NBO - terreurproces Live
- Geef commentaar
- Opties
- Live
-
Bayingana Muhirwa naar eigen zeggen "toevallig" bekeerd tot islam
Hervé Bayingana Muhirwa is naar eigen zeggen eerder "toevallig" bekeerd tot de islam. De man is afkomstig uit een praktiserende katholieke familie. Tijden zijn adolescentie ontwikkelde hij ook interesse voor andere religies. Hij begon zich te verdiepen in de islam nadat hij een koran had gekregen van een vriend. Daarnaast bekeek hij ook de documentaire 'De bijbel, de koran en de wetenschap'. Volgens islamoloog Mohamed Fahmi is die documentaire een soort apologie van de islam, waarbij de religie verdedigd wordt. Bayingana Muhirwa zal tijdens zijn verhoren zelf verklaren te zijn bekeerd in maart/april 2011. In de islam vond hij continuïteit en zijn religie hielp hem ook om het verlies van zijn jongere broer te verwerken.
Tijdens zijn tweede verhoor gaf Bayingana Muhriwa aan dat zijn bekering "heel toevallig" is verlopen. Hij is naar eigen zeggen erg geïnteresseerd in andere culturen en botste op die manier ook op een documentaire over de islam. Wel ontkent Bayingana Muhirwa ooit trouw te hebben gezworen aan IS. De onderzoekers zetten daar echter vraagtekens bij. Zo werd op zijn pc een nasheed (islamitisch gezang) gevonden dat uitging van Alhayat Media Center, het mediabureau van IS. Daarin wordt de gewapende jihad verheerlijkt en worden moslims opgeroepen om trouw te zweren aan IS en het kalifaat en een jihadistisch hijra te ondernemen, reizen van een ongelovig naar een gelovig land, om daar lid te worden van een jihadistische groepering.
Zijn bewering staat ook haaks op de audioboodschappen die de kamikazes van de aanslagen hebben nagelaten. Daarin is sprake van een zekere 'Amine' die trouw zou hebben gezworen aan IS. De onderzoekers vermoeden dat het over Bayingana Muhirwa gaat, die als bekeerling de islamitische naam Abdelkarim heeft aangenomen. Die houdt echter vol dat hij niet de Amine is waarvan sprake. -
Verklaringen Bayingana Muhirwa fluctueerden, maar over 'Amine' bleef hij stellig
Beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa heeft in de loop van het onderzoek wisselende verklaringen afgelegd, maar bleef wel bij zijn bewering dat hij niet 'Amine' is. Dat heeft onderzoeksrechter Sophie Grégoire gezegd. 'Amine' is de 'broer' uit twee audioboodschappen die door medebeschuldigde Bilal El Makhoukhi de terreurcel binnengeloodst zou zijn. Grégoire zei dat de Rwandees uit Laken dertien keer verhoord is door de politie na zijn arrestatie op 8 april 2016 en twee keer door de onderzoeksrechter.
"Zijn verklaringen fluctueerden, toch op bepaalde punten, en soms waren ze tegenstrijdig. Wel bleef hij trouw aan het idee dat hij niet 'Amine' was. Hij veranderde zijn versie over het onderdak geven van Mohamed Abrini en Osama Krayem, de dag dat ze aankwamen of weer vertrokken, wie met wie kwam, en de trajecten die hij aflegde", zei Grégoire. Ook zijn kennis van andere leden van de groep, zijn toewijding tot IS en zijn betrokkenheid in de cel waren aan veranderingen onderhevig.
In zijn eerste politieverhoor op 8 april zei Bayingana Muhirwa dat Abrini en Krayem plots voor hem waren opgedoken bij een moskee in de buurt, een verklaring die hij achteraf bijstelde. In een tweede verhoor op 9 april herkende hij medebeschuldigde Salah Abdeslam en Najim Laachraoui, de leider van de cel, op foto, maar volgens hem enkel en alleen omdat hun foto's in de pers waren. Ook daarop kwam hij terug. In nog latere verhoren klonk het dan weer dat Laachraoui Abrini en Krayem bij hem had afgezet.
Voor de onderzoeksrechter verklaarde Bayingana Muhirwa op 9 april dan weer dat hij niet 'Amine' is, de 'broer' die volgens de twee audioboodschappen van Laachraoui in de pc van de Max Roosstraat trouw gezworen zou hebben aan terreurgroep IS. Tot vandaag houdt Bayingana Muhirwa vast aan die bewering. Als er IS-video's op zijn pc gevonden waren, dan was dat omdat hij hierop was uitgekomen vanwege zijn brede interesseveld, zei hij in zijn eerste verhoor bij de onderzoeksrechter. -
Abrini afwezig door ziekte
Beschuldigde Mohamed Abrini is wegens ziekte niet aanwezig op de zitting. Zijn advocate Laura Pinilla liet weten geen telefoontje van haar cliënt te hebben ontvangen, maar wel te kunnen bevestigen dat Abrini ziek is. Procureur Bernard Michel pikte daarop in, en verklaarde wel een telefoontje te hebben gekregen. "Abrini lag in bed met pijn. Daarop werd me gevraagd of hij met dwang moest worden meegenomen. Aangezien er geen dokter kon langsgaan voor het tijdstip van de overbrenging heb ik gezegd dat hij in de cel mocht blijven."
Zoals de gewoonte de laatste weken gaven Salah Abdeslam en Osama Krayem daarna aan de zittingszaal te willen verlaten. Beschuldigde Sofien Ayari bleef in tegenstelling tot maandag wel aanwezig, ook al ziet het ernaar uit dat zijn profielschets pas woensdag besproken zal worden. Op de oorspronkelijke planning stond Ayari ingepland voor dinsdagnamiddag, maar Grégory Moitroux, de coördinator van de presentatie van het onderzoek, liet dinsdagochtend weten dat de kans reëel is dat Ayari pas woensdag besproken zal worden, samen met medebeschuldigden Salah Abdeslam en Oussama Atar. Dat zou echter niets veranderen aan de rest van de planning. -
Slachtoffers komen pas vanaf 6 maart aan de beurt
Voorzitster Laurence Massart heeft bij de start van de zitting aangekondigd dat ze de week na de krokusvakantie voorlopig vrijhoudt voor het geval dat de vragen aan de onderzoeksrechters en getuigen zouden uitlopen. Dat betekent dat de slachtoffers pas vanaf 6 maart aan het woord zullen komen.
Tot en met woensdagvoormiddag stellen de onderzoekers hun onderzoek nog voor. Vanaf woensdagnamiddag volgen dan de vragen. Eerst aan de eerste hulpverleners en vanaf donderdag ook aan de onderzoeksrechters en onderzoekers. Massart had ook de week daarop - van 13 tot en met 16 februari - al uitgetrokken voor de vragen en eventuele opmerkingen. Daarna volgt een week reces tijdens de krokusvakantie.
De week na de krokusvakantie - van 27 februari tot en met 3 maart - zal voorlopig leeg blijven, kondigde Massart dinsdag aan. De bedoeling is om zo ruimte te creëren voor het geval dat de vragen zouden uitlopen. Indien dit niet het geval zou zijn, dan zal de voorzitster de achtergrondgetuigen en bepaalde instanties, zoals de Staatsveiligheid en het OCAD, laten opdraven. De beslissing daarover zal in de week reces vallen.
Dat betekent dat de slachtoffers pas vanaf 6 maart aan bod zullen komen. "Op die manier moeten we de getuigenissen van de slachtoffers niet nog eens uitstellen", klonk het. Die werden eerder al twee keer verplaatst. -
Dinsdag in het teken van Hervé Bayingana Muhirwa, Ibrahim Farisi en Sofien Ayari
De speurders en de onderzoeksrechters laten vandaag hun licht schijnen op de rol van beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa. Hij wordt ervan verdacht zowel Osama Krayem als Mohamed Abrini geholpen te hebben onder te duiken. Volgens de huidige planning wordt daarna de rol van Ibrahim Farisi belicht, die als vrij man verschijnt. Ook de rol van Sofien Ayari, die na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst samen met Salah Abdeslam op de vlucht is geslagen, komt nog aan bod.
Zowel na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, op 15 maart 2016, als na de aanslagen van 22 maart 2016, zijn Krayem en Abrini ondergedoken bij Bayingana Muhirwa. Die laatste houdt vol hij niet op voorhand wist wat er beraamd werd. In een audioboodschap spreekt Najim Laachraoui, kamikaze van de aanslag op Brussels Airport, echter over een nieuwe broeder, 'Amine' genaamd, die trouw zou gezworen hebben aan de Islamitische Staat en de terreurcel zou willen helpen. Krayem en Abrini zeggen Bayingana Muhirwa te kennen als 'Amine', maar zelf betwist hij 'Amine' te zijn of trouw te hebben gezworen aan IS.
Ibrahim Farisi heeft zijn broer Smail op 23 en 25 maart 2016 geholpen het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek leeg te halen. Vanaf dat adres waren Khalid El Bakraoui en Osama Krayem, met een bom in hun rugzak, vertrokken naar het metrostation. Krayem maakte rechtsomkeer en leegde de springstof van zijn bom in de toiletpot en de douche. Op bewakingsbeelden was te zien dat Ibrahim Farisi gedurende een tiental minuten één latex handschoen droeg toen hij een rugzak die leek op die van Krayem, uit de studio in Etterbeek haalde. Die rugzak is nog steeds spoorloos. Bij de voorstelling van de profielschets van de jongste Farisi hoort ook een reconstructie van de feiten.
Ayari was samen met Abdeslam het safehouse in de Driesstraat in Vorst ontvlucht, tijdens de schietpartij op 15 maart. Drie dagen later werden beide mannen opgepakt. Op het moment van de aanslagen in Brussel en Zaventem zat hij dus in de cel. Voor de schietpartij is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar. Voor zijn betrokkenheid bij de aanslagen op 13 november 2015 in Parijs werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar, waarvan hij minstens twee derde volledig moet uitzitten.
Wordt de huidige planning aangehouden, dan bespreken de onderzoeksrechters en speurders woensdag de beschuldigden Abdeslam en Oussama Atar. Vervolgens wordt meer dan een week uitgetrokken voor de vragen aan de getuigen. -
Krayem: "Naam van Smail Farisi had nooit in het dossier mogen staan"
De onderzoekers hebben hun licht laten schijnen op het verblijf van beschuldigde Osama Krayem in het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek. Ook de rol van Smail Farisi, die de studio vanaf februari 2016 huurde, is kort aan bod gekomen, waarop de oudste van de broers-Farisi en zijn advocaat zich begonnen te roeren. Een onderzoeksrechter heeft echter bevestigd dat Krayem in verhoren had aangegeven dat Smail Farisi niks met de aanslagen te maken had.
Op 16 maart 2016 verhuisde Krayem naar het safehouse in de Kazernenlaan, nadat hij één nacht had doorgebracht bij Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat in Laken. Nadat Sofien Ayari en Salah Abdeslam opgepakt waren op 18 maart, kwam Krayem twee dagen niet naar buiten. Smail Farisi zou hen eten gebracht hebben, maar zou zich ook als een bangerik gedragen hebben. Soms zou hij geweigerd hebben dingen te halen. Zo lichtte adjunct-hoofdonderzoeker Frédéric Vanesse maandag het onderzoek naar Krayems passage in de Kazernenlaan toe. Daarop werden Smail Farisi en zijn advocaat onrustig. Pas toen onderzoeksrechter Olivier Leroux de presentatie aanvulde met andere fragmenten uit verhoren van Krayem, leek Farisi gerustgesteld. Hij knikte en klapte aan het einde van de tussenkomst van de onderzoeksrechter zelfs geluidloos in zijn handen.
In die verhoren lijkt Krayem Farisi immers vrij te spreken. "Ik denk niet dat hij betrokken was bij de aanslagen, ik geloof dat hij gewoon een vriend was van de ander (Khalid El Bakraoui, red.)", liet hij optekenen. "Ik vroeg of Farisi op de hoogte was van wat er ging gebeuren. Khalid antwoordde van niet, dat hij het hem niet kon vertellen, omdat Smail al bang was van zijn schaduw", zei hij later.
Verder noemde hij Smail Farisi nog "een arme man, omdat hij geen deel uitmaakte van de groep die de aanslagen organiseerde, zijn naam had nooit in het dossier mogen staan, hij had niets te maken met ons, met de groep." Farisi had pech dat de El Bakraoui-broers hun oog op hem hadden laten vallen. "De huur van het appartement door Farisi was al voorbereid, hij wist niet waarom, maar de anderen hadden hem gevraagd een flat te huren op zijn naam." -
Onderzoekers zetten vraagtekens bij beweringen Krayem omtrent terugkeer naar Europa
De onderzoekers hebben vraagtekens gezet bij de beweringen van Osama Krayem omtrent de redenen van zijn terugkeer naar Europa. Krayem verklaarde dat hij Syrië en IS-gebied had verlaten wegens "meningsverschillen" over bepaalde geleerden. Zijn parcours richting Brussel liep echter grotendeel parallel met dat van medebeschuldigde Sofien Ayari en Ahmad Alkhald, de man die de bommen gefabriceerd zou hebben voor de aanslagen in Parijs en later in Syrië zou zijn omgekomen.
Krayem keerde in september 2015, na zowat een jaar in IS-gebied, terug naar Europa. Die beslissing was hem naar eigen zeggen ingegeven doordat er "meningsverschillen" waren ontstaan met IS. IS zou kritiek hebben gehad op enkele geleerden die Krayem beluisterde. Daarom zou Krayem naar eigen zeggen naar Zweden willen hebben terugkeren.
Daar zetten de onderzoekers echter vraagtekens bij. Zo legde Krayem grotendeels hetzelfde parcours af als medebeschuldigde Ayari en Alkhald. Krayem beweerde Ayari te hebben ontmoet op het Griekse eiland Leros, waar ze allebei op 20 september werden gecontroleerd door de Griekse autoriteiten. Toen beiden de ferry naar Athene namen enkele dagen later, zou Krayem ook Alkhald tegen het lijf zijn gelopen. Krayem hield vol niet uitgestuurd te zijn door IS en de "ideeën van Ayari en Alkhald" niet te hebben gekend. Volgens islamoloog Mohamed Fahmi was het toen echter geen sinecure om IS-gebied te verlaten. Daarvoor was de autorisatie van de hoogste echelons nodig.
Voorts viel op dat medebeschuldigde Salah Abdeslam Krayem samen met Ayari en Alkhald op 3 oktober 2015 oppikte in Ulm in Duitsland. Abdeslam overhandigde hen op dat moment ook alledrie een valse identiteitskaart. De onderzoekers konden reconstrueren dat de valse Belgische identiteitskaart van Krayem op naam van Samir Sakrie werd vervaardigd op 28 september. Op dat moment was Krayem zelf echter nog in Wenen. Zijn valse papieren werden dus al gemaakt tijdens zijn traject. Bovendien werden de valse identiteitsdocumenten voor Ayari en Alkhald, die allebei een rol zouden spelen bij de aanslagen van Parijs en Brussel, op dezelfde dag gefabriceerd.
Tenslotte botste Krayems feitelijke parcours ook met zijn bewering om terug te willen keren naar Zweden. Dan zou het volgens de onderzoekers bijvoorbeeld logischer geweest zijn om in Duitsland te zijn gebleven. Krayem gaf toe dat dat een "slimme vraag" was, maar zei dat het "op dat moment een goede beslissing leek". -
Krayem werkte mee met politie, maar geen dialoog mogelijk over sommige religieuze motieven
Beschuldigde Osama Krayem heeft goed meegewerkt tijdens het onderzoek, maar over de motieven van zijn terugkeer, die te maken zouden hebben met religieuze meningsverschillen met de terreurorganisatie IS, bleek geen dialoog mogelijk. Dat heeft onderzoeksrechter Olivier Leroux gezegd. Voorzitster Laurence Massart stelde daarbij de onderzoekers de vraag of het kan dat Krayem, die zich afzijdig houdt op het proces, de jurisdictie van haar rechtbank niet erkent.
Adjunct-hoofdonderzoeker Frédéric Vanesse bespreekt maandag de profielschets van Osama Krayem. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij de terreurcel logistieke hulp bood en dat hij zich zou opblazen. Vanesse besprak het parcours van Krayem, die in 1992 geboren werd in het Zweedse Malmö. Zijn ouders gaven zich uit voor Libanees-Palestijnse vluchtelingen, al zou zijn vader van Syrische afkomst zijn. Krayem was niet bekend bij het gerecht, ook al beweerde hij dat hij wel een periode van delinquentie kende. Op dertienjarige leeftijd werd hij opgevoerd in een documentaire als toonbeeld van integratie via sport.
Op 16 augustus 2014 vertrok Krayem naar Syrië. Zijn familie verklaarde dat ze geen signalen van radicalisering gezien had, al plaatste onderzoeksrechter Olivier Leroux daar wel kanttekeningen bij. Zijn familie zelf was religieus eerder streng in de leer, en al rond zijn achttiende waren er wel degelijk gedragsveranderingen, zoals het laten groeien van zijn baard en het weigeren om vrouwen de hand te schudden.
Vanuit Syrië onderhield Krayem contact met zijn broer, zus en een goede vriend via Facebook. Hij signaleerde hen dat hij te zien was in een propagandavideo waarin een Jordaanse piloot werd geëxecuteerd, stuurde foto's van zichzelf, onder meer uit een bommenfabriek, en vertelde hen dat hij gewond was geraakt. In augustus 2015 sloot hij zijn Facebook-account af en een maand later keerde hij naar Europa terug.
Vanesse zei dat Krayem in een verhoor verklaarde dat hij Syrië had verlaten, met de bedoeling om naar Zweden te trekken, vanwege meningsverschillen met IS. De terreurgroep zou sommige geleerden afgewezen hebben die hij hoog inschatte. De onderzoekers namen geen vrede met die uitleg, vanwege zijn verleden in Syrië, waaruit niet veel onenigheid met IS bleek, en vanwege zijn latere parcours in de Brusselse safehouses.
Krayem zei daarop dat het hem inderdaad geen plezier deed om de neergang van IS te zien, maar dat hij bepaalde zaken voor zich hield. Hij was zich er ook van bewust dat zijn verklaringen misschien moeilijk te begrijpen zijn, "maar het is zo". "Maar u moet een imam zijn zodat we elkaar kunnen begrijpen en we dezelfde taal spreken", zei hij aan de onderzoekers. "Het ontbreekt u aan algemene religieuze kennis."
Voorzitster Laurence Massart pikte daarop in en merkte op dat Krayem sinds de start van het proces allesbehalve meewerkt, ook al is hij ten allen tijde "respectvol". "Zou het kunnen dat hij ook de legitimiteit van de jurisdictie in vraag stelt?", vroeg ze aan Mohamed Fahmi, de islamoloog die werkt voor de antiterrorisme-eenheid van de federale gerechtelijke politie (fgp) van Brussel.
Fahmi antwoordde verschillende gevallen te kennen van terreurverdachten die de legitimiteit betwisten van een rechtbank, en in het verlengde daarvan de staat. Hij verwees ook naar een boodschap van Krayem aan zijn naasten, om de Zweedse politiek te laten voor wat ze is. De achterliggende gedachte is dat een staat, die niet volgens de 'sharia' of islamitische wet functioneert, niet legitiem is, zijn structuren inbegrepen. Naast een gebrek aan legitimiteit, is het ontbreken van religieuze kennis bij ondervragers een argument dat volgens Fahmi regelmatig terugkeert bij terreurverdachten. "Gedurende het onderzoek werkte hij heel goed mee", zei onderzoeksrechter Leroux vervolgens. "Hij gaf nooit uiting van enige verwerping. Maar wat zijn motieven hier waren, weten we niet goed. Daar was geen dialoog over mogelijk."
De advocate van Krayem, Gisèle Stuyck, gaf al aan dat Krayem ook tijdens zijn ondervraging op het proces geen antwoorden zou geven. Ze beloofde dan wel meer duidelijkheid te scheppen. -
Nieuwe procesweek vangt aan met profielschets Osama Krayem
Vandaag begint een nieuwe week van het proces met het onderzoek van de speurders en onderzoeksrechters naar Osama Krayem. De Syrische Zweed zou zich samen met Khalid El Bakraoui opblazen in het metrostation van Maalbeek, maar krabbelde op de ochtend van de aanslagen terug en goot de springstof van zijn bom in het toilet en de douche van het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek.
De vraag blijft of Krayem de zitting maandag zal bijwonen. Hij heeft zich nog niet laten opmerken door zijn bereidwilligheid. Bij de start van het proces weigerde hij al recht te staan voor de voorzitter van het hof, Laurence Massart, en zijn identiteit te bevestigen. Hij keert sindsdien iedere ochtend terug naar zijn cel in het Justitia-gebouw in Haren. Bij elke vraag die hem gesteld wordt, schudt hij het hoofd.
Zijn advocate Gisèle Stuyck heeft woensdag bevestigd dat haar cliënt zeker geen antwoorden zal geven tijdens zijn ondervraging. "En dat heeft niets te maken met de kwestie van de overbrengingen", klonk het. Ze beloofde meer duidelijkheid te verschaffen over zijn motieven, maar pas op het moment dat hij ondervraagd zou moeten worden.
Krayem had een blanco strafblad toen hij in 2013 radicaliseerde. In augustus 2014 trok hij naar Syrië, waar hij contact onderhield met zijn familie en over zijn activiteiten op Facebook postte. Krayem verliet Syrië in september 2015 en kwam via Turkije, Griekenland, Oostenrijk en Duitsland naar België om de terreurcel te vervoegen. Na de aanslagen in Zaventem en Brussel dook Krayem onder bij Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat in Laken. Hij werd op 8 april 2016 opgepakt.
Op het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs werd hij in juni veroordeeld tot 30 jaar, waarvan hij minstens twee derde volledig moet uitzitten. Ook daar werkte hij niet mee.
Normaliter had de profielschets en rol van Ibrahim Farisi vorige week donderdag behandeld moeten worden, maar die timing werd niet gehaald. De jongere Farisi zal nu woensdag aan de beurt komen. Later die dag zouden de vragen aan de getuigen ook starten.