de Kazernestraat getrokken om uitleg aan Khalid El Bakraoui te vragen", zei Smail Farisi. "Khalid zei me dat hij en zijn broer daar helemaal niets mee te maken hadden, dat de pers hen dit in de schoenen schoof vanwege hun gerechtelijk verleden. Hij zei me ook dat ik me geen zorgen hoefde te maken, dat ze de woensdag van de week nadien op reis zouden vertrekken.""Ik weet dat het gek klinkt, maar ik heb hem geloofd", ging Farisi verder. "Ik heb er enorm veel spijt over, maar ik heb niets met terrorisme te maken, ik heb nooit iemand willen doden."Ali El Haddad Asufi had dan weer zijn twijfels bij de berichtgeving in La Dernière Heure. "Ik geloof echt niet alles wat in de krant verschijnt", verklaarde de man. "De broers El Bakraoui waren eerder al in de pers verschenen, ik besteedde er verder geen aandacht aan. Toen enkele dagen later Salah Abdeslam werd opgepakt, dacht ik 'zie je wel, de pers heeft zich weer eens vergist'." -
Professor: "Jongeren gelokt door omgegooide propagandastrategie IS"
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft politicoloog Thomas Pierret verklaard dat de propagandastrategie van terreurgroep IS compleet omsloeg in de periode 2013-2014. Aan voorzitster Laurence Massart bevestigde hij dat de jongeren die van belang zijn voor het proces én die rond 2015 vertrokken naar Syrië, gelokt werden door het nieuwe discours.De politicoloog getuigde voor het assisenhof over de wortels van terreurgroep IS, die ontstond in de context van de Syrische burgeroorlog, die zich op zijn beurt voltrok te midden van de Arabische Lente, de volksopstanden tegen autoritaire en corrupte regimes in 2011. Aanvankelijk waren er verschillende rebellengroepen actief, zonder dat die onderling in een strijd verwikkeld waren, maar rond 2014 maakte het radicaal islamisme opgang, waarbij Islamitische Staat in Irak (ISI) en een deel van zijn franchise, het Al Nusra-Front, vervelden tot Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS) en later dus IS. Zij verdrongen de andere groepen.ISIS begon in 2013 zijn plannen waar te maken om een staat op richten en slaagde daar aanvankelijk in. De organisatie veroverde grondgebied, bouwde instellingen uit zoals ministeries en rechtbanken, en met de naamsverandering in 2014 naar 'Islamitisch Staat' begon het het verhaal uit de dragen dat het de enige ware islamitische staat is. Met de uitroeping van het kalifaat aspireerde het naast een politieke ook een religieuze autoriteit.Pierret legde uit dat er zich in die periode een transformatie voltrok van de propagandastrategie. De jihadistische groepen die sinds de jaren tachtig actief waren, en vochten in Afghanistan, Tsjetsjenië en Bosnië, focusten in hun propaganda op het lijden van moslims, onderdrukt door vijandige regimes, en de plicht om solidair te zijn, eventueel via het martelaarschap. "In de periode 2013-2014 werd dat volledig omgegooid. In plaats van de focus op het lijden, kwam die te liggen op kracht en fierheid, met de oprichting van een eigen staat", zei Pierret.De propaganda werd tegelijk utopisch en apocalyptisch. Zo werd een ideale islamistische maatschappij vooropgesteld, beter dan de huidige 'verdorven' samenlevingen, en was er in de propaganda ook aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Zo zou er in die nieuwe maatschappij een overvloed aan voedsel zijn, zwembaden om zich te ontspannen en mogelijkheden om te trouwen. Tegelijk werd een eindstrijd voorspeld tussen moslims en ongelovigen. "De boodschap was die van een maatschappij die perfect was, want goddelijk. Ze konden zo een grotere doelgroep aanspreken als ervoor. Dat zie je ook aan de grote diversiteit van profielen die ze aantrokken: vrouwen, jongeren, ouderen, families met kinderen. Niet meteen profielen om in te zetten als soldaten."Voorzitter Laurence Massart vroeg daarop of de jongeren die van belang zijn voor het proces én die rond 2015 vertrokken dan gelokt werden door het eerste of tweede discours? "Volledig door het tweede", antwoordde Pierret. "In 2014 werd het kalifaat uitgeroepen, maar het discours circuleerde al officieus sinds 2013."De voorzitster wou nog weten of de bijdrage van buitenlanders in die nieuwe maatschappij groot was, waarop Pierret antwoordde dat dat niet per se het geval was voor de Europeanen. In de strijd met andere lokale rebellengroepen waren het bijvoorbeeld Tunesiërs en Saudi's die werden ingezet. Instellingen zoals ziekenhuizen werden rechtgehouden door lokale burgers."Waarvoor de buitenlanders precies gerekruteerd werden?", vroeg Massart ook. Om het militaire, zei Pierret, maar niet uitsluitend daarvoor en niet noodzakelijk omwille van functionele doeleinden. De nieuwe maatschappij had families nodig, kinderen, die jaren later misschien zouden dienen als strijders. Hij legde ook uit dat buitenlanders die naar Syrië kwamen overtuigd en dus "puur" waren, anders dan de lokale bevolking, die er niet altijd het nut van inzag waarom ze bijvoorbeeld tabak moest afzweren.Pierret kreeg ook vragen van verschillende juryleden. Een van hen vroeg nog naar de verschillende manieren waarop buitenlanders ingezet werden. "Zelfs in het leger waren er verschillende functies", zei Pierret. "Soms kregen leden logistieke taken toen ze in het begin toekwamen. Het was niet altijd wat ze vooraf in gedachten hadden." -
Experten duiden radicalisering en geopolitiek in Syrië
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 krijgt de jury donderdag na weken van getuigenissen van slachtoffers een andere soort informatie te verwerken. Er komen enkele experten spreken om de context van de aanslagen te schetsen.
De slachtoffergetuigenissen zijn nog niet afgerond. Er moest in de agenda worden geschoven waardoor maandag ook nog enkele slachtoffers aan bod zullen komen. Daarna starten de verhoren van de beschuldigden.
Maar donderdag verschijnen dus eerst nog experten die de jury wat context moeten meegeven. Er was een islamoloog aangekondigd, maar die kan niet aanwezig zijn omdat hij in het buitenland is.
Wel zal in de voormiddag een professor uitleg komen geven over de geopolitieke geschiedenis van Syrië. Vervolgens zullen in de namiddag criminologen uitleg geven over radicalisering. Ook een psychiater zal zijn licht laten schijnen over het radicaliseringsproces. -
Slachtoffer Maalbeek bad tot Heilige Rita in metro
"Er was geen hoop meer. Ik heb gebeden tot de Heilige Rita", de patroonheilige van de hopeloze gevallen. Dat heeft een vrouw die in het derde rijtuig zat van het metrostel waarin op 22 maart 2016 een bom ontplofte, woensdag getuigd tijdens het terrorismeproces.De vrouw, een tolk, vertelde dat ze die dag de metro had genomen in het station Herrmann-Debroux, op weg naar het justitiepaleis in Brussel. Ze was een beetje bezorgd, nadat ze van de aanslag op Brussels Airport had gehoord, maar "ik geloofde niet dat er een aanslag zou kunnen gebeuren op een metro". De bom ontplofte in het tweede rijtuig, zij zat in het derde.Ze beschreef de toestand na de explosie als "de hel op aarde". "Er was geen hoop, we waren onmachtig. Ik heb gebeden tot de Heilige Rita." Nadat ze uit het metrostation was geraakt , heeft ze enkele uren door de stad gewandeld. "Ik dacht dat het ergste achter de rug was, ik heb de dag nadien zelfs geprobeerd om te gaan werken."Het is pas enkele dagen na de aanslagen dat "de schok van de realiteit binnenkwam, met nachtmerries en beelden die terugkwamen", en dat de vrouw medische hulp zocht. "Tot dan had ik geen dokter gezien."Nadat de voorzitter had gevraagd hoe het nu met haar gaat, zei de vrouw dat het moeilijk is. "Je moet proberen het onbegrijpelijke te begrijpen", klonk het. "Het zwaarste is dat ik niet de kracht heb om mijn angst te overwinnen. Ik ben wantrouwig tegenover alles. Ik kan geen ongedwongen plezier hebben."Wat de beschuldigden betreft, zei de vrouw dat ze "geen hart gevuld met haat" wil hebben. "God heeft me genade geschonken, ik hoop dat hij hen ook zal vergeven." -
"Heb me twee jaar lang meer dood dan levend gevoeld"
"Ik heb me twee jaar lang meer dood dan levend gevoeld." Dat heeft Sandrine Couturier, slachtoffer van de aanslag in het metrostation Maalbeek, gezegd tijdens haar getuigenis op het terrorismeproces.Couturier bevond zich op het moment van de aanslag in het metrostel waar de bom ontplofte. "Ik herinner me de schok op mijn borstkas. Ik zag het dak van de wagon opengaan als een conservenblik", getuigde ze. In twee minuten was ze uit het metrostation gevlucht.De vrouw had brandwonden opgelopen, onder meer in het gezicht en aan de handen, maar het herstel verliep voorspoedig. Er volgende evenwel een lange psychische lijdensweg. Het normale leven en het werk hernemen was een beproeving, legde ze uit."Het heeft veel energie gekost. Ik denk dat ik gevochten heb als een leeuwin, dat ik nog nooit zo hard gewerkt heb als toen", zei ze. "Ik begreep niet dat ik het leven niet zou kunnen opnemen zoals voor de aanslagen. Ik weigerde te aanvaarden wat er mij overkomen was."Couturier zei dat ze niet suïcidaal of depressief was, maar toch stelde ze haar gezin na de aanslagen voor om haar "een doodskist" te geven als kerstgeschenk, vertelde ze. "Ik functioneerde, maar niets had zin, ik ervaarde geen enkel plezier in het leven."Therapie en haar familie hielpen haar op weg. "Ik ben me nu ook bewust van lichtpunten" na de aanslagen, getuigde de vrouw, zoals van haar eigen kracht, de invloed van haar omgeving en "nieuwe ontmoetingen die mijn zin voor het leven versterken". Maar, zo voegde ze toe, "ik wou dat het niet gebeurd was". -
Vrouw die gewond raakte in Maalbeek uit forse kritiek op verzekeraars en overheid
Een vrouw die gewond raakte bij de aanslag in metrostation Maalbeek, heeft woensdag hevige kritiek geuit op de verzekeraars, die ze een gebrek aan respect en empathie verweet. Ze klaagde ook aan dat de overheid de slachtoffers overliet aan de verzekeraars en hun winstbejag.Het is woensdag de laatste volledige dag dat slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016 komen getuigen. Leila Maron, adviseur bij het socialistische ziekenfonds, las voor het hof als eerste haar getuigenis voor. Even werd het haar wel teveel, toen ze getuigde dat ze pas na maanden goed en wel besefte waaraan ze ontsnapt was. "Het was alsof mijn hersenen zich eerst gericht hadden op het herstel van de oorlogswonden die ik opliep", zei ze."Ik besefte dat ik een overlevende was", zei ze. "Anderen hebben die kans niet gehad. Ze moeten een soort menselijk schild gevormd hebben dat me beschermde tegen die bom. Ik ging op zoek naar wie de zestien slachtoffers waren in de metro. Zo kwam ik erachter dat een collega van mij, Lauriane Visart de Bocarmé, niet evenveel geluk heeft gehad."Maron zat op drie meter van de zelfmoordterrorist toen die zich in het tweede rijtuig van de metro opblies. Ze was naar muziek aan het luisteren en een bericht aan het sturen naar haar moeder, toen de bom ontplofte. Het volgende wat ze zich herinnerde, was dat ze op grond lag, niet kon bewegen, terwijl ze zoals in een film een fluittoon hoorde. Uiteindelijk nam haar overlevingsinstinct het over en kon de vrouw uit een raam naar buiten klimmen. Bovengronds werd ze eerst opgevangen in een geïmproviseerd hospitaal in het Thon-hotel, nadien in de Kliniek Sint-Jan, waar ze na vier dagen ontslagen werd. De vrouw had een geperforeerd trommelvlies, brandwonden in het gezicht en aan de handen, en pijn in de borststreek door de ontploffing.Daarnaast hield ze angstgevoelens, slapeloosheid en hyperwaakzaamheid over aan de aanslag. Feestjes moet ze al na een paar minuten verlaten, omdat ze het lawaai niet verdraagt, klonk het. Naar een concert gaan of naar de cinema, zoals ze vroeger graag deed, lukt haar niet meer. Ook volledig haar werk hervatten, in hartje Brussel, verloopt niet zoals ze zou willen.De vrouw getuigde vervolgens dat ze het vertrouwen kwijt is in de overheid, die er niet in geslaagd was om haar burgers te beschermen, maar de slachtoffers ook overleverde aan de door winst gedreven verzekeraars en hun experts, die er met hun vele expertises "alles aan doen om de slachtoffers en hun rechten zo min mogelijk te respecteren". De vrouw getuigde dat ze zeven jaar na de aanslagen nog met hen in een geschil verwikkeld is. Ze verweet de verzekeraars naast een gebrek aan respect ook een tekort aan empathie. Zo zou de vrouw, die nu zwanger is van haar tweede kind maar verschillende miskramen achter de rug heeft, van een expert te horen gekregen hebben dat ze zwanger zou worden als ze stopte met in het verleden te leven.De vrouw zei ook dat de werkelijke inzet van het proces draait rond vragen als wat jongeren die in België opgegroeid zijn, heeft bezield om dergelijke daden te plegen. Ze zei dat het een samenlevingskwestie is en dat iedereen een stuk verantwoordelijkheid draagt voor dit "echec". De vrouw, die zich tijdens haar getuigenis enkele keren naar de beschuldigden draaide, had ook een boodschap voor hen. Ze zei dat ze het "spijtig" vond en dat ze "triest" was "dat ze op een punt waren aanbeland waarop geen terugkeer mogelijk is"."Ik durf te hopen dat zij die nog in leven zijn een ander pad zullen vinden. De terroristen zullen nooit het laatste woord hebben. Ik leef meer dan ooit", besloot ze. -
Voorlaatste dag van getuigenissen slachtoffers
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 hoort het hof woensdag opnieuw getuigenissen van slachtoffers. Onder hen Karen Northshield, de Amerikaanse die zwaargewond raakte bij de aanslag in Brussels Airport.
Northshield getuigt in de namiddag. Ook komen verschillende overlevenden van de aanslag in Maalbeek aan het woord.
Normaal gezien was woensdag de laatste dag van getuigenissen van slachtoffers, maar voorzitter Laurence Massart verplaatste drie slachtoffers die normaal gezien dinsdagnamiddag zouden getuigen, naar maandag. Een vierde slachtoffer dat pas later een aanvraag deed om te getuigen, werd eveneens toegevoegd.Donderdag volgen dan getuigenissen van experts in onder meer geopolitiek, criminologie en radicalisering. Volgende week start, na de laatste getuigenissen van de slachtoffers, het kruisverhoor van de beschuldigden, dat twee weken zal duren.
-
Overlevende: "Gezicht van vrouw die ik zag sterven spookt nog steeds door mijn hoofd"
"Het gezicht van een vrouw die stierf voor mijn ogen spookt nog steeds door mijn hoofd." Dat zei een vrouw die de bomaanslag in Maalbeek overleefde maandag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016. Ze drukte ook haar hoop uit dat "God de beschuldigden zal vergeven".
De nu 34-jarige vrouw zat op 22 maart 2016 in de derde wagon, toen in de tweede wagon de bom ontplofte. "Ik hoorde geroep, rook een geur waar ik vandaag nog aan denk als ik langs een barbecue passeer", zei ze. Haar eerste reflex was om te doen alsof ze dood was, omdat ze vreesde dat terroristen de overlevenden zouden doodschieten.
Nadat iemand de deur had kunnen forceren verliet de vrouw met de hulp van een andere vrouw de wagon. "Wat ik rondom mij zag was onbeschrijflijk, er waren lichaamsdelen in heel het station", getuigde ze. De gewonden werden in eerste instantie opgevangen in een lokaal, tot ze dat moesten verlaten voor zwaargewonde slachtoffers. "Ik zag een vrouw vol bloed die trilde van de pijn. Plots stopte haar lichaam met trillen. Ze stierf voor mijn ogen, haar gezicht spookt tot vandaag in mijn hoofd", zei de vrouw. Eens buiten begon ze te wandelen, samen met een andere vrouw, tot ze werd opgehaald door het personeel van de crèche van haar zoon, die ze daar net voor de aanslagen had afgezet.
Wanneer ze weer thuis was met haar zoon kon de vrouw niet slapen, ondanks de vermoeidheid. Ze kampt sinds de aanslagen met angsten, oorsuizingen en met maagpijn en nekpijn door de stress. "Ik had dag en nacht schrik om te sterven", zei ze. Haar zoon werd gediagnosticeerd met ADHD, heeft concentratieproblemen en verlatingsangst.
De vrouw wordt tot vandaag begeleid door een psychiater. Ondertussen voert ze een strijd met de verzekeraars en expertiseartsen, die haar het gevoel geven dat ze als slachtoffer schuldig is, omdat ze op het foute moment op de foute plaats waren.
Over de beschuldigden zei de vrouw dat ze "hoopt dat God hen zal vergeven zoals ik hen vergeef, want de islam is een religie van de vergiffenis". "Iemand die een mens doodt, doodt in onze nobele islam meteen de hele mensheid", zei ze ook. "Ik wens jullie vrede toe, net als voor alle personen die ons verlaten hebben." -
"De bom verscheurde niet enkel de metro, maar ook ons leven"
"Die dag heeft de bom niet enkel de metro verscheurd, maar ook ons leven", getuigde Charlotte Sutcliffe, de partner van slachtoffer David Dixon. De 51-jarige informaticus bleef aanvankelijk ongedeerd bij de aanslag in Zaventem, maar stond naast de zelfmoordterrorist toen die zich opblies in het metrostel in station Maalbeek.
Sutcliffe (49) getuigde maandagvoormiddag voor het assisenhof over de aanslagen van 22 maart 2016. Het Britse koppel woonde toen samen met hun zoontje Henry in Brussel. "Ik ben dankbaar om herinneringen over David te kunnen delen", richtte Sutcliffe zich tot de voorzitster van het hof, Laurence Massart. "Hij verdient het om aanwezig te zijn, niet enkel in foto's of lijsten met fatale verwondingen."
Charlotte omschreef Did (de bijnaam die ze voor haar man gebruikt, red.) als een "intelligent, bezorgd en vooral grappig" persoon "met een ontwapenende eerlijkheid". "Soms ook wel een beetje een geek", voegde de Britse toe.
Op de dag van de aanslagen keerde David terug van het Verenigd Koninkrijk. Opgeschrikt door het nieuws over de aanslag in Zaventem, stuurde Charlotte een sms om te vragen of zijn trein geannuleerd was. "Nee", antwoordde hij kort. Later belde David nog naar zijn vrouw, maar omdat ze toen op dat moment aan het bellen was met een vriendin, beantwoordde ze de oproep niet. "Ik zou hem later wel terugbellen, maar er kwam geen later", klinkt het.
Toen Charlotte over de aanslagen op de metro hoorde, probeerde ze haar man meermaals te bellen, maar zonder succes. Woensdag, een dag na de aanslagen, krijgt Charlotte een telefoon en wordt haar meegedeeld dat slechts vier overlevenden nog niet geïdentificeerd waren. "Ze zeiden me aan de telefoon om me voor te bereiden op het ergste. Vanaf toen wist ik dat David dood was. Hoe ging ik dit aan Henry vertellen en zijn wereld vernietigen?"
Ook tijdens Charlottes getuigenis klinkt kritiek op het systeem. "Als de reactie van de Belgische staat empathischer en begripvoller zou zijn geweest, zou onze lijdensweg minder zwaar zijn." In de maanden na de aanslagen had Charlotte amper contact met de overheid en had ze geen idee hoe hulp en steun te verkrijgen. Hierop besloot ze samen met Henry te verhuizen naar het VK. "In vijf maanden verloor hij alles wat hem bekend was; zijn vader, zijn thuis, zijn veiligheid."
Het verlies van David heeft een grote impact op het leven van Henry. Zwaar getraumatiseerd liep de jongen, later gediagnosticeerd met autismespectrumstoornis, een zware leerachterstand op. Hoewel de kloof met leeftijdsgenoten ondertussen is weggewerkt, heeft Henry het nog steeds moeilijk om aansluiting bij andere kinderen te vinden. Bovendien kampt hij met sterke angstgevoelens, vooral in drukke publieke ruimtes of wanneer zijn moeder niet bij hem is.
De stress en het trauma van de afgelopen jaren hebben ook Charlotte parten gespeeld. Toch focust ze nu op de solidariteit die ontstond na de aanslagen. "Het geweld diende om ons te breken en te polariseren, maar het resultaat is net het tegenovergestelde: we komen samen om een front te vormen tegen haat."
In 2018 richtte ze samen met andere overlevenden van aanslagen in het Verenigd Koninkrijk 'Survivors Against Terror', een ngo die onder andere pleit voor een betere begeleiding van terreurslachtoffers.
"Ondanks de pijn en het leed dat ons is aangedaan, wil ik benadrukken dat de terroristen die dag niet gewonnen hebben", aldus Charlotte. "Hoewel ik gebroken ben, ben ik nu sterker dan ik ooit dacht te zijn." Ook Henry, ondanks de gruwel die hij op jonge leeftijd heeft moeten meemaken, staat als een "zorgzame, tolerante en liefdevolle" jongen in de wereld, zegt zijn moeder. -
Getuigenissen slachtoffers Maalbeek gaan voort, onder meer met familie Loubna Lafquiri
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 staan maandagnamiddag de getuigenissen op de agenda van de moeder en zus van Loubna Lafquiri, de moeder van drie kinderen die omkwam in metrostation Maalbeek. Lafquiri's echtgenoot Mohamed El Bachiri schreef over haar het boek 'Een jihad van liefde', maar hij zou niet komen getuigen volgens de planning.In de voormiddag zouden de nabestaanden van Sabrina Esmael Fazal (24) komen getuigen, de moeder van een zoontje die net een jaar was geworden. Ook de vrouw van de Brit David Dixon (51), die samen een zoontje hadden, staat op de agenda. De informaticus bleef ongedeerd bij de aanslag in Zaventem, maar stond naast de zelfmoordterrorist toen die zich opblies in Maalbeek.Verder zou nog een gewezen ULB-studente komen getuigen, die zwaargewond raakte bij de explosie in Maalbeek, net als de uitbater van Hotel Thon, waar de slachtoffers na de aanslagen opgevangen werden. In de namiddag komen tot slot nog de nabestaanden van rechtenstudent Leopold Hecht (20) getuigen.Volgende week is een korte procesweek, met enkel maandag en dinsdag zitting. Woensdag (toevallig net 22 maart) en donderdag is er geen zitting vanwege een Europese top in Brussel. -
Overlevende Maalbeek getuigt over "apocalyptische lichtflits" en daarna "doodse stilte"
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft een jonge vrouw donderdagmiddag getuigd over de angstgevoelens die ze overhield na de aanslag in metrostation Maalbeek. De vrouw, die in de achterste wagon op de achterste bank zat, zei dat ze getuige was van "absolute horror" toen ze uit het metrostation bovenkwam.De 34-jarige Anne-Sophie getuigde dat ze die ochtend de metro nam naar haar werk. Normaal nam ze altijd de tweede wagon, waar de kamikaze zich zou opblazen, maar die dag ging ze uitzonderlijk in de laatste wagon zitten, op de achterste bank. Ze was naar muziek aan het luisteren toen er plots een knal klonk en ze naar voren viel, op een persoon die tegenover haar zat. De vrouw getuigde over een "apocalyptische lichtflits", daarna een "doodse stilte" en de doordringende geur van de resten van explosieven. Ondertussen zag ze haar leven aan zich voorbij flitsen.Een man hielp haar door een raampje van de metro naar buiten kruipen. Op het perron nam een andere man de vrouw, die zich gedesoriënteerd voelde, bij de arm en leidde hij haar naar boven. Daar trof ze de "absolute horror" aan, met schreeuwende, gewonde en verminkte mensen. Samen met andere reizigers ging ze in de buurt op zoek naar een dokter. Het leek eindeloos te duren vooraleer de hulpdiensten aankwamen, getuigde ze. Een derde man bracht haar uiteindelijk in veiligheid in een ondergrondse parking. Al die tijd is ze bang voor een scenario zoals in de concertzaal Bataclan, waarbij ze in de rug geschoten zou worden.Vandaag ondervindt Anne-Sophie nog steeds de psychologische gevolgen van wat ze ervaren heeft. "Soms komt het terug, denk ik dat het gaat ontploffen en ben ik op mijn hoede. Ik kijk rond me heen om te kijken of iemand er verdacht uitziet. Een banaal traject op de metro is nu een hindernissenparcours."De vrouw getuigde dat ze vertrouwen blijft hebben in de toekomst, maar dat ze nooit nog dezelfde zal zijn. Ze getuigde ook over haar strijd met de verzekeringen en over het gevoel dat ze zich voortdurend moet rechtvaardigen, als overlevende die niet fysiek gewond raakte, ook bij mensen die haar goedbedoeld moed willen inspreken. Ze zei ook dat ze bij slachtofferorganisatie Life4Brussels echte steun vond. Via de organisatie vond ze de nodige psychologische hulp, een luisterend oor van personen "met een ongelofelijke empathie" en advies over haar rechten als slachtoffer. -
"Wrede dood gestorven en ik kon haar hand niet vasthouden", zegt moeder van slachtoffer
Mijn dochter is een wrede dood gestorven, in de chaos, en ik kon haar hand niet vasthouden. Dat heeft de moeder van Mélanie Defize donderdag gezegd tijdens haar getuigenis op het proces van de aanslagen van 2016. Samen met de broer en de werkgever van Mélanie schetste ze het beeld van een beloftevolle jonge vrouw en muzikante, die de wereld nog veel had kunnen bieden."Mélanie was zorgzaam, gevoelig, ze hield van het leven en wilde de wereld mooier maken, ze wilde cultuur meer toegankelijk maken en haar kennis, met een grote bescheidenheid. Het is ondraaglijk om te weten dat ze zo'n wrede dood gestorven is, dat ze in zo'n chaos terechtkwam en moest lijden, zonder dat ik haar hand kon vasthouden", zei de moeder tijdens haar heel emotionele getuigenis. Ze betreurde ook dat haar dochter het leven niet heeft kunnen leiden waarvoor ze voorbestemd was. "We kennen haar eventuele kinderen niet, ze is de meter niet kunnen worden van een van de kinderen van Thomas (haar broer, red.). Die gedachten zijn hartverscheurend."De moeder van Mélanie vraagt zich zeven jaar na de aanslagen nog steeds af hoe haar dochter haar laatste momenten heeft beleefd. "Is ze alleen naar buiten kunnen gaan? Heeft er iemand voor haar gezorgd?", zei ze. Twee jaar geleden kwam ze te weten dat arts Tine Gregoor, die op 22 maart toevallig bij Maalbeek was, in haar boek 'Bommen in Brussel' sprak over Mélanie. "Volgens het boek is ze overleden op de parking (en niet in de ziekenwagen onderweg naar het ziekenhuis, zoals aan de familie werd meegedeeld, red.). Mélanie haatte harde geluiden en vieze geuren, die plek moet vreselijk zijn geweest voor haar", aldus de moeder in tranen. "Ik ga die vrouw ontmoeten, heb dat nog niet gedaan omdat ik schrik had dat ik daarna niet meer durfde getuigen. Maar ik weet dat iemand haar hand heeft vastgehouden."Voorzitter Laurence Massart wenste de familie na de getuigenis veel moed voor de toekomst. "En u moet niet verder gaan dan wat mogelijk is voor een mens", zei ze aan de moeder. -
Laatste getuigen Zaventem: "Als ze het niet vragen, is het lastig vergiffenis te schenken"
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 hebben dinsdagvoormiddag de laatste slachtoffers en nabestaanden van de aanslag in Brussels Airport getuigd. Philippe Vansteenkiste, broer van Fabienne Vansteenkiste, de check-in-bediende die omkwam in Zaventem, zei dat de beschuldigden eerst vergiffenis moeten vragen voor ze kunnen vergeven worden.
"Fabienne is een gemis en dat zal heel ons leven zo blijven. We zijn gelukkig een hechte familie", getuigde haar moeder, Jeannine Luypaert. Als een hecht blok zat de familie voor het hof. Fabiennes schoonzoon, Thomas Savary, toonde een masker dat zijn dochter had gemaakt tijdens kunsttherapie. "Op de binnenkant staan de gevoelens die ze niet laat zien, zoals 'bang', 'gevoelig', 'triest', 'gestresseerd'. Op de buitenkant schreef ze wat ze wel toont, zoals 'mooi', 'beter', maar ook 'super moeke'." Ook Philippe Vansteenkiste, haar broer, maar ook verantwoordelijke van slachtoffervereniging V-Europa, deed ook een opmerkelijke uitspraak: "Zonder dat de beschuldigden erom vragen is het heel moeilijk om vergiffenis te schenken."
Eerder op de dag had fotografe Nathalie Dexpert getuigd. Zij raakte niet gewond bij de aanslag - ze bevond zich een verdieping lager, in de aankomsthal - maar dat betekende allerminst dat die geen impact had. Ze hebben die dag de "Wonder Woman" in haar gedood, zoals ze zichzelf noemde voor haar kinderen. "De kracht die ik had, heb ik niet meer", zei ze, terwijl haar zoon op de achterste rijen - die voor het publiek - zat te snikken.
Tot slot was er nog de getuigenis van een medewerkster van de Brusselse openbaarvoermaatschappij MIVB. De vrouw, die aan het werk was in metrostation Kunst-Wet, getuigde onder meer dat ze haar kind bang op grond zag liggen in de klas, toen ze hem die dag ging afhalen op school. De leerkracht had verteld over de aanslagen, maar het kind wist niet of zijn mama oké was. -
"Ze is de vreugde in haar ogen verloren", zegt zus van slachtoffer
"Ze had steeds een blik vol leven en vol vreugde, maar nu kijkt ze met een lege blik voor zich uit." Dat zei de zus van Claire, die gewond raakte op de luchthaven, dinsdag op het proces van de aanslagen van 22 maart. De zus vertelde ook hoe ze het gevoel heeft dat ze haar emoties moet minimaliseren, omdat ze zelf niet betrokken was bij de aanslag.
De jongere zus (26) was op het moment van de aanslagen aan het studeren in Tennessee en zag haar zus pas in juni 2016 terug. Claire was in de aankomsthal, onder de hal waar de tweede ontploffing plaatsvond, en raakte bedolven onder het puin van het plafond. Ze raakte niet gewond, maar heeft het op psychologisch vlak erg moeilijk. Claire wilde zelf niet getuigen, haar jongere zus wel.
De zus vertelde in haar getuigenis hoe Claire niet meer dezelfde is sinds de aanslagen. Ze kampt met een zware posttraumatische stressstoornis en is constant angstig en alert. "Ze had steeds een blik vol leven en vol vreugde, maar nu kijkt ze met een lege blik voor zich uit. Ze is heel alleen, ze wil ons beschermen, maar ziet daardoor alleen af."
En ook de ouders hebben het zwaar. Zo vertelde de zus over de woede bij hun vader, de slaapproblemen van hun moeder en het feit dat ze in het bijzijn van hun moeder bepaalde woorden niet meer durven te zeggen. "Ze hebben een deel van haar vlees en bloed willen wegnemen en hebben uiteindelijk een deel van haar licht afgepakt", klonk het tijdens de getuigenis. Ook heeft Claire door het trauma een ziekte gekregen waardoor ze geen kinderen meer kan krijgen.
"We hebben een enorme kracht opgebouwd om te vechten na 22 maart, maar mijn familieleden zijn nog schimmen van wie ze waren. Er is een diep verdriet bij elk kleine tegenslag, omdat we steeds het gevoel hebben dat we al genoeg hebben afgezien."
De jongere zus vertelde ook over haar verdriet, in eerste instantie ver weg van iedereen. "Ik bleef zeggen 'ze leeft nog, mama en papa zijn bij haar', maar vroeg me ook af waarom ik niet bij haar was", aldus de zus. "Ik was helemaal alleen aan de andere kant van de wereld. Ik ben mijn grote zus bijna kwijtgeraakt maar kon haar tranen niet drogen."
Ook voelt de zus zich een toeschouwer en heeft ze het gevoel dat ze haar gevoelens moet minimaliseren. En ook in de rechtbank voelt de jonge zus zich een bedrieger tussen de slachtoffers die de aanslagen wel meemaakten. "Maar we zijn wel slachtoffers, we hebben de aanslagen van dichtbij meegemaakt", zegt ze. "Ik heb nachtmerries en kamp met depressieve gedachten en kwaadheid. Ik ben het beu om te wachten tot dit proces afgerond is zodat we dit hoofdstuk kunnen afsluiten, al weet ik dat we nog jaren gaan afzien." -
Dinsdag eerste getuigenis van slachtoffer Maalbeek
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 staat dinsdag de eerste getuigenis op het programma van een van de slachtoffers van de aanslag in metrostation Maalbeek. Verder zullen nog verschillende overlevers of nabestaanden komen getuigen van de aanslag in Brussels Airport.
Een van die getuigenissen is die van een vroegere jeugdtrainer van voetbalclub AS Eupen. Een jeugdteam van de club was in de luchthaven op het moment van de aanslagen.
Verder krijgen de partijen nog de kans om vragen te stellen aan twee verantwoordelijken van de misdaadsectie van de Brusselse federale gerechtelijke politie en van het labo die op 22 maart 2016 actief ter plaatse kwamen in Zaventem. Maar dat is nog een uitloper van de vorige fase van het proces, de voorstelling van het onderzoek. De twee konden eerder niet aanwezig zijn.
Het wordt ook afwachten hoe de overbrenging van de aangehouden beschuldigden naar het Justitia-gebouw dinsdag verloopt. Het hof van beroep oordeelde maandag dat naaktfouilles met kniebuigingen - die de beschuldigden momenteel elke dag ondergaan - niet wettelijk zijn. "Hopelijk wacht ons morgen geen onaangename verrassing", zei Delphine Paci, advocate van Salah Abdeslam, maandag.
Het kabinet van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne reageerde alvast dat het arrest "enkel betekent dat naaktfouilles met kniebuigingen niet kunnen". "We zullen daarmee rekening houden en de procedure zal aangepast worden. De naaktfouilles zullen dus blijven plaatsvinden waar en wanneer dat nodig geacht wordt, maar zonder de kniebuigingen." -
"Naaktfouilles blijven plaatsvinden wanneer nodig, maar zonder kniebuigingen"
Het kabinet van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft kennis genomen van het arrest dat het Brusselse hof van beroep maandag heeft uitgesproken over de omstandigheden waarin de beschuldigden op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 naar de Justitia-site worden overgebracht. "Daaruit blijkt dat naaktfouilles nog steeds kunnen plaatsvinden wanneer dat nodig is, maar zonder kniebuigingen", klink het bij het kabinet.
Zes beschuldigden in het assisenproces hadden de minister van Justitie gedagvaard in kort geding, over de omstandigheden waarin ze elke dag vanuit de gevangenis worden overgebracht naar het gerechtsgebouw in Haren. De zes klaagden onder meer aan dat ze dagelijks naaktfouilles moesten ondergaan, waarbij ze door de knieën moesten buigen.
In kort geding had de eerste rechter de dagelijkse naaktfouilles verboden, omdat ze een vernederende behandeling vormden en ze dus in strijd waren met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Naaktfouilles bleven wel mogelijk, maar dan mochten ze niet systematisch zijn en moesten ze individueel gemotiveerd worden.
De Belgische staat ging tegen die beslissing in beroep, maar ook in in beroep heeft de overheid nu ongelijk gekregen. "Het hof is van oordeel dat de kniebuigingen die de beschuldigden moeten uitvoeren tijdens hun fouille door de politie, niet voorzien zijn door de Wet op het Politieambt, en beveelt de Belgische staat dus een eind te maken aan die praktijk, die in strijd is met artikel 8 van het EVRM", zei persmagistrate Anne Leclercq.
"Dat betekent niet dat naaktfouilles helemaal niet meer kunnen", klinkt het bij het kabinet. "Enkel dat naaktfouilles met kniebuigingen niet kunnen. We zullen daarmee rekening houden en de procedure zal aangepast worden. De naaktfouilles zullen dus blijven plaatsvinden waar en wanneer dat nodig geacht wordt, maar zonder de kniebuigingen." -
Slachtoffer: "Ik vergeef de beschuldigden om de bladzijde te kunnen omslaan"
"Ik wil de beschuldigden zeggen dat ik hen vergeef, om zo de bladzijde om te slaan." Dat zei een vrouw die op 22 maart 2016 werkte in Exki op Brussels Airport maandag op het proces over de aanslagen. Op die dag is ze het vertrouwen in andere mensen kwijtgeraakt, en ze wil haar leven terug in handen nemen.
De vrouw hoorde de eerste explosie terwijl ze aan het werk was in Exki, en bracht zichzelf samen met haar collega's en de klanten van de zaak in veiligheid in een kantoor. Daar hoorde ze de tweede explosie en herinnert zich vooral heel veel rook. Pas nadat ze samen met de andere werknemers van Brussels Airport van het tarmac werd weggevoerd met bussen, besefte ze de ernst van de feiten. "We moesten de leden van onze ploegen tellen. Sommige mensen waren bebloed, mensen huilden omdat ze hun collega's niet zagen. Daar heb ik pas beseft hoe ernstig het was."
Terug thuis met haar kinderen krijgt de vrouw oorpijn en later krijgt ze een acute blindedarmontsteking, "waarschijnlijk door de schok, zei een arts". De vrouw krijgt via haar werk de kans om een psycholoog te bezoeken, maar ze durfde lang haar huis niet uit. "Het heeft jaren geduurd voor ik het openbaar vervoer weer kon nemen, anderhalf jaar later heb ik geprobeerd om weer in de luchthaven te werken, maar dat is niet gelukt. Ik heb gevraagd om me te laten overplaatsen op een plaats waar ik niet in de massa moet komen of het openbaar vervoer moet nemen", aldus de vrouw. "Ik kom niet meer in de stad. Ik koop alles online. Zo ziet mijn leven er nu uit."
Op het einde van haar getuigenis richtte de vrouw zich aan de beschuldigden. "Zij hebben mij die dag angst voor anderen gegeven. Geen haat, maar een wantrouwen in anderen. Mijn ouders en mijn geloof hebben me zo niet opgevoed. Men heeft mij doen geloven dat men in naam van God mensen mag doden", aldus de vrouw. "Ik wil zeggen dat ik hen vergeef. Ik wil niet leven met deze angst, ik heb ook aan mijn kinderen geleerd om anderen te wantrouwen, om niet naar buiten te gaan. Ik wil dat leven niet meer. Ik wil de bladzijde omslaan, en daarom vergeef ik het hen." -
Paci: "Hopelijk morgen geen onaangename verrassing"
"Hopelijk wacht ons morgen geen onaangename verrassing." Dat zei Delphine Paci, advocate van beschuldigde Salah Abdeslam, maandag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 in een eerste commentaar op het arrest van het hof van beroep, dat de kniebuigingen bij naaktfouilles illegaal bevond.
Paci nam maandagmiddag kort het woord, nadat in de voormiddag het hof van beroep een arrest had geveld over de controversiële naaktfouilles met kniebuigingen van de beschuldigden. Ze benadrukte eerst en vooral dat ze "het lijden van de slachtoffers niet wou vergelijken met dat van de beschuldigden". "Dat zou onfatsoenlijk zijn en dat is nooit onze intentie geweest", zei ze aan de jury.
Paci zei dat het haar daarentegen te doen was om het recht op een rechtvaardig proces, elementair in een rechtstaat. Ze wees de jury er vervolgens op dat het arrest van het hof van beroep verder ging dan de uitspraak in eerste aanleg. "De kniebuigingen zijn illegaal. Ze moeten stoppen. Hopelijk wacht ons morgen geen onaangename verrassing."
Paci wees erop dat de naaktfouilles nog slechts toegelaten zijn om de kledij te controleren en stelde dat het hof van beroep enkel toelaat om de beschuldigden te blinddoeken tijdens het transport, niet meer in de gangen van het Justitia-gebouw waar het proces plaatsvindt. "Het waren niet wij, maar de Belgische staat die in beroep is gegaan. Maar het is heel duidelijk: het is 'nee' voor de kniebuigingen, ze zijn illegaal. We hopen dat het proces sereen verder kan en dat de Belgische staat het arrest respecteert", besloot Paci. Er werden, voorlopig tenminste, geen conclusies ingediend.
Voorzitster Laurence Massart zei nog dat ze voortaan niet meer zal vragen naar de individuele motiveringen van de naaktfouilles. Volgens haar lezing zijn die niet meer nodig, maar Paci zei dat ze er een andere lezing op nahield. -
Terroristen Zaventem "leken gewoon toeristen onder de toeristen"
Mohamed Abrini, Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui, de drie terroristen van Zaventem, leken op gewone toeristen zoals alle andere. Dat heeft een vroegere medewerkster van Délifrance op Brussels Airport maandag verklaard op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016. De drie dronken iets in de Délifrance en Najim Laachraoui activeerde de drie bommen in de zaak.
De vrouw getuigde hoe ze op 22 maart hielp bij de bediening van de drie terroristen, die haar op het moment zelf niet waren opgevallen. "Het waren toeristen onder de toeristen", verklaarde ze. Een week later hoorde ze van de politie dat de leden van de terreurcel nog iets gedronken hadden in de Délifrance - een water en twee koffies. "Ik heb toen begrepen dat ik oog in oog stond met hen, dat ik hun plateau heb afgeruimd", aldus de vrouw.
Achteraf gezien herinnerde ze zich de drie wel. "Ze waren met drie maar ze stonden niet samen. Er was er een met een hoed, hij zag eruit als een gewone jongeman, ik vroeg aan hem of hij bij de twee anderen hoorde, zodat we konden afrekenen", aldus de vrouw. "Ik herinner me dat hij aan het bellen was, dat maakt het lastig om te communiceren, als iemand je niet aankijkt of aan het bellen is."
De vrouw hielp verschillende slachtoffers. Ze raakte niet fysiek gewond, maar de aanslagen hebben wel een diepe indruk op haar nagelaten. "Ik was bijna dood maar besefte dat aanvankelijk niet. Later had ik steeds het gevoel dat ik in gevaar was en dat ik mijn kinderen in gevaar bracht. Ik heb een zoon van 17 jaar die ik niet meer durfde loslaten. Hij vond mij een slechte moeder omdat ik hem verhinderde om zijn leven te leven, ik belde hem heel de tijd. Hij zei dat hij het gevoel had dat ik hem niet vertrouwde", legde de vrouw uit. Pas twee weken geleden hebben moeder en zoon zich verzoend.
De voorzitter wilde nog weten hoe het vandaag gaat met de vrouw. "Vandaag is een zware dag omdat ik hier voor u zit", antwoordde ze. Ze is ook al zes jaar in behandeling voor een depressie. "Ik durfde niet meer naar buiten, de bus te nemen, tussen de mensen te komen. Maar ik moest voor mijn twee kinderen mijn leven weer opnemen, ik kon niet heel de dag in mijn pyjama rondlopen." -
Slachtoffer Zaventem spreekt over schuldgevoel na aanslagen
Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft Pierre-Yves Desaive maandag verteld over het schuldgevoel dat hij heeft omdat hij vlakbij een van de bommen stond en niet gewond geraakte. "Ik probeer daarmee om te gaan door me nuttig te maken", aldus de man, die zichzelf geen slachtoffer wil noemen maar een overlevende.
Desaive (54) was op het moment van de aanslagen in de buurt van het grote standbeeld in de vertrekhal waar de tweede explosie plaatsvond. In zijn hoofd gooide hij de feiten van die dag volledig om: zowel de timing als de volgorde van de ontploffingen had hij fout onthouden. "Dat is een beschermingsmechanisme, zoals de psychiater vorige week ook uitlegde. Zo heeft mijn brein me laten geloven dat de ontploffing heel ver was van mij", aldus Desaive. Hij bleef die versie geloven tot hij in oktober 2016 een eerste reconstructie hoorde van de aanslagen en zelfs vandaag is hij er nog niet altijd 100 procent van overtuigd dat de feiten anders waren dan hij zich herinnert. Via behandelingen met hypnose is hij erin geslaagd de feiten van die bewuste 22 maart voor zichzelf te reconstrueren.
Desaive spreekt ook over een schuldgevoel dat hij heeft, omdat hij zo dicht bij de ontploffing stond en toch niet geraakt werd door bouten of moeren. "Ik ben in contact gekomen met slachtoffervereniging V-Europe, maar voelde me totaal illegitiem als slachtoffer. Ik heb vervolgens geprobeerd om nuttig te zijn binnen de organisatie, ik heb er ook geen problemen mee om met de pers te spreken, dus ik neem vaak het woord", legt hij uit. Ook op het proces zelf komt dat schuldgevoel terug, omdat er mensen zijn die het veel zwaarder hebben dan hij. "Veel mensen willen toch niet komen getuigen en ik heb het gevoel dat ik het gewicht van die mensen op mijn schouders draag, dat ik ook voor hen kom spreken."
De man vertelde ook hoe hij slachtoffers hielp na de aanslagen, onder wie een vrouw die zwaar aan het bloeden was. En hij getuigde over oorlogstaferelen, de chaos en het gebrek aan coördinatie.
Desaive, die vandaag nog steeds niet aan het werk is, kampt vandaag nog met psychologische problemen en suïcidale gedachten. Hij werd al verschillende keren opgenomen in het ziekenhuis, ook op eigen initiatief.
-
"Niet geleefd, maar overleefd" na dood moeder, zoontje kreeg migraine
Zeven jaar lang heeft ze "niet geleefd, maar overleefd" na de dood van haar moeder. En ook haar twee zoontjes hadden zwaar te lijden onder de dood van hun grootmoeder, met de oudste die migraine en maagpijn kreeg. Katarina Viktorsson, dochter van Berit Viktorsson (64), die omkwam in de luchthaven, getuigde maandag erg emotioneel op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.
Op het proces gaan maandag de getuigenissen voort van overlevenden en nabestaanden. Katarina Viktorsson (38) getuigde hoe haar moeder haar alleen heeft opgevoed in Zweden, na de scheiding met haar vader. Ze omschreef haar moeder als een "sterke vrouw", "heel actief" en iemand die "heel dichtbij" haar en haar kinderen stond. Ze hield van muziek en dansen, "en waar ze ook kwam, trok ze haar schoenen uit omdat ze graag op blote voeten stapte". Tot vijfmaal per jaar bezocht haar moeder haar in Brussel, na de geboorte van haar kinderen, soms zelfs drie weken lang. Ze bracht dan veel tijd door met haar kleinkinderen. "Op dat moment was het alsof ik niet meer bestond."
Er werden verschillende foto's geprojecteerd tijdens de getuigenis. Zo is te zien hoe Berit Viktorsson samen met de oudste leest in een boekje. Op een andere foto zit ze op een bankje terwijl de jongen kunstjes uithaalt. Ook werd de laatste foto getoond die van haar genomen werd, op het verjaardagsfeest van haar nicht op 19 maart 2016, waarvoor ze naar Brussel was afgezakt. "Het was een fantastische avond. Onze familie en vrienden leven verspreid over de wereld en we waren blij dat we elkaar eindelijk eens samen zagen op een gelukkig moment, niet op een begrafenis zoals meestal. Ironisch genoeg zagen we elkaar daarna terug voor minder leuke zaken."
De vrouw getuigde over hoe ze in de uren en dagen na de aanslagen schipperde tussen hoop en wanhoop. Ze getuigde ook over hoe verschillende journalisten haar herhaaldelijk benaderden. Het pijnigde haar dat ze een journalist vertelde dat ze "de kracht niet" had, en "geen zin", om een interview te geven, en hoe die woorden twintig minuten later online te lezen waren, alsof ze toch een interview had gegeven. Samen met haar ex-vriend en vrienden belde ze ziekenhuizen af, op zoek naar nieuws over haar mama. In het militair hospitaal in Neder-Over-Heembeek, waar ze dacht meer te vernemen, stortte ze in. Ook daar werd ze op de parking achtervolgd door een cameravrouw. Een opsporingsbericht dat een vriend op Facebook had geplaatst, leverde alleen maar valse sporen op. De hele tijd dacht ze dat haar moeder, die de taal niet machtig was, "ergens verloren was, in shock en zich afvroeg waarom ik niet kwam".
Het duurde tot vrijdag vooraleer Katarina Viktorsson te horen kreeg dat haar moeder overleden was. Al die tijd wisten haar kinderen van niks.
De vrouw getuigde dat ze zich nadien aan haar lot overgelaten voelde. Zo nam ze contact op met slachtofferhulp, maar kwamen die hun belofte niet na om haar terug te bellen, of pas maanden later. Ze legde ook uit dat ze recht heeft op een volledige terugbetaling van consultaties bij de psycholoog, maar dat het maanden duurt voor die papiermolen in orde is en ze het geld niet kan voorschieten. "Als ik moet kiezen voor een nieuwe jas voor mijn zoon of een bezoek aan de psycholoog, dan kies ik voor een nieuwe jas", zei ze. "Maar het is een vicieuze cirkel. Als ik mezelf niet verzorg, kan ik niet de beste moeder zijn."
Katarina Viktorsson bekloeg zich er nog over dat er een hulplijn bestond voor radicalisme, maar niet voor slachtoffers. Ze getuigde dat zij een van de slachtoffers was die foutief een oproepingsbrief tot kandidaat-jurylid had gekregen voor het assisenproces. Ze zei bovendien dat het pijnlijk was om in de akte van beschuldiging de precieze doodsoorzaak te lezen van haar moeder, zonder dat iemand daar op een of andere manier op voorbereid had.
Hulp vond Katarina Viktorsson bij een ander slachtoffer, die ze dag en nacht kan bereiken en "bij wie ik me niet moet rechtvaardigen". Daarnaast deed een verblijf van de week in de Koninklijke Villa in Oostende haar goed, waar een project is opgezet voor de terreurslachtoffers. Ook bij het herdenkingsmonument voor de aanslagen in het Zoniënwoud in Ukkel vindt ze troost. Toch lukte het haar nog niet om het werk weer te hervatten, ook al deed ze al twee keer een poging.
Katarina Viktorsson werd meermaals erg emotioneel tijdens haar getuigenis, in die mate dat ook knuffelhond Lucky erbijgehaald werd. Toen voorzitster Laurence Massart vroeg hoe het nu met haar ging, antwoordde Katarina Viktorsson dat ze schommelde tussen woede en verdriet. "Enkele weken geleden besefte ik dat ik zeven jaar lang niet leefde, maar overleefde. Zonder kinderen had ik waarschijnlijk niet meer geleefd. Een maand geleden dacht ik dat het zo niet verder kon. Op een bepaald moment is het op een zekere manier comfortabel om in de put te blijven zitten, je riskeert geen verrassingen. Maar het is geen manier van leven. Mijn kinderen worden ook ouder, ze beseffen meer en meer. Maar ik doe het ook voor mij. Ik ben het zelf waard. Mijn moeder zou het niet anders hebben gewild, dat ik vooruitga met mijn leven en gelukkig ben."
Viktorsson getuigde ook hoe haar oudste zoontje, niet ouder dan elf jaar, in 2022 migraine en maagproblemen kreeg, door de stress. Ze las voor uit een verslag van een leerkracht die zei dat het kind niet alleen leed onder het verlies van zijn grootmoeder, maar ook zijn kinderlijke onschuld kwijt was en zijn moeder van voorheen. Hij wou zijn moeder beschermen, zorgde voor zijn kleine broer voor mama opstond, en stak veel energie in het verbergen van hoe slecht het met hem ging.
Op 22 maart 2022 stond het kind, opnieuw met migraine, plots in tranen op het secretariaat. "Hij is er ingestort. Hij zei: 'Vandaag is dag dat mijn oma gestorven is.' Ik wist niet eens dat hij de datum kende", zei Katarina Viktorsson. -
Volgende week gaat nieuwe fase van terreurproces in
Het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 gaat maandag een nieuwe fase in, met de getuigenissen van slachtoffers. Volgende week komen de slachtoffers van Brussels Airport getuigen, vanaf de week erop woensdag staan de slachtoffers van metrostation Maalbeek op het programma.Voor de getuigenissen van slachtoffers echt van start gaan, is er maandagvoormiddag nog een kort luik met medische experts. Zo komen een revalidatiearts en een psychiater getuigen over de gevolgen van de aanslagen voor slachtoffers.Maandagnamiddag is het vervolgens aan de eerste drie slachtoffers van de aanslag in Zaventem. Deze week en begin volgende week staan er zo meer dan vijftig getuigenissen op het programma van slachtoffers in Brussels Airport.De voorbije tweeënhalf maanden stonden in het teken van de voorstelling van het onderzoek. Dat luik werd donderdag helemaal afgerond, met de commentaren van parket, burgerlijke partijen en verdediging op die voorstelling. -
"Ibrahim Farisi enkel voor assisen omdat hij zijn broer wilde helpen"
Ibrahim Farisi staat terecht voor het hof van assisen enkel en alleen omdat hij zijn broer Smail geholpen heeft met de verhuis van zijn studio. Dat zei Xavier Carrette donderdag tijdens het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.Ibrahim Farisi, die net als zijn broer als vrije man verschijnt, is de enige van de tien beschuldigden op het proces die niet vervolgd wordt voor moord en poging tot moord in een terroristische context, maar enkel voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. "Niet omdat hij een appartement waar terroristen zaten heeft leeggehaald, maar omdat hij geholpen heeft met de verhuis van de studio van zijn broer, omdat zijn broer hem dat vroeg en omdat hij zijn televisie en Playstation wilde recupereren. Alleen daarom moet hij voor assisen verschijnen", aldus Carrette. Hij hamerde er ook op dat er geen "Farisi-clan" bestaat: Smail en Ibrahim Farisi zijn twee mannen, die elk voor verschillende feiten berecht worden.De advocaat herinnerde aan de juridische kwalificaties waaraan voldaan moet worden om iemand te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Zo moet de persoon deelnemen aan de activiteiten van de groep, moet hij de intentie hebben om actie te ondernemen in het kader van een eventueel terroristisch project en moet hij weet hebben van de terroristische context. "Maakt de verhuis van een appartement op twee dagen deel uit van de activiteiten van een terroristische groep?", vroeg Carrette aan de jury.Tot slot vroeg Carrette de jury om de Ibrahim Farisi van 22 maart 2016 te berechten, niet de man die ze vandaag zien (en die regelmatig de zitting verstoort met zijn commentaren, red.). "De onderzoeksrechters beschreven zijn neergang. Vandaag zien jullie een man die vaak half indommelt, die een turbulent karakter heeft." -
"Alternatieve sporen naar wapens onvoldoende onderzocht"
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft Jonathan De Taye, de advocaat van beschuldigde Ali El Haddad Asufi, zich erover beklaagd dat alternatieve sporen naar de herkomst van de wapens van de terreurcel onvoldoende onderzocht zijn. "Tot op het bot gaan, dat geldt voor beide partijen", zei zijn confrater Jean-Christophe De Block.Op het proces over de aanslagen in Brussels Airport en metrostation Maalbeek gingen de advocaten van de verdediging donderdagmiddag voort met hun commentaren op de vragen aan onderzoekers en onderzoeksrechters. De Taye onthield daarvan dat de onderzoekers tot de conclusie kwamen dat El Haddad Asufi's persoonlijkheid geen blijk gaf van radicalisering. Ook herinnerde hij eraan dat Ibrahim Bakraoui, met wie El Haddad Asufi bevriend was, en zijn broer Khalid actief bleven in het grootbanditisme, terwijl ze al die tijd hun radicalisering verborgen hielden.Vervolgens liep De Taye een rijtje af van wat zijn cliënt kon verweten worden. Het huren van safehouses? Dat gebeurde door Ibrahim en Khalid El Bakraoui en Mohamed Bakkali, zei De Taye. Chauffeur zijn? Ibrahim El Bakraoui had via zijn vriend Youssef El Ajmi zelf een auto ter beschikking, merkte De Taye op, die er bovendien aan toevoegde dat hij ook dikwijls zijn MOBIB-kaart had gebruikt.Daarnaast wordt El Haddad Asufi verweten dat hij wapens gezocht zou hebben voor de aanslagen in Brussel. In de akte van beschuldiging wordt effectief een conversatie vermeld tussen El Haddad Asufi en zijn neef in Nederland die daarover leek te gaan. "Ik begon te panikeren toen ik het las", zei De Taye met enige ironie. Maar zijn confrater Jean-Christophe De Block, die het Nederlands beter machtig zou zijn, en ging neuzen in het Nederlandse proces-verbaal hierover, zou hem gerust gesteld hebben. Er was absoluut geen link tussen met de aanslagen van 22 maart 2016, stond er zelfs zwart op wit.De Taye hekelde dat alternatieve sporen naar de herkomst van de wapens van de terreurcel onvoldoende onderzocht werden. "Ze willen de wapens in zijn schoenen schuiven", zei De Taye. Hij kondigde aan dat hij hierop zou terugkomen wanneer de broers-Benhattal, neven van de El Bakraoui's, en Leonardo Polino, die een crimineel verleden deelde met de El Bakraoui's, zouden komen getuigen op het proces.Advocaat De Block haalde nog aan dat de onderzoekers verklaarden dat Ibrahim El Bakraoui met een Hongaars nummer vanuit een phoneshop zou gebeld hebben met Ali El Haddad Asufi. Maar met datzelfde nummer zou ook nog naar El Haddad Asufi gebeld zijn op 23 maart 2016, toen El Bakraoui zich dus al opgeblazen had. De Block verwees naar een uitspraak van het federaal parket eerder op de dag, dat er niet kort door de bocht mocht worden gegaan en er tot op het bot moest worden gegaan. "Tot op het bot gaan, dat geldt voor beide partijen", besloot De Block. -
"Abrini was in shock en was een last voor terreurcel"
Mohamed Abrini was geen vastberaden strijder op 22 maart 2016, maar een man die in shock was en een last was voor de kamikazes van Zaventem. Dat heeft zijn advocate Laura Pinilla donderdag gezegd in haar commentaar op het onderzoek tijdens het proces van de aanslagen in Zaventem en Brussel.Pinilla vroeg aan de jury om zich voor te stellen hoe het voor Abrini moet zijn geweest toen hij op 21 maart, de dag voor de aanslagen, terugkeerde naar de Max Roosstraat. "Toen hij vertrok (naar de Tivolistraat, red.) was er nog geen concreet plan en toen hij terugkeerde zei men dat de zakken klaarstaan en dat ze morgen vertrekken", aldus de advocate. "Dat was een schok voor hem. Dat was ook te zien tijdens de taxirit naar de luchthaven", waar Abrini geen woord gezegd zou hebben. En toch "stelt men Abrini voor als een man die vastbesloten was, bijna blij over wat hij ging doen"."Drie personen vertrokken naar de luchthaven, alle drie gezocht door alle politiediensten van Europa. En maar één van hen vermomt zich, waarom?", vroeg Pinilla zich ook af. "Als je terugkijkt naar de camerabeelden, leek het dan niet dat Abrini die dag een last was voor de twee anderen?" De advocate trok een parallel met kamikaze van Maalbeek Khalid El Bakraoui. Op de camerabeelden van het appartement in de Kazernenlaan in Etterbeek is te zien hoe hij zich eerst probeert te verstoppen in de lift omdat er iemand aan de ingang van het gebouw stond, maar daarna lijkt te beseffen dat het toch niets meer uitmaakt dat hij herkend wordt omdat hij toch zal sterven.Ook stelde de advocate dat Abrini wordt voorgesteld als een grote strijder, maar dat dat niet klopt. "De procureur wees op het feit dat hij nuttig was voor de cel omdat hij Brussel goed kende, dat is inderdaad een goede samenvatting", aldus Pinilla. Ook verwees ze naar het testament dat Abrini opstelde ("dat maar voor een zesde bestaat uit persoonlijke elementen") en de brief aan Nawal, die eerst aan Khalid El Bakraoui werd toegeschreven en pas in de aanloop naar het assisenproces aan Mohamed Abrini ("dat is toch wat hypocriet"). En islamoloog Mohamed Fahmi omschreef het mogelijke radicalisme van Abrini als heel complex, benadrukte ze.Tot slot stelde de advocate dat het feit dat Abrini al weken niet komt opdagen voor zijn proces "geen gebrek aan respect" is. "Het is heel pijnlijk om te zien dat hij niet aanwezig is, terwijl hij steeds goed heeft meegewerkt. We hopen dat het probleem zich de komende dagen oplost", aldus Pinilla. Ze verwees zo naar de behandeling voor de kortgedingrechter van het beroep van minister van Justitie Van Quickenborne over de transfervoorwaarden van de beschuldigden morgen/vrijdag. -
"Bayingana Muhirwa kreeg stempel van jihadist"
Hervé Bayingana Muhirwa heeft door de manier waarop het onderzoek werd voorgesteld door de onderzoeksrechter de stempel gekregen van jihadist, terrorist, geradicaliseerde, terwijl de onderzoekers ook aangaven dat er geen aanwijzingen zijn dat de beschuldigde geradicaliseerd was. Dat heeft advocaat Vincent Lurquin donderdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 gezegd tijdens zijn commentaar op het onderzoek.Lurquin kwam terug op de tijdlijn die de onderzoekers toonden aan het begin van de voorstelling van het profiel van Bayingana Muhirwa. Daarop stonden onder meer het vertrek van Belgische jongeren naar Syrië, de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo en de aanslagen in Parijs. "Ik vroeg aan de onderzoekers aan welk woord ze dachten als ze dat allemaal zagen. Ik kreeg geen antwoord, maar ik denk meteen aan jihadist, terrorist en geradicaliseerde."De onderzoekers benadrukten wel dat Bayingana Muhirwa niets te maken heeft met die feiten, maar door de tijdlijn te gebruiken kreeg zijn cliënt wel een stempel en wordt het begin van een profiel geschetst, aldus Lurquin."Iemand veroordelen doe je op basis van materiële bewijzen en de intentie van de persoon", aldus Lurquin. "Islamoloog Mohamed Fahmi zei echter dat er in het onderzoek geen elementen zijn die aantonen dat Bayingana Muhirwa trouw heeft gezworen aan IS. En de onderzoeksrechters voegden toe dat zijn familie hem omschreef als pacifistisch en dat hij op zijn werk vrouwen een kus gaf."Lurquin kwam ook terug op de motiveringen rond de naaktfouilles, die elke dag worden overgemaakt aan het hof. "Op een gegeven moment stond daarin dat mijn cliënt veroordeeld was door het hof van assisen in Parijs, maar dat is nooit gebeurd. De motivering werd aangepast, maar er staat nog steeds in dat hij recidivist is. Maar daarvoor moet je eerst veroordeeld zijn", aldus Lurquin. "Toch straf dat dat kan in een democratie. En ondertussen wordt zo een profiel geschetst van mijn cliënt."Ook wees de advocaat opnieuw op het gebrek aan bewijzen voor de bewering dat Bayingana Muhirwa wist dat de aanslagen van 22 maart 2016 zouden plaatsvinden.Hij was volgens de onderzoekers voor de aanslagen in het appartement van de Max Roosstraat omdat zijn gsm verbinding maakte met een telefoonmast in de buurt en dat een oorstokje gevonden werd in een vuilzak met zijn DNA en dat van Mohamed Abrini. "Het DNA toont alleen aan dat Bayingana Muhirwa samenwoonde met Abrini", aldus Lurquin.Bovendien geeft het telefonieonderzoek niet aan waar hij zich exact bevond, aldus Lurquin, die toevoegde dat zowel Mohamed Abrini als Osama Krayem aangaven dat Bayingana Muhirwa hen in de buurt van het appartement kwam ophalen. -
Verdediging hamert op feit dat Ayari pas twee jaar na aanslagen in verdenking werd gesteld
Sofien Ayari werd pas in 2018, twee jaar na de feiten, in verdenking gesteld voor de aanslagen van 22 maart 2016. Dat zei zijn advocate Laura Severin donderdag in haar commentaar op het onderzoek. Bovendien werd hij in eerste instantie enkel in verdenking gesteld van deelname aan een terroristische organisatie.Ayari zat, net als Salah Abdeslam, in de gevangenis op het moment van de aanslagen in Zaventem en Brussel. Ze werden beiden op 18 maart 2016 opgepakt, nadat ze tijdens de dodelijke schietpartij in de Driesstraat in Vorst op 15 maart konden ontsnappen."De onderzoeksrechters waren bevoegd voor het dossier sinds 2016 en via het dossier van Parijs konden ze zijn DNA, dat gevonden werd op een sporttas in de Max Roosstraat, aan hem linken, maar toch werd hij in eerste instantie niet in verdenking gesteld", aldus Severin. Dat gebeurde pas op 25 mei 2018, nadat het parket vroeg om Abdeslam en Ayari te ondervragen, en "in eerste instantie enkel voor deelname aan een terroristische organisatie", aldus de advocate.Uiteindelijk besliste het Brusselse hof van beroep in 2021 dat er voldoende aanwijzingen waren om Ayari ook voor moord en poging tot moord in een terroristische context door te verwijzen naar assisen.Ook haalde de advocate drie elementen aan die door het assisenhof van Parijs niet werden weerhouden, maar die nu wel in de akte van beschuldiging staan. Ze had het over informatie van de politie waaruit bleek dat Ayari als martelaar wilde sterven, zijn gerechtelijke antecedenten in Tunesië - de onderzoeksrechters bevestigden dat er nooit een internationaal aanhoudingsbevel was tegen hem en dat hij nooit veroordeeld werd in Tunesië - en het feit dat Ayari deel zou uitmaken van de jihadistische groep Liwa as Sadiq. "Die elementen werden in Parijs van tafel geveegd en niet opgenomen in het arrest", benadrukte Severin.Tot slot hamerde Severin op het feit dat de schietpartij in de Driesstraat wel binnen de infractionele periode valt, maar dat Ayari daarvoor al werd berecht. En ze minimaliseerde ook de rol van haar cliënt binnen de cel. "Hij vluchtte weg, liet zijn gsm en wapen vallen en ging schuilen in een kelder, en niet in het appartement in de Max Roosstraar. Er is steeds sprake van één cel die in twee verschillende appartementen verbleef (de Driesstraat en de Max Roosstraat, red.), maar de bewoners van de twee appartementen konden elkaar zelfs niet contacteren", stelde ze. "De onderzoekers bevestigden ook dat er een sterk vermoeden was dat Ayari en Abdeslam het appartement in de Max Roosstraat niet kenden."Bovendien schreef Ayari geen testament, zijn er geen foto's van hem met wapens in de Max Roosstraat en werd er geen jihadistische inhoud gevonden op zijn computer. -
"Ze hebben Smail Farisi gemanipuleerd"
Beschuldigde Smail Farisi, die zijn studio onderverhuurde aan kamikaze Ibrahim El Bakraoui, is "gemanipuleerd" door de leden van de terreurcel. Dat zei zijn advocaat Michel Degrève donderdag.Net zoals verschillende van zijn confraters donderdag kreeg Degrève donderdag de kans om een commentaar te geven op de vragen die vorige maand gesteld werden aan onderzoekers en onderzoeksrechter. Degrève deed dat voor het eerst als 'dominus litis', of meester van het proces, na het plotse overlijden van Sébastien Courtoy vorige week.In zijn betoog verwees Degrève ook kort naar Courtoy, of toch naar een videoverhoor dat die tijdens zijn vragen twee weken geleden ter sprake had gebracht. Het fragment, dat de politie zou geweigerd hebben om op te nemen in de transcriptie van het verhoor, toonde volgens Courtoy de onschuld aan van Farisi. "De hoofdonderzoeker is de inspecteur nummer één", zei Degrève. "Hij heeft alle informatie, niemand weet meer. 'Ik denk niet dat Farisi zou deelgenomen hebben aan het terroristisch complot', concludeerde hij."Degrève verwees ook naar Farisi's vrijspraak in het proces Parijs bis, het Belgische luik van het proces naar de aanslagen in Parijs. En hij wou ook voorlezen uit drie persartikels die gunstig uitvielen van zijn cliënt. Maar voorzitster Laurence Massart blokte dat af, omdat de jury daarvan geen kennis mag nemen. Degrève kwam uiteindelijk tot "zeven entiteiten" die Farisi onschuldig verklaard zouden hebben. "We hopen nu op een achtste."Na de vragenronde van twee weken geleden trok Degrève donderdag drie conclusies voor de jury: Smail Farisi was nooit in de studio in de Kazernenlaan in Etterbeek op scharniermomenten, hij was nooit in een ruimte waar op dat moment de samenzwering plaatsvond en de cel riep nooit zijn hulp in voor zijn activiteiten, zelfs al was hij de enige kon helpen. "Hij is gemanipuleerd", zei Degrève ook, en volgens hem kwam het Franse gerecht tot diezelfde conclusie, omdat het zijn overlevering niet had gevraagd. De psychiater die stelde dat hij een mentale achterstand heeft, begreep dat eveneens, zei Degrève. -
Verdediging El Makhoukhi laakt dat onderzoekers en OM vaak te kort door de bocht gaan
De verdediging van beschuldigde Bilal El Makhoukhi heeft de jury opgeroepen om verder te kijken dan de samenvattingen die door de onderzoekers en de federale procureurs gegeven werden tijdens het proces. "Complexe zaken moeten goed uitgelegd worden", klinkt het. Volgens Virginie Taelman en Nicolas Cohen zijn de verklaringen van de burgerlijke partijen en van de onderzoeksrechters vaak kort door de bocht. "De groep Majlis Shura Mujahidin is barbaars, dat gaan we niet tegenspreken, dus zegt men dan mijn cliënt dat ook is. Maar we moeten onthouden dat de onderzoekers bevestigden dat er geen bewijzen waren dat El Makhoukhi barbaarse feiten pleegde in Syrië", aldus Taelman. Ook zijn er geen bewijzen dat El Makhoukhi 'Jihadi John' ontmoette in Syrië, terwijl het openbaar ministerie dat wel beweert, aldus de advocate.
"Ook werd verklaard dat de afwezigheid van DNA niet wil zeggen dat iemand ergens niet is geweest. Mogelijk heeft een persoon geluk gehad, of werd er goed gekuist, maar veel vaker betekent dat gewoon dat de persoon er niet is geweest. Dat had uitgelegd moeten worden", benadrukte Taelman. Ze hamerde ook op de werkwijze van islamoloog Mohamed Fahmi, die een profiel schetste van El Makhoukhi. "Hij zei dat hij zich baseert op pv's, die werden voorzien door zijn collega's van de politie. Maar welke pv's werden bekeken, op basis waarvan werden die geselecteerd?"
Nicolas Cohen kwam op zijn beurt terug op de context van het conflict in Syrië. Hij haalde onder meer aan dat Oussama Atar werd opgesloten in de gevangenis van Abu Ghraib, waar gevangenen gefolterd werden - "We moeten ons de vraag stellen welke gevolgen dat op iemand heeft" - en op het feit dat de aanslagen in Europa begonnen nadat de interventie van de internationale coalitie begon, waartoe België ook behoort. "Er werd ons ook bevestigd dat terreurgroep IS in 2014 georganiseerd werd als een gewapende groep binnen een gewapend conflict, en dat was in 2016 nog steeds het geval."
Taelman benadrukte bij het begin van haar commentaar ook dat El Makhoukhi verzekerd heeft dat hij zal blijven komen naar zijn proces. "Hij zal er zijn, dat is het minste dat hij kan doen." De burgerlijke partijen hadden eerder op de dag aan de beschuldigden gevraagd om te komen opdagen tijdens de getuigenissen van de slachtoffers. -
Advocate vraagt jury om Abdeslam vrij te spreken voor feiten in Brussel en Zaventem: "Parket gooit alles op één hoopje"
Delphine Paci, de advocate van Salah Abdeslam, heeft de jury gevraagd om haar cliënt vrij te spreken voor de feiten in Brussel en Zaventem. Volgens haar kan hem geen moord en poging tot moord verweten worden. De advocaten van de verdediging krijgen vandaag de kans om commentaar te geven na de vragen die vorige maand gesteld werden aan onderzoekers en onderzoeksrechters. Paci begon haar betoog door de jury erop te wijzen dat de beschuldigingen op het proces in twee delen op te splitsen zijn: deelname aan de activiteiten van een terroristische groep enerzijds, en moord en poging tot moord anderzijds.
Paci hekelde dat het parket een mistgordijn zou ophangen, en alles op één hoopje gooit. Zo wees het parket erop dat het speciale hof van assisen in Parijs de aanslagen van 13 november 2015 als één enkele plaats-delict behandelde, en het vroeg hetzelfde te doen voor de aanslagen in België. Paci wees er echter op dat het hof in Parijs een onderscheid maakte tussen lidmaatschap van een terroristische organisatie en de feiten van 13 november 2015. De enkele plaats-delict ging over het Stade de France, de terrassen, en de Bataclan. "Het gaat niet verder", zei ze. Het is een basisprincipe van een democratie dat iemand enkel veroordeeld wordt voor wat hem individueel verweten wordt, argumenteerde ze.
Paci overliep zeven punten die volgens het parket wijzen op de betrokkenheid van Abdeslam bij de aanslagen van 22 maart 2016, ook al zat hij toen in de cel. Zo ging het over zijn lidmaatschap van de terreurcel, waarbij Paci aanvoerde dat het slechts de verschillende 'emirs' waren die de beslissingen namen. Aan het einde van haar betoog vroeg Paci om Abdeslam vrij te spreken voor de feiten in Brussel, dus voor moord en poging tot moord. -
Advocate van slachtoffers aan beschuldigden: "Laat hen niet voor lege stoel getuigen"
Advocate voor de burgerlijke partijen Maryse Alié heeft de beschuldigden op het proces opgeroepen om de slachtoffers niet voor een lege stoel te laten getuigen. "Het zal voor de slachtoffers extreem moeilijk om volgende week en de week erna door de deur van de zittingzaal te stappen", zei Alié in haar commentaar op het onderzoek. "En zeker als ze dan voor lege stoelen moeten getuigen. Ik hoop dat de beschuldigden menselijkheid en respect tonen." Beschuldigden Osama Krayem, Salah Abdeslam en Mohamed Abrini zitten donderdag opnieuw niet in de beschuldigdenbox. Abrini en Abdeslam blijven afwezig uit protest tegen de omstandigheden van de overbrenging van de gevangenis naar de rechtbank, waarbij ze een naaktfouille moeten ondergaan.
Guillaume Lys, advocaat van slachtoffercollectief V-Europe, waarschuwde in zijn commentaar voor twee mogelijke strategieën van de beschuldigden: het mutisme, waarbij ze weigeren te antwoorden op vragen, en het minimaliseren van hun rol. "Mogelijk zullen ze een mistgordijn opzetten rond daden die duidelijk zijn." Hun collega Gabie-Ange Mindana wees in zijn commentaar dan weer op het lange onderzoek, dat verre van perfect was. "Maar dat is geen excuus voor de gruwel die de beschuldigden hebben aangericht ten aanzien van de slachtoffers van Zaventem en Maalbeek. 22 maart blijft het summum van de gruwel." Mindana beklemtoonde dat ook bij de onderzoekers, die nochtans "misdaadprofessionals" zijn, "bepaalde zaken in hun geheugen gegrift blijven".